Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. aa®s&sa©sit No. 3350. Dinsdag 1 September 1896. 36e Jaargang. Binnenland. ABONNEMENT Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Yoor Amerika f 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVEETENTlSN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. fr*olitieli Overzicht. Bij aankomst te Weenen is het Bussische Keizerpaar ontvangen door tal van hooggeplaatste personen. Langs den geheelen weg stonden de troepen in rijen opgesteld. Bij het verlaten van het station zijn de beide Keizers in een open rijtuig gestapt, met zes paarden bespannende Keizerinnen volgden in een dergelijk rijtuig. De aartshertogen en het gevolg kwamen daarnade militaire muziekcorpsen speelden het Bussische volkslied. De Czaar groette herhaaldelijk op militaire wijze, de rit door de stad was een ware zegetocht. Bij den Hofburg aangekomen, geleidden de ceremoniemeesters de Keizerlijke paren naar de salons, waar het voorstellen plaats bad. De twee Keizers en de Keizerinnen nam en deel aan het gala-diner van 70 couverts in den Hofburg. Keizer Frans Jozef dankte in zijn dronk den Czaar en de Czarine voor hun bezoek en zeide, dat hij daarin een nieuw pand zag van de vriendschap, die ben verbindt. De Czaar sprak zijn dank uit voor de hartelijke ontvangst en dronk op den Keizer en de Keizerin van Oostenrijk. De voor- naamste Oostenrijksch-Hongaarsche Ministers zijn bij den Keizer aller Bussen op audientie geweest. In het Turksche rijk ligt zooveel brandstof opgestapeld, dat de grootste diplomatieke omzich- tigbeid noodig is, om ze met te doen ontvlammen. Terwijl de Cretenzer kwestie op weg is om eene oplossing te vinden, beginnen weder eensklaps de Armeniers van zich te doen hooren. Zij waren zeker bang, dat de mogendheden bij de drukte der Cretenzer kwestie hen vergeten zouden. Uit Kon- stantinopel kwam het bericht, dat er ernstige onlusten van Armeniers zijn voorgekomen. Een 40tal met revolvers en bommen gewapende mannen hadden zich van de Ottomanische Bank meester gemaakt, en uit de dakvensters hun vuur op de politie geopend. Een bom, die aan de buitenzijde der gebouwen sprong heeft een aantal soldaten FEUILLETON. 8) Den volgenden dag, na het middagmaal, ver- liet Dobel het huis zonder bagage, in luch- tige kleeding, als ging hij uit om een wandeling te doen. Aan de bedienden zeide hij, dat hij met den spoortrein naar de stad ging en den volgenden dag 's middags of 's avonds terug zou zijn. Hij sloeg het pad in naar het bosch, dat bij het landgoed behoorde, en daarom veronder- stelde men, dat hij zich langs een omweg naar Steinfurt begaf. In de avondschemering, omstreeks zes uur zagen verscheiden inwoners van een naburig dorp den bankier een laan van populieren inslaan, die langs verscheiden dorpen en gehuchten voerde. Hij was toen reeds in gezelschap van dien raad- selachtigen onbekende, met wien hij in druk ge- sprek voortwandelde. De heeren hadden elkaar waarschijnlijk voor dit dorp aangetroffen bij den uitgang van het tot //Murnau" behoorende bosch; blijkbaar was dit vooruit overeengekomen. Het kantoorpersoneel van den oankier wist echter niets van een //dringende zaak," waarvoor de patroon naar de stad zou heb ben moeten komen. Aldus stond tamelijk vast, dat de onbekende den brief had afgezonden, welke Von Dobel zoo gewichtig voorkwam, dat hij er zijn vastgestelde plannen om veranderde. Later hadden nog meer lieden uit de dorpen in den omtrek den bankier met den onbekende in gedood. Ook in andere wijken der stad heerscben onlusten. In den nacht van 27 Aug. is het gebouw der Bank ontzet; de Armeniers, ten getale van 25, gaven zich over en zijn gebracht aan boord van het jacht Gulmare, toebehoorende aan sir Edger Yincent, gouverneur der Bank, dat in de baai van Moda ten anker ligt. Zij zullen uit het Turksche gebied verbannen worden. De stad was dien morgen veel kalmer geworden. De directeur der Bank seinde naar zijn vader te Parijs, dat het gebouw onbeschadigd is, dat er niets gestolen is, geen der beambten gewond werd en de orde