BURGERLIJKE STAND.
afwezig geweest om familie te hezoeken, van welke
gelegenheid zij bad gebruik gemaakt om haar slag
te slaan. Toen de man 's avonds thuis kwam'
■was de vogel gevlogen en met haar zijn geld en
eeu deel van zijn goed verdwenen.
Toen de dienstbode van den buffethouder
der //Nieuwe Harmonie" te Tilburg eergister-
ochtend op de stoep stond, kwam een persoon op
haar af, die haar vroeg //Is dit de Harmonie
Op het bevestigende antwoord van het meisje,
haalde de man een mes te voorschijn en bracht
haar een diepe snede over de hand toe.
De dader is onbekend.
Door het 0. M. bij het kantongerecht te
Maastricht is wegens overtreding van de jachtwet
7 dagen hechtenis geeischt tegen een burge-
meester, van het dorpje Mesch.
Het lijstje der moorden, waardoor de eerste
dagen van het nieuwe jaar zich op treurige wijze
keumerkten, moet met nog den worden vermeerderd,
als het volgende bericht uit Tilburg aan de
z/Bossche Ct." bewaarheid wordt
Naar men met zekerheid weet mede te deelen,
geraakten eergisteravond omstreeks half 11 twee
jongelieden van ongeveer 22 jaar in twist, die
zoo in hevigheid toenam dat A., ten R., op het
gezegde van R. S. /,schiet maar," terstond zijn
geweer op dezen afschoot en S. in den nek trof,
waarop onmiddellijk de dood volgde.
Voorts zijn in de gevangenis te Utrecht twee
personen gebracht, die in den 2n Kerstnacht een
paar nachtwakers te Amersfoort deerlijk mishan-
delden. Een derde ligt ziek te bed, tengevolge
van een pak slaag, hem door een huzaar toege-
diend, dien hij te lijf wilde.
Maandag moest te Ruinerwold, ter zake van
den daar gepleegden moord, een knecht van den
landeigenaar Pol worden gehoord. Op het oogen-
blik dat de veldwachter hem daarvoor zou afhalen,
sprong hij in het water en verdronk.
Naast de hongerrecords, die al zoo'n beetje
verouderd worden, komt thans in gebruik de ont-
houding van lucht. Natuurlijk telt men daarbij
de minuten en niet de weken of dagen. Er be-
hoort reeds een groote overwinning toe om den
adem maar een minuut in te houden, en slechts
na jarenlange oefening brengen duikers het zoover,
dat zij, zonder adem te halen, twee a drie minuten
onder water blijven.
Men verhaalt thans van een Indier, die van de
geschiktheid om lang onder water te blijven inis-
bruik maakte om vreeselijke moorden te doen.
Hij sloop in de nabijheid van een voorname dames-
badplaats, trok een argeloos badende bij de voeten
naar beneden en verdronk haar daar.
Vervolgens ontdeed hij zijn slachtoffer van haar
sieradeu. Voor de uitvoering van zulk een daad
had hij ten voile 22 minuten noodig, die hij onder
water dootbrachet, zonder een enkele maal adem
te halen. Men dacht een tijd lang, dat de ver-
moorde het slachtoffer was geworden van een alli
gator. Eerst na den vierden moord werd de man
ontdekt. Deze moordenaar was volstrekt niet de
eenige Indier, die de kunst verstond zich van
inademing te onthouden.
Indie is in 't algemeen een ware leerschool
voor dergelijke proeven. Volgens geloofwaardige
berichten, zijn er daar fakirs, die het door oefe
ning van vele jareu zoover brengen, dat zij voile
twee uren zonder ademhaling kunnen leven.
Ook te Brussel is het op straat en in huis
zeer onveilig. Aanrandingen en inbraken zijn aan
de orde van den dag.
Te Hamburg zijn gedurende 1896 aange-
komen 10,477 zeeschepen, tegen 9443 in 1895.
