A Igemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
No. 3399.
Donderdag 24 December 1896.
36e Jaargang.
PUBLIC ATI E.
B u r g e r 1 ij k e Stand.
NATION ALE MILITIE.
KERSTGEDACHTEN.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Yoor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Pranco per post
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32*.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
sleclits tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
Bij deze courant belioort een bijvoegsel.
Wegens het Kerstfeest
verschijnt a. s. Yrijdag
geen nummer van dit blad.
Be gansche Christenheid zal binnen enkele uren
feest vieren
Aan alle oorden der wereld, overal waar het
Kruis is geplant, is het dan hoogtijd.
Plechtige klokketonen roepen allerwege de ge-
locvigen op ten tempel om de geboorte te gedenken
van Hem, die 't gelaat des aardrijks als 't ware
veranderde, die door Zijn richting alles een nieuw
leven gaf.
Duizenden, de duizenden verdnbbeld verwijlen
in den geest in de velden van Bethlehem, waar
aan eenvoudige herders de blijmare werd gebracht
van de wording van een nieuw tijdperk in de
geschiedenis der menschheid, en zij drinken de
liefdelijke tonen in van het heerlijke lied, dat
daar ruischte door de gezegende vlakte.
z/Eere zij God in den Hooge, op aarde vrede
een welbehagen in menschen, die van goeden
wille zijn."
Bij ken en armen, wijzen en eenvoudigen scharen
zich in den geest in den nederigen stal om de
schamele kribbe, waarin het kind sluimert, dat
ons het ideaal te aanschonwen geeft van't goede,
ware en schoone in den edelsten zin van't woord.
Bij al de verschillende schakeeringen van richting
en helijdenis, wordt dit feest zeker door alien
zonder onderscheid mede gevierd.
Wij ook, wij vieren het Kerstfeest, wij ook
toeven een wijle bij de armelijke wieg van den
grooten Menschenzoon. Want uit die kribbe straalt
een heerlijk licht, dat voor ons geestesoog den
weg verheldert, dat ons moed stort in het hart
en hoop in den blik, ook te midden van veel en
velerlei, dat ons met weemoed vervult en ons zoo
menigmaal de vraag op de lippen legttt Wachter
wat is er van den naclit
Ook ons ruischt de nagalm in de ooren van
het lied, dat weerklonk in den heerlijken Kerstnacht.
Voor 18 eeuwen zongen Engelenstemmen de
schoone hymne als een vreugdegroet bij het nieuwe
leven, dat door Jezns geboorte werd gewekt.
In hoever is de getst van dit lied doorgedrongen
tot de kinderen dezer eeuw p
Is het profetische van dien groet reeds in ver-
vulling gegaan, na de wenteling van al die eeuwen.
Eere zij God P
Zullen we onze oogen sluiten voor de offers aan
inensehenvergoding gebracht
Zullen we willens blind zijn voor de tallooze
voorbeelden van zelfverheffing, waarbij de mensch
zoo gaarne zich zelven op den voorgrond stelt
Gaat het aan het te willen verbloemen aan hoeveel
afgoden wij rooken op de hoogten, die wij ons
zelven hebhen opgericht Afgoden van hoogmoed
en eigenwaan, van zelfzucht en geldgierigheid,
van eigengerechtigheid en laatdunkendheid.
't Is goed, dat wij anderen en ons zelven die
vragen voorleggen, en ze in ernstige overweging
nemen, nu wij het feest vieren van Christus
geboortevan Hem, die in leer en wandel een-
voudig was. En 'tis juist die eenvoud, het
kenmerk van het ware, die algemeen gemist wordt.
/Vrede op aardezoo heette het. En zie,
eer- en heerschzucht hebben zooveel kwaad gedaan,
en den vrede verbannen uit kerk en staat, uit
huisgezin en maatschappij.
Strijd hier, strijd daar, strijd overal. Strijd
over allerlei nietigheden en bijzaken, die eigenlijk
geen belang moesten inboezemenstrijd, waarin
de harten verstijven en verkillen en de hoofden
gloeien van onzaligen hartstocht, terwijl het groote
ideaal, door Hem gepredikt, over 't hoofd wordt
gezien.
