Gemengde berichten.
Binnenland.
uitspreken van den eersten toost, daar deze uit
het hart komt en men steeds kan overtuigd zijn
dat deze met ingenomenheid en instemming door
de dischgenooten zal worden begroet. Hij stelt
voor een dronk te wijden aan H.M. de Koningin en
H.D. moeder de Koningin-Regentes.
Yan dezen toost werd aan H.H. M.M. tele
grafisch kennis gegeven.
De tweede dronk werd door den algemeenen
Voorzitter gewijd aan bet welzijn van den ver-
tegenwoordiger der Koningin, Z.Exc. d en Com missaris
dezer provincie, benevens het Ged. College waarvan
4 leden tegenwoordig waren en van wie de land-
bouw, zoo dikwijls bescheiden aangeklopt, steeds
steun mocht ondervinden.
Z.Exc. de Commissaris der Koningin verklaarde,
dat het hem steeds een genoegen was op de
jaarlijksche vergadering der Maatschappij met de
leden samen te zijn. Yervolgens bespreekt hij
den toestand van den landbouw, waarvoor vele
middelen worden aangegeven, doch het zijn alien
geen goede doctoren, die deze middelen aan de
hand doen. Hij hoopt echter, dat men steeds
pogingen tot opbeuring en verdere ontwikkeling
zal blijven aanwenden. Bij Ged. Staten zal men
indisn zulks mogelijk is, steun ondervinden, hoewel
het niet altijd gemakkelijk is om subsidies te
geven. Alvorens te eindigen wijst spreker er op,
dat door den heer Van Waesberghe-Janssens destijds
de paardenfokkerij werd in bescherming genomen en
zijn voorstel tegen het advies van Ged. Staten
door de Staten werd aangenomen. Met die maat-
regel is gebleken dat men een groote stap voor
waarts is gegaan, evenals ook met andere door
het bestuur der Maatsch. aangegeven middelen.
Moge het steeds zoo blijven, dat er mannen aan
't hoofd der Maatsch. staan die blijken een helder
inzicht te hebben in de middelen die kunnen
leiden tot verbetering. Spreker eindigt met een
dronk voor te stellen op den bloei van den land
bouw en op het bestuur en de leden der Maat
schappij.
Vervolgens wordt door den heer Hennequin
een dronk ingesteld op het welzijn der afdeeling
Hulst, haren Voorzitter, den heer Vogelvanger, en
de verdere leden van het bestuur hier tegenwoordig.
De afdeeling heeft met de tentoonstelling bewezen
dat zij goede landbouwers zijn.
De heer Vogelvanger daarna aan 't woord
komende dankt den heer Hennequin voor de hem
dezen dag bewezen attentie. Hij zegt verder dat
de afdeeling overtuigd was een goede tentoon
stelling te kunnen organiseeren, daar men sedert
de laatste tentoonstelling op het gebied der paarden
fokkerij is vooruit gegaan. Moge de tentoon
stelling met het oog op het weer al minder
goed geslaagd heeten, de inzenders hebben goed
hun best gedaan. Hij betuigt zijn dank zoowel
aan de inzenders als aan de commissieleden die
haar hebben helpen organiseeren, en ledigt zijn
glas op hun welzijn.
De algemeene secretaris, de heer Yorsterman van
Oijen, roemt de ontvangst door de afdeeling Hulst
aan hare gasten bereid, de ontvangst is boven alien
lof verheven, zij hebben alles gedaan om het ons
zegt spreker aangenaam te maken. Hij spreekt
den wensch uit dat het Hulst goed moge gaan
en dat het haar tegenwoordig bestuur gegeven moge
zijn nog lange jaren voor het heil der stad te
mogen werkzaam zijn.
Hierna doet de heer Vorsterman van Oijen op
luimige wijze mededeeling van den uitslag der
bekroningen. Men zou denken dat het meedeelen
van zoo'n lijst iets erg droogs moet zijnop
de wijze zooals spreker die weergeeft wordt het
nog boeiend.
Uit de medegedeelde lijst blijkt volgens spreker
dat het landbouwbedrijf sterk is vooruiigegaan
en dat het streven der Maatschappij door het
uitloven der prijzeu ruime vruchten heeft ge-
dragen.
