Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. DNIUfflDIK. GELDLEENING. No. 3404. Donderdag 7 Januari 1897. 37e Jaargang. 8 0 0 O,-, EET BOVENKAMERTJE. aanbesteden: Eerste Kamer der Staten-Generaal. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amenka 1,824. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. ADTERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. »it vfrsrliijnt %Voe.„„»tf- en VrijopKe^.t^e.,, bij P. J. VAM te Xev »e.»en. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, zullen op Dinsdag den 12 (lezer, 's namiddags 4 uren, in het gemeenteraadhuis in het openbaar bij enkele inschrijving het maken van een sloot met bijbehoorende werken tot ver- breeding van den weg aan den Koedijb aldaar. Het bestek ligt ter lezing en inlichtingen zijn te bekomen ter gemeentesecretarie. Aanwijzing zal geschieden op Donderdag 7 dezer, 's namiddags 2 uren. Ter Neuzen, 4 Januari 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd^ J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG maken bekend, dat ten laste dier gemeente wordt aangegaan, een geldleening, groot rentende ton hoogste 4 ten honderd 'sjaars, verdeeld in aandeelen van f »50< te stellen op naam of aan toonder, en af te lossen, jaarlijks, te beginnen in 1907, met ten minste drie aandeelen, onverminderd de bevoegdheid van het gemeente- bestuur om voor 1907 de leening geheel of ge- deeltelijk af te lossen. Storting der aandeelen I Mei 1897. De inschrijvingsbiljetten, vermeldende naam, be- roep en woonplaats van den inschrijver, het aantal aandeelen (in schrijfletters) waarvoor wordt inge- schreven, de bedongen jaarlijksche rente ten honderd en opgaaf of de obligation op naam of aan toonder worden verlangd, onderteekend en in gesloten couvert, waarop „Inschrijving Geldleening", in te leveren ter secretarie der gemeente Zaamslag, voor of op 28 Jauuari 1897. Alle verdere inlichtingen zullen, desverlangd, ter voormelde secretarie gegeven worden. Zaamslag, 29 December 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. BARENDREGT Az., Voorzitter. P. J. WORTMAN, Secretaris. F EUILLETON Naar het Duitsch door P. P. 2) Onder het luisteren waren de moeder de tranen over de wangen geloopen en ook de vader had meermalen moeten kuchen, om aan zijne ontroering lucht te geven. En nu zaten ze daar, en zagen elkaar zoo recht gelukkig aan. „Wat een jongen, wat een beste jongen is bij Het kwam volstrekt niet bij hen op, het hun zoon kwalijk te nemen, dat hij hen voor het bijwonen der bruiloft afge- wezen had. Ze wisten zeer goed, dat ze niet voegden in den kring van den bestudeerden zoon in de stad. Maar dat hij zoo gelukkig was en eene zoo schoone, rijke bruid had, en dat hij met zijne jonge vrouw na de bruiloft bij hen wilde komen, dat was waarlijk al te mooi. Altijd, en altijd weer moest de oude zijne vrouw den brief voorlezen, totdat zij dien bijna van buiten kende. Toen echter kwamen opeens bedenkingen op in het moederhart. En 's avonds, toen het echtpaar na volbrachte dagtaak samen in de kamer zat, hij met een pijp, zij met een grof breiwerk in de handen, toen begon zij ,/Hoor eens, oude, er gaat mij iets in het hoofd om. Hoe moet het toch komen, wanneer Heinrich E1NDVERSLAG der Commissie van Rapporteurs over het ontwerp van wet tot goedkeuring van de met Belgie gesloten overeenkomst betreffende de verbetering van het kanaal van GENT naar TER NEUZEN. Nadat het Voorloopig Verslag der Commissie aan de Regeering was medegedeeld, is van haar ontvangen de navolgende memorie van antwoord. I. De onbekrompen wijze, waarop de Neder- landsche Regeering in de aanhangige overeenkomst ter uitvoering van art. 11 van het tractaat, dd. 31 October 1879 Staatsblad n°. 