Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
GELDLEENING.
8 0 0 0,
No. 3406.
Dinsdag 12 Januari 1897.
37e Jaargarig.
GEMEEHT
I WEE VIJASDES."
Binnenland.
ABOSNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlJSN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG
maken bekend, dat ten laste dier gemeente wordt
aangegaan, een geldleening, groot
rentende ten hoogste 4 ten lionderd sjaars,
verdeeld in aandeelen van f L te stellen
op naam of aan toonder, en af te lossen, jaarlijks,
te beginnen in 11)07, met ten minste drie aandeelen,
onverminderd de b^voegdheid van het gemeente-
bestuur om voor 1907 de leening geheel of ge-
deeltelijk af te lossen.
Storting der aandeelen 1 Mei 181) i.
De inschrijvingsbiljetten, vermeldende naam, be-
roep en woonplaats van den inschrijver, het aantal
aandeelen (in schrijfletters) waarvoor wordt inge-
schreven, de bedongen jaarlijksche rente ten honderd
en opgaaf of de obligation op naam of aan toonder
worden verlangd, onderteekend en in gesloten
couvert, waarop „Inschrijving Geldleening", in te
leveren ter secretarie der gemeente Zaamslag, voor
of op 28 Januari 1897.
Alle verdere inlichtingen zullen, desverlangd,
ter voormelde secretarie gegeven worden.
Zaamslag, 29 December 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. BARENDREGT Az., Voorzitter.
P. J. WORTMAN, Secretaris.
JP'oIitieli tJverzicht
Engeland beleeft veel plezier van Cecil Rhodes,
den Zuid-Afrikaanschen Napoleon, die na eerst
smadelijk afgegeven te hebben op de ,/zalvende
gerechtigheid" van zijn Britsche landgenooten, een
zegetocht door het Kaapland heeft gemaakt en dus
als de lieveling van de Kaapsche bevolking naar
Engeland is teruggekeerd om voor de enquete-
commissie te verschijnen
Deze ingenomenkeid met de bewierooking van
FEUILLETON.
den grooten man is echter niet algemeen. In
antwoord op de aansporing van 0ns Land, het
hekende Hollandsche orgaan van de Kaap, hebben
reeds verschillende vereenigingen van kooplieden
en staatslieden geprotesteerd tegen de ovaties,
waarmede Cecil Rhodes op de „Groote Schuur,"
zijn half afgebrand landgoed, en in Kaapstad ge-
huldigd is. Onder anderen is op een meeting te
Wellington een zeer strenge resolutie aangenomen,
waarvan de tekst den hoogen commissaris lord
Rosmead zou ter hand gesteld worden met de
opdracht hem ter kennis van den Minister van
kolonien Chamberlain te brengen.
Zijtierzijds heeft Paul Kriiger aan een corres
pondent van den Times zijn ergernis te kennen
gegeven over de kuiperijen van Cecil Rhodes,
waaraan hij de gedeeltelijke mislukking toeschreef
van zijn pogingen om de goede verstandhouding
tusschen Boeren en Engelschen te herstellen.
Het Pruisisch huis van afgevaardigden kwam
Douderdag weer bijeen en nam de begrooting in
behaudeling. Van den gunstigen toestand, weet
men, zal worden gebruik gemaakt tot verhooging
der traktementen van sommige klassen van ambte-
naren en van de onderwijzers aan de volksscholen.
Deze begrooting op zichzelve is al een zwaar
stuk arbeids. Maar daarnevens valt nog eene
lange lijst van werkzaamheden te verrichten, zoodat
van de leden gedurende deze zitting eene tamelijk
inspannende taak zal worden gevergd.
Te Hamburg is de toestand onveranderd. In
de haven liggen 250 zeeschepenop 153 daarvan
wordt met 304 ploegen gewerkt. Van de 348
kranen op de kaden wordt aan 182 niet gewerkt.
De Rijksdag van Duitschland komt den 12den
Januari bijeen. Men verwacht, dat reeds in een
van de eerste zittingen een groot debat over de
politieke politie en het gedoe der agenten van
de geheime politie zal gevoerd worden. De socia-
listische afgevaardigde Bebel heeft o. a. te Zurich
documenten over een zekeren Norman-Schumann
verzameld, die thans evenals zijn chef Von Tauch
vervolgd wordt.