weer hersteld is. De Voss. Zeit. daarentegen werd geseind ,tTe Psamotia liggen honderden gewonden. Het Turksche gepeupel, met messen en stokken ge- wapend, valt de Armenische huizen aan en werpt de gedooden de vensters uit. Politie en militairen staan werkeloos in de straten, die vol karren met lijken zijn." De Voss. Zeit. schijnt het naast aan de waarheid. Het verhaal van den aanval luidt//Na over- rompeling der Armeniers verdedigden de ambtenaren de kantoren zoo hardnekkig mogelijk. Zij werden echter neergeschoten, waarop de Bank in bezit werd genomen en de Armeniers er zich versterkten." Dat de toestand ernstig is of was, blijkt ook uit het bericht, dat de Fransche regeering besloten heeft een tweede waehtschip dat bij Creta ligt, terug te roepen, terwijl een twaalftal Fransche matrozen aan land werden gezet om bet consulaat te bewaken. Opmerkelijk wordt het genoemd, dat de Engelsche bladen, die anders altijd het nieuwste nieuws zoo in de puntjes weten, zoo weinig van dezen Armenischen aanslag melden. Beuter seint, dat het oproer niet tegen de Bank gericht was, doch een politiek karakter had en het werk schijnt te zijn van Armenische anarchisten. Het bombardement van het Sultanspaleis te Zanzibar heeft, zooals te verwachten was, aan het ver- zet van Said Kalid, die zich eigenmachtig tot Sultan had verheven, een einde gemaakt. Met de poging, om zich aan het Engelsche protectoraat te ont- trekken, is 't dus spoedig uit geweest. Door zijne vlucht naar het Duitsche consulaat, heeft de pretendent-Sultan zich gevrijwaard voor het lot, om den Engelschen in handen te vallen. Ingevolge de bestaande verdragen, geniet het Duitsche consulaat het recht van ex-territorialiteit, d. w. z. Said Kalid beviudt zich nn juist in den toestand alsofhijop Duitsch gebied was gevlucht. Indien, merkt de Koln. Ztg. op, het niet zeer waarschijnlijke geval mocht intreden, dat Engeland zijne uitleveriig verlangt, dan zouden de bestaande international wetten in toepassing komen, volgens welke men wel wegens gewone, maar niet wegens politieke misdrijven kan worden uitgeleverd. Wanneer dus het vergrijp van Said Kalid slechts hierin bestaat, dat hij als kroonpretendent is opgetreden en wanneer derhalve zijne handelingen door politieke motieven zijn bestuurd, dan kan er van zijne uitlevering geen sprake zijn. Engeland zelf is in talrijke gevallen in de gelegenheid geweest dit beginsel toe te passen en met nadruk daarvoor op te komen. De Kiiln. Ztg. blijkt met juistheid de gedragslijn van de Duitsche overheid tegenover eene aanvraag om uitlevering te hebben voorspeldinderdaad is er een weigerend bescheid gegeven op het ver- zoek van Engeland om Said Kalid uit te leveren. De nieuwe sultan, die zijne verheffing aan den Engelschen beschermheer te danken heeft, Mahoud genaamd, is evenals Said Kalid een neef van den overleden sultanhij wordt geschetst als een man van 50 a 60 jaar oud, vreedzaam van karakter en goed gezind jegens de Engelschen. Tijdens deze crisis is hij kalm thuis gebleven. De verjaardag van H. M. de Koningin wordt heden ook te Botterdam met groote opgewektheid gevierd. De stad is vol vlaggen. Te 12 uur werd op de Yeemarkt parade gehouden door de Weerbaarheid en de Mariniers en te 2 uur bij het Park door de Schutterij. Om half drie was er orgelconcert in de Zuiderkerk en tegelijk waren er kinderfeesten op Feijenoord en andere plaatsen. Van gemeentewege worden heden avond op 2 plaatsen der stad volksconcerten gegeven. De officieren hadden een feestmaaltijd. Het feest werd ingezet Zaterdag met een uitvoering in den Doele door de //Vereeniging tot veredeling van Volksvermaken", alwaar het verbazend vol was. Na een prachtige zeereis arriveerde Zondag- morgen te half zeven in de Westerhaven te Bot terdam, het stoomschip Olaf Kyrre, komende van Bergen in Noorwegen. Onder de passagiers bevond zich Z. M. Leo pold II, Koning van Belgie, met zijne adjudanten baron Snog en baron De Wykersloot en twee bedienden. Z. M. reisde onder streng incognito onder den naam Graaf van Bavensteyn. Bij zijne aankomst te