In Rusland zijn proeven genomen met de
vervaardiging van wijn uit beetwortelen door gisting
van scheikundige bewerking. Er zijn zulke gunstige
resultaten mede verkregen, dat er reeds eene maat-
schappij op aandeelen is gevormd, welke de uit
vinding op groote schaal wil exploiteeren. De
nieuwerwetsche wijn moet in smaak en geur bijna
overeenkomen met Spaansche wijn, en zijne uit-
werking op maag en zenuwstelsel moet zeer
opwekkend wezen.
Volgens bericht uit Prisrend, in het noorden
van Albanie, was daar een Turksch bataljon, dat
in geen acht maanden soldij had ontvangen de
onderofficieren kwamen daarop bijeen en braken,
na godsdienstige reinigingen verricht en een eed
gezworen te hebben, de regimentskas open, waaruit
zij een som namen, gelijkstaande met de aan de
manschappen verschuldigde soldij.
De arts Dr. Arpad Korotnai te Budapest
is tot drie jaar tuchthuis veroordeeld. Hij had,
naar men zich herinneren zal, de brandkast uit-
geplunderd van een zijner patienten, een oude
dame, die zoo plotseling overleden was, dat alleen
hij bij haren dood tegenwoordig was. Het geva
baarde toen in de Hongaarsche hoofdstad te meer
opzien, omdat deze arts een vermogend man was
met een uitgebreide praktijk. Zijn advocaat drong
bij de rechtbank tevergeefs aan op een onderzoek
naar den toestand zijner geestvermogens.
Volgens een telegram uit Saigon in het
//Bat. Nbl.", zijn aan boord van de //Saghalien
op reis van Singapore daarheen, ten gevolge van
het springen van de stoomkap van den ketel, elf
personen gedood en vele anderen zwaar gebrand
Uit Singapore wordt aan hetzelfde blad gemeld
dat op Singkep eene ontploffing plaats had aan
joord van het jacht //Lanjut", van den Sultan
van Lingga, met het gevolg, dat de sultan deerlijk
gebrand is, negen andere personen gedood zijn en
let jacht is gezonken. De resident van Riouw is
op de tfSingkawang" er heen gegaan.
Barones Hirsch te Parijs, heeft een som van
2 millioen francs geschonken aan het Pasteur-
gesticht, aldaar.
De heer Roux en de raad van beheer van het
gesticht zijn haar persoonlijk dank komen betuigen
voor de milde gift, die zoowel de geefster als de
inrichting, waaraan zij werd geschonken, vereert.
De stad Hanover heeft een groote erfenis in
t vooruitzicht, waaraan zij echter vooralsnog niets
leeft. Een onlangs overleden burger heeft haar
namelijk een som van 40,000 Mark vermaakt,
met de bepaling, dat dit kapitaal met interest
op interest zal worden uitgezet, totdat het 100
millioen zal bedragen. Dan moet het aan de
gemeente Hanover worden uitgekeerd, om gebruik
te worden tot werken in het belang van de open-
bare gezondheid en ter verfraaiing van de stad.
Men berekent dat de som van 100 millioen in
let jaar 2150 zal zijn bereikt.
De vier oudste zoons van den Duitschen
Heizer zijn voor hun Kerstmis voor 't eerst naar
de komedie geweest, met hun moeder. Naar men
begrijpt, werd op hoog bevel een militair spektakel-
stuk vertoond //1812".
Eene rijke Amerikaansche dame, Eleanor
Linter, te Providence (Rhode-Island), is binnen
tien jaren tijds voor de zesde maal getrouwd.'
Vier harer gewezen mannen waren nu de getuigen
iij dit huwelijk, terwijl de vijfde, door ziekte
verhinderd, door een fraai geschenk van zijne
belangstelling had doen blijken.
De stad Warschau is in rep en roer gebracht
door het gerucht dat een bekende adellijke dame
gravin Potock levend begraven zou zijn.