De Spaansche militaire overheid op Cuba nam
den lijfarts van wijlen het insurgenten-hoofd Maceo,
den bekenden Dr. Zertucho, als gids in dienst, en
geeft daardoor nieuw voedsel aan het vermoeden,
dat zij met dezen heeft samen gespannen.
Nog steeds trouwens handhaaft zich het gerucht,
dat Maceo wel zwaar gewond maar nog niet dood
is en ergens in een afgelegen kamp verpleegd
wordt.
Op Creta is het nog lang niet rustig. De
Roman van B. CORONY
1)
Een sluier, met sterren bezaaid, omhulde de
aarde, die zacht sluimerde in den schoonen zomer-
nacht. Glimworpjes kropen door het grashet
berglandschap dat zich niet ver van de stad G.
uitstrekte, zwom als in zilvergloed.
De muren van de oude heerlijkheid „Hohenfels,'
wegens zijn bouworde „Het Slot" genoemd, waren
helder wit en de groote donkere tuin gaf iets
tooverachtigs aan deze belichtiug. Als een stroom,
die schitterde van de paarlen, goot de fontein
liaar stralen in het marmereu bekken. Slechts
een korte afstand scheidde „Hohenfels" van het
landgoed „Edelhof," welker dak te voorschijn
kwam tusschen eeuwenoude linden. Het niet
groote gebouw maakte een aangenamen indruk.
De voorgevel was letterlijk bedekt door de ranken
van den wilden wingerd en een der vensters van
de benedenverdieping werd omringd door een rozen-
struik, welker purperen bloemen tegen de ruiten
drukten. Heilige vrede scheen te heerschen op
dit plekje grond, dat de beide goederen droeg,
en toch leefden de bezitters, Gisbert van Hohenfels
en den landheer Hans Raiuer, sedert jaren in
vijandschap.
Hohenfels koesterde eenmaal een gloeiende
hartstocht voor Hildegard, de dochter van den
thans overleden predikant Droger, en dit gevoel
was niet onbeantwoord gebleven.
Toen leefde echter de oude vrijheer nog, wiens
toestemming des te moeilijker te krijgen was,
daar ook zijn neef Gregor von Arnheim, die ree ls
vroeg wees was geworden en in het slot was
opgevoed, een keus had gedaan, welke scherp
werd gewraakt. De predikant wist, welke gevaren
zijn kind bedreigdeu en hoe bijna onoverkomelijke
hinderpalen een huwelijk in den weg stonden.
Ofschoon het hem pijn deed, dat hij zijn kind
ruw uit den zoeten droom moest opschrikken,
sprak hij toch het machtwoord uit en scheidde
de beide minnenden. Hij handelde naar zijn beste
overtuiging en Hildegard was te zacht om zich
te verzetten. Zij gehoorzaamde het bevel haars
vaders en werd de echtgenoote van Hans Rainer,
wien zij echter niet verheelde, dat haar hart den
vrijheer toebehoorde. Zij was een trouwe, goede
vrouw en hield haar belofte, dat zij nooit een
woord met Hohenfels zou wisselenmaar ver-
geten kon zij hem nietde vreugde woonde nooit
recht meer in haar gemoed, al scheen zij ook
rustig, vriendelijk en opgeruimd.
Misschien zou het anders geworden zijn, wanneer
Rainer niet zoo wild en hartstochtelijk was geweest
en zijn ijverzucht had kunnen verbergen. Hij
beminde Hildegard met al de kracht zijner ziel,
en dit gevoel uitte zich eer in een aan aanbidding
grenzende zachtheid, dan in een uitbarsting van
heftigheid, die hij niet wist te bedwingen. Als
razernij greep het hem dikwijls aan, wanneer hij
bedacht, dat de gedachten aan die lieflijke vrouw
den trotschen man behoorden, terwijl slechts
trouwe plichtsvervulling haar aan hem bond. Dan
sprak hij den naam van den vrijheer onder ver-
wenschingen uit en bracht aanklachten tegen
Christenen die zich daar volstrekt niet in de
eerste plaats door zachtzinnigheid onderscheiden
belegeren de Turken te Tsikalaria en vielen hen
ook bij Varipetro aan.
Een groot aantal plattelandsbewoners zijn naar
Canea komen vluchten.
Uit Konstantinopel wordt gemeld, dat alle
Armenische gevangenen, ten getale van 450, thans
zijn iu vrijheid gesteld.
Eeu manifest is verschenen van de jong-Turksche
partij, meer bepaaldelijk tot de Grieken gericht,
waarbij dezen worden uitgenoodigd zich bij hen
aan te sluiten tot het verkrijgen eener grondwet.
