No. 3334. Zaterdag 25 Juli 1896. Algemeen Nieaws- en Advertentieblad Zeenwsch-Vlaander i4TOTlii~in.ira. Sm da eer vaa ilja iiemengde berichten. 36e Jaargaog. VOOf Binnenland. Telegrafische berichten. ABOHNEMENT Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Pranco per postYoor Nederland 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Yoor Amerika 1,32|. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADYEETENTIEN: Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij tiirecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecbts tweemaal berekeud. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij deze courant behoort eeu bijvoegsel. Oproeping ran groot yerlofgangers ter op- komst in werkelijken dienst. De Indische correspondent van bet Hdbl. seint onder dagteekening van gisteren //Twee bataljons liebben gisteren een tocht naar Tjot Bang en Senelop ten oosten van onze stelling in de XXVI Moekims gemaakt. Onze troepen ondervonden hevigen tegenstand. Gesneuveld zijn acht, gewond zes-en-dertig min- deren. Ben officier en twintig minderen werden door de warrnte bevangen. Een Europeesch soldaat van den pofet Siroen is gedeserteerd met medeneming van zijn beaumont- geweer en patronen". Bij het departement van kolonien is het vol- gende telegram van den gouvern.-generaal van Nederlandsch-Indie, onder dagteekening van gisteren, ontvangen Gisteren naar ICroeng Gloempang en Senelop. Bij terugmarsch waren talrijke benden in de V Moekims Montassik. Gesneuveld twee en gewond 42 militairen beneden den rang van officier. FEUILLETON 25) Toen bij verder ging, ontdekte hij Horner, die nog op dezelfde plaats zat. Hij had de hand van het meisje gegrepen, zijn gelaat dicht bij het hare gebraeht en sprak op zachten, doch levendigen toon tot haar. Zij hield haar rol goed vol en luisterde schijnbaar oplettend naar hem; alleen haar bleek gelaat bewees, hoe zwaar de opofferiim haar viel, maar dit ontging Horner geheel. ,/Laat ons deze ontmoeting als een beschikking der Voorzienigheid beschouwen, schoone Elsa," sprak Horner, terwijl hij trachtte nog dichter naar het meisje te schuiven, dat schuw terugweek. »Ik moet u reeds ergens gezien hebbenonafge- broken pijnig ik mijn geheugen om mij te herin- neren, waar dat kan geweest zijn; maar om'teven, misschien heb ik maar alleen van u gedroomd. Men zegt toch, dat men in een droom de toekomst leert, waarschijnlijk heb ik zulk een droom gehad." Zonder dat Horner het gewaar werd, was Loder onder deze woorden binnengekomen. //Dan schijnt gij een slecbt droomuitlegger te zijn, vriendje, dacht liij, terwijl hij beiden vrien- delijk toeknikte. Loder bevond zich werkelijk in een goed humeur; hij kon zich nu wel overtuigd houden, dat hij zijn doel bereikt had en dat morgen al zijn meer- deren hem bewonderen en zijn collega's hem beniiden zouden. Een blik op het gelaat van Augusta bewees hem, dat het meer dan tijd was haar te hulp te - Onder dagteekening van gister seint men aan het Hdbl. Gisteren zijn drie bataljons uitgerukt naar Lamnga. Onze troepen verrasten het bekende bendehoofd Nja Makam. Deze sneuvelde, terwijl zijn vrouw, kinderen en acht-en-vijftig volgelingeu in onze handen vielen." Bij het departement van kolonien is gisteren het volgende telegram ontvangen van den gouver- neur-generaal //Gisteren Lamnga omsingeld. Nja Makam gevangen genomen en gefusileerd. Geen verliezen onzerzijds. Kolonel Stemvoort bezocht VI en IV Moekims. Toestand gunstig. Terugkomen der bevolking toenemend." Het sneuvelen van Nja Makam bij den overval te Lamnga is een buitenkansje, in 't bijzonder voor Sumatra's Oostkust. Van af 1881 heeft geen bendehoofd het ons daar zoo lastig gemaakt als hij er zijn invloed en aanzien onder de bevol king, haven er ons handen vol werk. Zijn laatste optreden in het