Algemeen Hieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 3381. Donderdag 12 November 1896, 36e Jaargang. Sec haelelp oogeallik Binnenland. ABONNEMENT Yoor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Pranco per post Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- busliouders. ADYEKTENTIEN Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzendincj" van ad.vertenti.en voor 3 nren op den dacf der uitg'ave. Overzicht. De Belgische Minister van oorlog generaal Brassine heeft zijn ontslag ingediend. Gisteren is daarop onder voorzitterschap van Koning Leopold een Ministerraad gehouden, welken de Minister niet meer bijwoonde. Het moest zoover komen. Zaterdag hadden de gedeputeerden der katholieke kiesvereeningingen een vergadering gehouden, waarop de afgevaardigden Woeste, Helleputte en de Lantsheere op verwerping van Brassine's wets- ontwerp op den persoonlijken dienstplicht aan- drongen. Tevergeefs heeft daarna Brassine in den Ministerraad getracht zijn collega's van de nood- zakelijkheid der hervorming te overtuigen en ver- zekerd, dat in de Kamer het ontwerp met 42 afgevaardigden der rechterzijde, verbonden met de linkerzijde, er doorgehaald kon worden. Ver- scheidene Ministers verklaarden niet te willen, dat een wetsontwerp met behulp van radicalen en socialisten werd aangenomen. Daarop verklaarde Brassine op staanden voet af te zullen treden en Zondag zag de Koning zich genoodzaakt, den eenigen Minister, die het gegeven woord trouw wilde blijven, zijn afscheid te geven. 't Is er nog wel niet zoo heel dicht bij, maar de zittingen van Duitschlands Bijksdag geven toch soms een flauw idee van een der beruchte Fransche Kamerzittingen en zelfs is er eenige overeenkomst tusschen de aan de hervatting van den parlementairen arbeid in Frankrijk en in Duitschland voorafgaande periode. Dagen lang reeds wordt er gesproken en geschreven over de interpellate der vrijzinnige volkspartij in zake de ,/heldendaad van luitenant Briisewitz te Karlsruhe of juister over den eigen- aardigen weg, door de militaire autoriteiten iu deze gevolgd. Het bericht van de veroordeeling des dapperen luitenants, die een weerloozen burger aan zijn rapier reeg, is al spoedig tegengesproken de krijgsraad schijnt te meenen, dat er veel te groote drukte is gemaakt over een enkelen door- stoken ,/Civilist" en zoo is alleen kolonel Von Fallois, Briisewitz' chef, die hem niet eens in arrest deed stellen, met verlof gezonden naar de meening der legerautoriteiten missehien een heel zware straf. Dan is er te wachten een interpellate over Bismarck's onthullingen en de regeering schijnt niet voornemens de verplichting eener verklaring te ontwijken. Integendeel zullen, met inachtneming van de vormen en gebruiken en onder eerbiediging der staatsgeheimen, zonder voorbehoud verklaringen worden gegeven. Dat belooft wat als Bismarck even strijdlustig bhjtt FEUILLETON Uit de gedenkschrijten van een Londenschen politiedienaar Op zekeren ochtend kwam de heer Charles Bretard, de vertegenwoordiger te Londen van een vrij aanzienlijk Parijsch handelshuis, in groote ontsteltenis op het Londensche bureau van de geheime politie, en verwittigde den coinmissaris, dat hij het slachtoffer was van een diefstal, die hem zoo goed als tot den bedelstaf bracht. Lllecten en wissels, benevens eene belangrijke som aan contant geld, waren hem ontvreemd. Hij was tien dagen in Parijs geweest en weinige uren na zijne terugkomst in Londen had hij ontdekt, dat tijdens zijne afwezigheid de brandkast opengebroken was. Er moesten valsche sleutels gebruikt zijn, want aan de kast zelve kon hij geen spoor van geweld ontdekken. De agent overhandigde den commissaris een volledige opgave der gestolen banknoten, effecten en specie met al de nummers en dergelijke bijzonderheden. Het eerste wat gedaan kon worden was te onderzoeken of van de gestolen banknoten reeds aan de Bank ter inwisseling waren aangeboden. Dat bleek echter niet het geval, waarop ver- zocht werd ze niet uit te betalen en in de meest- gelezen ochtend- en