Bij den Senaat der Vereenigde Staten is door
den heer Millis nu eene nieuwe motie ingediend,
om Cuba onafhankelijk te verklaren en een crediet
van 10,000 dollars te openen als jaarwedde voor
een Amerikaansch gezant op Cuba. Tevens wordt
daarin verklaard, dat het aan het Congres en niet
aan president Cleveland staat om de onafhanke-
ijkheid van Cuba te erkennen.
De beraadslaging over deze motie is op heden
Depaald.
Bij het onderzoek van de voorgedragen
regeling der plaatselijke belastingen werd in eene
der afdeelingen van de Tweede Kamer eene
gedachtenwisseling gevoerd over de hondenbe-
lasting.
Sommige leden weuschten deze belasting als
Rijksbelasting geheven te zien. Eenige dezer
leden beoogden eene hooge belasting ten einde het
aantal honden te beperken. Anderen wenschten
eene Rijksbelasting meer ter wille van de uniformi-
teit en om door eene algemeene heffing het aantal
losloopende honden en daarmede het gevaar voor
hondsdolheid te verminderen. Iliertegen werd
aangevoerd, dat eene Rijksbelasting moeilijk zou
zijn te innen, tenzij voor het toezicht en de controle
speciale ambtenaren werden aangesteld. Immers
wanneer de belasting niet wordt geheven ten bate
der gemeenten, zal het toezicht der gemeentepolitie
op de invordering der belasting denkelijk veel te
wenschen laten. Dat bezwaar werd echter door
anderen niet overwegend geacht.
Bij het departement van Kolonien is het vol-
gende, van Zaterdag gedagteekende, telegram van
den Gouverneur-Generaal vanNed.-Inuieontvangen
„Eergister nabij Poeding na scherp gevecht
handgemeen geraakt met eene groote bende, wier
Hildegard, welke onrechtvaardigheid hij dadelijk
zelf inzag en waarvoor hij vergiffenis vroeg.
Het zacht.e vrouwtje was steeds bereid hem te
vergeven, ja, zij werd niet eens boos, omdat zij
zijn verdriet kon meten naar het hare; doch haar
zwakke lichaam was niet opgewassen tegen deze
opgewcndenheid, dit onophoudelijk zweven tusschen
vrees en medelijden. Een nooit rustend verlangen
ondermijnde haar levenskracht. Nadat zij zes jaren
aan Raiuer's zijde had geleefd en hem een dochtertje
had geschonken, dat haar evenbeeld beloofde te
zullen worden, greep haar een sleepende ziekte aan,
die zij zonder morren droeg.
Ook Gisbert van Hohenfels kon zijn hartewensch
van vroeger niet meester worden. Gesproten uit
een trotsche, adellijke familie en ook zelf niet
zonder vooroordeelen, voelde hi] toch dat hij met
de geliefde zijner jeugd ook zijn geluk verloor
Hij was de overleveringen van zijn huis trouw
gebleven, maar het offer dat hij bracht aan de rij
zijner voorvaderen, waarop hij mocht terugzien,
scheen een eenzaam man van hem te zullen maken.
Om de herinnering te verbanuen, stortte hij zich
in een woelig leven. Ofschoon hij zich zelf van
onrechtvaardigheid beschuldigde, kon hij het Rainer
toch nooit vergeven dat deze het kleinood tot
zich nam, waarnaar hij zelf de hand niet mocht
uitstrekken. Wanneer de beide mannen elkaar
ontmoetten, gingen zij elkaar niet voorbij als
vreedzame buren, doch als verbitterde vijanden,
die slechts met moeite zich inhielden en voor
wie geen verzoening bestond.
Waarschuwend klopte de dood aan het met
rozen omrankte venster, waar achter Hildegard
stil en bleek op het ziekbed rustte, waarvan zij
stelling genomen werd. Terugtocht vond onge-
hiuderd plaats.
„Toekoe-Oemar oostwaarts teruggetrokken.
,/Een officier aan zonnesteek overledeneen
officier gesneuveldzeventien militairen beneden
dien rang gewond."
Aan de N. R. Ct. werd eergisteren uit Batavia
geseind
Majoor Beets is ten gevolge van zonnesteek in
Lehong overleden.
Een tweede telegram luidde
Bij eene verkenning in Lehong werden onze
troepen door den vijand vervolgd. Luitenant
Hennekeler sneuvelde en 14 minderen werden
gewond.