Tamiangsche dagteekend van 1894 en het krachtig optreden van kolonel V. d. Pol bij Tempat Toenga, waar de vijand 84 dooden in onze handen liet, maakte destijds een einde aan zijn agitatie. Hij trok zich na die nederlaag terug in Groot- Atjeh, van waar hij afkomstig was, en ziekelijk en op voorspraak van Toekoe Oemar, onderwierp hij zich aan ons gezag. Te Kota Badja was hij korten tijd onder behandeling van Europeesche geneesheeren, die echter weinig hoop hadden op zijn herstel. Hij werd intusschen beter en leefde kalm en rustig tot dat Toekoe Oemar ons afviel. Over zijn persoonlijken invloed op Sumatra's Oostkust was de meening, vooral in den beginne, zeer verschillend. Sommigen zagen in hem slechts een roover, die geen kern van tegenstand rondom zich kon verzamelen, anderen daarentegen een zendeling van den pretendent-sultan. Zijn aanhoudend door- dringen tot Tamiang en een keer zelfs tot Langkat bewijst dat de Maleier dier streken hem ter zijde stond. Hij zelf, werd gezegd, vocht niet mede. hij hitste de bevolking slechts aan tot den strijd tegen de Kompanie. Afkomstig uit de voorname priesterschool van Lamnga, was hij meer priester dan soldaat. Zeker is het dat hij voorloopig op de Oostkust geen opvolger heeft en dit is van zeer groote beteekenis. In de //Limb. Koerier" betoogt de 2" luite- nant L. Coenegracht, dat het nieuwe Nederlandsche Mannlicher geweer een deugdelijk wapen is, bovenaan staande in de rij van alle bekende oorlogswapenen, komen, want dat haar moed tot het uiterste was beproefd. Hij nam zelfs tranen in de schoone meisjesoogen waar, blijken van schaamte en ver- ontwaardiging over de vrijpostigheid van den verfoeienden man, aan wiens liefdesverklaringen zij machteloos was prijsgegeven. De commissaris schoof haastig een stoel tusschen Augusta en Horner, waarvoor het meisje hem een erkentelijken blik toewierp, terwijl zij plaats voor hem maakte, waarin de man, ofschoon met merkbaren weerzin, haar voorbeeld volgen moest. //Ziezoo, kinderen, daar ben ik weerriep Loder en liet zich met een smak op zijn stoel vallen. z/Ge zijt lang weggebleven, vadertje," zeide Augusta met een vruchtelooze poging om te glimlachen. Dat kan ik niet zeggen," sprak Horner en zag daarbij Augusta smachtend aan. ,/Mij is het, alsof mijnheer zooeven eerst was heengegaan. Inderdaad, het geluk, mij in zulk bekoorlijk ge- zelschap te bevinden, deed mij de uren als se- conden voorkomen." De commissaris lachte over dit lompe com pliment. //Wacbt maar, oude jongen," dacht hij, ,/straks zullen de seconden u wel uren toeschijnen." En luid vervolgde hij z/Ik breng een heele verzameling nieuwtjes mee. Dat ik zoo lang weggebleven ben, kwam, omdat Holdertmaar dat kan ik u onderweg wel vertellen. Wij gaan nu naar den Planten- tuin, waar wij Holdert met een heel gezelschap ontmoeten en gemeenschappelijk soupeeren zullen." Augusta zag den commissaris ontsleld aan. en dat het in Oostenrijk afgekeurde geweer niets met het onze gemeen heeft dan den naam. Hij, die de beide wapens gelijkstelt, heeft ze nooit gezien, zegt hij. De //Koerier" verklaart, later op deze beschou wing te zullen antwoorden, die daarom vooral zeer vreemd is, omdat men inderdaad onmogelijk kan aannemen, dat het kamerlid De Bas, ex-kapitein van het leger, zulk een bole zou hebben geschoten in een zaak, waarvan hij een bijzondere studie heeft gemaakt. Niet onmogelijk schijnt 't dus, dat de 2e luitenant eerlang op zijne beurt zal moeten worden terechtgewezen. TEH NEUZEN, 24 Juli 1896. St. Ct. 172 bevat de statu ten der vereeniging //IJsclub Ter Neuzen" te Ter Neuzen. Zaamslag. In de Donderdag jl. gehouden vergadering van den dijkraad der waterkeering van de calamiteuze polder Margaretha c. a. werd de rekening over 1895/96 voorloopig vastgesteld m ontvaug op 18838,35£ en in uitgaaf op f 