Algemeen Nienws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaandere No. 3382. Zaterdag 14 November 1896. 36e Jaargang. oogenbllk. Binnenland. ABONNEMENT Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekkandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVEETENTIEN Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. folitieli Overzicht. De Daitsclie Rijksdag is weder bijeengekomen- Daar de zitting op den 2 Juli niet geslotem maar slechts verdaagd werd, is de vergadering zonder troonrede en zonder eenige plechtigheid geopend. Alle commission, in het voorjaar be- noemd, waren blijven bestaan, en de Rijksdag kon zonder eenige formaliteit beginnen met de tweede lezing van de justiznovelle. De regeering heeft de begrooting ingediend waarover de beraadslagingen onmiddellijk zullen beginnen, tenzij de Rijksdag besluiten mocht eerst de aangekondigde interpellates te houden. Onder die interpellates is er een, die zeker zeer de aandacht zal trekkende vraag, welke maatregelen de regeering denkt te nemen, om verdere onthullingen te voorkomen, als die onlangs in de Hamb. Nachr. werden gedaan over het neu- traliteits-verbond tusschen Rusland en Duitsch- land. Waarschijnlijk echter zal de regeering die in terpellate niet aanvaardendoor den Reichsanzeiger toch heeft zij doen verklaren dat reden van staats- belang haar beletten de beweringen van de Hamb. Nachr. te bevestigeu of te ontkennen. Ook is een interpellate aangekondigd over de zaak van luitenant Von Briisewitz, die te Karls ruhe in een koffiehuis een burger doodstak. Men verwacht, dat hiervan gebruik zal gemaakt worden om een aanval te ondernemen tegen den militairen geest die steeds meer het Duitsche volk doordringt, en tevens, dat het geheim houden van het ver- hoor en de veroordeeling van den luitenant zal worden gebruikt als middel, om op spoedige be- handeling der wijzigingen van het militaire straf- recht en op openbaarheid der militaire rechtspraak aan te dringen. Het vertrek van den Russischen en den Oosten- rijkschen gezant uit Konstantinopel schijnt, zegt de Voss. Ztg. er op berekend den Sultan in de gelegenheid te stellen om zijne beloften, aan de Fransche regeering gegeven, te houden en hervor- mingen in zijn Rijk in te voeren. Hoe noodzakelijk het is, veranderingen aan te brengen in het beheer, blijkt thans weder uit het bericht, dat in Klein-Azie nieuwe moorden hebben plaats gehad. Te Everek, op acht uren afstand van Cesarea, hebben de Turken, naar aan de Daily News gemeld wordt, op schandelijke wijze huisgehou- den. Veertig liuizen zijn verbrand, en zeventig Armenische Christenen werden gedood, meldt het Engelsche blad. Van andere zijde wordt bericht, FEUILLETON Uit de gedenksclirijten van een Londetisc/ien politiedienaar. Mijne zaak in Newington was spoedig teneinde gebrachtdaarna ging ik in allerijl naar het westen der stad, waar een hondenkoopman, dien ik kende, woonde en leende van hem een hond, die wel geen hazewind was, maar toch het voornaamste kenteeken, een afgehakten staart had. Voor het overige echter was het een allerleelijkst beest. Tegen den middag van den volgenden dag vervoegde ik mij aan de woning der dame, als een echte hondendief verkleed en zoo bedrieglijk had ik mijn uiterlijk verauderd, dat zelfs mijue vrouw een gil gaf toen ik, eer ik heenging, opeens voor haar stond. Madame Maillet was thuis, maar ongesteld en het dienstmeisje zeide, dat zij mevrouw den hond zou brengen, maar dat zij zelve, als ik den hond uit de mand wilde nemen, wel zeggen kon of het werkelijk het weggeloopen dier was. Ik autwoordde dat ik den hond aan niemand anders dan aan de dame zelf wilde laten zien en hem niet uit mijne handen gaf. Met dit antwoord ging de dienstmaagd naar binnen, nadat zij om mijn verdacht voorkomen de deur voor mijn neus dichtgeslagen en den grendel er op geschoven had. Nadat ik een poos gewacht had werd ik binnen gelaten, met de vermaning mijne voeten behoorlijk te vegen eer ik naar boven