Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen No. 3326. Dinsdag 7 Juli 1896. 0® de eer vaa sijn, moeder. 36e Jaargang. Binnenland. ABONNEMENT Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika 1,32$. Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busliouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. Overzicht. Yolgens eeu telegram nit Konstantinopel aan de Herald heeft de proclamatie van den Sultan een uitmuntenden indruk gemaakt te Canea. Voorts zou de Porte tot overeenstemming met de mogend- heden gekomen zijn tot herstel van de rust op Creta. In weerwil daarvan het is weer aan een cor respondent van de New-York Herald dat het verteld wordt achten de gezanten het noodig, dat van de Porte geeischt worde, dat zij //alle vijandelijkheden stake", en dat, bij weigering, de vreemde oorlogsschepen troepen aan land zullen zenden. Arm TurkijeHet geeft alles toe, wat de vreemdelingen willen, de Cretenzers verslaan de Turksche troepen keer op keer, Koerden, Perzen en Armeniers brandschatten het land in de buurt van Van, bij overmaat van ramp deserteeren de troepen bij Yeddah, steken de Drusen weer het hoofd op, die een Turksche colonne met achttien officieren totaal in de pan hakten, staan moeilijk- heden met Griekeuland, Macedonia en Syrie voor de deur en dan eischt men van Turkije, dat het de vijandelijkheden staken zal en wordt het bedreigd met de oorlogsschepen van de groote mogendheden. Het zijn niet alleen de afwezigen, die altijd schuld hebben, het zijn ook en in de eerste plaats de zwakken. Het schijnt, dat de vriendelijkheden van Duitsch- land tegenover Li-Hun-Chang en omgekeerd toch hier en daar achterdocht gewekt hebben. De Chineesche diplomaat toch vond het noodig aan een diner, Donderdag te zijner eer te Keulen gegeven, uitdrukkelijk te doen verklaren, dat zijn bezoek aan Duitschland niet tot misverstand aan- leiding mag geven. Hij was namelijk alleen in dit land gekomen, teneinde de betrekkingen tusschen China en Duitschland te verbeteren en van deze gelegenheid had hij geprofiteerd, om zich wat meer op de hoogte te stellen van de Duitsche industrie, waarover hij een rapport naar China hoopte mede te nemen. Het Britsche Lagerhuis behandelde eergisteren de begrooting van buitenlandsche zaken, bij welke gelegenheid door vice-Minister Curzon, in antwoord op een tot hem gerichte vraag, werd medegedeeld, dat het nieuws uit Creta gunstiger begint te worden. Er heerscht zekerlijk nog spanning, maar de toestand verbetert. De gezanten te Konstan tinopel komeu schier dagelijks bijeen en blijven het voortdurend volkomen met elkander eens. Daaraan is het dan ook toe te schrijven, dat de Porte de vier hoofdeischen inwilligde. Engeland FJEUILLETQN. z/Alleen de hond had mijn aandacht gctrokken," antwoordde hij. //Ik had hem wel willen koopen maar als hij zoo kwaadaardig is ,/Ach, dat is jammer, dan had mijnheer Horner hem niet behoeven dood te schieten," zeide de kellnerin. „Verleden week heeft hij het aan zijn vriend beloofd." //Hoe heet zijn vriend vroeg Loder onverschillig. De kellnerin haalde de schouders op. z/Dat weet ik niethij was een onaangenaam mensch. Nu hebben we hem in een paar dagen niet gezien hij zal vertrokken zijn, meent mijnheer Horner, hij heeft het maar niet kunnen verkroppen, dat Turk hem had gebeten en hij hem daarom moest laten doodschieten." //-Nu, gij schijnt met mijnheer Horner zeer bevriend te zijn, dat hij u dat alles vertelt," schertste de coinmissaris, terwijl hij een grooten slok uit zijn glas nam. //Zoo'n klein vrije- njtje, wat De kellnerin lachte. //Wat denkt u wel, zoo'n leelijkerd zeide zij, bijna gekrenkt. //Van verliefden aard is hij zeker; als men hem maar vriendelijk aankijkt, dan denkt hij terstond aan trouwen, vooral in den laatsten tijd, want hij heeft pas een erfenisje gekregen, en nu zou hij wel de eerste de beste willen trouwen, die hij op straat tegenkomt, zoo n verliefde zot