Gemengde berichten. Telegrafische berichten. Aan het Hbl. wordt gemeld Alle troepen rukken op naar Montassik, zuid- oost van onze stelling, over Lampermai en Kroeng- Gloempang. Uit Batavia seinde men eergister aan de «N. R. Ct." //Men zegt, dat Toekoe Oemar te Lam-Pisang is teruggekeerd." Het is zeer goed mogelijk, teekent het blad daarbij aan, dat Toekoe Oemar weder in Lam- Pisang is teruggekeerd, nadat onze troepen de IV Moekims verlaten hebben en nu de marine eene landing in Lepong voorbereidt. Hij heeft altijd gezworven op de westkust en in het westlijk ge- deelte van Groot-Atjeh. Daar liggen zijne bezit- tingen en belangen, daar heeft hij connecties. In de XXVI en vooral in de XXII Moekims is hij een vreemdeling. Tusschen de bovenlanders uit het diepe gedeelte der Atjeh-riviervallei, die nu als wijkplaats voor hem openstaat, en de bene- denlanders heeft zelden veel sympathie bestaan. Daar zal Panglima Polim hem niet met open armen ontvangen en blijft hij dus liever weg. Over een maand zit Oemar wellicht weder in Me- laboe. Hem te vangen zal niet mogelijk zijn en is van minder belang, nu zijn partij vernietigd heet. In het Regeeringsantwoord op het wetsontwerp tot wijziging van eenige artikelen der wet tot regeling van het lager onderwijs, acht de Minister zich tot een voorstel tot geheele terzijdestelling van het in de wet opgenomen leervakvrije- en orde- oefeningen der gymnastiek gerechtigd. Betreffende de bezwaren tegen het houden der gymnastische oefeningen in de gewone schoollokalen op hygienische gronden ingebracht en hierop neer- komende dat het onvermijdelijk opjagen van stof door de loopoefeningen bepaaldelijk schadelijk is voor de gezondheid, herinnert de Minister, dat in 1889 verzekerd is dat het onderwijs in het gewone schoollokaal of in de open lucht gegeven kon worden. Die verklaring is de grond geweest waarop de beslissing is genomen en als nu blijkt dat men toen heeft misgetast, dan is het uit den weg ruimen van de gebleken bezwaren geen zijde- linsch terugkomen op die beslissing, doch het op regelmatige wijze voldoen aan een eisch der bil- lijkheid. Dat vrijstelling van sommige gemeenten on- billijk is tegenover andere die misschien met veel inspanning aan de wet voldaan hebben, ziet de Minister niet in. Wat laatstgenoemde gemeenten in het belang van het onderwijs hebben verkregen, is niet verloren. Dit ontwerp bedoelt niets anders dan om, op het standpunt van den wetgever van 1889 aan de bezwaren te gemoet te komen. Wijziging van de grondslagen voor de verleening van de Rijksbijdrage moet dus van zelf blijven buitengesloten. Schrapping of facultatiefstelling van vak j zou de Minister niet wenschen voor te stellen en de vrijstelling zal hoofdzakelijk noodig zijn in platte- landsgemeenten waar voor gemis van gezonde lichaamsbeweging en overlading des geestes minder ernstige bezorgdheid behoeft te ontstaan. Z. i. zullen Gedeputeerde Staten wel waken dat geen misbruik gemaakt wordt van de vrijstelling door besturen van gemeenten waar de benoodigde gelegenheid bestaat. Dat een leervak, dat ver- plichtend is voor het openbaar onderwijs, voor de bijzondere gesubsidieerde scholen facultatief zal worden is niet onbillijk, daar er thans in de wet ten aanzien van de leervakken geen gelijkstelling bestaatde openbare scholen moeten nu ook een of meer der vakken 1t omvatten. Op den weg van inkrimping van het getal verplichte vakken zou de Minister niet gaarne verder gaan dan dit ontwerp. Daarna verdedigt hij nader de opneming van de beginselen der tuinbouwvakken onder de leervakken van art. 2 met het doel om daarin onderwijs te doen geven aan wintercursussen. De gelijkstelling van sommige akten van bekwaam- heid in Nederl.