isemengde berichten.
leidende tot besparing Tan kunstlicht. Die hy-
gienische en oeconomische voordeelen zijn uiteen-
gezet door verschillende gezaghebbende schrijvers,
terwijl uit verschillende handelskringen op het
voordeel gewezen is der vergemakkelijking van den
handel met Duitschland door aansluiting bij de
daar te lande gevolgde tijdrekening.
De Minister handhaaft het wetsontwerp zooals
het luidt.
Yolgens bericht uit Middelburg zijn reeds
door het traincomite onderhandelingen aangeknoopt
tot aankoop van de gronden, benoodigd voor de
tramlijn BrouwershavenZijpe.
Zaterdagmiddag is van de werf der koninklijke
maatschappij //de Schelde" te Vlissingen met goed
gevolg te water gelaten het aldaar nieuw van staal
gebouwde flotillevaartuig //Edi", voor reker.ing
van het departement van kolonien voor de Indische
militaire marine, hebbende eene lengte van 50 M.
Een landgenoot, Sjoerd Osinga, wonende te
Oak Harbour, Ver. Staten, waarschuwt in //de
Banier" tegen pogingen die gedaan worden om
menschen over te halen, land in Texas te koopen.
z/Mr. A. Kuipers zoo schrijft hij vertrekt
of is vertrokken naar Nederland, om emigranten
te werven naar Texas, een land veel slechter dan
Dakota, waar hij vandaan komten Dakota is
zeker nogal bekend onder de Hollanders, vanwege
zijne geringe opbrengst.
z/Hij is daar maar zeer kort geweest en kan
er niet over oordeelen het is alles humbug (bluf)
wat hij vertelt en alleen om de spoorwegmaat-
schappij te bevoordeelen en de landagenten te
he! pen.
z/Laat dit bekend gemaakt worden in alle deelen
van Nederland, in alle couranten".
TER NEUZEN, 1 Februari 1897.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de
hier achterstaande advertentie van de stoom-
wasscherij, bleekerij en strijkinrichting, //De Vlijt"
te Middelburg.
Yolgens eene in de Midd. Crt. voorkomende
beschrijving is deze wasscherij naar alle eischen
des tijds ingericht en verdient zij van de zijde
van 't publiek de gewenschte ondersteuning.
Heden had alhier de aanbesteding plaats van
manufacturen voor de armen der Ned. Herv.
kerk. Hiervoor werd ingeschreven door de heeren
J. de SmidtPothoven, voor 450M. van
Dixhoorn, voor 427,62 en door J. JurrijHoebe,
voor f 386,49^.
Aan den laagsten inschriiver werd de levering
gegund.
Gedurende de eerste helft der maand Januari
is door het postkantoor te Ter Neuzen de volgende
onbestelbare brief verzonden aan het adres van
J. van Tiggelen, Westervoortdoor het hulpkantoor
Axel aan het adres van mej. Lievens, Ter Neuzen.
Na daarvoor afgelegd examen, is, bij besluit
van den heer burgemeester van Amsterdam, met
ingang van 1 Februari jl., bevorderd tot inspecteur
3" klasse, de surnumerair bij de politie de heer
E. J. Pateer Jz., geboren te Hontenisse.
Zaamslag. Gedurende de maand Januari j. 1.
werden door het telephoonkantoor alhier behandeld
37 telegrammen, n. 1. 19 ontvangen en 18 ver
zonden.
gingen wij naar een boschfee, om haar om dit of
dat raad te vragen 1"
Hildegard had haar aanvankelijke schuchterheid
overwonnen. Steeds vroolijker babbelend, wan-
delde zij naast Fraulein Yon Arnheim voort en
vond het streelend, een zoo voorname en lieftallige
vriendin te hebben. //Yader was nog altijd terug-
houdend, grootmoeder had veel te veel te doen
en //de Edelhof" was stil en eenzaam als een
klooster." Nu kwam ze eerst tot het bewustzijn,
hoe opgeruimd zij kon zijn. Over een kever, die
haar brommend voorbijvloog, over een eekhorentje,
dat over een takje huppelde, kon zij luidkeels
lachen. Ieder rotsblokje, iedere boom die zij
voorbijkwamen, waren haar oude bekenden, en
nochthans was het, als volgde zij dien weg voor
de eerste maalnu bemerkte ze dit, dan dat,
vroeger door haar in 't geheel niet opgemerkt, en
waarop ze de aandacht harer nieuwe vriendin
vestigen wilde. O, het was toch zoo heerlijk, zoo
met zijn beiden te wandelen!
