Algemeen Nienws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderes Havenmeester, No. 3376. Zaterdag 31 October 1896. 36e Jaargaog. Binnenland. ABONNEMENT Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Eranco per postYoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Burgemeester en Wetbouders van m5^- ZAAMSLAG roepen sollicitauten op naar de betrekking van tevens Ontvauger der haven- en kaaigelden aan den Kleiue Huissenspolder. De jaarwedde voor Havenmeester bedraagt f 50, terwijl voor Ontvanger een belooning wordt genoten van f 25 en bovendien percenten van ontvangsten. Yerzoekschriften (op zeerel) in te leveren ter gemeente-secretarie, voor 1 December e. k. Zaamslag, 27 October 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. BARENDREGT Az., Yoorzitter. P. J. WORTMAN, Secretaris. Jfolitieht Overzicht. Terwijl te Berlijn, te Weenen en te Londen kolommen druks werden gewijd aan Bismarcks onthullingen en aan de verklaring van een Reichs- Anzeiger, is men altijd door in 'tdonker blijven rondtasten wat het eigenlijke doe! der onthullingen betreft. Er zijn er, die meenen, dat de bedoeling eer was vorst Hohenlohe dan graaf Caprivi een hak te zetten en zelfs gewaagt men van te Berlijn in overweging genomen maatregelen tegen hem, die openbaarheid heeft gegeven aan bijzonderheden, welke geheiin moesten blijven. Te Hamburg schijnt men niet ongeneigd te zijn tot retireeren. De Hamb. Nachr. schrijft Ofschoon geen nadere aanduidingen worden gedaan over de herkomst, heeft een deel der Duitsche pers, waarschijnlijk uit de omstandigheid dat het verslag uit Hamburg is gedateerd, aangenomen dat de bedoelde staatsman prins Bismarck is ge- weest. Ditis echter niet het gevalnaar het blad verneemt, leerde Bismarck den inhoud van het intervieuw eerst uit de bladen kennen. De Hamb. Nachr. is het overigens eens met de voor- stelling, welke de Neue Pieie Presse geeft van de gebeurtenissen van 1890 in de aangelegenheid van het neutraliteits-verdrag. Het blad schrijft //Wij gelooven dat deze voorstelling aan de feiten bean twoordt." Dinsdag is de Eransche Kamer bijeengekomen. Met het oog daarop hield het kabinet Zaterdag, onder presidium van Eaure, miuisterraad. Aan interpellaties ontbreekt het niet, een 14- a 15tal vragen de aandacht der afgevaardigden, waaronder die over den toestand van Algerie den voorrang F EIJILL ETON 33) Snoward keek hem vragend aan. z/Dat kan ik u spoedig ophelderen. Ge weet, dat we slechts een paar duizend mark bij u vonden, en het leven in de residentie is duur, als men een beetje genieten wil. Kortom mijn goede vrieud en ik hebben in die drie maanden het geld opge- maakt. Daarom besloten wij gisteren het lior- loge te gelde te maken, dat wij in die kleine ijzeren cassette badden meegenomen. Wei waart ge zoo vriendelijk geweest de politie geen kennis te geven van ons bezoek aan uw kantoor, maar het horloge was toch van zoo'n ongewone makelij, dat we het ongeschonden niet durfden verkoopen. Wij braken er daarom de diamanten af en namen alles uit elkaar, om de stukken te smelten en als ruw goud te verkoopen. Bij dat werkje deden wij een merk- waardige ontdekking." z/Een ontdekking?" Behaaglijk nam Archer plaats op een stoel, voor hij verder vertelde. z/Dat horloge verborg een geheim. Ja, kijk maar verwonderd, mr. Snoward Ik geloof wel, dat ge dit niet wist, anders zoudt ge al dieu tijd niet zoo gerust geweest zijn ge zoudt hemel en aarde bewogen hebben om dat ding tot elken prijs weer in handen te krijgen. Ik heb er me genoeg over verwonderd, dat ge dit gevaarlijke stuk niet hebt vernietigd. Het is waar, ge hebt het niet durven weggooien en het is ook niet gemakkelijk om er op een andere manier af te komen. Een zal- krijgen. Men hoopt voorts op 9 November de staatsbegrooting aan de orde te kunnen stellen. Na de opening der Kamer zou de regeering een crediet van 3£ millioen francs vragen tot dekking van de kosten