Hoe Hebben achttien eeuwen de menschen
niet wijzer gemaakt Hebben ook wij nog niet
geleerd, dat de letter doodt en de geest levend
maakt, de geest alleen
Het wordt tijd, dat we beseffen, dat ons willen
en begeeren uit onze daden moet blijken, en dat
woorden slecbts woorden zijn.
Vrede op aarde
En dat, terwijl de volken elkander beoorlogen
en de slagvelden rooken van vergoten bloed, terwijl
de traneu niet te tellen zijn van die duizenden,
die daar hunne dierbaren beweenen
Welk een tegenstelling met dien vrede zien we
in de maatschappij, waarin wij leven. Haat en
nijd en afgunst verbitteren vaak de harten en
verwijderen menschen van elkander, die als broeders
moesten samenwonen naar het ideaal van Hem,
wiens leer men voorgeeft te belijden.
De laster steekt bet hoofd op, het vooroordeel
verdeelt, de kwaadsprekenheid zet de menschen
tegen elkander op, en de jaloezie verteert.
Hebben wij in ons maatschappelijk en huiselijk
leven getracht vrede te brengen, waar zulks in
ons vermogen was Beoefenden wij liefde en
verdraagzaamheid naar het voorbeeld van Hem,
wiens geboorte wij berdenken
Laat ons ecbter niet meenen, dat het jagen
naar vrede tot zwakheid en halfheid mag voeren.
't Is niet goed altijd in te stemmen met hen, die
daar roepen: //Vrede, vrede en geen gevaar
Er zijn toestanden, waarmede de mensch geen
vrede hebben kan en geen vrede hebben mag.
Waar het kwaad bestreden, de hoogmoed ge-
fnuikt, de verwaandheid op de kaak gesteld, de
ondeugd verfoeid en de halfheid moet gelaakt worden;
daar moeten we het doen, zonder aanzien des
persoons daar moet gestreden worden met onver-
zwakte kracht, met mannelijken moed, met heiligen
ernst, met onbezweken trouw aan de waarheid en
aan ons beginsel.
Hoor weer ruischt het aloude lied //Eere zij
God in den Hooge, op aarde vrede, in menschen
een welbebagen
Een welbehagen in menschen
Voorzeker, de geboorte van den grooten Menschen
zoon heeft een licht ontstoken, dat helder scheen
op het pad van hen, die rondwandelden in donker-
heid en schaduwen des doods.
De scheidsmuur, tusschen de volken opgetrokken,
was weggenomenhet morgenrood der vrijheid
daagde na duistere nachten van slavernij. Bij dat
licht leerde de mensch inzien, wat zijn roeping
en zijn bestemming was, en zijn menschenwaarde
werd verhoogd. Liefde, liefde alleen was de leer,
die Hij verkondigde.
Dat was de leer van Hem die strijden en lijden
moest en toch zoo imiig lief had alien.
Dit voorbeeld voor oogen zal de strijd eerlijker,
minder liefdeloos zijn.
Indien dit de vrueht mocht zijn van ons Kerst
feest vieren, we hadden veel gewonuen Laat ons
als trouwe knechten in den dienst der waarheid,
hare banier hoog dragen, voor haar strijden we
zullen ook met haar overwinneu.
Ook in ons een welbehagen, indien we van
goeden wille zijn.
Maar dan ook niet vertraagdniet nederzitten
bij de schaduwen, doch het goede dankbaar ge-
noten en gewaardeerd.
Wei is de profetie van het heerlijke Kerstlied
nog niet in vervuliing gegaan, maar wij naderen.
Al zij het ons vaak of de morgen gekomen is
en de nacht nog hare vale vlerken uitspreidt
niet gewanhoopt. „Het daagt in het Oosten" en
we gelooven het vast, dat uit de nevelen de dag
eenmaal zeker zal kornen.
Zullen wij het niet zien, laat ons dankbaar zijn,
dat we hebben mogen medewerken om die toekomst
voor te bereiden en te verhaasten.
O laat bij de ruischende tonen van het Engelen-
lied ons hart niet koud blijven ook bij den helderen
en stillen glimlach van het zonnige landschap,
bij 't lied der vogelen, bij elke schoonheid in kunst
en natuur. Geen ach en wee moeten de grond-
toonen van ons levenslied zijn, dat somber weerklinkt
door onze gaarde.