Hierna wordt door Z.Exc. den Commissaris der
Koningin nogmaals het woord genomen om een
heildronk in te stellen op de hier aanwezige
vreemdelingen die door hunne tegenwoordigheid
van belangstelling doen blijken.
Daarna kwam aan het woord de heer E. van
Waesberghe, burgemeester van Hulst, die in de
eerste plaats den heer Vorsterman van Oijen dankte
voor de welwiilende woorden tot hem gesproken.
Vele vreemdelingen heeft hij in de laatste dagen
ontmoet, en het is voor hem een aangename ge-
waarwording, dat die vreemdelingen vrienden ge-
worden zijn. Hij heeft echter nog een egoi'stischen
wensch, en deze is dat bij een volgende gelegenheid
het getal der aanzittenden wel minstens driemaal zoo
groot moge zijn en dat Hulst zoo moge vooruitgaan,
dat het in de gelegenheid is het stadhuis zoo veel
te vergrooten dat er een zaal aanwezig is die dat
aantal gasten zou kunnen bevatten.
Hij eindigt met een dronk voor te stellen op
het wakker hoofd der provincie, het hoofdbestuur
der Maatschappij en alien die hier tegenwoordig
zijn.
Hiermede was de rij der officieele toosten afge-
loopen, die alien met luide instemming begroet
waren.
Daarna werden nog toosten uitgesproken door
Den heer Siegers, lid van Ged. Staten, op de
samenwerking van het Rijk, de provincie en de
Maatschappij in het belang van den landbouw;
den heer baron Collot d'Escury op de blijvende
energie tot ontwikkeling en opbeuring van den
landbouw
den heer Hombach Sr. op den koopman G. van
Overmeir te Hulst, aan wie het volgens hem
hoofdzakelijk te danken is, dat de veestapel in
deze streken zooveel is vooruitgegaan
den heer Van Waesberghe-Janssens op Jhr. Mr.
De Casembroot, lid van Ged. Staten, als oud-
ingezetene van Hulst
den heer De Casembroot, op de Hulster-dames
en die te Hontenisse, die het bestuur zoo hartelijk
hebben ontvangen
den heer Collot d'Escury op den secretaris van
het hoofdbestuur den heer Vorsterman van Oijen
den heer P. E. Fruijtier op den secretaris der
afdeeling, den heer E. van Waesberghe, van wiens
ijver zooveel is gevorderd voor de regeling der
tentoonstelling
den heer Vorsterman van Oijen, ten eerste op
den heer Collot d'Escury en verder op den bloei
van den landbouw en het welzijn der pachters en
eigenaars
den he.er Adama van Scheltema uit Amsterdam,
als vreemdeling bij uitnemendheid op de burge
meesters dezer streek.
De heer Van den Bosch deelt mede dat uit
dankbaarheid voor de verleden jaar te Hulst ge
noten ontvangst, de vergadering van het Rundvee
stamboek te Kruiningen zal gehouden worden,
waarschijnlijk op 1 Juli,om de leden van deze streken
in de gelegenheid te stellen deze vergadering bij
te wonen, en hun zal alsdan voorzeker wederkeerig
een goed onthaal bereid worden
Verder werden nog toosten ingesteld
door den heer Collot d'Escury op de twee aan
wezige vertegenwoordigers van het leger;
door den heer Barendregt, burgemeester van
Zaamslag, op de samenwerking der burgemeesters
die veel kunnen doen in het belang van den
landbouw.
Ten slotte stelde kapitein Greeve een driewerf
hoera voor op het dappere Indische leger, waaraan
met geestdrift werd voldaan, evenals ook de vorige
toosten met instemming begroet werden.
Nadat nog door den heer Collot d'Escury uit
naam van zijn broeder, kapitein bij het Indische
leger voor de aan dat leger gebrachte hulde werd
bedankt, was het diner, waarop steeds een aange
name, gezellige stemming geheerscht had afge
loopen.
Onze collega van de Middelburgsche Courant
bewees aan de dischgenooten eene attentie, door
voor zoover de voorraad strekte, eene fraaie uitge-
voerde gravure, het tentoonstellingsterrein voor-
stellende, te doen aanbieden.