Botterdam werd de Koning verwelkomd door den heer J. B. Crol, directeur der stoomvaartlijn op Bergen. Z. M. had een onderhoud aan boord met den h(5er Crol en diens zoon, en betuigde zijne groote de populierenlaan ontmoet. Allen verklaarden eenstemmig, dat de onbekende een langen, grijzen mantel, een slappen, grijzen hoed met breeden rand had gedragen en dat zijn gelaat door een zwarten doek bijna geheel onkenbaar was. Eenigen zeiden echter, dat hij een mager man was, anderen beweerden hij was dik en gezet; sommigen zei den, dat hij lang was, anderen beweerden, dat hij slechts een middelmatige lengte had. Over andere bijzondere eigenaardigheden van dien man, b. v. zijn gang, was niets met zekerheid vast te stellen. De meesten meenden zich nu te herinneren, dat hij zijn gelaat van hen afgekeerd had gehouden. Kortom, alles bewees, dat de man op volmaakte wijze alle voorzichtigheidsmaatregelen had genomen om een latere herkenning van zijn persoon zoo moeilijk mogelijk te maken. Volgens alle verklaringen was de heer Von Dobel krachtiger van lichaamsbouw dan zijn tegenstander. En dit verklaarde het voorne- men van den moordenaar een eigenlijken strijd met zijn slachtoffer te vermijden en hem in den slaap of in een toestand van verdooving te overvallen. 1 e Steinfurt werden de heeren 's avonds om streeks tien uur gezien. De heer Yon Dobel nam twee kaartjes eerste klasse voor den nacht- trein naar de residentie, die zestien minuten over tienen zou vertrekken. Het kwartiertje wachten brachten de heeren door met buiten het landelijke station been en weer te wandelen. De duisternis maakte een nadere beschouwing van den vreemde- ling geheel onmogelijk. Hij werd door de lieden, die den bankier kenden, voor zijn gast aangezien. Zij schenen vroolijk met elkaar te praten. Hierbij sloot zich de verklaring aan van den conducteur, dat de heer Von Dobel bij aankomst van den trein den eenigen coupe eerste klasse had laten openmaken en, toen in dezen reeds twee personen zaten, in de tweede klasse had plaats genomen, waarbij hij tegen een rijke fooi had bedougen, dat hij met zijn reismakker ge durende de reis ongestoord zou blijven. Tegen elf uur kwam de trein te Berghausen en daar was Schwerdtner ingestapt. Het stond vast, dat de moordenaar zijn slacht offer en den toevallig aanwezigen passagier in een staat van verdooving had gebracht en de misdaad omstreeks twee uren na middernacht had gepleegd. Als Schwerdtner zich niet vergiste en de bankier zijn aanvaller werkelijk bij den naam had geroepen of een angstkreet had geslaakt, dan moest dit gebeurd zijn op het kritieke oogenblik, dat de doodelijke wond werd toegebracht en de ongelukkige geen t'jd meer had om zich te weer te stellen, want aan alles was duidelijk te zien, dat er geen wor- steling had plaats gegrepen. De misdadiger had stellig zijn slachtoffer met een enkele, krachtige beweging de keel doorgesneden. Hij trok het moordwerktuig niet eens uit de wond, blijkbaar om zich zoo weinig mogelijk met bloed te bezoedelen. De portefeuille benevens een kostbaar horloge met ketting, die de heer Von Dobel bij zich had gehad, waren door den moordenaar gestolen. Doch dit was nog geen stellig bewijs, dat hij de daad had gepleegd om zich met de verdwenen voor- werpen te verrijken. Wellicht had hij die mee- genomen, om te doen denken aan moord, om voor zijn diefstal buiten straf te blijven; daardoor zouden de nasporingen in een verkeerde richting tevredenheid over de zeereis en de behandeling aan boord van de Olaf Kyrre. Aan den kapitein van het stoomschip, den heer G. H. Leffers, stelde Z. M. een zeer vleiend eigenhandig schrijven ter hand. Op de heenreis had de Koning den heer Leffers een kostbare diamanten doekspeld geschonken. Na aankomst te Botterdam begaf Koning Leopold zich met zijne adjudanten in een gereedstaanden landauer naar de B. K. kerk van den Heiligen Ignatius van Loyola aan den Westzeedijk en woonde daar de godsdienstoefening bij. Na afloop der godsdienst-oefening begaf Koning Leopold zich met het rijtuig naar het woonhuis van den heer