Maar met blijmoedigheid den levensweg be-
wandelt, ga hij dan ook berg-opeen open oog
hebben voor al het goede en schoone, past den
mensch, mitsgaders vurigen ijver om te werken
aan zijn eigen geluk en aan het geluk zijner
medemenschen.
Doen we dit, dan toonen we van goeden wille
te zijn, dan ook deelen wij in dat welbehageD
Straks zijn de tempeldeuren weer geslotende
nagalm van het schoone Kerstlied is onder de
hooge bogen weggestorven.
Mogen onze harten geopend blijven voor den
geest van den Kerstpsalm moge het ideaal, daarin
uitgedrukt, ons steeds helderder voor oogen staan
moge een vuur van liefde in onzen boezem worden
ontstoken.
Dat ook wij boven onze woningen Zijn ster zien
schitteren, wier licht ons bemoedigt, wier zachte
flonkering ons hart kalm stemt, ook te midden
van de rampen des levens.
Dan zal het reislied vroolijk weergaimen en de
toekomst ons minder donker zijn.
KerstfeestSymbool aan een nieuw leven
KerstnachtUit uw schoot werd het licht
geboren
Kerstlied Ruische uw nagalm in onze harten
in de hemelsche melodie.
Eere zij God in den Hooge
Op aarde vrede
In menschen een welbehagen.
Daar de waterstaatsbegrooting verleden week
door de Tweede Kamer is aangenomen waarop
een eerste post ad 37,000 voorkomt voor eene
nieuwe schipbrug over het marinedok te Vlissingen,
zal Vlissingen als ook de Eerste Kamer die
begrooting aanneemt, wat zeer waarschijnlijk is
eene vaste brug rijk worden.
De gemeente Vlissingen geeft eene subsidie voor
die brug van f 25,000.
De brug moet in drie jaren gereed zijn en de
kosten zijn begroot op f 100,000.
Is eenmaal de brug gereed en in dienst gesteld,
dan zullen vele veranderingen plaats hebben.
Tusschen de tonnenbrug en de plaats waar de
nieuwe brug zal gelegd worden, hebben nu eenige
loodsschoeners hunne ligplaatsen, bevinden zich
daar aanlegplaatsen voor de bargebootjes op Mid-
delburg, de haven- of pennybootjes en de vracht-
goederenbooten op Amsterdam.
Deze zullen dan alien zeer waarschijnlijk voor
de brug een aanleg of ligplaats krijgen en zal de
passage zich verplaatsen, omdat de tonnenbrug
wel zal worden weggenomen daar de Koninklijke
Maatschappij //de Schelde", dat terrein voor hare
uitbreidingsplannen wel kan gebruiken.
Voor Hr. Ms. wachtschip, dat nu voor het
Stadhuis ligt, de plaats waar de nieuwe brug zal
gelegd worden, zal dan ook wel een andere lig
plaats gevonden worden.
Een voorstel van burgemeester en wethouders
van Zierikzee bij den gemeenteraad ingekomen in
zake den uurwerktoren op de Kleine kerk aldaar,
reeds vroeger behandeld, welke toren is eigendom
der burgerlijke gemeente, en noodzakelijk herstel
vereischt, werd breedvoerig besproken, doch het
voorstel tot afbreken. ter stemming gebracht, ver-
worpen.
TER NEUZEN, 23 December 1896.
Het post- en telegraafkantoor alhier zal op
Zaterdag 2den Kerstdag open zijn als op Zondag,
met uitbreiding echter van het namiddaguur
12*—1* tot 12*—4*.
De bestelling der brievenpost vindt plaats als
op Zondagen.
Op 1 Januari zal bovengeuoemd kantoor open
zijn als op werkdagen, postwissels en spaarbankzaken
worden dan eveneens behandeld, alleen pakketten
worden dien dag niet aangenomen.
Bij de heden te Middelburg gehouden herbe-
steding van de indijking van het verdronken land
van Saeftingen, is bet minst ingeschreven door de
heeren 0. van der Hooft te Ter Neuzen en G. de
Wilde te Kattendijke Az., voor f 296,200.