-Indie verkregen met de gelijk- soortige Nederlandsche akten, is hoofdzakelijk van belang voor de Indische onderwijzers die hun verloftijd in Nederl and doorbrengen. De heer P. W. Jansen, te Amsterdam, die een kapitaal van 40,000 disponibel stelde, om daar voor gronden aan te koopen in de Priesche gemeente Schoterland, Opsterland en Harkerland, heeft nu machtiging gegeven om ook in de Priesche gemeente 't Bildt voor zijne rekening gronden aan te koopen, die te verbeteren en daarop arbeiders- woningen te stichten. Er worden reeds middelen aangewend tot uitvoering van dit plan. Bij den raad der gemeente Leeuwarden is een voorstel aanhangig om het hinderlijk, vaak slaapwerend rumoer van honden, zooveel mogelijk te beteugelen, zooals zulks in Rotterdam, Den Haag en Zaltbommel reeds geschiedt. Het voorstel strekt om den eigenaar of houder van een of meer honden, die binnen de bebouwde kom der gemeente op de openbare straat of buiten het bewoonde gedeelte van een gebouw of op een vaartuig verblijven en door herhaald huilen, janken of blaffen hinderlijk zijn, te straffen met geldboeten van ten hoogst f 5. Bij de behandeling der zaken en gestaafde feiten tegen den ontslagen gemeente-ontvanger en mede ontslagen secretaris van Alkmaar, bleek uit het verhoor van een der wethouders, hoe de burgemeester wist dat de kasopneming steeds was een wassen neus. Hst volledig onderzoek had immers eens in het jaar plaats en wilde de raad meer onderzoek, dan kon hij een commissie be- noemen. Op 'teinde van 1895 waren er 4,758,143 gouden tientjes inomloop uitgezonderd natuurlijk die tienduizenden, die aan alle kanten buiten den omloop worden gehouden, of in 't buitenland logeeren, zoodat er in werkelijkheid bijna geen in de circulatie worden aangetroffen. Verder waren er voor ruim 131 millioen gulden rijksdaalders, heele en halve guldens in de wan- deling, voor ruim 8 millioen kwartjes, dubbeltjes en stuivertjes en voor bijna 2 millioen brons. Een 56tal heeren, uit verschillende oorden des lands, hebben een cireulaire verspreid, waarin zij als hun overtuiging uitspreken, dat voor de verbetering van de maatschappelijke toestanden langs wettelijken weg, het vereenigingsleven der werklieden noodig is en zooveel mogelijk tot ont- wikkeling gebracht moet worden, daarbij betreuren zij ten zeerste de poging der firma Petrus Regout te Maastricht om het vereenigingsleven der werk lieden te belemmeren of onmogelijk te maken door de zeven bestuursleden van de vereenigde glas- slijpers van haar fabriek uit te sluiten, met. het treurig gevolg dat reeds elf weken de staking van den arbeid door 93 werklieden voortduurt. Door aldus te bandelen zeggen de onderteekenaars der cireulaire, wordt het grond we ttelijk recht tot vereeniging en vergadering van kracht beroofd en den werklieden, die toch reeds in de zwakste positie verkeeren, alle gelegenheid benomen, om zich door organisatie krachtiger te maken. De heeren onderteekenaars mogen ten behoeve der werkloozen bijdragen (aan het adres van den heer C. V. Gerritsen, Amsterdam) terwijl zij trachten zullen door bemiddelingsvoorstellen de staking en de uitsluiting der bestuurders van be- doelde vakvereeniging zoodra mogelijk te doen eindigen. TER NEUZEN, 17 Juni 1896. In de tweede helft der maand Mei is door net postkantoor alhier de volgende onbestelbare brief verzonden aan het adres van P. de Passaer Ter Neuzen. Zaamslag, 16 Juni. Bij den landbouwer P. van Tatenhove in deze gemeente is heden middag een karnhond, die in de karnmolen alles stuk beet en drinken weigerde, op vermoeden van honds- dolheid dood geschoten. Hoofdplaat, 16 Juni. Door het bestuur der waterkeering van de calamiteuse Hoofdplaat- en 1 homaespolders werd heden alhier aanbesteed de gewone jaarlijksche onderhoudswerken enz. aan de waterkeering dier polders. Minste inschrijver was e heer A. Tholens Dingz. te Ter Neuzen, voor j 10j2>20. Zuidzande. Bij de Ned. Herv. gemeente alhier is tot predikant beroepen de heer J. C. van Hoeve candidaat. 