De gravin overleed voorverleden week plotseling,
de dood werd behoorlijk door de geneesheeren ge-
coustateerd en het lijk begraven. Weldra ver-
spreidde zich het gerucht, dat de gravin slechts
schijndood was. De familie vroeg en verkreeg
machtiging om het lijk op te graven, en den
staat, waarin men het vond, geeft aan het verhaal
een schijn van waarheid. Het lichaam zag er
niet uit als een lijk en hoewel het reeds zeven
dagen onder de aarde had gestaan, vertoonde het
nog geen spoor van ontbinding. Het lichaam is
naar het kasteel teruggebracht en wordt daar door
geneesheeren bewaakt.
Rudolf Ealb, de groote weervoorspeller, ver-
keert onder den invloed van zeer kritische dagen.
Hij heeft zijn geheele leven meer aan de studie
(ook op taalkundig gebied) dan aan eigen voordeel
gedacht, is nu oud en arm en sedert kort aan
beide beenen verlamd, met een vrouw en vijf
kinderen te zijnen laste. //Das Echo", te Berlijn,
heeft een inschrijving geopend voor het gezin
geopend.
In een cafe-chantant te Praag hadden in
den Sylvesternacht anti-Duitsche betoogingen plaats.
Tegen elk Duilsch woord, dat gezongen of ge-
sproken werd, kwam verzet. 't Oostenrijksche
volkslied werd overstemd, en men rustte niet, eer
het Tzechische was aangeheven.
'n Rare soort vaderlandsliefde, die zich uit in
een tingel-tangel
Een jong echtpaar te Minden ondernam
eenige maanden geleden een reis naar Italie. Dezer
dagen thuis komende, vonden ze in de zaal de
gaskroon met acht pitten helder brandende. De
dienstbode had, in hare vreugde over de reis die
zij mocht meemaken, vergeten het licht uit te
draaien.
Een bruiloft met hindernissen had dezer
dagen te Allenstein in Oost-Pruisen plaats. De
dochter van den kastelein E. was met den hoboist
M. van het regiment grenadiers aldaar in het
huwelijksbootje gestegen. Toen het bruiloftsmaal
ten huize van den schoonpapa van den muzikant
gereed was om aangevallen te worden, ging plot
seling de deur open en trad een leverancier van
den kastelein, gevolgd door een deurwaarder, het
feestelijk versierde vertrek binnen. De deurwaarder
hield den verbluften kastelein een behoorlijk ge-
zegelde akte onder den neus en verklaarde, dat
hij wegens schuld en ten verzoeke van zijn client
den geheelen feestdisch met ap- en dependenties
in beslag nam. Eerst na lang praten en nadat
de gelukkige schoonzoon zich verbonden had, de
schuld later te zullen voldoen, gingen de onge
noode gasten heen en kon men zonder verdere
stoornis het feestmaal de noodige eer bewijzen.
Eenigen tijd geleden overleed te Chicago
zekere James Storey, in wiens laatste wilsbeschik-
king een merkwaardige bepaling voorkwam. Na
het grootste gedeelte van zijn vermogen, groot
f 180,000 aan zijne vrouw te hebben toegekend,
bepaalde de heer Storey, dat zijn wandelstok met
gouden knop en twee dollars gelijkelijk tusschen
zijn beide breeders zouden verdeeld worden. Het
testament voegt aan deze zonderlinge clausule ter
opheldering toe, dat bedoelde wandelstok en niets
meer of minder de geheele nalatenschap was, die
hij van zijn vader erfde. Men vraagt zich thans
af, hoe de twee gelukkige erfgenamen den wandel
stok van hun breeder zullen verdeelen.
INGEZONDEN STUKKEN.
Zaamslag, 1897.
Geachte heer Redacteur
In uw blad ontving ik gaarne een kleine ruimte
ter mededeeling van een geschiedkundige bijzon-
derheid en wat dat zelve raakt.