Uit deze benchten blijkt dus, dat het gevecht
bij Poeding, waarvan in het regeerings-telegrain
sprake is, en waarbij onze troepen het hard te
verantwoorden hadden, plaats had in het landschap
Lehong, waarheen blijkens een 2 Jan. ontvangen
telegram vijf compagnien infanterie onder overste
Soeters zijn vertrokken.
Met den dag letterlijk, alzoo zegt de H. Crt.,
wordt het getal overlevenden van 1830 minder,
en weldra zullen de /gegeven omstandigheden"
van dien aard zijn geworden, dat de Minister van
Oorlog nog wat doen kan voor de laatste levens-
dagen van de laatste Metalen-Kruisers.
Te Hilversum is Donderdag in 86jarigen ouder-
dom overleden M. van Zijtvelt. De man verkeerde
in armoedige omstandighedenhet ,/dankbare
vaderland" stelde hem in staat, door bedelen in
zijn onderhoud te voorzien vanwege die /gegeven
omstandigheden" van den Minister Schneider,
weet u.
De Belgische Regeering heeft nog in den
loop der tegenwoordige Kamerzitting de indiening
aangekondigd van een wetsvoorstel tot afschaffing
van de rechten op rivieren en kanalen voor eene
geheele serie van goederen, als steenen, kalk,
metalen, mineralen, enz.
./Het zal noodig zijn, dat Nederland, voor zoo-
ver betreft de Zuid-Willemsvaart, dit voorbeeld
volgt, wil men niet, dat de handel op Rotterdam
en Amsterdam zich naar Antwerpen verplaatse.
z/Door belanghebbenden is op dit gevaar de
aandacht gevestigd o. a. van den heer De Ras,
lid der Tweede Kamer en van de Kamer van
Koophandel te Maastricht, met verzoek de noodige
stappen bij de Regeering te willen doen, dat ook
voor de Zuid-Willemsvaart de sluisgelden worden
afgeschaft."
niet weer zou opstaan. Met haar groote koorts-
achtige, glinsterende oogen, en de sneeuwwitte
wangen zag zij er bijna bovenaardsch uit. De be-
dwelmende geur van den zomernacht stroomde het
kleine kamertje binnen, de maan wierp een blauw-
achtig licht op de ruiten. Een heldere glans lag
over het zachte aangezicht. Naast haar huilde
Hans Rainer, bijna waanzinnig van smart. Het
was aangrijpend, den sterken, woesten man te zien
weenen. Hij smeekte haar niet van hem te gaan,
alsof het in haar macht lag zijn bede te verhooren.
Het was hem, alsof hij met den engel des doods
kon worstelen om deze dierbare vrouwalsof hij
haar kon terugtrekken van den drempel van het
paradijs. Wanhopig klaagde hij zich zelf aan, dat hij
haar ongelukkig had gemaakt, haar langzaam had
vermoord.
,/Neen, dat hebt gij niet gedaan, Hans," zei zij
met haar zachte, gebroken stem, terwijl zij haar
blanke hand troostend op zijn hoofd legde. //Gij
hebt het goed gemeend met mij en slechts over-
groote liefde maakte u soms onrechtvaardig. Ik
was immers ook zulk een schepsel, dat geen macht
meer had op zich zelf en in welks ziekelijk hart
het verlangen naar het onbereikbare niet wilde
sterven. Daarom is het goed voor ons beiden,
wanneer ik heen ga. Gij hebt immers onze dochter
nog. Wanneer zij groot geworden is, zal het zijn,
alsof ik weer voor je stond, slechts beter en geluk-
kigerwant uw brave moeder zal over haar waken,
opdat zij geen droomster wordt, die haakt naar
idealen, doch een wezen dat leeft tot zegen van
zich zelf en anderen."
In plaats van hem zachter te stemmen, wondden
deze woorden hem nog meer op. Rainer behoorde
I'EIIZENSCHE COIRA
■tit bind verscliijnt <lnan(litK-, WoenNtlag- en VriJ<la!?avon<t, uitseinmleril op Feestil agen^^rte^ii^ev«P^I.
Vil DK 8A1DE te Ter Kemen.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Vergadering van den
Gemeenteraad is belegd tegen Wonderdag den 1*
Januari 1807, des voormiddags te 10 ure.
Ter Neuzen, den 11 Januari 1897.
De Burgemeester voovnoemd,
J. A. VAN BOVEN.
r