Ondertusschen was het half negen en toen we
buiten kwamen, bemerkten we, dat het faai weder
geworden was, eene vergoedfng voor den on aan
genamen morgen.
De Groote Markt was evenals den vorigen avond
weer met ontelbare lampions verlicht, wat een
fraai effect maakte. Op de verlichte kiosk werd
een concert gegeven door het muziekgezelschap
z/Harmonie."
Uitgelokt door den fraaien avond was een ontel
bare massa volk op de been, en't was toen te zien,
dat ook vele vreemdelingen aanwezig waren. De
cafe's in de nabijheid der Groote- en Houtmarkt
maakten goede zaken en de tafeltjes en stoelen op
de trottoirs waren overal met genietende menschen
bezet.
'tWas in een woord jammer, dat het feest nu
op zijn eind liep, daar men nu eerst in de ge
legenheid was eens te gaan genietenvooral werd
dit betreurd door ons, die, na een paar dagen het
zeer volhandig te hebben gehad, nu eens op het
gemak konden mee feestvieren.
Nog een nummer van het feestprogamma blijft
te vermelden, en wel niet het ondergeschikste
namelijk het vuurwerk.
Vele nummers van een vuurwerk gelijken steeds
op elkaar, vuurpijlen, moordslagen, springbommen,
draaiende molens enz., komen steeds op het pro-
gramma voor. We zagen echter iets nieuws
een vurige accrobaat zijne halsbrekende toeren
verrichtenhet applaus bewees dat de kijkende
menigte dit ,/zeer aardig" vond.
Het glanspunt was zeer zeker een kar met paard
op natuurlijke grootte in allerlei gekleurd vuur
gewillig ging het vurige paard met wagen voor-
waarts, maar achteruit rijden daarin had het beest
naar 't schijnt geen zin en toen men 't daartoe
wilde noodzaken sloeg het op hoi. Verder kregen
we nog te zien een
/HULDE AAN DEN LANDBOUW"
in schitterend diamantvuur.
Het slotstuk, een groot prachtig bouquet, was
overweldigendhooren en zien verging en luide
werd verkondigd, dat het officieel gedeelte van
het feest hiermede geeindigd was. Het geheele
vuurwerk mag goed geslaagd heetentrouwens de
vervaardiger, de heer Hendrickx van Antwerpen,
heeft een goeden naam op dit gebied verworven.
Op straat en in de cafe's werd de feestviering
nog druk voortgezet. Alles ging in goede har-
monie en wanklanken werden niet gehoord.
Voor vele vreemdelingen en ook voor ons was
helaas de tijd aangebroken om te vertrekken en
we moesten afscheid nemen van Hulst en van
hen die we in die dagen hadden leeren kennen.
Waar in dit verslag reeds melding is gemaakt
van zooveel lof, toegezwaaid aan het gastvrije Hulst
en aan de heeren die de feestelijkheden hebben geor-
ganiseerd, achten wij het niet noodig van onze
zijde nog iets toe te voegen, trouwens onze pen
is niet in staat om betere woorden hier te schrijven.
Dit kunnen we evenwel verklaren, steeds zullen
deze dagen een aangename herinnering achter laten.
We betuigen hierbij onzen dank aan alien die
ons hulp verleenden en genoegelijke oogenblikken
hebben verschaft. En het was uit den grond van
ons hart, dat we in den trein gezeten bij ons
vertrek van Hulst haar een //tot weerziens toeriepen
Nog meenden we, dat een woord van hulde
niet mag onthouden worden aan de muziekgezel-
schappen en het zanggezelschap, die zich in de
vermelde dagen beijverd hebben om een aange
name afwisseling te bezorgen en de feesten op te
luisteren.
Thans eindigen we, met een dankbetuiging aan
hem, die ons de omvangrijke taak op vriendelijke
wijze heeft vergemakkelijkt. Een naam te noemen
is niet noodig; voorzeker komt dit schrijven
onder de oogen van hem, aan wien 't gericht is.
Hedenmiddag ontvingen we bericht dat op den
telegrafisch inedegedeelden toost heden van H. M.
de Koningin-Regentes het volgende antwoord is
ontvangen
Voorzitter HENNEQUIN,
Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij,
Hulst.