19002,78L de begrooting voor 1896/97 werd in dier voege gewijzigd, dat daarin werd opgenomen pensioen aan de wed. C. Muller en kosten van verzekering van pensioen aan de eventueel door den opzichter na te laten weduwe. lot opzichter werd, ter vervanging van wijlen den heer C. Muller, benoemd de beer J. C. Eijke, werk baas bij voormelde waterkeering met 10 van de 16 stemmen; op de heeren W. Gabrielse en 111. de Bijke te Middelburg, waren respectivelijk 4 en 2 stemmen uitgebracht. Besloten is om het aantal waterbouwkundige ambtenaren te bepalen op een, zoodat in de openge- vallen plaats van werkbaas, niet zal worden voorzien. Axel, 23 Juli. Bij het heden te 's Hage ge houden notarieel Staatsexamen, slaagde voor het tweede gedeelte o. a. de heer J. A. Dregmans van Axel, te Arnhem. s Giav enhage, 24 Juli. Het Gerechtshof bevestigde heden het vonnis der Middelburgsche Bechtbank veroordeelende tot een jaar gevangems- straf M. L., bierhuishouder, en J. L., schipper, te Ter Neuzen, wegens mishandeling van den Inspecteur van politie Klaassende schipper bovendien wegens opruiing. De gedachte, weer naar een ander koffiehuis te moeten, kwam haar verschrikkelijk voor; doch Loder wierp haar een geruststellenden blik toe, als wilde hij zeggen "Heb nog maar even geduld, lief kind, ge zult eerder ontslagen worden, dan ge wel denkt." Ook Horner scheen het onwelkom, op te moeten breken. z/Wij zitten hier zoo recht gezellig," sprak hij, z/en ik houd niet van vreemde gezichten." z/Ik heb nu eenmaal mijn woord gegeven," hernam Loder. //Irouwens, op de plaats waar ik u brengen zal, is het misschien nog stiller dan hier, ga dus maar mee, vriendlief, ga dus mee het is vreemd, maar ik heb nu eenmaal zulk een zwak voor u, dat ik u niet gaarne uit het oog zou verliezen." Horner glimlachte gevleid, zonder eenig ver- moeden, wat de eigelijke bedoeling van die woorden was. Ook viel het hem niet op, dat de zoo- genaamde rentenier, die een 20 markstuk op tafel wierp n u eensklaps specie had De kelln'er wilde geld teruggeven, doch Loder maakte een afwijzend gebaar en riep z/Laat maar, ge kunt de rest behouden." Inmiddels vond Horner gelegenheid om Augusta in te fluisteren z/Denk eens over mijn woorden na, Elsaga met mij naar Amerika, daar zult gij feerst schoone dingen zien." Loder kwam weer tusschenbeiden. Op een wenk van hem bleef Augusta een paar schreden achter en nu verliet hij zij aan zij met Horner het lokaal. Op hetzelfde oogenblik stonden de twee heeren, Te Scheveningen is een gezelschap van 80 Amefikanen afgestapt, dat een rondreisje door ons land maakt. Volgens eene verklaring van den heer Louis Begout kan er in het stadium, waarin de kwestie der werkstaking te Maastricht thans verkeert, van een verzoeningsraad geen sprake meer zijn. burgemeester van Borculo heeft den nieuw benoemden secretaris bij zijn installatie als volgt toegesproken //Mijnheer de secretaris Het is de eerste maal dat ik u met dien titel aanspreek. Gij zult mij kunnen vergeven en u kunnen voorstellen, waarom ik niet met een straal van woorden en loftuitingen u ben tegemoet gekomen. Had ik zulks gedaan, dan ware ik van huichelarij te betichten, en ik ben wars van alles wat huichelarij is. Het was de zoon van een vriend van mij, waarvoor ik met open vizier heb gestreden. Ge zult nooit kunnen zeggen,/de burgemeester, waarmee ik samenwerk, heeft ze achter de mouw." Ik sta hier open en rond tegenover u. Toen ge bij mij kwaamt, vroeg u of ik een familielid wenschte benoemd te zien, dat u zich dan zoudt terugtrekken. Dit was schoon van u gehandeldhierdoor hebt u bewijzen gegeven, dat ge uwe positie begrijpt, uwe positie waardig zijt. Maar ge weet ook dat ik toen geautwoord heb, dat ge u niet zoudt terugtrekken, dat ik mij voor een familielid zou beijveren, doch dat ook u het beste