ging. Dat deed ik en nu bracht de dienstmaagd mij naar de boven- dat 300 Christenea gedood, zestig huizen verbrand en veertig winkels geplunderd zijn. Vrijdag 30 October begon de moordpartij, die tot Zaterdagavond duurdeeerst toen werd er door Turksche troepen een einde aan gemaakt. Van de aanvallers, Moham- medanen uit naburige dorpen, werd er geen gewond of gedood. De Int. Corr. deelt mede, dat de gezanten een scherpe nota hebben gericht aan de Porte over het buitengewone gerechtshof. In de Irade was bepaald, dat dit alle schuldigen aan de Armenische onlusten zou ter verantwoordig roepen. Deze beloft, zegt de Int. Corr., heeft de Porte niet gehouden, want het Hof heeft bijna uitsluitend Armeniers veroordeeld, en van de beklaagde Mohammedanen zelfs niet de raddraaiers terecht doen staan. De regeeringen der mogendheden zijn over het verloop van deze rechtspraak alles behalve tevreden, en wenschten daarom liever de opheffing van dit Hof, dat toch zijn roeping niet vervulde. En de Porte anders niet vlug met het inwilligen van wenschen kwam dit verzoek onmiddellijk na en hief het buitengewone gerechtshof op. Het antwoord van den Abessynischen Negus Menelik op den brief, waarin Z. H. de Paus de vrijlating der Italiaansche gevangenen verzocht, moet van den volgenden inhoud wezen. Menelik begint met te verklaren, dat zjjn eerste aandrang was, terstond het verzoek in te willigen. Maar door het gedrag der Italiaansche regeering, die, terwijl zij vrede wenschte, voortgaat met vijandelijkheden, is hij verplicht, den eenigen waarborg, dien hij bezit, te behouden. Menelik brengt dan in herinnering, dat niet hij den oorlog heeft gewild. Zijn geweten, als vader en koning van zijn volk, zegt hij, legt hem den plicht op, het vrijlaten van de gevangenen, tot een meer geschikt tijdstip uit te stellen. Ten slotte spreekt de Negus de verwachting uit, dat de stem van den Paus, die de algemeene vader der Christenen is, zich zal verheffen ten gunste van de rechtvaardigheid van het doel, waarvoor hij strijdt, namelijk de onafhankelijkheid van zijn volk, en dat daardoor het tijdstip ver- haast moge worden, waarop de Italiaansche ge vangenen aan hunne betrekkingen leruggegeven kunnen worden. Hij verzekert ten slotte den Paus, dat hij alles gedaan heeft om het lot der gevangenen zoo zacht mogelijk te maken. Van het standpunt van den Negus inderdaad zoo rechtmatig en bezadigd mogelijk. kamer. Madame Maillet, een schoone vrouw, hoewel in spreken en houding geen voorname dame, zat op eene sofa, in de verwachting van haar Fidel weder te zien, maar zij schrikte zoo van mijn vagebondachtig voorkomen, dat zij overeind sprung en luid om monsieur Maillet riep. Deze, een knap, slank man, met een net onderhouden kne- veltje, kwam dadelijk bij haar, half ingezeept en met een scheermes in de hand. ,/Wat is er vroeg hij. //Wat een leelijk uiterlijk," zeide de dame, mij bedoelende, niet den hond, dien ik langzaam en voorzichtig uit zijne mand trok. De heer Maillet lachte en madame, door de tegenwoordigheid van haar man weer wat geruster, vestigde nu hare op- merkzaamheid op den langzamerhand te voorschijn komenden hond. //Lieve hemelriep zij uit, toen ik eindelijk den leelijken basterdhond te voorschijn had gehaald, //dat is Fidel niet Ik antwoordde daar niets op en trok een zeer ver- baasd gezicht. z/Kijk maar," zeide ik en hield haar den afge- hakte ruggegraatsverlenging van het dier voor. De dame was evenwel niet te overtuigen, en daar mijnheer niet wenschelijk achtte dat ik langer bleef en niet onduidelijk te verstaan gaf dat hij mij, als ik niet spoedig heenging, door een krachtigen schop de moeite van de trap af te klimmen zou besparen, stak ik mijn hond weer in den mand en blies den aftocht, z/Geen vrouwelijke familie of bekenden," mom- pelde ik bij mijzelf, zoo, zoo En toch laat ik mij hangen als ik daar aan den wand niet de photographie heb zien hangen van mijnheer Bretard." Ik twijfelde geen oogenblik of ik was op