avondbladen van Londen een waarschuwing met vermelding der nummers en verdere bijzonderheden geplaatst werd. Den volgen- den dag werd een aanzienlijke belooning uitgelootc Uit Konstantinopel is in de eerstvolgende dagen weinig of geen nieuws te wachten de Ilussische gezant is eergisteren, na een onderhoud met den sultan, naar Petersburg vertrokken en de Oosten- rijksche gezant baron Calice, gaat ook voor een dag of tien met verlof, zoodat de gewone conferentien der gezanten niet plaats vinden. Eergisteren zei lord Salisbury aan het lord- mayor-banket in Guildhall te Londen, over de Turksche kwestie het volgende Ik geloof dat de Britsche natie nu eenparig tegen een geisoleerd optreden van Engeland is gekant. Als men het lot van de Armeniers en van de andere nationaliteiten onder der Turksche heerschappij wil verbeteren, dan is het beter dat wij zooveel mogelijk andere natien aan onze zijde hebben. Als Engeland een regeering wil dwingen wetten te verbeteren, dan is het noodig dat Engeland dat land bezet heeft; daarvoor is een groot leger noodig, maar met een vloot en zonder de conscriptie is dat onmogelijk. Wij kunnen geen groot leger hebben, daarom sluiten wij ons aan bij het Europeesch concert, en spreker gelooft dat dit het beste middel is om hervormingen ingevoerd te krijgen. Spreker kan niet meegaan met de denkbeelden van John Morley en Courtney, dat Engeland grondgebied (Egypte) moet ontruimen om de andere mogend- heden te verzoenen. In den tegenwoordigen stand van de Oostersche kwestie ziet spreker geen enkele reden om de tot dusver gevolgde politiek op te geven, noch om een enkele acre van het gebied dat wij thans bezet houden, te ontruimen. De minister wees verder op de goede overeen- stemming, die tegenwoordig onder de mogend- heden heerscht. Spreker is het bijna geheel eens met de zienswijze, door Hanotaux verkondigd. Engeland is altijd in overeenstemming geweest met het Drievoudig Verbond, en spreker hoopt dat dit verbond zal voortgaan om hartelijk samen te werken met Engeland. Wat Rusland betreft, het denkbeeld van prins Bismarck dat er een blijvend antagonisme tusschen Engeland en Rus- land bestaat, is een verouderd bijgeloof. Ik heb, zeide Salisbury, goede reden om te gelooven dat Rusland dezelfde doeleinden en dezelfde plannen nastreeft als wij. Wat de verschrikkelijke ge- beurtenissen in het Oosten betreft, was lord Salisbury overtuigd dat men alleen door (behoud van liet sultanaat aan de Christenen en Muzel- mannen in Turkije de weldaden van een goed bestuur in westerschen trant kan verschaffen. In Zwitserland hebben enkele herstemmingen voor inlichtingen, die tot ontdekking van den dader of de daders konden leiden. Tegelijkertijd kwam ook de jongste compagnon der Parijsche firma, de heer Dumanoir, op het onmiddelijk ont- vangen bericht over en was natuurlijk zeer ontsteld over den diefstal. Maar ondanks alle moeite, was er niet de minste draad te vinden, alles scheen in een ondoordringbaren sluier van geheimzinnig- heid verborgen te blijven. Eindelijk ontving de heer Bretard een brief met het poststempel Martin-le-Grand, waarin aangeboden werd de gestolen banknoten en effecten de contanten uitgezonderd tegen betaling van duizend pond terug te geven. Het gestolene bedroeg meer dan tienmaal deze som en was bestemd geweest tot betaling van wissels, die binnenkort vervallen. Bretard had het geheele bedrag, dadelijk na omvangst, bij de bankiers Gebrs. Baring moeten storten en zich reeds te Parijs een welverdiende berisping op den hals gehaald, omdat hij dat nog niet gedaan had. Terstond bij zijne aankomst te Londen had hij zich om het verzuimde weer goed te maken, naar zijn kantoor gespoed en toen den diefstal ontdekt. De ontvangen brief zeide verder, dat, ingeval het voorstel werd aangenomen, een geheimziunig gestelde advertentie, waarvan de inhoud tegelijk medegedeeld werd, in de Times zou worden ge plaatst en dan zou men een middel vinden om de zaak veilig voor de dieven, natuurlijk tot een goed einde te brengen. Dumanoir was half geneigd