63 van 1880), betrekkelijk de verbetering van het kanaal van Gent naar Ter Neuzen, heeft getoond rekening te willen houden met de daarbij nauw betrokken Belgische belangen, wettigt het vertrouwen, dat ook de gedragingen der Belgische Regeering tegenover Nederlandsche belangen, zich door dezelfde welwillende gezindheid zullen kenmerken. II. Ook de Regeering is gelijk bereids uit het hierboven sub I aangeteekende valt af te leiden van oordeel, dat zij in deze jegens Belgie vrijgeviger is geweest, dan eene letterlijke nakoming van art. 11 van het bovenaangehaald tractaat van 1879 zoude hebben gevorderd doch voorbijgezien mag niet worden, dat ook Neder landsche belangen door de thans voorgedragen overeenkomst worden gebaat. Zoo is bijv. het voordeel dat voor Ter Neuzen uit de grootere sluis voortvloeit, in de gewisselde stukken duidelijk uiteengezet, Het betrokken gemeentebestuur had zich dan ook herhaaldelijk tot de Regeering gewend met het verzoek dat met Belgie in overleg zou worden getreden be treffende den bouw eener grootere zeesluis. Ten aanzien van de meer bepaaldelijk sub 1 tot 5 gemaakte opmerkingen moge het volgende ten antwoord dienen 1°. De bestaande schutsluis te Ter Neuzen met eene schutlengte van 90 M., eene doorvaart- wijdte van 12 M. en eene slagdorpeldiepte buiten van 3,86 M. beneden A. P. en binnen van 3,78 beneden A. P. voldoet niet aan de eischen van de tegenwoordige zeestoomvaart. Zoowel de in- en doorvoerhandel van erts en hout, als de uitvoer- handel van steenkolen te Ter Neuzen ondervindt de nadeelige gevolgen van dezen gebrekkigen toestand. Volgens art. 3a der overeenkomst zal de nieuwe sluis eene schutlengte verkrijgen van 140 M. en eene doorvaartwijdte van 15,75 M. Bij den aanleg van kanalen wordt, in het belang van de veiligheid zoowel der bruggen als der vaartuigen, als regel aangenomeu, dat de doorvaartwijdte der bruggen grooter moet zijn dan die der sluizen, omdat de fBB— met zijne vrouw bij ons komt? Waar moeten die beiden dan slapeu Wij hebben immers heelemaal geen plaats in huis. In het kamertje hiernaast staat wel Heinrich's bed, waarin hij sliep wanneer hij ons bezocht, hij heeft dat voor lief genomen, maar zoo recht goed was het hem toch niet langer. Dat had veranderd moeten worden. Maar nu, wanneer hij met zijne jonge vrouw komt? Er valt niet aan te denken, dat zij mee in het kamertje kan, daar valt niet aan te denken, Christiaan. O, ik weet zoo goed, hoe het bij voorname men- schen behoort te zijn. Als dienstmeisje heb ik altijd in de pastorie meegeholpen, wanneer daar veel bezoek was en opgemerkt, op welke wijze daar alles ingericht is." „Ja, oudje, wat is daaraan te veranderen Wij hebben nu eenmaal geen ruimte meer in ons huisje. Daarom moeten we terstond aan onzen jongen schrijven, dat hij het niet kwalijk moet nemen, maar dat wij hem met zijne fijne jonge vrouw hier niet kunnen ontvangen." Uit deze woorden van den man klonk eenige bitterheid, maar zijne vrouw liet spoedig volgeu ,/Wat praat ge daar nu weer, Christiaan Gij mannen zijt toch altemaal even onverstandig. Dat zou de jonge vrouw bepaald ernstig kwalijk nemen en ik zou het mij ook volstrekt niet willen laten zeggen, dat ik mijn jongen en zijne vrouw niet in mijn huis zou kunnen ontvangen. Neen, maar den ganschen dag heb ik er reeds over nagedacht, hoe vaartuigen, ten einde stuur te kunnen houden, met grooter snelheid door de bruggen moeten varen dan het geval is bij het in- en uitvaren van schutsluizen. Bij den aanleg van het Merwede- kanaal is evenzeer dezelfde regel toegepast. In verband daarmede is de doorvaartwijdte der bruggen over het kanaal van Ter Neuzen bepaald op 21 M. De zoo hoog mogelijke ligging van het brugdek komt ten goede aan het verkeer te lande, omdat de brug dan niet voor kleine vaartuigen behoeft te worden geopend. 