als hij is. Maar eer ik er zoo een nam wenscht in deze niet anders op te tredeu en te handelen dan in overleg met de mogendheden, onder welker gezamenlijken druk de Porte moet worden overgehaald. Engeland zal daarmede even ver gaan als de overige mogendheden. Alleen en afgezonderd op te treden in deze zou even nadeelig "voor Creta als voor den Europeeschen vrede wezen. De heer Curzon voegde er bij, dat de Porte de vier eischen der gezamenlijke mogendhedeu be- treffende Creta ter onvoorwaardelijke en onmid- dellijke uitvoering heeft aanvaard. Door den Minister Chamberlain werd, in ant woord op tot hem gerichte vragen, verklaard, dat geenerlei grond bestaat voor de onderstelling als zou sir Hercules Robinson na zijn herstel niet op zijn post als gouverneur der Kaap-kolonie terugkeeren. Hij is ziek geweest maar nu veel beter en denkt reeds weer over de terugreis. Van Engelsche bewoners van Buluwayo dus vervolgde Chamberlain is sedert de aanneming van Rhodes ontslag nog niets vernomen. Maar ik heb vervolgde Chamberlain van tweehonderd Transvalers, die naar Rhodesia zijn geimmigreerd, bericht ontvangen, dat zij in Rhodes en diens staatkunde vertrouwen stellen. Zonder dat het met zooveel woorden wordt gezegd, vermoed ik toch, dat zij met hun schrijven den wensch willen te kennen geven, dat hij andermaal met het bestuur worde belast (sic). Merkwaardig welwillend en scherpzinnig is die heer Chamberlain toch, waar het geldt tusschen de regels dingen te lezen, die hem aangenaam zijn. Het moet van hem getuigd worden, dat hij geen enkele gelegenheid ongebruikt liet om Rhodes schoon te wasschen, al is het ook maar hier en daar en met een enkelen veeg. In de Fransche Kamer van afgevaardigden heeft eergisteren de Minister van Financien het voorstel tot heffing eener belasting van de rente der Staatsschuld, dat in de vorige zittingen door den oud-Minister Ribot en Rouvier zoo fel was aangevallen, ten krachtigste verdedigd. Wij zijn overtuigd, sprak Minister Bochery, van het onvoorwaardelijk recht van den Staat, om die rente te belasten. Voor het ontwerp door haar werd ingediend, heeft de Regeering wel degelijk overwogen, welke gevolgen daaruit voor Frankrijk's crediet zouden kunnen ontstaan, en toen zij besloot, op de rente het algemeene recht toe te passen, had zij de zekerheid ver- kregen, dat dit crediet daardoor geenszins zal worden geschaad. De dreigende belasting is dan ook niet de oorzaak van de daling der laatste Zij zweeg en stootte den commissaris vertrouwe- lijk met den elleboog aan. z/Kijk toch," fluisterde zij, ,/daar gaat hij juist langs ons heen." Hierbij wees zij een baardeloos, in het oogvallend leelijk man aan, die in de kleeding van een welgesteld werkman langzaam door de tamelijk bezette zaal liep om een plaats te zoeken. Juist ging hij het tafeltje van den commissaris voorbij, zonder op dezen te letten; alleen de kellnerin kninkte hij vriendelijk toe. Het meisje maakte een spottende beweging aehter zijn rug. z/Dat is hij nu," zeide zij. //Kijk maar, hij vindt weer geen plaats, ofschoon er toch stoelen genoeg zijnmaar hij moet een tafeltje alleen hebben. Komt er dan een heer bij hem zitten, dan kijkt hij dien aan, alsof hij hem op wil eten maar als er een dame komt, dan moet ge eens wat zien. Is zij maar een beetje mooi, dan doet hij haar binnen het uur al een liefdesverklaring." De commissaris maakte een schertsende opmer- king, dronk zijn glas leeg en gaf het aan de kell nerin terug, die er lachend mee heenging om het te laten vullen. Een oogenblik later bracht zij het vol terug. zette het voor den commissaris neer en ging toen andere klanten bedienen. Wie den kalmen man daar behaaglijk zijn sigaar had zien rooken en zijn bier drinken, zou niet vermoed hebben, hoe onrustig zijn geest tearelii- kertijd bezig was. Loder twijfelde er geen seconde meer aan, dat hij den zoo ijverig gezochten vriend van den ver- moorde in Horner voor zich