beentje zoudt voorzetten om benoemd te worden. De Baad, die u met een complex van elf eenheden benoemde, meende in uw brein te zien weggelegd een schat van studie en weten- schappen, die ik hoop in uwe werkzaamheden zoo zullen schitteren, dat ze lang nog mogen doorstralen, Als vijand sta ik niet tegenover u, doch als vriend evenmin, want wij kennen elkander niet en onbekend maakt onbemind. Ik hoop, dat de hand, die u hier wordt toege- stoken, door u zal aangenomen worden, dat onze samenwerking van dien aard zal zijn, dat ge nooit zult kunnen zeggen ,/ik heb berouw die hand aangenomen te hebben." 1 Juli. Gelukkig voor de leveranciers van stroohoeden en andere zomerartikelen, maar minder gewenscht voor de handelaren in parapluies is het dat St. Margriet Maandag heeft goedgevonden het met te laten regenen. Volgens de volksopinie die vooraan in de zaal zaten, op en gingen even- eens heen, zonder hun flesch uit te drinken. Zij waren daarbij zoo onbeleefd, de jongedame, die te gelijk aankwam, niet te laten voorgaan in- tegendeel drongen zij tusschen Augusta en de beide mannen voor haar in en volgden laatstge- noemden bijna op den voet. Loder achtte het oogenblik nu gunstig om het masker af te werpen. Ongemerkt tastte hij in den zak en "haalde daaruit een metalen voorwerp, dat hij in de linker- hand verborg. Nu wendde hij zich eensklaps tot Horner. //Nogmaals, onze voortdurende vriendschap De rand daarop, kameraad Met een joviale beweging stak hij hem de rechterliand toe, waarin Horner zonder argwaan de zijne legde. Krachtig omklemden de vingers van den com- nissaris deze hand, terwijl hij, snel als de gedachte, het metalen voorwerp, een haudboei, om den pols draaide. //Nu, nu, wat beteekent dat?" vroeg Horner. Hij wilde zich verzettenmaar op hetzelfde oogenblik werden zijn armen door vier krachtige vuisten van achteren aangegrepen, zoodat hij zich met verroeren kon. legelijkertijd had Loder ook de linkerhand van Iorner in eeu boei gesloten. z/Dat beteekent, beste vriend," antwoordde Loder, z/dat ik mij zoo lang mogelijk van uw aangenaam gezelschap wil verzekeren." En terstond daarop, met zijn natuurlijke stem //In naam der wet, Herbert Horner, neem ik u gevangen. Volg mij zonder verzet." IE1IZE1SCIE COIIRMT. MIt blad verschijnl WoenstlaK- Vrijda^avond, uitgezomlerd op Feestdasen, bij den nitgever I*. J>. VAUF De burgemeester der gemeente TER NEUZEN geeft kermis dat de milicien-verlofgangers dezer gemeente, behoorende tot het derde regiment infimterie, JACOBUS JANSEN, JACOBUS CORNELIS VER- LINDE, JANNIS BIETER VAN HOEVE, LEVINUS REINIER DE WITTE, MARINUS VAN ES JACOB JOHANNES JOLIJT, WILLEM DE FEIJTER, ADRIAAN JACOB VAN DER WERF en MARINUS JOHANNES VAN DIXHOORN, alle yan de lichling 1892 en JOZIAS JACOBUS MEIJER, JAN DANIEL VAN DE WEGE, GERARDUS JOHANNES MINNIK, DAVID VERSLUIJS.KRIJN VAN PIENBROEK.EGGE BARKER CHRISTIAAN BARKER en JAN VAN DOEZELAAr] alle van de lichting 1893, zich op den 11 Augustus 1M9B, des namiddagsvoor vier uren, bevinden moeten bij hun korps, voorzien van hnn verlofpas en van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen, bij vertrek met groot verlof mede genomen, teneinde in werkelijken dienst te worden gesteld wordende hen onder het Oog gebraeht dat de veriofganger, die in gebreke blijft op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, bij zijne latere opkomst zooveel langer in dienst zal worden gehouden en dat, volgens art. 145 der militiewet, hij, die niet aan de oproeping voldoet, als deserteur zal worden behandeld. Aivorens naar hun korps te vertrekken, zullen zij zich behooren aan te raelden bij den ondergeteekende Ter Neuzen, den 22 Juli 1896. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN ROVEN. ME 8AHJME te 'Fee Keuzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1