Hoe kon men die juffrouw toch trotsch noe-
men Zij sprak zoo vriendelijk en had zulke aller-
liefste, schelmachtige invallen. 0, ware de weg
dubbel zoo lang geweest
Constance raadde ongeveer de gedachten van
het meisjeze waren dan ook duidelijk in die
blauwe oogen te lezen. Zij wilde het.onschuldig
hart voor zich winnen en dit gelukte haar vol-
komen, haar vreugde echter geleek wel wat op
die van een kat, die een muisje heeft gevangen.
//Zoo, wij zijn er al zeide Hildegard eindeiijk
met een zucht, waaruit een leedwezen sprak.
i,0, hoe jammer, dat ik mijn schetsboek niet
bij mij heb riep Fraulein Von Arnheim.
Het tooneel, dat zich aan haar blikken voor-
deed, ware dan ook werkelijk waardig geweest,
door een bekwame hand op het papier te worden
gebracht. Het bouwvallige hutje van Kruidenlise
stond aan een 'betooverend schoone plaats. Dicht
tegen de rotswanden geplaatst, leunde het als
het ware tegen dien steenen kolossus. Aan de
Axel, 1 Febr. Gisteren werd alhier in de R. K.
school eene vergadering gehouden van kiezers en
toekomstige kiezers, tot oprichting eener afdeeling
der R. K. kiesvereeniging van Hulst.
De WelEerw. heer E. Ongenae, kapelaan, leidde
de vergadering en verklaarde op zeer duidelijke
wijze de kieswet en besprak de rechten der kiezers.
Een afdeeling het resultaat dier bespreking
werd dadelijk opgericht en talrijk waren de toe-
tredenden. Tot bestuursleden werden gekozen de
heeren J. de Maat, voorzitter, en Alb. van de Bilt,
secretaris.
Koewacht. Alhier is eene afdeeling gesticlit
van de voor het kiesdistrict Hontenisse opgerichte
R. K. Kiesvereeniging. Deze afdeeling telt al
een groot aantal leden en stelt zich ten doel bij de
verkiezing van leden van de Tweede Kamer en der
Provinciale staten werkzaam op te treden om de
candidaten van bovengenoemde vereeniging te
steunen. Het volgende bestuur is gekozen. Voor
zitter de heer C. Dierick, ondervoorzitter de heer
E. Plasschaert, le secretaris de heer H. D. IJse-
baert, 2e secretaris de heer C. de Bliek en tot
penningmeester de heer H. Bonte.
Zondag had in de herberg van de wed.
Misseghers alhier de aangekondigde lezing plaats
van den heer A. Geerards over de nieuwe kieswet.
Een groot aantal toehoorders waren opgekomen,
zoodat de ruime herbergzaal geheel gevuld was
met kiezers en aanstaande kiezers. De heer
Geerards verdeelde zijne rede in twee gedeelten,
besprak in het eerste gedeelte in het kort de
inrichting van ons regeeringstelsel en trachtte de
toehoorders een begrip te geven van de Tweede Kamer,
de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. In
het tweede gedeelte legde spreker op onderhoudende
en duidelijke wijze bet voornaamste gedeelte van
de kieswet uit, zoodat de hoorders weten, wie
kiezers zijn onder de nieuwe wet, wat ze moeten
doen om kiezer te worden, wat men door ver
kiezing en stemming moet verstaan en hoe beiden
voortaan zullen geschieden.
St. Jansteen, 21 Jan. Heden hield de heer
Adriaanse, hoofd der school te Lamswaarde, alhier
eene lezing ter verklaring van de nieuwe kieswet
aan de nieuwe kiezers en tevens met het oog op
de oprichting eener afdeeling van de R. K. kies
vereeniging te Hulst. Ik geloof te mogen zeggen,
dat het dubbele doel bereikt is geworden, want
na de lezing zal het wel voor elk duidelijk ge
weest zijn hoe hij het moet aanleggen om kiezer
te worden (zoo helder en degelijk zette de heer
Adriaanse de zaak uiteen) terwijl al dadelijk een
tiental personen tot de nieuwe afdeeling der kies
vereeniging van Hulst toe traden. Dat de belang-
stelling in een ander groot was bleek uit de tal-
rijke schare die de vergadering bijwoonde.
Nabij Domburg is de Engelsche vischsloep
//Frederic" gestrand, van Ramsgate. Aan boord
bevond zich niemand en een pot met soep stond
op de kachel.