Hare Majesteit de Koningin-Regentes draagt mij
op u alien hoogstderzelver bijzonderen dank over
te brengen voor de hulde Haren Majesteiten
aangeboden.
Adjudant van dienst,
Van de Pol.
Op art. 49 is aangenomen zonder stemming
het amendt-Heldt, portvrijdom verzekerende aan
alle stukken betreffende de reclames, mits nakomende
te stellen voorschriften.
Bij het algemeen debat over paragraaf 3 //van
het kiezen" verdedigt de heer Meesters het nu voor-
gestelde stelsel van couloirstelsel en voorafgaande
candidaatstelling als een noodzakelijk uitvloeisel
van de zeer groote uitbreiding van het kiesrecht,
en tot waarborg van de onafhankelijkheid der
kiezers.
De heer Bastert daarentegen acht het nieuwe
stelsel zeer onpractisch en omslachtig, vooral voor
het platteland, en het behoud van de bestaande
verkiezingwijze, sedert 1848 geijkt, als het meest
geraden. Hij kondigt het voornemen aan om eene
motie voor te stellen teneinde de Kamer uitspraak
te laten doen, terwijl bij aanneming de behandeling
van de volgende paragrafen zou kunnen voortgezet
worden.
De heer Van Deinse wenscht geheimhouding
van de onderteekenaars van aanbevelingen van
candidaten.
De heer Van Karnebeek ontwikkelt bezwaren
tegen dadelijke bekendmaking van den uitslag, en
wel in elk stembureau. Hij zou of het geheele
stelsel willen zien veranderd, of althans aan dat
hoofdbezwaar tegemoet komen.
De heer Van Borsele bestrijdt het couloir-stelsel
en de candidaatstelling als onnoodig en onpractisch.
leder kiezer moet den naam van zijn candidaat
kunnen schrijven.
De heer Earncombe Sanders daarentegen verdedigt
beide stelsels als zeer eenvoudig, als voorkomende
misbruiken en belettende het opduiken van onver-
wachte candidaten.
De heer De Savornin Lohman geeft een ander
stelsel in overweginghet automatisch werpen
a balletjes in een bus, voor elken candidaat
gereed gemaakt.
De heer M. Mackay vraagt inlichtingen omtrent
den invloed van eene onjuiste candidaatstelling op
den uitslag der verkiezing en wettelijk verbod van
stemming op Zondag.
De heer Goeman Borgesius komt er tegen op,
dat op een verkiezingsdag geen kieskaarten te
krijgen zullen zijn.
De Minister heeft de regeling hoofdzakelijk over-
genomen van zijn voorganger, en zij dient om de
onafhankelijkheid der kiezers te waarborgen en te
voorkomen de misbruiken bij de bestaande regeling.
Hij verdedigt in bijzonderheden de regeling en
constateert, dat de burgemeesters geen opgaaf van
candidaten mogen weigeren.
Het algemeen debat is gesloten.
Volgens sommige bladen zal de Tweede Kamer
20, volgens andere 26 Juni uiteengaan. Onnoodig
haast te zeggen, merkt het ,/Vaderland" op, dat
dergelijke berichten voorbarig zijn. Men kan met
eenigen grond vermoeden, dat de behandeling der
kieswet in 14 dagen zal afloopen, maar er zijn nog
kleinigheden af te doen en de Minister van financien
moet er niet ten onrechte op gesteld zijn,
de suikerwet te behandelen. Gelijk men weet,
moet met 1 Januari a. s. eene nieuwe regeling
van den suiker-aecijns tot stand zijn gekomen.
De rijwielen-belasting, sedert eenigen tijd
reeds in de maak, is thans volgens de Amst. Ct.
belichaamd in een ontwerp, dat het departement
van financien heeft verlaten, maar nog niet bij de
Staten-generaal is ingekomen. Is het blad wel
ingelicht, dan zal de nieuwe wet niet zoozeer eene
rijwielbelasting als wel een wielrijders-belasting
zijn. Het voornemen toch schijnt te bestaan, bij
de wet vast te stellen, dat iedereen, die op den
publieken weg bevonden wordt een //fiets" te
berijden, eene kaart bij zich moet hebben, die hij
voor zeker bedrag (waarschijnlijk f 3) van den
ontvanger gekocht heeft.