het Hare Majesteiten de Koninginnnen hebben Dinsdagmorgen van 10 j tot 11 uur een rijtoer gemaakt in de omstreken van Corbieres. Na het ontbijt begaven Zij zich naar ChamberyZij bezochten de domkerk St. Amedee, de kerk van Lemenc, waar mevr. De Warens, de vriendin van Jean Jacques Roussau, begraven ligt, het oude hertogelijke kasteel, de Sainte-Chapelle, het stad- huis en andere merkwaardige gebouwen. Ver- volgens maakten Zij te voet een wandeling door de plantsoenen van Vernay en door de rue de Boigne, waar Zij met veel belangstelling de fontein bezichtigden, die daar ter eere van den graaf De Boigne is opgericht. De Koninginnen kwamen te 6 uur in den namiddag te Corbieres terug. Hare Majesteiten de Koninginnen wenschten gaarne een bezoek te brengen aan het Karthuizer klooster //La grande Chartreuse". Echter is de toegang aan vrouwelijke personen ten strengste verboden. Hare Majesteiten wendden z:ch daarom tot den Paus met eerbiedig verzoek voor Hare Majesteiten in dezen een uitzondering te willen maken en terstond was de Paus bereid aan het verzoek onzer Vorstinnen te voldoen. z/La grande Chartreuse" is een groot Kar- thuizerklooster in het departement Isere, niet heel ver van Grenoble in een rondom door hooge bergen omringd dal. Dit klooster werd in 1084 door den H. Bruno gesticht en werd de bakermat van de Karthuizer- orde, welke naar de plaats Chartreuse genoemd is. Behalve met de bereiding van geneesmiddelen houden de monniken in dit klooster zich bezig met de vervaardiging van de bekende likeur //Chartreuse". De beeltenis der Koningin is in de afdeelingen der Tweede Kamer ter sprake gekomen, namelijk voor de muntstukken. Men achtte namelijk den stempel der guldens en der nieuwe pasmunt zeer grof en onregelmatig. Zou thans niet zoo vroeg men het tijd stip zijn gekomen een prijsvraag uit te schrijven voor een beeltenis van de Koningin om te dienen voor een nieuwen muntstempel die bij de troons- bestrijging (lees aanvaarding der regeering) in gebruik gesteld zou worden P Daarvoor achtten andere Kamerledeu het oogen blik nog niet daar, wegens den jeudigen leeftijd van H. M. Allicht zou de thans vervaardigde beeltenis dan een niet zeer gelijkend beeld geven. rechte spoor, en nadat ik thuis weer van gedaante had verwisseld, ging ik in de nabijheid der villa op de loer staan. Mijn geduld werd op een zware proef gesteld, want eerst 's avonds tegen negen uur verliet Monsieur Maillet Oak-Cottage, ging naar Edmonton en nam daar een rijtuigik natuurlijk hem achterna, nu als een fijne mijnheer, met blonden baard en pruik en een lorgnet. In Regent Street stapte de heer Maillet uit, en wandelde naar Vinne Street, waar hij een koffiehuis binnentrad, waarin ik hem volgde. Het was een klein cafe, gewoonlijk bezocht door allerlei dienstpersoneel buiten betrekking. Huisknechts, rijknechts, koks, enz., van verschillendenationaliteit, waren hier verzameld en zaten te rooken, te drinken en te spelen. Zij hadden het veel te druk om van ons notitie te nemen, en zoowel de heer Maillet als ik gingen zitten en bestelden iets zonder dat het in 't allerminst opzien wekte. Het scheen dat de heer Maillet in dezen kring veel bekenden had, maar hij was toch niet zeer spraakzaam, en weldra kreeg ik de overtuiging, dat hij op iemand wachtte, daar hij, hoe daartoe ook aangezocht, niet wilde spelen. Eerst tegen half elf ging hij met een zeer teleurgesteld en ontevreden gelaat heen. De volgende avond verliep evenzoomaar wie trad den daaropvolgenden avond, omstreeks halftien, voorzichtig het kleine cafe binnen p Niemand anders dan Charles Bretard in eigen persoon. Toen de beide vrienden elkander zagen, stond Maillet op en zij gingen samen been. Ik aarzelde hen te volgen, want ik begreep dat zulks achter- docht zou kunnen wekkenen terstond daarop was ik ook blijde het niet gedaan te hebben, want In eene afdeeling der Tweede Kamer werd vrij algemeen aangedrongen op afschaffing van d^H, vleesch-accijns en in een andere