2°. Met het oog op de afmetingen der schepen, die na de openstelling van de nieuwe schutsluis, de los- en laadplaatsen te Ter Neuzen kunnen bezoeken en het verdere gedeelte van het kanaal bevaren, zijn de bochten, ter voorkoming van versperring en aanvaring, zooveel mogelijk afgerond met stralen van 1000 M. 3°. Bij het ruime dwarsprofiel dat het kanaal zal verkrijgen, kan zonder bezwaar eene vermeer- dering van snelheid worden toegestaan. De tweede alinea van artikel 4 geeft voldoenden waarborg, dat daaruit voor Nederland geen nadeel kan voortvloeien. 4°. Tegen de hier bedoelde bepaling, gelijk- luidend met die in de overeenkomst van 31 October 1879, kan evenmin bezwaar bestaan, te minder omdat de oostelijke kanaaldijk, die eigendom is van den Staat, grootendeels wordt vergraven, terwijl het Rijk in plaats daarvan den eigendom verkrijgt van den nieuwen dijk, die ongetwijfeld eene grootere oppervlakte zal bekomen dan de tegenwoordige. 5°. Wanneer door het toenemen van de af metingen der zeeschepen, de schutsluis te Ter Neuzen niet meer aan de eischen van den Bel- gischen handel mocht voldoen en te eeniger tijd eene nog grootere sluis noodzakelijk mocht blijken, dan zal de handel te Ter Neuzen diezelfde behoefte gevoelener kan dus geene bedenking tegen bestaan om bij artikel 13 de belofte te herhalen, vervat in artikel 11 van het tractaat van 1879 dat alsdan te dier zake met Belgie in overleg zal worden getreden. De opdracht aan de leden van de internationale commissie tot voorbereiding der overeenkomst verstrekt, bepaalde zich overigens niet uitsluitend tot den bouw der sluis, maar hun was tevens opgedragen de wijzigingen te overwegen, die zoowel in verband met dien sluisbouw, als uit anderen hoofde voor het Nederlandsche gedeelte van het kanaal met hetgeen daartoe behoort en voor de daarbij betrokken kunstwerken, nuttig konden worden geacht. Uit deze omschrijving van de taak der commissie is o. a. het voordeel voort- gevloeid, dat bij art. 6 der overeenkomst de op- heffing kan worden bedongen van het jaagpad aan de oostzijde van het kanaal. Hierdoor zal de wij het zullen aanleggen. Zie oude, wij hebben immers nog zoo ongeveer 100 thaler in de spaar- bank en wanneer wij nu niets meer noodig hebben voor onzen Heinrich, dan is het immers ook geen vereischte dat geld langer te bewaren. En het stukje land aan den langen weg, dat nog afkomstig is van mijn vader, dat wilt ge immers sedert lang verkoopen, omdat het te ver afligt. Mij was 't echter alsof met het stukje land de laatste herinnering aan mijne ouders wegging. En geld is immers slechts stof „Maar zeg mij nu toch in 's hemelsnaam wat gij wel wilt uitvoeren, oudje zeide de eenigszins verbaasde boer. ffDat zal ik je dadelijk zeggen. Ik bedoel, dat we de honderd thaler uit de spaarbank zullen nemen, alsmede het geld dat het stukje land zal opbrengen dat wordt met elkaar een aardig sommetje, en dan, oude, dan bouwen wij ons een bovenkamertje op de vliering voor aan den gevel, op de wijze zooals Schulz het heeft. Dat kan nooit zoo heel veel kosten, als gij er u zelf mee bemoeit. Van huis uit zijt ge immers nog een knap timmerman. En wanneer het bovenkamertje gereed is, laat mij dan maar verder mijn gaDg gaau, dan zal ik wel zorgen voor wat daartoe behoort. Een paar ledikanten en een waschtafel en gordijnen voor de vensters. Beddegoed heb ik nog genoeg liggeu en veeren ook. Dat is er dus. En zoo'n paar waschkommen met bonte bloemen er op, en een en auder meer, dat halen gelegenheid ontstaan, eventueel tot den aanleg van steen- en houthavens te Ter Neuzen over te gaan, wat door de overeenkomst van 1879, waarbij de verplichting tot het onderhouden van een doorgaand jaagpad werd opgelegd, onmogelijk was. Uit het bovenstaande blijkt dat, wat door Neder land werd toegestaan, boven datgene waartoe het rechtens gehouden konde worden geacht, hoofd- zakelijk verbeteringen betreft, die als een gevolg en als eene aanvulling van den sluisbouw kunnen worden beschouwd, hetgeen echter natuurlijk aller- minst wegneemt dat de dezerzijds aangenomen houding op waardeering Belgischerzijds rechtmatige aanspraak kan maken. III. Ten aanzien der grief dat bij deze gelegen heid niet de rechten voor zeeschepen, die te Ter Neuzen lossen, zijn afgeschaft, zij verwezen naar het dienaangaande opgemerkte op bladz. 