Een later bericht houdt in, dat de bemanning
van de //Frederic" te Ostende is aangebracht door
de Fransche visschsloep n°. 887, van Duinkerken,
die met elkander in aanvaring zijn geweest. De
bemanning van de //Frederic" was overgespongen
op de Duinkerker vischsloep.
voorzijde lag eene door bonte bloemen bezaaide
weide en rechts sprung, tusschen bemoschte steenen
een heldere bron te voorschijn. Een boom waar-
schijnlijk door den storm ontworteld, lag, door
slingerplanten omwonden, links van het hutje.
Op dien boomstam zat een oude vrouw, die, door
een vuurrooden doek, dien ze om haar hoofd had
gewikkeld, een Zigeunerin geleek verbaasd keek
ze de beide meisjes aantoen zij echter naderbij
kwamen, stond zij op en strompelde haar, op haar
stok leunende, te gemoet. Het beenachtig, door
de zon gebruind gelaat had iets mummie-achtigs
het loshangend, grijze haar kwam van onder den
doek te voorschijn en viel over het lage voor-
hoofd die zwarte oogen blikten echter nog immer
leer levendig, ja, zelfs scheen het een vuurstralen-
paar uit te schieten en Constance meende te be-
merken, dat het oudje den steun van den ruwen
stok niet behoefde en in werkelijkheid niet zoo
door de gebreken des ouderdoms was geplaagd,
dan men zoo oppervlakkig wel zou denken.
Lise moest het al reeds terstond hebben be-
merkt, dat zij voornaam bezoek ontving, zij boog
zich tenminste diep ter aarde en noodigde op
een verleidenden toon de dames uit wat uit te
rusten. Zij zou terstond een bank uit het hutje
halen.
z/Toch niet, moedertje 1 De omgevallen boom
is een uitstekende rustplaats antwoordde Frau
lein Von Arnheim. //Ik ben wat verhit geworden.
z/Daar ontspringt tusschen die steenen genoeg
ijskoud waterals u mij daarvan een glas zoudt
willen geven, zou ik u daarvoor hoogst dankbaar
zijn."
z/Zij heeft een geit, een prachtige, sneeuwwitte
geitaldus jubelde Hildegard, terwijl zij haar
mandje uitkakte. //Lise, ik heb hier wat vleesch
koek en geld medegebracht, daarvoor in plaats
krijgen wij melk en roggebrood van je. Het is
van morgen een heel feest
(Wordt vervolgd.)
Wegens den veranderden gunstigen toestand
°P de Hollandsche rivieren, zoo ook op de Zuiderzee,
zlJn de stoombootdienst van Rotterdam op's Her-
togenbosch en Tiel en de dienst van de Amster-
damsche nachtboot weder hervat.
De Limburgsche gemeente Cadier en Keer
heeft sedert Kerstmis van 1894 een pleegkind,
nu ongeveer 7 jaar oud, waarvan men de herkomst
niet kent.
Eene onbekende bedelares stierf op genoemden
datum in die gemeente op de openbare straat,
bedoeld knaapje van toen omstreeks 5 jaar achter-
latende, dat niets omtrent zich of zijne moeder
kon meedeelen. En de nasporingen hebben alleen
met eenige waarschijnlijkheid uitgebracht, dat de
vrouw uit de provincie Utrecht afkomstig was,
vermoedelijk Van Wageningen heette en tot de
hervormde kerk zou behoord hebben.
Het kind is door het gemeentebestuur bij brave
lieden uitbesteed, waar het zich blijkbaar zeer
thuis gevoelt.
De schrik zit er te Amsterdam bij de dienst-
meisjes van den Parkweg en omstreken nog een
beetje in door al die moordverhalen. Maar
haar uitgaansavondje er voor in den steek laten,
dat zou toch wat erg wezen.
Een hoffelijk kruier is den velen Betjes en
Keetjes te hulp gekomen. Hij posteert zich op
de vrije of vrijers-avondjes bij een der rondpoints
en de bange maagdjes zwermen op hem af als de
bijen om een koningin.
Is het stelletje zoowat compleet, dan geleidt
onze cavalier de dames naar het Leidsche Plein.
Onderweg wordt er hier en daar nog eentje opgepikt
en onder de veihge lichten van den Stadsschouw-
burg wordt de zwerm losgelaten en dan trippelen
de meisjes heel dappertjes alleen naar haar ont-
spanningsplaatsen.
Om tien uur staat de wakkere kruier weer op
post op het Leidsche Plein en de gedienstige
geesten worden weer veilig bij haar meneeren en
mevrouwen thuis gebracht.