had. Wat nu echter te doen De commissaris was wel een man van dagen, maar van den onzekeren toestand, hangende de beraadslagingen. //Zoodra de belasting is goedgekeurd" profeteerde de Minister //zult gij eene rijzing aanschouwen. Ik herhaal dus de belasting op de rente der Staatschuld zal aan het nationaal crediet geen afbreuk doen Lit Delft meldt men het volgende Delft had Yrijdag haar gewoon kalm aanzien tot ongeveer een uur voor den aanvang der plechtig- heid, toen de militaire macht de straten en grachten ging bezetten. Achter de haag van soldaten vormden zich toen talrijke groepen, terwijl de vensters der huizen, waarlangs de stoet zou bewegen, door nieuws- gierigen waren bezet. De trein met het stoffelijk overschot kwam op den vastgestelden tijd aan, de rouwwagen vormde het achtergedeelte en de autoriteiten, die voor de plechtigheid waren aangewezen, stonden voor de plek, waar de spoorrijtuigen stilhielden. De adjudant Jhr. Van de Poll stelde zich aan den burgemeester van Delft voor. Inmiddels werd het zegel, dat aan het slot van den vervoerwagen was bevestigd verbroken door den adjudant baron Sirtema van Grovestins. Het allereerst werden de prachtige bloemstukken uit Italie op de urn gelegd en vervolgens droegen eenige onderofficieren het met vlaggedoek bedekte kistje naar de met zwartrouwlaken overtrokken baar. Op dit oogenblik brachten alle militairen en officieren het eere-saluut. Generaal Verspijck trad naar voren en legde uit naam van H.H. M.M. een krans op de achtkantige kist neder. Deze krans was samengesteld uit lauwerbladen en rustte tegen twee palmtakken, een en ander bevestigd door twee satijnen oranjelinten, op het eene de gekroonde W., op het andere de gekroonde E., afgezet met gouden franje. Statig en in diepe stilte schreed men langs een hellend perron naar het buitenplein, alwaar de trompetters der cavalerie een marsch bliezen, zoodra het gevolg in het gezicht kwam. Op de affuit was reeds bevestigd een houten bekleedsel in den vorm van een lijkkist. Op deze verhevenheid werd het omhulsel met het prinselijk overschot, dat de gedaante had van een Katafalk, bekleed met zwart laken met 6 Oranjebiezen en Oranjelint verzegeld. Deze urn werd echter aan het oog onttrokken door de bedekking met de Nederlandsche vlag. kalm overleg, maar tevens gewoon doortastend te handelen. Hier echter, in dit bijzonder ingewik- keld geval, kon hij het zoo gemakkelijk niet met zichzelf eens worden. Het eenvoudigst zou zeker geweest zijn, zich zonder veel omslag van den persoon van Horner te verzekeren. Evenwel dacht de commissaris er niet aan, dien maatregel aan te wenden. Hij begreep maar al te duidelijk, dat hij daarmee een onherstelbare fout zou begaan. Wanneer men het goed beschouwde, dan bestond er tegen Horner niet eens een reden tot verdenking, laat staan eenige zekerheid, dat hij tot de misdaad in betrekking stond. Voor zichzelf was de commis saris wel overtuigd, dat de man, die daar dicht bij hem, aan een afzonderlijk tafeltje de courant zafc te lezen, de werkelijke moordenaar wasmaar als geoefend politieman begreep hij, dat deze overtuiging hem voorloopig nergens toe diende. Niemand kon slechts de geringste aanwijziug geven, dat Horner, op den tijd dat de moord gepleegd moest zijn, in de woning van Dorner was geweest, en dat was toch in de eerste plaats noodig. De commissaris kon slechts met moeite zijn lust bedwingen, Horner persoonlijk te visiteeren. Waarschijnlijk had deze de 20.000 mark, aan de Nationale bank ontvangen, voor het grootste gedeelte bij zich. Het geld was hoofdzakelijk in rollen, elk van 50 twintigmarkstukken uit- betaald, waarvan Loder de nummers had genoteerd. De commissaris had eerst nog het voornemen gehad, de nummers openbaar te maken, ten einde op die wijze het spoor te vinden van den man die den wissel had aangebodenthans loofde hij Wat aan den tocht door de stad vooral praal bijzette, waren de omvangrijke