'S Gravenhage, 17 Juni. Tweede Kamer. Het kieswet-debat is afgeloopen. De Minister heeft teruggenomen de overgangs- bepaling, art. 151, dat kiesrecht toekende aan woningkiezers, ook als zij geen belastingen hadden betaald. De eindstemming is bepaald op Vrijdag te 1£ ure. Met 41 tegen 40 stemmen is aangenomen het ontwerp tot uitbreiding van het personeel der rechtbanken 2e klasse (Roermond en Breda). Ook is aangenomen een wijziging op dejachtwet, tot verdere bescherming van kievitten en nachtegalen. RECHTSZAKEN. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. De rechtbank heeft in hare zitting van 16 Juni het volgende vonnis uitgesproken A. W., oud 26 j., poelier te Koewacht, gede- tineerd te Middelburg, is wegens heling veroordeeld tot 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf, met in mindering brenging der doorgebrachte hechtenis. De uitspraak in zake E. M., oud 30 j., koopman en polier te Stekene (Belgie), gedetineerd te Middelburg, bepaald op heden, is uitgesteld. Het parket uit Middelburg en dat uit Gent kwamen Zaterdag 11. bijeen te Eede-St. Laureyns (wijk Vuilpan), ter confrontatie van in Nederland en Belgie aangehouden kippen dieven. Het onder zoek schijnt niet te vergeefs geweest te zijn. In de kas van den Donderdag overleden ontvanger-griffier van de watering Hoedekenskerke moet een belangrijk tekort ontdekt zijn. Te Nijmegen en in den omtrek zijn dit jaar weer ontzettend veel meikevers, die de boomen kaal vretenze vallen zoowel op vruehtboomen als op bloembedden aan. aan een vreeselijke, verfoeielijke misdaad, had hij zijn handen bezoedeld met het bloed van zijn evenmensch Maar ook Von Horwitz geloofde in het eerst, dat hier slechts een noodlottige vergissing kon bestaan, dat de onschuld van den verlachte spoe- dig bewezen zou worden. Hij wilde terstond naar den hem persoonlijk bekenden president van het gerechtshof rijden, om van dezen ophelderingen te vragen en hem om krachtdadigen bijstand te verzoeken. De mededeeling echter, die mevrouw Louise hem met bevende stem, dikwijls door snikken af- gebroken, deed, dat AVilhelm op grond van zijn eigen bekentenis was gevangen genomen, deed Von Horwitz van dit voornemen afzien. Als vernietigd zonk de here man, die zijn leven lang zijn eer vlekkeloos had weten te bewareu, op den dichts bijstaanden stoel neder. Nu was inderdaad alles gedaan en hijzelf zoowel als zijn dochter voor de wereld met schande en smaad beladen. De verloofde van zijn dochter had zelf bekend, dat hij lafhartig en verraderlijk zijn naaste had vermoord Langen tijd vermocht de zwaar getroffen man geen woord te uiten en zijn gelaat werd eensklaps zoo vuurrood dat de beide zelf zoo diep terneer- gedrukte vrouwen zich haastten hem te hulp te Snellen, uit vrees dat hem een beroerte zou treffen, Eindelijk kreeg Von Horwitz het spraakver- mogen terug. Te gelijk echter welde er een vreeselijke, toome- looze woede in hem op. De zoo fijn beschaafde, anders zoo beminnelijke man, gaf zijn toorn lucht door een stroom van bittere vergramde woorden, die minuten achtereen aanhield. Hij luisterde niet naar de verzoenende woorden derbeide vrouwen, die tevergeefs trachtten hem tot kalmte te brengen, integendeel, elk woord scheen hem nog meer te prikkelen. Hij uitte de scherpste verwijten tegen Wilhelm en beklaagde zich over het noodlot, dat hem, die zijn leven lang de eer van zijn naam hoog gehouden had en op wiens verleden niet de geringste smet kleefde, in zulk een nauwe verbintenis had ge bracht met een moordenaar, die zijn zwarte ziel maar al te goed voor de wereld had weten te verbergen. Door de bekentenis, die Wilhelm bij zijn arres- tatie had afgelegd, twijfelde hij geen oogenblik aan zijn schuld, maar hield die voor zonneklaar bewezen. z/Maar mijn zoon is onschuldig riep ten slotte de ongelukkige moeder uit, gekrenkt door de verwijten, die tegen haar Wilhelm gedaan werden. //Het is niet edelmoedig, mijn