Van mond tot mond gaat te Kethel het
verhaal omtrent het wedervaren van een land-
bouwer uit die gemeente op de veemarkt te
Rotterdam
Hij verkocht aan een hem onbekenden slager
een koe. Terwijl men afrekende, bracht de slager
het gesprek op kwade practijken bij den verkoop
en vroeg aan den verkooper of 't hem nooit was
overkomen, dat hij een rund had verkocht en de
kooper zich onderwijl, zonder betaling doch met
het beest, had verwijderd Toen de boer op die
vraag ten antwoord gaf, dat hem dit 8 jaar ge-
leden gebeurd was, zeide de slager, dat hij zelf
de man was, die dat op zijn geweten had. Hij
was toen door den nood gedrongen, doch kon er
nu wel 20 betalen. Hij betaalde daarop de koe
van voor 8 jaar en bovendien f 100 als rente
voor het gebruikte geld.
Omtrent een nieuwe moordaanslag te Amster
dam wordt het volgende gemeld
De 18jarige dienstbode van den heer J. J. Luf,
houder eener tapperij aan de Nieuwmarkt, Maria
l)ech geheeten, had verkeering met den 20jarigen
Jac. Burger, die haar echter verdacht van de be-
trekking met een vroegeren beminde aan te houden.
Toen hij het meisje dezer dagen zag staan praten
met de moeder van zijn vermeenden medeminnaar,
wachtte hij haar op en gaf haar een klap in het
gezicht. Hij ging toen heen, doch kwam kort
daarop terug, liep de tapperij door en bracht
Maria in de gelagkamer met een puntig brood-
mes een steek in den rug toe.
Zichzelf trachtte hij met een steek in den buik
van het leven te berooven, hetgeen niet gelukte.
Hij vluchtte naar zijn woning aan de Krom-
boomsloot, waar hij door de politie werd gear-
resteerd.
Beide verwonden werden naar het binnen-gast-
huis gebracht, van waar zij naar eenigen tijd
konden ontslagen worden.
Burger werd toen overgebracht naar het politie-
bureau der le sectie, St. Pietershal.
Hij verklaarde aan den commissaris, den heer
Versteeg, dat hij het mes reeds eenigen tijd in
zijn bezit had, doch het wapen zag er niet uit
of het vroeger gebruikt was. Mogelijk heeft hij
het dus op de Nieuwmarkt gekocht.
Uit alles blijkt, dat Burger niet de dader is der
vorige viif moordaanslagen.
In de Amsterdamsche bladen kon men de
oproeping der Amsterdamsche politie lezen be-
treffende een bedreiging, die Woensdagavond tegen
een juffrouw zou geuit zijn. Een redactielid van
de Tel. vervoegde zich aan het politie-bureau
Singel 453, om te hooren of er nadere bijzonder-
heden bekend waren. De hoofd-inspecteur ver
klaarde, dat er van dit geval niets bekend was
dat men //pour acquit de concience" de oproeping
had geplaatst doch overigens aan het geval geen
waarde hechttedat de juffrouw nog niet was
komen opdagen en dat alle verhalen dienaangaande
leugens waren.
Deze verklaring noopt het blad het volgende
bericht onder eenige reserve mede te deelen
maar de stellige verzekering van den verhaler,
dat hij de waarheid vertelde en den indruk, dat
hij geheel te goeder trouw was, leidde er toe
het bericht niet achterwege te laten
De verhaler is Rudolf Kluwe, oud 14 jaar,
loopjongen in het bekende magazijn van behangsel-
papier enz. van den heer F. Heiurich, Reestraat 17.
Hij heeft Woensdagavond tusschen half zeven
en zeven uur in de Regulierbreestraat bij de
St. Pietersteeg, (Duivelshoek) het volgende gezien
Een man, als heer gekleed, met bruine jas aan
en bruinen deukhoed op en met een lichte broek
aan een verdacht uiterlijk vond onze zegsman
liep achter een meisje van een jaar of zestien.
Toen hij haar had ingehaald, stak hij plotseling
naar haar en raakte haar in de zijde. Het goed
scheurde, doch het meisje werd niet verwond.
Zij riep bleek en verschrikt om hulp en twee
vrouwen uit de Pietersteeg schoten toe. De man
vluchtte toen die steeg in en holde weg.
Het bleek, dat aan den ketting, die bij zijn
broekzak hing, een dolkmes vastzat.
Ondertusschen was ook een agent en later een
brigadier aangekomen, die den man nazetten.
Kluwe zag nog hoe in de Vijzelstraat de man door
den agent werd nageloopen en de Keizersgracht
op vluchtte, waar hij ontkwam.
De agent begaf zich toen met de twee vrouwen
en het bewuste meisje naar het politiebureau op
den Singel.
De jongen verklaarde den man te kunnen her-
kennenhij was min of meer mottig aan den
neus. Een klein snorretje sierde of ontsierde zijn
gelaat.