Reeds herhaalde malen was op het dorp Zaamslag
mijn oog gevestigd op de stukken van het geraamte
van een grooten visch, die aan de Hervormde
ierk ten toon gesteld zijn.
De liefde voor het oude en de eerbied voor het
geslacht, dat voor ons dezen bodem betrad, noopt
mij den naneef in herinnering te brengen het feit,
waaraan de Zaamslagsche gedenkstukken hun oor-
sprong erlangen, terwijl ik daarmede tevens die
reliquien, van voorvaderlijken moed getuigenis
gevend, in hun belangstellende zorg aanbe-
velen wil.
Niets beters wist ik daartoe te doen, Geachte
Redacteur, dan een uittreksel te geven uit het
geschiedboek van Zaamslag, door den heer v. d.
8 aan geschreven.
140 jaren zal het dra geleden zijn dat het
bewuste feit plaats greep. Te wachten tot het
150® jaar met het in de herinnering terug te roepen,
zou wellicht hetzelfde zijn als de oude overblijfselen
geheel te laten verwaarloozen, zoodat geen spoor
er van overbleef, niettegenstaande onze vaderen ze
lebben willen bewaren voor hun nakomelingen.
Doch ter zake. De heer J. v. d. Baan meldt
ons op pag. 151 v. v.
Het was op den 15 Aug. 1757, dat in het
Hellegat, op omstreeks een kwartier uur afstands
van het Zaamslagsche Veer, dicht bij Luntershoek,
een zeegedrocht zijnde een walvischsoort, onder
den naam van noordkaper bekend gevangen
werd.
Nauwelijks toch was het ondekt, dat dit zee-
monster, in den vroegen morgen van dien dag met
let opkomend water het Hellegat ingezwommen,
zich daar ter plaatse in het nauw bevond, of een
tiental personen, zoo van het dorp als van het
Veer, aangevoerd door zekeren Jan de Vos, kapitein
iij de burgerwacht van Zaamslag, begaven zich in
een boot om het na te jagen en naar een zand-
plaat te verdrijven.
Toen zij hierin geslaagd waren en het water
intusschen begon te ebben, was het dier omstreeks
den middag geheel op het droge geraakt, en had
zich, door het geweldig slaan met den staart, ein-
delijk zoodanig in het zand vastgezet, dat men
het zonder gevaar kon naderen, ofschoon het, bij
het dooden, uit zijn neus- of blaasgaten, met een
vervaarlijk geraas, nog een stroom van bloed en
water tot een aanmerkelijke hoogte uitspoot. Van
kant gemaakt zijnde, bevond men zijne lengte
tusschen de 26 en 27 voetende staart was van
den eenen tot den anderen hoek gemeten, 7 voet
breed, terwijl de dikte van dit gedierte, hoewel
niet gemeten zijnde, echter eenigszins kan begroot
worden uit de opgaaf, dat drie menschen nevens
elkander daarop staan konden, toen het op zijde
lag. Zonder dat zij er aan dachten om iemand in
de gelegenheid te stellen, dit voor menigeen zoo
vreemde zeegedrocht te bezichtigen, begonnen nu
de vangers, uit groote blijdschap over hun zoo
wel afgeloopen waagstuk en meer wellicht nog
over hun bekomen buit er lustig op in te hakken
en het verbazend dikke spek aan stukken te snijden,
voor hetwelk zij eenige duizende ponden met
hun boot aan wal brachten en op het Veer tot
traan versmolten. Nadat deze buit, welke bij
verkoop een som van 35 pond (vl.) 6 schelling
en 9 grooten of omstreeks 212 opbracht (voor
dien tijd was dat zeer veel), onder elkander ver
deeld was, begrepen zij evenwel verplicht te zijn,
hun verzuim eenigszins goed te maken, waarom
zij het voornaamste gedeelte van het geraamte,
als den kop en verscheidene ribben, mede van de
slachtplaats afhaalden, en die ter gedachtenis van
het zeldzame voorval aan de buitenzijden van het
kerkgebouw deden plaatsen, waar deze als merk
waardige overblijfselen van een dier, hetwelk in
onze streken niet thuis behoort, nog heden ten
dage door iederen opmerkzamen beschouwer be-
zichtigd kunnen worden.