Daar deze inschrijving f 200 beneden de raming
is kan de gunning verwacht worden.
Met ingang van 31 December a. s. wordt
belast met de waarneming van het kantoor's Rijks
belastingen te Roosendaal (station), afd. invoer-
rechten en accijns-suiker, de surnumerair J. M.
Mulder, tbans waarnemend te Dongen.
Dit blad verscfiijnt rlWoensilag- en Vrijdagavond, uitgezanderd op Feestdagen, bij den uitgever P. J. VAW DE RANDE te Ter lenien.
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente
TER NEUZEN brengt ter kennis, dat het bureau op den
eersten Kerstdag zal zijn gesloten, en dat tot het doen
van aangiften van geboorten en overlijden op den tweeden
Kerstdag gelegenheid zal worden gegeven des voormiddags
van 1112 uren.
Ter Neuzen, 22 December 1896.
De Ambtenaar voornoemd,
J. A. TAZELAAR.
2°.
3°.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN
Gelet hebbende op de bestaande wettelijke bepalingen
betrekkelijk de Nationale Militie;
Brengen bij deze ter kennis van een iegelijk die znlks
zoude mogen aangaan
dat het register tot inschrijving van alle mannelijke inge-
zetenen welke op den l0'6" Januari aanstaande hun 19dejaar
zullen zijn ingetreden, dat zijn diegenen welke in 1878 zijn
geboren, zal gereed leggen op de gemeente-secretarie van
den ]sten tot en met den 31steu Januari 1897, van des voor
middags 10 tot des namiddags 4 uren
dat voor ingezeten wordt gehonden:
1°. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of,
zijn beide overleden. wiens voogd ingezeten is volgens
de wet van den 2Sattin Juli 1850 (Staatsblad no. 44);
hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste achttien maanden, voorafgaande aan den l0ten Januari
van het jaar waarin hij zich moet laten inschrijven, in
Nederland verblijf hield.
hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
is 2ijn voogd geen ingezeten, mits liy binnen het Rijk
verblijf houdt
dat niet voor ingezeten wordt gehonden de vreemdeling,
behoorende tot eenen Staat waar de Nederlander niet aan
den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aan-
zien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid
is aangenomen (art. 15 der wet van 19 Augustus 1861,
Staatsblad no. 72)
dat hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch
voor het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt verplicht
is zich zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven
hij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de
Inschrijving volgens art. 16 moet geschieden (art 20 der wet);
dat voor de militie niet wordt ingeschreven
1°. de in een vreemd Rijk aehtergeble/en zoon van een
ingezeten die geen Nederlander is
de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
de zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands
dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen of kolonien
woont (art. 17 der wet)
dat de inschrijving geschiedt
van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of>
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden,
de voogd woont
van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente
waar hij woont
van hem die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands
gevestigd is, in de gemeente waar hij woont
van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder
lander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd
land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd
het laatst in Nederland gewoond heeft (art. 16 der wet)
dat elk, die volgens art. 15 behoort te worden ingeschreven,
yerplicht is zich daartoe, bij Burgemeester en Wethouders
ter boven aangegeven plaatse en binnen den daar bepaalden
tijd aan te geven, en dat bij diens ongesteldheid, afwezigheid
of ontstentenis zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder,
of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die
aangifte verplicht is (art. 18 der wet.)
Belanghebbenden worden mitsdien dringend aangemaand
aan de op hun rustende verplichting te voldoen en hun ten
overvloede onder de aandacht gebracht dat bij bovengemelde
wet onder meer is bepaald
dat met boete van ten minste f 0,50 en ten hoogste f 100
wordt gestraft de overtreding van art. 18 en 24 der wet.
En opdat niemand ten deze onwetendheid zoude kunnen
voorwenden, zal deze ter voldoening aan de bepaling van
art. 19 der wet van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad
no. 72), voor de tweede maal worden aangeplakt, waarzulks
binnen deze gemeente te doen gebruikeiijk is.
Ter Neuzen, den 22 December 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. D1ELEMAN, Secretaris.
2°.
3°.
1°.
2°.
3°.
4°.