den voorslag aan te nemen, om het crediet van het kantoor te redden, dat door het niet inlossen van de over veertien dagen vervallende accepten geschokt dreigde te voor den nationalen raad plaats gehad. Alleen in Neufchatel, waar de liberale candidaat Colin de overwinning behaalde op den socialistischen candidaat, is lievig gestreden. Bij de aanvullings- verkiezing voor den Stendenraad te Geneve zege- vierde de radicaal Gerard over den liberaal Odier. De Tweede Kamer heeft gisteren voormiddag ten It1/, uren hare werkzaamheden hervat. Bij de opening der vergadering bracht de voorzitter hulde aan de nagedachtenis van den waardigen volksvertegenwoordiger den Minister van Staat Mr. Cremers, den vroegeren talentvollen en on- partijdigen leider der vergaderingen, in wien alien betreuren den man die het land in verschillende hooge betrekkingen met toewijding en onkreuk- bare trouw heeft gediend en aan wiens karakter ook zijne tegenstanders hulde brachten. Yerder werd medegedeeld, dat de heer Farncombe Sanders, in leven lid der Kamer, zijne belangrijke verzameling boekwerken aan de bibliotheek der Kamer heeft vermaakt. Onder dankbare herinne- ring aan den overledene heeft de Kamer, op voorstel des voorzitters, het legaat aanvaard. De heer Macare, nieuw benoemd afgevaardigde voor Haarlem, heeft, na beeediging, zitting ge- nomen. Als de afdeelingen tijdig gereed zijn zullen Donderdag l1/2 ure en zoo niet Yrijdag 11 uren in openbare vergadering verschillende wets-ontwer- pen worden behandeld o. a. de overeenkomst met Belgie betreffende het kanaal GentTer Neuzen de wijziging der pensioenwet en ten slotte de Indische begrooting voor 1897. De Kamer vergaderde gisteren in de afdeelingen tot onderzoek o. a. van de financieele wetten. In de meeste afdeelingen der Kamer kwam de schutterij-kwestie, die reeds vele jaren hangt, aan de orde en algemeen werd erkend dat de oplossing dier kwestie dringend noodzakelijk is. Nu zou men, waar de behoefte aan doorgrijpende reorganisatie zoo algemeen erkend werd, ook flinke voorstellen daartoe van de klagers verwacht hebben. Men wist echter naar 't schijnt niets anders voor te stellen dan in de kleeding, orde en tucht verbetering te brengen en dat het schoeisel bij onvermogen door het gemeentebestuur werd ver- strekt. Ook werd de aandacht gevestigd op de keuze van officieren, die van veel invloed is op de ongehoorzaamheid der manschappen. Hoe deze worden, want zonder die wissels en effecten vreesde hij, dat de firma zich niet staande zou kunnen houden. Maar de commissaris van politie, wien Dumanoir den brief liet zien, wilde van het voor stel niets hooren en dreigde zelfs met gerechtelijke vervolging als het aangenomen werd. De adver tentie werd echter geplaatst en een daarop volgend antwoord luidde, dat Bretard, de agent, zich den volgenden namiddag te vier uur in Old Manor House, Green Lanes, Newington moest bevinden met het geld bij zich. Er was bijgevoegd, dat, om alle verraad te voorkomen, Bretard in de genoemde herberg een briefje zou vinden, waar in de plaats der samenkomst nader bepaald werd eene verafgelegen plek, zonder boomen of struiken, waar geen hinderlaag mogelijk wasdaar zou de zaak afgehandeld worden, waar- toe hij zonder eenig geleide en te voet aldaar moest komen. Deze voorslag was even slim als voorzichtig, en maakte de kans om den schurk in handen te krijgen zeer bezwaarlijk, maar toch werd den schurk eene even slimme hinderlaag gelegd en den volgenden dag verscheen Bretard op het bepaalde uur in Old Manor House. Daar was evenmin een brief als een mondeling bericht ontvangen en geen enkel ook maar eenigszins verdacht persoon had er zich vertoondwel werd den volgenden ochtend een brief ontvangen, waarin gemeld werd dat men den valstrik, door de politie gelegd, ontdekt had. De schrijver verzekerde Bretard dat zulk een maatregel onverstandig en nutteloos was, en dat, als er niet te goeder trouw werd ge- handeld, de geldswaardige papieren eenvoudig ver- nietigd zouden worden. officieren moeten gevonden worden, werd