kind eerloos te noemen, nu hij zich niet verdedigen kan. Van u had ik dat allerminst verwacht, mijnheer Von Horwitz." Maar dit maakte hem nog des te heftiger. Wie maakt hem eerloosbulderde hij. //Door zijn bekentenis heeft hij alle aanspraken op eer verloren." En weder klonken er beschuldigingen en ver- wenschingen van zijn lippen. z/Wanneer de naaste vrienden van mijn zoon den staf over hem breken, ofschoon geheel zijn vlekkeloos verleden hun bekend is, wat moet dan de buitenwereld niet doen riep mevrouw Dorner opgewonden uit. „Ik hoopte bij u steun en troostite vinden. In plaats daarvan hebt gij slechts verwijten en klachten. En al wilt gij mij niet sparen, heb dan voor het minst medelijden met uw arm kindzie, hoe zij weent en snikt. Zij gelooft Wilhelm niet schuldig." z/Neen en nogmaals neenriep Augusta thans uit, terwijl zij opstond van den stoel, waarop zij zooeven nog machteloos had zitten schreien. ,/En al mocht iedereen Wilhelm ook vloeken, ik ken zijn edel, fier karakter, hij is niet in staat tot een onrechtvaardigheid, laat staan tot een misdaad. Ik zie niet van mij verloofde af en niets zal mij het geloof in hem ontnemen." z/Edel, lief kind riep de bedroefde vrouw uit, terwijl zij het meisje vol geestdrift aan haar hart drukte. Von Horwitz liep opgewonden in het vertrek heen en weer, terwijl hij een misnoegden blik op zijn kind wierp, dat de partij voor Wilhelm tegen hem, haar vader, durfde opnemen. z/Gij spreekt naar uw verstandzeide hij minachtend. //Hebt ge dan niet gehoord, dat hij zijn schuld vrijwillig heeft bekend Maar Augusta weerstond moedig den gramstorigen blik van haar vader. z/En al zou Wilhelm ook met duizend eeden bezweren, dat hij de schuldige is, dan geloof ik het nog nietvoerde zij er terstond tegen in. z/Ik weet, dat hij tot zulk een onwaardige daad niet in staat is." z/Och wat, er kunnen omstandigheden komen, waarin het schijnbaar standvastigste karakter aan het wankelen wordt gebracht," hernam Von Horwitz. z/Maar nooit zal de dag komen, dat de schuld van Wilhelm bij mij ingang vindtzeide Augusta met zelfbewustzijn. Zij trad op haar vader toe en greep hem vleiend bij den arm. z/Papa, gij spreekt nog onder den eersten indruk," zeide zij zachtzinnig. Gij zult wel tot andere gedachten komen en de onmogelijkheid inzien, dat mijn edele AVilhelm zulk een afschuwwek- kende daad begaan kan hebben. Gij zult met mij samenwerken om hem te reddendat is eerst de ware liefde, elkaar in het ongeluk trouw te blijven, en gij, zelf een edel, rechtschapen mensch, zult AVilhelm in zijn ongeluk noch uw achting, noch uw toegenegenheid onthouden." Von Horwitz stond in tweestrijd; ook zijn goed hart kwam er tegen op. Wilhelm schuldig te gelooven, maar aan den anderen kant kon hij zich dan die bekentenis niet verklaren. Overdag schudt men ze er bij trossen af en vangt ze m emmers water opmaar zoodra de avond valt, komen weer nieuwe horden aangonzen. Gisterenochtend arriveerden met den trein van ongeveer 9 uur een 200tal bakkers, vergezeld van verscheidene dames, uit Engeland, te Delft. De muziekkapel van de Nederl. gist- en spiritus- fabriek verwelkomde de gasten met hetEngelsche volkshed gevolgd door het „Wien Neerlands bloed. Na een kort oponthoud aan het station gingen zij in optocht met de muziek voorop en de bameren der verschillende vereenigingen langs de houttuinen en den spoorsingel naar de fabriek In de gemeenschap was alles keurig ingericht en vonden hongengen en dorstigen ruimschoots gelegenheid zich te laven. le 1 uur zou een rijtoer naar Scheveningen plaats hebben, terwijl men zich te 5 uur in t gebouw der gemeenschap aan een diner zal vereemgen, waarna de terugreis zal worden on- dernomen. Lenige weken geleden stelde de gemeenteraad van Amsterdam eene verordening vast ter bescher ming van de voetgangers tegen de rijwielen. i a-1S ^0IU'a& naar de //Tel." vernam, wegens het