Dat deze overblijfselen welke, na gedurende
nu ruim een eeuw geheel aan de buitenlucht
blootgesteld geweest te zijn, door het begroeien
met mos als anderzins, een onbehagelijk uitzicht
verkregen hebben intusschen wel waardig
zouden zijn om van wege het gemeente- of het
kerkbestuur, of door welke belangstellende ook,
na behoorlijke reiniging, met een beenkleurige
verwstof gedekt en vernist te worden (en dan
tevens aan den invloed van de builcnlucht ont-
trokkenzal ieder, die met ons eenigszins prijs
stelt op het behoud van zoodanige bijzonderheden,
wel gaarne toestemmen, en dat te meer, daar
Zaamslag thans de eenige plaats in Zeeland is,
welken haren bezoekers een merkwaardigheid van
dien aard kan aanwijzen.
Tot zoover de heer Van der Baan.
Wat dunkt u, lezer van Zaamslag, kunt ge het
voorstel van dien schrijver, reeds gedaan in 1858,
niet ondersteunen
Is er onder u niemand te vinden, die hiervoor
een commissie kan samen stellen of zou het
gemeentebestuur zelve hieraan niets verplicht zijn
te doen
Er zijn in Zaamslag mannen, die zich met vee
en velerlei bemoeid hebben, die getoond hebben op
uitnemende wijze iets tot stand te kunnen brengen,
die getoond hebben van hetgeen Zaamslag nog
leeft uit een eeuw voorheen, welnu laten diezelfde
mannen ook hierin toonen wat te vermogen, ook
lierin de oude energie van het voorgeslacht
bewijzen te bezitten. Verlevendig de roemrijke
daden van uw voorouders en gelijk een volk
gezegend zal zijn, dat zijn groote mannen eert,
zoo zal ook het in leven in de daden van de
voorouderen, opwekkend werken op het gemoed
van den pieusen nakomeling. Herdenk dezen
zomer met vreugdede 1408te jaardag uwer
reliquies. O Zaamslag en zorg er voor dat gij
dan meer dan tot heden het geval was, beschut
worde en denk er om dat ook na u een geslacht
optreedt en dat gij daarom zorg te dragen hebt
dat die reliquie blijve.
Wij gelooven dat daartoe geen krachtige opwek-
cing noodig is, aangezien van algemeene bekendheid
is, dat de Zeeuwen en dus ook de Zaamslagers
run geschiedenis en verleden liefhebben.
En wie zou dat ook niet Wie zou geen
eerbied hebben voor het voorgeslacht, dat zoo
roemrijk den Spanjaard als den Franschman
weerstand bood, wiens bloed voor de vrijheid
vlietend ook onzen bodem drenkte.
Wie zou dan ook niet in de herinnering willen
louden door tastbare bewijzen hetgeen op ander
terrein door zijn voorzaten is geschied P
Zaamslag toone dit wel te doen en beware
daardoor haar oudheid spoedig voor algeheelen
ondergang.
Schrijver dezes geen ingezetene van Zaamslag
zijnde kan moeilijk aan het noodige werk
meedoen. Dit strekke daarom ter algemeene
opwekking en herinnering aan het feit, dat we
15 Aug. a. s. zullen herdenken.
Geachte Redacteur, van harte zeg ik u dank
voor de plaatsing dezes en ik teeken gaarne als
Uw dienstw. dnr.,
P. D.
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik een plaatsje in uw blad tot
opname voor onderstaande.
In de laatste jaren is er veel tot stand gebracht
en veel is er verbeterd op het gebied van wetgeving,
waarmede wij Nederlanders ons hebben te ver-
leugen; doch wenschelijk niet alleen, maar dringend
noodig zelfs is het, dat er ook wijziging wordt
gebracht in de wet op het dragen van wapenen.