3 der memorie van antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer. Terwijl de afschaffing van alle van Staatswege geheven wordende scheep- vaartrechten in ernstige overweging is, heeft de Regeering geene termen kunnen vinden om daarop ten aanzien van Ter Neuzen vooruit te loopen. Zij erkent echter het belang van Ter Neuzen bij die afschaffing, en ziet daarin eene reden te meer om hare totstandkoming te bespoedigen. IV. Gaarne wordt erkend dat bij het sluiten van een tractaat voor het doen van concession zeer wel tegen-concessien bedongen kunnen worden die niet in onmiddellijk verband staan tot het onderwerp van het tractaat, doch naar het oordeel der Regeering bestond daartoe in dit speciale geval geen genoegzame aanleiding. Zij zijn toch van oordeel dat het onderwerpelijk tractaat, met het oog op het bepaalde bij art. 11 van het tractaat van 1879, althans in beginsel, niet aan Belgie. kon worden geweigerd eene meening, die blijkens het Voorloopig Verslag, ook door sommige leden der Eerste Kamer werd gedeeld terwijl voorts de daarbij betrokken belangen van Nederland voldoende worden behartigd. V. De bezwaren die voor den landbouw uit de verhooging van het kanaalpeil zouden voort vloeien, zijn in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer en bij de beraadslaging over het wetsontwerp in die Kamer besproken en, naar de Regeering meent voldoende opgelost. Aangeaien de leden die hierdoor niet volkomen bevredigd waren, zich dienaangaande niet nader hebben verklaard, zij het vergund naar de gewisselde stukken te verwijzen. VI. Ofschoon de bij art. 15 der overeenkomst voor de uitwisseling der akten van ratificatie be paalde termijn is verstreken, acht de Belgische Regeering zich nog ten voile aan de overeenkomst gebonden. Overeenkomstig een door haar gedaan voorstel zal in het proces-verbaal der uitwisseling we uit de stad. Zeg, oude, zijt ge tevreden? Och, wat zal Heinrich een paar oogen opzetten, wanneer hij met zijne jonge vrouw aankomt, en met haar zoo fijn op het bovenkamertje zal logeeren De oude Hutschenreuter was wel niet terstond ingenomen met de stoute plannen zijner weder- helft, maar aanhoudend droppelen holt de steen eindelijk uit en ook in den boerenstand geldt deze regel,/Een vrouwenwil is's werelds wet Nauw waren er een paar weken verloopen, of daar gingen timmerlieden en metselaars het kleine huis van Hutschenreuter uit en in, en weer een paar weken later toen was op de vliering een heel aardig kamertje met twee heldere vensters gebouwd. Nadat de oude eenmaal toestemming had gegeven, was het hem zelven een waaar ge- noegen geweest, het half vergeten timmermans- bedrijf weer eens uit te oefenen en hij was niet weinig trotsch op den inval zijner vrouw. En zij was maar altijd bezig en hield lange betoogen met den dorpsmeubelmaker over de ledikanten. Bruin verlakt moesten ze worden, niet slechts beschilderd. En toen ze gereed waren, toen begon men met de waschtafel, die werd fijn, met een grijs en wit gemarmerd blad. 't Was mij een pronk En bedden werden gestopt en overtrekken genaaid, geen bonte, die pasten niet voor menschen uit de stad, maar witte, wel is waar uit stevig zelf gesponnen huislinnen, maar toch wit. Keisttijd kwam en daar ontving men eene kist, TER UE1IZE1SCHE C011RANT.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 1