der Czarenfeesten. Dit betreft na- tuurlijk de uitgaven, voor zoover de Staat er bij betrokken is, terwijl nog het vervoer naar en het verblijf te Chalons van de 70000 man afzonderlijk op de oorlogsbegrooting kan worden gebracht. De opening van de Kamer was kalm. Brisson, de voorzitter, herinnerde er aan, dat de Czaar aan Eaure zijne blijdschap heeft betuigd, de vertegen- woordigers der Fransche natie te hebben ontmoet. De heer Brisson eindigde met deze woorden z/Welk een schouwspel, mijne heeren, welk een leering, welke redenen van hoop en vertrouwen." Met een driemaal herhaald applaus werd dit deel der rede ontvangen. De heer Meline, minister- president, betuigde den heer Brisson daarna zijn dank. In den Senaat bracht de heer Loubet in herinnering de gemeenschap van gevoelens en van wenschen, welke bestaat tusschen Erankrijk en Rusland. Door de geestdriftige ontvangst, welke den Russischen souvereinen is bereid, is de vriend- schap tusschen beide volken gewijden beslist is deze gewijd door de woorden, welke gesproken zijn te Cherbourg, Parijs en Chalons. De vereeniging, welke tusschen beide landen bestaat, heeft thans reeds een vreedzaam optreden ten gevolge gehad. De spreker bracht vervolgens hulde aan de regee ring der republiek en aan het parlement voor de wijsheid, waarmede zij het oog gevestigd hebben gehouden op de buitenlandsche politiek. In den Senaat dankte de minister van justitie en in de Kamer de heer Meline voor de vaderlandslievende woorden, welke een goedkeuring inhouden van de politiek der regeering en waardoor de positie van Frankrijk naar buiten wordt versterkt. De Turksche kwestie wordt in Engeland nog steeds in de bladen en in redevoeringen besproken. Heel veel nieuws vertellen de sprekers en schrijvers er niet meer over. De roode draad, die door hunne opstellen loopt, is gewoonlijk de verzekering dat Engeland niet alleen mag en kan en zal optreden tegen Turkije, maar dat het Europeesch concert rnoet behouden worden. Zoo thans weder de Minister van oorlog, lord Landsdowne. De hertog van Argyll heeft een briefje aan de Times gezonden, waarin hij de oorzaken naspeurt van het niets doen der Europeesche mogendheden tegenover ffde misdaden en weedheden van den Sultan." De hertog van Argyll meent, dat dit veroorzaakt wordt door vrees voor een Europeeschen portefeuille kan men verbranden, maar een horloge is moeilijker uit den weg te ruimen. En dan hadt ge vertrouwen op uw brandkast, waarin mis- schien nog meer geheimen geborgeu zijn." z/Ik begrijp geen woord van dit gebabbel." z/Werkelijk niet?" Archer leunde achteloos in den stoel, legde een been over het andere en vroeg toen op luchthartigen toon//Zeg eens, mijnheerHeinrich Starkhort, wat denkt ge wel van dat geval met mijnheer Von Dobel?" Nu was het uit met Snowards kalmte. Hij sprong van zijn stoel op. Hij wilde iets zeggen, maar de tong weigerde hem haar dienst. Met een doffen slag zonk hij weer in zijn stoel. Archer wachtte een poosje en vatte toen het gesprek weer op alsof er niets gebeurd was. z/Ge hadt zeker niet gedacht, dat dit horloge ous zoo veel zou te vertellen hebben, niet waar Ge wist evenmin al wij het aanvankelijk wisten, dar het nog een geheim vak had. Het sprong open, toen wij bij het uit elkaar nemen de geheime veer aanraakten. In de tweede klep van het hor loge vonden wij een gegraveerde inscriptie, die voor u zeer gevaarlijk zou kunnen worden. Mijn vriend heeft de woorden overgeschreven. Hier, lees ze maar Archer haalde uit zijn vestzak twee papiertjes te voorschijn, een wit en een geelhij legde het witte voor Snoward op de schrijftafel. De bankier, die zich zelf weer geheel meester scheen, ontcij- ferde met geveinsde onverschilligheid de lompe letterteekens van den slotenmaker. De inscriptie luidde volgens dit papier//Aan den hooggeachten heer Otto von Dobel. handelsraad. Tot aan- denken Prins Joseph August von oorlog als de Turksche zaken ernstig