Genoemde wet is in de wereld geroepen om
ieder onbevoegde het recht te ontzeggen een wapen
iij zich te hebben op den openbaren weg of op
vocr het publiek toegankelijke plaatsen. Doch
met het noemen der verboden wapenen is de
wetgever mijns inziens te karig geweest; wel een
Dewijs dat men met alle toestanden nog niet bekend
is, omreden die wapens zijn weggelaten, die op
onze plattelandsche gemeente bij kermissen, jaar-
markten, nieuwjaar, enz. enz., maar al te veel
dienst doen, n.l. de messen van 25 tot 35 c. M.,
waarmede iedere landbouwerszoon of knecht ge-
wapend is en die er grootsch op zijn bij de minste
woordenwisseling of het kleinste gevecht daarvan
gebruik te maken. Niet alleen dat er van zoo'n
mes wordt gebruik gemaakt om te snijden of te
steken, maar wie nieuwjaarsavond in Axel een
kijkje wilde nemen, was verplicht, zich op een
behoorlijken afstand te houden en hij kon dan
ooggetuige zijn dat er met zoo'n wapen werd
geslagen, onverschillig of zoo'n gevaarlijken slag
in 't gelaat of op de handen van zijn tegenpartij
terechtkwam. Ik zeg tegenpartij, doch bijna elk
rustig burger, die zich wilde veroorlooven een
herberg of bierhuis binnen te gaan, werd als
tegenpartij beschouwd, al had men hem nimmer
gezien. Gelukkig dan ook dat de politie op dit
punt eenige bekeuringen maakte.
Men moet zich afvragen, is dat de manier waarop
men in onze eeuw van vooruitgang plezier maakt P
En gewoonlijk geschiedt zulks door leden van
familien die op zon- en feestdagen 2 a 3maal de
kerk bezoeken.
Het is mijn wensch, maar voorzeker van vele
anderen met mij, dat er spoedig een wijziging in
bovengenoemde wet worde gebracht, dat het ver
boden zal zijn een dergelijk wapen bij zich te
hebben, op straffe bij de wet bepaald.
U dankzeggende voor de plaatsing teeken ik mij
N. N.
Saa van Kent. Geboorten 17 Dec. Louis Johan
nes, z, van Joannes Bernardus Neijt en van Rosalia van
Walle. 18 Dec. Amalia Josephina Augusta, d. van Petrus
Genetello en van Maria Sophia Boekstael. 22 Dec. Arnol-
dus Polidorus Martinus, z. van Ludovicus Johannes Vermoet
en van Leontina Mathilda Troch.
Overlijden. 16 Dec. Marinus van Kerkvoort, oud 17 j
z. van Maarten en van Cathalijntje le Machieu. 28 Dec.
Bernardus Josephus Pauwels, oud 44 j., echtg. van Louisa
Maria de Meijer.
St. Jansteen. Huwelijks-voltrekkingen. 9 Dec. Petrus
van Looy, oud 27 j., jm. en Rozalia Boussen, oud 41 j.,wed.
Geboorten. 23 Dec. Camille, z. van Carolus Ludovicus
Strooband en van Milanie Uijtdragers.
Overlijden. 20 Dec. Louisa Maria Reunis, oud 14 d.,
d. van Petrus Judocus en van Maria Coleta Vereecken.
26 Dec. Eulalia Maria Segers, oud 3 in., d. van Petrus
Johannes en van Philomena de Wilde. 28 Dec Clementina
Inghels, oud 48 j., d. vau Pieter Bernardus en van Maria
Theresia d'Hondt.
Philippine. Geboorten. 17 Dec. Cyrillus Camillis,
z. van Ferdinandus Jacobus Daelman en van Verginie Maria
de Vleesschauwer. Octave Emil, z. van Leopold Carolus
Cornelis en van Mathilda Francisca Rammeloo.