afdeeling wenschten sommigen verlaging van den suiker- accijns. Zoowel wat de vermogensbelasiing als bedrijfs- belasting betreft, werd in de afdeelingen der Tweede Kamer, met het oog op de voortdurende algemeene malaise de raming van de opbrengst te hoog ge- acht en, wegens den lagen rentestandaard, op wij- ziging van den den maatstaf van 4 pCt. voor de heffing aangedrongen. Met 1 Juli 1897 zal het telegramtarief naar Nederlandsch Oost- en West-Indie verlaagd worden. Een bericht in de Zeeuw van Dinsdag meldt, //dat de aanleg van den Stoomtramweg ZierikzeeZijpeSteenbergen is verzekerd." z/Wij kunnen dat bericht op voor elk tastbare wijze tegenspreken (zegt de Zzsche. Nb. van gisteren) want die aanleg is nog niet bij de Tweede Kamer ingekomen, alzoo nog niet behandeld enalzoo kan van verzekering daarvan geen sprake zijn." Onlangs werd mededeeling gedaan van een ontslag van rechtsvervolging, door de rechtbank te Arnhem verleend aan een commissionnair in effecten te Amsterdam, die had terechtgestaan wegens het houden van een verboden loterij. Ten onrechte is als beweeggrond van dit ontslag opgegeven, zegt de N. R. Ct., dat aan geen ver boden loterij te denken viel. De zaak is deze. De rechtbank heeft als bewezen aangenomen, dat de bekl. certificaten heeft verkocht, rechtgevende op het bedrag van de prijzen, welke gedurende twee jaren bij bepaalde trekkingen mochten vallen op een Witte Kruislot, een Brusselsch lot, enz., en besliste dat dit feit wel valt onder het verbod van art. 1 der wet van 22 Juli 1814 (Stbl. n°. 86) maar zij ontsloeg niettemin van rechtsvervolging, omdat het feit sedert de invoering van ons tegen- woordig Strafwetboek niet meer strafbaar is. Voor de invoering toch werd de bepaling van ge noemd artikel der wet van 1814 aangevuld door de straf bepaling van art. 410 C. P.maar een soortgelijke bepaling is niet in het nieuwe Straf wetboek overgenomen. Wordt deze beslissing van de rechtbank, waar- tegen cassatie is aangeteekend, door den Hoogen Raad gehandhaafd, dan is in het vervolg dus het houden van een loterij wel verboden, maar strafFeloos opeens kwamen beiden terug en in mijne nabij heid zitten. Eene zekere angstige gejaagdheid van Bretard viel mij ophij bleef ook maar kort en de eenige woorden, die ik goed kon verstaan, waren //ik vrees, dat hij argwaan koestert." Het ongeduld van Dumanoir steeg intusschen hoe langer hoe meer. Hij zond mij briefje op briefje, de eenige manier van mededeeling, die ik hem vergunde schreef mij over zijne onge- rustheid betreffende den naderenden vervaltijd der wissels, en vroeg in zijn schrijven gedurig of er dan nog niets gedaan ontdekt was. Ik had innig te doen met den man, die zijn eer als koopman moest ophouden, en besloot na een kort overleg een stout spel te wagen. Door dat cafe dikwijls te bezoeken, schijnbaar in 't oog vallend veel te driaken, mee te spelen en andere manieren van een man, die van de heele wereld de brui geeft, had ik het vertrouwen van Maillet zoeken te winnen, maar tot dusverre zonder veel gevolg, en hoewel ik eens iemand, die tegenover mij zat luid genoeg dat Maillet het kon hooren toefluisterende dat ik een goed afnemer wist voor //aangehouden" banknoten, bleef de voorzichtige sluwe vos zijn tot dusver in acht genomen terughouding nog altijd bewaren. Hij scheen mij te wantrouwen, het was dus volstrekt noodzakelijk dien achterdocht weg te nemen. Dit wist ik ook gedaan te krijgen, en, zonder mij zelven te willen vleien, op eene niet onbehendige wijze. Op zekeren avond kwam mijn collega Jackson, vermomd als een man met een zeer verdacht uiterlijk, tegenover ons zitten, die zich herhaaldelijk, en op in't oog vallende wijze, Frundv van Conduit-street noemde, en schijnbaar driekwart Li1 if TEH NEUZENSCHE COURADIT SL&» |li( Mad verscliijnt liaaiuliit;-. HociiHilua- en l/rijiln^avond, uitgezoaderd op Feeslda^en, by den uitgever I*. 3. T1S ME lAKDE te Ter lenzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1