bloemstukken, die het voertuig met het gebeente van den prins om- gaven en als het ware een zich voortbewegenden tuin vormden te midden van het militair cordon. Twee onderofficieren droegen een peervormigen krans vooruit. Blijkens de opschriften was het een nederige hulde van den prefect van Padua. De ster van witte bloemen, die zich boven dit samenstel van de met wapens en wapenschilden doorwerkte bloemen verhief, was reeds uit de verte zichtbaar. Twee andere kransen waren aan de affuit gehangenop een daarvan kwamen de jaartallen voor: 17991896. De trein trok in de beste orde door de straten, vol nieuwsgierigen, en kwam ten 12§ uur op de Markt aan, die te weerszijden van een breede afgezette strook vol volk stond. Zaterdagmiddag kwartier voor 2 is het Chineesche gezantschap met een extra trein te 's Gravenhage aangekomen. De adjudant der Koningin kapitein ter zee Zegers Veeckens en de ordonnans-officier luitenant Loudon waren het gezel- schap tegemoet gereisd. Li-Hung-Chang was gekleed in gala-gewaad, van gele zijde. Op het perron waren autoriteiten in gala-costuum. Na een kort oponthoud in de koninklijke wachtzaal, die met groen en planten was versierd, begaf de mandarijn zich naar het hofrijtuig, waarin hij, met de vertegenwoordigers der Koninginnen naast zich, naar het /Hotel des Indes" reed, begeleid door cavalerie en bereden politie. Er waren veel nieuwsgierigen op de beeri, vooral bij het hotel, van welk gebouw de Chineesche vlag (een zwarte draak en een roode zon op een geel veld) tusschen de Nederlandsche en Bataviasche vlaggen ontplooid is. Aan den ingang boden de dochters van den directeur, den heer Wirtz, den gezant twee bloem- ruikers aan, de eene in de kleuren van de Chineesche en de andere in die van de Nederlandsche vlag, waarvoor de heer Li met een diepe neiging bedankte, waarna hij zich, ondersteund door twee soldaten zijner lijfwacht, naar zijne vertrekken begaf. Om 8 uur reed de gezant uit, om den Minister Roel zijne opwachting te maken, en daarna gaf hij kaartjes af voor de overige Ministers aan hunne departementen. In het hotel ligt een audientielijst, waarop eenige kooplieden en industrieelen hebben inge- schreven. zijn voorzichtigheid, die hem daarvan had terug- gehouden. Daardoor zou de misdadiger want volgens de vaste overtuiging van Loder moest dat de houder van den wissel zijn noodeloos ver- ontrust zijn geworden en gewaarschuwd boven- dien, terwijl hij zich thans door de berichten in de couranten, die hij zeker las, in een bedriege- lijk veiligheid waande. Loder dacht een oogenblik aan den man wegens het ontvangen van den wissel te arresteeren maar ook dit plan verwierp hij na kort bedenken weder. Verondersteld zelfs, dat Horner daarvan overtuigd werd, kon hij dan niet duizend geloofwaardige ophelderingen geven Ongelukkigerwijze waren vermoedelijk door een onbescheidenheid van den zoozeer met zichzelf ingenomen rechter van instructie de verhooren van Wilhelm bijna woordelijk in de couranten opgenomendus ook diens verklaring, dat hij den wissel door een handlanger had laten ontvangen, ten einde de justitie op een dwaalspoor te brengen. Het was wel aan te nemen, dat Horner de berichten van de misdaad nauwkeurig las en dus met die verklaring bekend wasongetwijfeld zou hij er in geval van nood zijn voordeel mee doen. Neen, die man moest op andere wijze in den val gelokt worden. Ruw geweld zou zeker niet tot het doel leidenmen moest dit door list en behendigheid bereiken. De commissaris stond onverschillig op en slen- terde eens door het lokaal. Hij wist het zoo in te richten, dat hij tweemaal langs het tafeltje van Horner liep. Deze las niet meer in de courant, maar schertste met de kellnerin, die bij hem stond. TER \EI ZENSCHE (01 RUT Oit blad verscljijnl »1 iiauiltVoensdag- en Vrijdagavond, nitgeionderd op Feesblasen, l>ij den uitgever 1". Jf. VAK DR 8ANDE te Ter I'euzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1