J. B. Crol aan de Westersingel en vertoefde aldaar eenige oogenblikken. Daarna werd een rijtoer door de stad gemaakt en nam de Koning enkele bszienswaardige stadsgezichten in oogenschouw. Het bleek dat de Koning bijzonder over zijn reis naar Noorwegen tevreden was en over de wonderen der natuur aldaar aanschouwd. Gedurende de zeereis was Koning Leopold de eenige passagier die niet zeeziek was. Z. M. hield verblijf in de hut van kapitein Leffers, die op het dek is geplaatst en die de kapitein van de Olaf Kyrre aan den hoogen passagier had afgestaan. Te 9 uur zes minuten vertrok Z. M. en gevolg van het Beursstation met den gewonen sneltrein naar zijn paleis te Laeken. Bij koninklijke besluiten van 24 en 28 Augustus jl. hebben minstens een 230tal be- noemingen in de orde van Oranje-Nassau en van den Nederlandschen Leeuw plaats gehad, onder v elke benoemingen wij voor Zeeland alleenig aan- treffentot officier in de orde van Oranje-Nassau de majpor G. A. de Bruyu van het 3de reg. inf. tot ridder dier orde de heer D. A. Dronkers te Middelburg, voorzitter van het bestuur van het waterschap Walcheren; de eere-medaille dier orde in goud verleend aan den kapelmeester N. A. Bouwman van het 3de reg. inf.in zilver aan den serg.-maj. T. Bakker van het algemeen depot van disciplinein brons aan den soldaat A. Leeuwe yan het 3de reg. inf.ged. bij het instructie-bat. in zilver aan den heer D. van der Meyden, hoofd- cond. bij de staatsspoorwegen te Vlissingen. Een schrijver in „De Locomotief" hangt een somber beeld op van den toestand in Atjeh. Ziekten maken menige slachtoffers en het leger heeft zooveel verliezen geleden dat eene volledige aanvulling bijna niet meer mogelijk is. Artillerie, gedaan kunnen worden. Volgens verklaring van den kamerdienaar des bankiers moest in die por tefeuille ook de brief geweest zijn, welke de uit- noodiging bevatte tot de noodlottige samenkomst der beiden. Misschien had de afzender daarin redenen weten op te geven, waarom de bankier den brief moest meenemen naar de plaats van samenkomst. Onder de papieren van den bankier was op //Murnau" althans niets te ontdekken, wat met den moord maar eenigszins in verband kon worden gebracht. Het stond nu echter vast, dat de misdaad niet in een oogenblik van drift gepleegd wasfc doch dat deze lang van te voren op behendige, slimme wijze was voorbereid. Dit bewezen de geprepareerde sigaren en de chloro formverder de kleeding van den moordenaar, die zijn gestalte zoo goed verborg en na de misdaad met een enkelen ruk kon worden afae- worpen. En zoo goed als hij de letters uit den zakdoek met chloroform had verwijderd, had hij ook de voenng uit den grijzen hoed gerukt omdat die waarschijnlijk den stempel droeg van de firma, die hem had verkocht en dus eenig spoor zou kunnen gevonden worden. Een misdadiger, die zoo tot in kleine bijzonder- heden zijn maatregelen had genomen, had ook zeker zeer voorzichtig zijn vlucht bewerkstelligd. Onder het rijden had hij stellig den coupe ver laten, was langs de loopplanken naar het achtereind van den trein geslopen en had daar gewacht, tot de trein nabij een station in snelheid verminderde, om er af te springen en zijn vlucht onbemerkt over de velden voort te zetten. Men zocht in de omgeving van alle stations, die de trein na twaalf uur gepasseerd was, doch Pit blad verscliijut Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, nitgezonderd op Feestdageu, bij den uitgever TP. J. VAX DG 8AXDG te Ter Semen. Burgemeester en Wethonders van TER NEUZEN brengen ter tennis dat de lijst van kiesge- rechtigden voor de Kamer van Koophandel en Eabrieken aldaar ter secretaire der gemeente gedurende acht dayen, ingaande 1 September a. s., voor een ieder ter inzage wordt nedergelegd en dat bezwaren tegen die lijst, hetzij die den klager, hetzij die andere personen betreffen, gedurende acht dayen, te rekeneu van 1 September a. s., bij den gemeenteraad kunnen worden ingebracht. Ter Neuzen, 31 Augustus 1896. Burgemeester en Wethouders, J. A. VAN BOYEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1