er echter niet bij gezegd. Door deze middelen echter hopen de afgevaar digden uit de sectien de weerbaarheid der schutterij te verhoogen. Goedkoop genoeg zeker Bij het departement van Kolonien werd eer gisteren het volgende telegram ontvangen van den Gouverneur-Generaal In de afgeloopen week maakte eene colonne uit Mesdjid Indrapoeri en Selimoen tochten naar den omtrek. Licht gewond werden twee officieren en gewond zes militairen beneden dien rang. Yolgens de N. F. P. heeft de bevelhebber zer schepen in de Turksche wateren last, om, zoo nieuwe onlusten uitbreken, ondanks alles op te varen tot bescherming der Nederlandsche en Belgische onderdanen. De heer Mr. P. C. J. Hennequin, die dit jaar aftrad als algemeen voorzitter van de ,/Maat- schappij tot bevordering van Landbouw en ee- teelt in Zeeland" is in de najaarsvergadering van het hoofdbestuur dier Maatschappij als zoodanig herkozen met 18 van de 19 uitgebrachte stemmen Een briefje was bianco. Ook het Yad. weet mede te deelen dat de wetenschappelijke balans van het pensioenfonds voor weduwen en weezen, waarvan sprake is in art. 20 der wet van 9 Mei 1890, een batig saldo aan wij st, en wel van circa negen millioen gulden. Daardoor vermeerdert, zegt het blad, de kans voor de onderwijzers om op gunstige voorwaarden in het fonds opgenomen te worden. De Parijsche correspondent van de „Indepen- dance" meldt, dat de Fransche regeering zich met de zaak van de //Doelwijk" bezighoudt en de belangen zal behartigen van den Franschman, die het schip had bevracht. De Minister van buiten- landsche zaken Hanotaux wil tegen de inbeslag- neming van het vaartuig opkomen, omdat de Italiaansche regeering reeds drie weken voor het aanhouden van het schip had geproclameerd, dat de oorlog met Abessynie geeindigd was, en het niet aangaat, in vredestijd een schip in beslag te nemen, omdat het oorlogscontrabande aan boord had. Bovendien bevond de ,/Doelwijk" zich tijdens de aanhouding buiten het gebied der Italiaansche wateren. Engeland, dat bij de zaak ge'interesseerd is, omdat de Doelwijk" door Engelschen verzekerd en Nederland hebben reeds hun steun toege- was, zegd bij de stappen, welke de Fransche gezant te Rome zal doen, zegt de correspondent. Zoo stond deze zaak, toen mijn chef mij de verdere behandeling opdroeg, omdat ik de Fransche taal verstond en de bestolene daarentegen bijna geen woord Engelsch. Alle bijzonderheden werden mij medegedeeld en na een langdurig onderhoud met den commissaris, verwijderde ik mij om de zaak bedaard te overleggen en te overwegen hoe te moeten handelen. Na rijpelijk nagedacht te hebben, kwam ik op den inval, Dumanoir eens alleen te moeten spreken, en daarom zond ik den kellner van eene restauratie in de nabijheid van het hotel, waar hij zijn intrek had genomen, met een briefje, waarin ik hem verzocht wegens eene dringende zaak dadelijk een onderhoud met hem te mogen hebben. Hij was op zijn kamer en terstond bereid om te komen. Ik stelde mij voor in mijne kwaliteit, en na ongeveer een kwartier over den diefstal gesproken te hebben, vroeg ik zoo ter loops want hij scheen mij wat driftig en te openhartig om hem nu reeds een vermoeden, dat bij mij was opgekomen, mede te deelen //Is mijnheer Bretard nu op het kantoor waar de diefstal gepleegd is z/Neen, hij is voor zaken naar Greenwich en keert eerst hedenavond laat terug. Als u echter op het kantoor een onderzoek wilt doen, zal ik u gaarne de gelegenheid geven." z/Dat is voor mij noodzakelijk," antwoordde ik, en toen wij op straat waren, liet ik er op volgen //Laat mij gearmd met u loopen, opdat niemand kan vermoeden, dat mijn bezoek van ambtelijken aard is." Lachend stemde hij daarin toe en arm in arm kwamen wij aan het huis waarin het kantoor gevestigd was en waar wij door eene oude vrouw werden ontvangen. Op ■EKacsasBtgsag TER \EHZE!MSf HE (lllltWT BJit blad verschijnt iHaaoilag>, Woensdas- op Feestdagen, bij den nit^ever P. J. TAX BE SAKBE te Ter Meaten. v i 1 1 11 1 .1 x r\ 1 r\ "VI

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1