In de N. R. Ct. wordt het volgende ver-
haald van een ramp aan boord van het te
Rotterdam tehuis behoorende stoomschip Teutonia.
Naast het gemeente-droogdok, in de dokhaven
te Oud-Charlois, ligt sedert eenige weken in
reparatie het stoomschip Teutonia, een vrachtboot
van 3209 ton, toebehoorende aan de firma Wm.
Miiller Go. alhier. Van alle zijden door drijfijs
ingesloten, is het stoomschip moeilijk tebereiken.
Donderdag waren den ganschen dag in de
onderste verdieping van de piek van de Teutonia
een 9 a lOtal werklieden, alien bewoners van
Oud-Charlois, bezig om het binnengedeelte daar
van uit te krabben en te teeren. Hiermede ruim
4 uren in den namiddag gereed zijnde, zouden die
werklieden zich van de onderste naar de tweede
verdieping van de piek begeven om daar hun
werkzaamheden te vervolgen. Terwijl men nu op
het punt stond hieraan gevolg te geven, greep er
iets ontzettends plaats. Een hunner, zekere H.
Plank, op de trap staande die naar de tweede
verdieping van de piek leidt, wilde een pot, met
teer gevuld, aan een makker overreiken. Hij had
daarbij een brandende vetkaars in de hand, waar
van op het oogenblik dat hi] den pot met teer
omhoog wilde reiken, een brandend stuk pik viel
en in den pot met teer terecht kwam. Onmid-
dellijk stond de geheele pot in lichtelaaie, en
Plank, die nog steeds op de ladder staande, hem
niet langer houden kon, liet den pot vallen, waarvan
de brandende inhoud nu grootendeels terechtkwam
op den na hem komende 28jarige P. J. van
Gameren, wonende aan den Charloischen Lagendijk,
en gedeeltelijk op de daaropvolgende werklieden
G. van der Gaarden, wonende in de Wolphaert-
straat, en 1). van Noord, wonende aan den
Schulpweg.
Een vreeselijke paniek onstond onder de werk
lieden die zich nog in de piek bevonden, te meer
daar bijna tegelijkertijd brand in dat gedeelte van
de Teutonia uitbrak en dichte rookwolkeu zich in
die met matten, touwwerk enz. gevulde ruimte
verspreidden.
Met ontzettende krachtsinspanning en gedreven
door de zucht tot lijfsbehoud, wist de in vlam
staande Van Gameren het dek te bereiken, waar
hij kermende van pijn nederzeeg. Hem volgden
spoedig Van der Gaarden en Van Noord, doch
wie beschrijft aller ontstelfenis toen men appel
houdende, drie van hen, die zich op het oogenblik
dat de brand uitbrak, mede in het onderste gedeelte
van de piek bevonden, miste. Hunne noodkrelen
werden een oogenblik gehoord te midden van de
verstikkende rookkolommen, die uit het onderste
van het stoomschip opstegen en die het aan de
bemanning en het zich in veiligheid bevindende
werkvolk onmogelijk maakte daarin af te dalen.
Een oogenblik evenwel slechts duurde de ver-
bijstering, die bijna alien had aangegrepen. De
brandslang van het stoomschip was aldra in werking,
en toen nu ook de politiechef te Oud-Charlois,
de heer D. A. Caspers, het stoombootje Havendienst
II had gerequireerd en dit bootje zich door de
het stoomschip omringende ijsschotsen had heen-
gewerkt, werden in korten tijd groote massa's water
in de piek geworpen, te laat echter om het leven
der menschen, die zich daarin nog moesten bevinden,
te redden.
En terwijl men aldus met de blussching van
den brand bezig was onder de leiding van den
opperbrandmeester, den heer Rijkee, werd de
hoofdzakelijk aan het onderlijf deerlijk verbrande
en smartelijke pijnen lijdende Van Gameren door
de politie per brancard naar het ziekenhuis gebracht,
waar hij te omstreeks 5 ure, in levensgevaarlijken
toestand verkeerende, aankwam en ter verpleging
werd opgenomen. Zijn beide kameraden, Van der
Gaarden en Van Noord, eerstgenoemde met brand-
wonden aan den rug en een der beenen, en laatst-
genoemde met brandwonden aan den rechterpols
en een been, werden naar de ouderlijke woningen
gebracht.
Eindeiijk was men er in geslaagd den brand te
blusschen. Het was toen omstreeks 8 ure in den
avond en nu ging men van haken en dreggen
voorzien, aan het werk om de vermisten te zoeken.
Men verkeerde in een hevige spanning, altijd