worden aan- gepakteen vrees die wellicht kan voortkomen uit het gebrek aan overeenstemming. Toch acht hij het niet ondenkbaar dat een overeenkomst ver- kregen wordt, waardoor het vreedzaam verdeelen van het Turksche Rijk wordt mogelijk gemaakt. Daarbij moet echter de neutraliteitsverklaring van den Bosphorus en van de Dardanellen op den voor- grond staan. De hertog protesteert ten slotte tegen het denkbeeld, dat Engeland zijn weldoend optreden in Egypte staken zou. Het is zeker dat onder die omstandigheden van een overeenkomst tusschen de mogendheden geen sprake kan zijn. Dat is uit de officieele en officieuse uitingen van de toongevende landen genoegzaaam gebleken. Maar tot den hertog van Argyll is dit niet doorgedrongen. Te Zurich is overleden de minister van Staat, Mr. E. J. J. B. Cremers, lid der Eerste Kamer. In 1864 werd hij minister van Buitenlandsche zaken; van 1869 tot 1888 vertegenwoordigde hij het district Zuidhorn in de Tweede Kamer, waarvan hij eenige jaren voorzitter was. Als zoodanig heeft hij op talentvolle wijze de beraadslaging over de grondwetsherziening van 1887 geleid. Kort na zijn vrijwillig aftreden als lid van de Tweede Kamer, werd hij door de Staten van Zuid-Holland gekozen tot lid der Eerste Kamer. Het stoffelijk overschot zal naar Den Haag worden overgebracht, om Zaterdag a. s. aldaar te worden teraardebesteld. Aan Hare Majesteit de Koningin-Regentes is verzonden het volgend adres Het hoofdbestuur der Yereening voor Vrouwen- kiesrecht, gevestigd te Amsterdam en goedgekeurd bij K. B. van 1 Aug. 1894, veroorlooft zich de vrijheid Uwe Majesteit met gepasten eerbied te verzoeken, geen wet aanhangig te maken bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal, speciaal be trekking hebbende op het huwelijk der Koningiu. Het hoofdbestuur voornoemd verzoekt u liever door een wetsontwerp te willen bevorderen de herziening van het Burg. Wetboek in dien zin. dat de Koniugin der Nederlanden kan huwen als iedere andere Nederlandsche vrouw, zonder aan Hare waardigheid als mensch en aan Hare zelf- standigheid te kort te doen. Indien het Uwe Majesteit mocht behagen een Het horloge was dus een geschenk van een lid der koninklijke familie en waarschijnlijk aan Von Dobel vereerd wegens diensten, door hem op financieel terrein bewezen. Snoward zei niets, maar stond op en wierp het papiertje in het haardvuur. Archer speelde met het gele papiertje, dat hij in de hand hield. z/Ge zult wel geraden hebben, dat het kostbare uurwerk ook nog iets anders bevatte. Die brave mijnheer Von Dobel had, zooals meer handelslui, de gewoonte om kleine aanteekeningen te maken betreffende de zaken die den volgenden dag moesten afgedaan worden, en die legde hij in het geheime vak van het horloge, dat hij stellig altijd bij zich droeg. Wat zegt ge daarvan Snoward antwoordde niet, doch strekte de hand uit naar het gele papiertje hij begreep, dat het een afschrift moest zijn van een aanteekening, die Von Dobel in zijn horloge had geborgen. En daar stond kort en bondig, maar tevens zoo duidelijk als het maar kon z/De schurk Heinrich Starkhort, zich noemende Snoward, de Amerikaan,uit mijn geboortestad, zoekt mijn vriendschap, sedert hij begrijpt, dat ik hem herkend heb. Hij noodigt mij morgen tot een samenkomst. Blijkbaar wil hij dus mijn zwijgen koopen door mij tot compagnon te nemen. GoedIk zal hem laten bloedenzoodra het mij belieft, kan ik hem toch altijd ontmaskeren, Hij moest eens spartelen om los te komen." Woedend wierp Snoward ook dit papier in het vuur, en streek toen met de hand over het gelaat. z/Heb je het horloge en dat papiertje bij je fluisterde Snoward met heesche stem den mulat toe. //O, voor zoo dom moet ge mij niet houden willig oor te leenen aan dit ons verzoek, dan zou voorzeker een der laatste daden van Uwer Majesteits ten einde spoedend Regentschap U aan- spraak geven op de groote dankbaarheid der Neder landsche vrouw, en tevens de troonsbestijging van Koningin Wilhelmina een onvergetelijk feit worden in de geschiedenis van ons Vaderland. Het //Yenl. Wbl." beweert, dat de Drankwet mislukt is. Alleen financieel acht 't het resultant niet zoo ongunstigde jaarlijksche opbrengst van het //vergunningsrecht" bedraagt bijna e'en millioen. Maar dat is dan ook het eenige voordeel dat die wet oplevert, meent het blad. Al heeft de Drankwet zeker niet aan al de illusies beantwoord, die men er zich vooraf van maakte, toch gelooven we, dat het Wbl." hare uitwerking veel te laag schat. 