njden op een rijwiel op het gedeelte van den weg, voor voetgangers bestemd, geverbaliseertt tegen een raadslid, den heer Gerritsen. De overtrading had plaats in de Vondelstraatde heer Gerritsen reed op den breeden klinkerweg tusschen de boomen en de huizen. Van Terschelling schrijft men Gisteren zou de heer E. alhier geld per aan- geteekenden brief verzenden. Een bankbiljet groot 100 had hij geenveloppeerd en dichtgelakt, toen hij geroepen werd om een telegram in ontvangst I te nemen Hij ging heen, liet het wasje, dat hij gebruikt had tot verzegeling van den brief branden, bieei een oogenblik staan praten en bemerkte bit zijne terugkomst, dat de brief met inhoud en nog eenige papieren tot asch waren verbrand, zoodat bij geen enkel spoor van het bankbiljet meer gewaar werd. Daar letters, nummer en datum van uitgifte door hem waren aangeteekend, zal hii der directie der Nederlandsche bank zijn ongeval mede- en lanSs dien weg trachten zijne schade vergoed te krijgen. Op de hoeve van R. d. E., nabij Klundert, hieiden eigenaar en arbeiders Zondagnacht de wacht, dat niet, als andere jaren, de jonge ooievaars zouden worden gestolen. Toch is dat weder ge- schied, en wel onder de volgende omstandigheden. Eene vrouw met een kind vervoegt zich in"'t holle van den nacht bij de wachthebbenden en vraagt voor haar en haar kind eenen dronk water. Terwijl zij zich in huis begeven, om haar dien te reiken, maakte een man (haar man van de gelegenlieM gebruik en rooft de ooievaars. Toen de arbeiders en de eigenaar buiten kwamen, werd hun door den dief brutaal toegeroepen //Jelui zijt flinke wakers 'k Heb ze toch weer Onze officieren zijn in den lateren tijd al erg ongelukkig met 't paardrijden. Nu is weer Donderdag op de heide bij Venloo de ritmeester A an Overveldt, van het 2e reg. huzaren, met zijn paard gestort en vrij ernstig gekneusd. Generaal Bloem te Arnhem bekwam niet alleen een bloedende wond aan het hoofd, maar werd ook ernstig gekwetst aan het bekken. Bijna drie uren bleef hij bewusteloos. De nacht werd zeer pijnlijk doorgebracht. De toestaud was Zaterdag iets beter, maar Maandagochtend toch nog zeer zorgelijk. No. 22 van het ,/Ned. Tuinbouwblad" bevat uitvoerige mededeelingen over den wijnbouw in Nederland in de 16e eeuw. Een stuk van 1509 constateert, dat iemand toen bij Bergen-op-Zoom een wijnberg had met persen enz. Ook van Arnhem vindt men dit feit, uit vroegere tijden, vermeld het klimaat aldaar komt trouwens met dat van Komngswinter overeen, waar 't niemand vreemd is, wijnbouw te vinden. Men heeft die teelt daar dan ook waarschijnlijk alleen prijsgegeven toen, de buitenlandsche wijnen goed- koop ingevoerd werden en dus met andere gewas- sen meer van den grond was te maken, en niet omdat het klimaat kouder zou zijn geworden. En eerst de l'achtigjarige oorlog en daarna de vrede van 1659 waarbij de druiventeelt iii de znidelijke Nederlanden verboden werd en de oorlog van 1672 roeiden in de Nederlanden de wijndruiven uit. z/Hij zal toch zelf wel het best weten, wat er van de zaak is," zeide hij gemelijk, terwijl hij zijn arm uit dien van Augusta lostrok. //Vergeet niet, dat hij een rechtsgeleerde is, die weet, welke straf den moord bedreigt. Hij zal zichzelf niet valsch van zulk een misdaad hebben beticht, dat doet niemand, en daarom z/Ik kan het mij ook niet begrijpen," zeide mevrouw Dorner, die inmiddels haar tranen had gedroogd. //Maar ik vermoed, dat mijn zoon het een of ander vreeselijk geheim verbergt. Er sprak zulk een zelfopofferende liefde in de afscheids- woorden, die hij tot mij richtte, hij drukte zich in zulke raadselachtige bewoordingen uit, alsof hij aan een verborgen, dwang gehoorzaamde door zich schuldig te verklaren, alsof hij door die bekentenis een grootmoedig offer bracht, aan mij of aan een ander, dat weet ik niet." (AVordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 2