't Is natuurlijk moeilijk te zeggen, hoe de toestand nu zou zijn geweest, als de Drankwet er niet ware gekomen. Maar wie een zefeere ervaring uit vroegeren tijd heeft, zal toch onzen indruk wel deelen, dat de toestand, ofschoon ver van volmaakt, thans toch beter is, vooral als men in aanmerking neemt, dat Modderman's wet alleen bedoelde te strijden tegen openbare dronkenschap. Een andere vraag is 't echter, of het //V. Wbl." niet gelijk heeft, als het aandringt op uitbreiding van het //vergunningsrecht" tot alle drankhuizen of cafes, waardoor niet alleen wellicht nog een tweede millioen in de kassen der gemeenten zou vloeien, maar ook en dat is 't voornaamste de clandestiene verkoop naar billijkheid zou worden getroffen. (H. Ct.) Door den oud-minister mr. N. G. Pierson is te Dordrecht in eene redevoering tot verdediging van het vrijhandelstelsel gezegd, dat hij de stel- lige overtuiging had dat de tegenwoordige periode van malaise, die onze landbouwers om graanrechten deed roepen, slechts tijdelijk zou zijn. En straks zou, als deze moeielijke tijd doorworsteld was, de landbouw krachtiger en beter toegerust te voorschijn treden, want de tegenspoed van den laatsten tijd was een krachtige prikkel geweest tot doelmatige aan wending van vele productieve middelen die vroeger verwaarloosd werden. Het voorbeeld van Denemarken, waar de land bouw zonder eenige beschermende middelen en zonder een beroep op de beurzen van anderen, alleen door energie zich zulk een aanzienlijke plaats op de buitenlandsche markten heeft weten te veroveren, bewijst dat Mr. Pierson hier geen ijdele woorden gesproken heeft. Ik mocht vreezen, dat mij hetzelfde lot trof als den heer Von Dobel. Neen, het doosje, waar alles bij mekaar ingepakt is, bevindt zich in handen van mijn goeden vriend, die beneden op straat wachthij zal hier komen, zoodra ge dat verlangt. Met ons tweeen zijn we wel tegen u opgewassen, als ge soms geweld mocht gebruiken." z/Lomperd, ik begrijp niet, waar jij aan denkt! Maar ik zal niet met je twisten z/Dat hoop ik." //En om alle misverstand te voorkomen ben ik be reid die dingen te koopen. Hoeveel vraag je er voor?" Nu was het oogenblik gekomen, waarop John Archer met zooveel ongeduld gewacht had. Den vorigen dag had hij met zorg de achtelooze houding bestudeerd, die hij wilde aannemen bij deze ont- moeting met den millionnair. Doch nu bleek al die moeite op het beslissende oogenblik toch ver- geefsch. Met koelen, voornamen glimlach zou hij den prijs noemen, was het voornemen geweest, doch in plaats daarvan sprong hij op en riep luid z/Een millioen Hij verwachtte, dat Snoward hem zou uitlachen, en zette bij voorbaat al een somber en vastbe- radeu gezicht, om te laten bemerken, dat hij geen penning zou laten afdingen. Doch Snoward lachte hem niet uithij peinsde een oogenblik en zeide toen eenvoudig op beleefden toon z/Ik neem het aan. Wees zoo goed uw vriend met die voorwerpen hier te brengen. Intusschen zal ik de noodige kassiersbriefjes invullen om de gevraagde som aan u te laten uitbetalen." Archer maakte een buiging, zoo beleefd als een hoveling maar doen kan, en verliet de kamer. (Wordt vervolgd.) »it bind verschijnt janaudag-, Woeosdag- en Vrijdagavond, uitgenonderd op reesidageu, bij den nifgever P. J. VAST ME gAMPE te Xer lewien. «-JL 1

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1