Eergisteravond ontving het Nieuws het vol
gende telegram uit Batavia
De colonne onder overste Van Heutz bestormde
den noordelijken kampongrand van Lamkrah.
Elf der onzen werden gewond, waaronder licht
de 2e luit. der inf. H. N. Boerrigter van het 9e
bataljon.
De tegenstand is dus niet zoo groot geweest
als algemeen werd verwachf. Een verklaring
hiervan ligt, althans gedeeltelijk, in het telegram,
heden door het Hbl. ontvangen, luidende
z/Lamkrah is genomen. De vijand werd door
ons verrast, waarbij velen aan zijne zijde werden
gedood."
Het schijnt dat de andere colonne, onder overste
Bischoff van Heemskerk, geen verliezen heeft
geleden.
Nu deze campagne met zooveel succes werd
bekroond, en de XXII Moekims dus geen ernstig
verzet meer schijnen te bieden, is het wel waar
schijnlijk, dat thans de XXVI Moekims, Oostelijk
van de stelling, weder aan de beurt zullen komen,
tenzij er eerst nog eenige excursion in de thans
getuchtigde streek worden gehouden, zooals de
vorige week ten Westen en ten Zuid-Westen van
de linie.
Het bestuur van den Bootwerkersbond te
Rotterdam heeft thans aan de Kamer van Koop-
handel aldaar een schrijven gezonden, waarin
met verwijzing naar een artikel in het week blad
Handelsbelangen verzocht wordt te trachten
eene soort arbeidsraad te doen instellen.
Te Vlissingen werd gisteren een detachement
van het korps torpedisten uit Brielle verwacht, tot
het opruimen van wrakken op de Schelde en in
de Wielingen.
Krause de hoofdpersoon in de bekende zaak
der valsche bankbiljetten, die in 1894 veroordeeld
werd tot 7 jaren gevangenisstraf is in de cellulaire
gevangenis te Amsterdam overleden.
Sedert eenige dagen is er te Thorn, Lim-
burg, tusschen de ingezetenen twist en tweedracht
ontstaan tengevolge der benoeming van den wet-
houder Nouwen tot burgemeester.
De tegenpartij van den nieuwbenoemde wilde
Maandag in optocht een zekeren P., die zich
daartoe wilde leenen, als burgemeester het dorp
binnenleiden.
Hij had reeds plaats genomen op een met
groen versierden wagen, was omgeven door pen
eerewacht te paard en de plattelandsche schut-
terij van Thorn.
De marechaussees waren echter ook tegenwoordig,
ontboden den optocht, maakten eenige processen-
verbaal op en namen twee ruiters der eerewacht
in arrest wegens verstoring der orde in dronkenschap.
Aan den voet van den spoordijk aan Baan-
hoek, te Sliedrecht, kon men dezer dagen een
eigenaardig verschijnsel waarnemen. De veen-
achtige bodem was namelijk door de blakerende
zonnestralen hier en daar in brand geraakt. Vooral
des avonds waren de vlammetjes op verren afstand
goed zichtbaar. Als men het vuur meende ge-
doofd te hebben, kwamen de vurige tongetjes op
een andere plek weer te voorschijn.
Dat het vuur diep zat, bleek hieruit, dat de
punt van een ijzeren staaf van den meter lengte,
welke in den grond gestoken en na eenige oogen
blikken teruggetrokken werd, gloeiend heet was.
Te Leuven is een sluipmoord gepleegd.
De rijke lederfabrikant Lindebrings werd voor de
deur van zijn huis aan den Diesterweg door een
man onverhoeds doodgestoken.
De moordenaar, die eerst vluchtte, maar spoedig
werd gevat, is een man van 35 jaren, Verhaegen
genaamd. Hij pleegde de misdaad uit wraakzucht.
Toen hij, eenige weken geleden, uit Amerika
terugkeerde, vond hij op de plaats van de hoe,ve
zijner overleden ouders het huis van Lindeb-rings
staan, die den grond voor lagen prijs had gekocht,
en in zijn woede daarover vatte hij .Let plan op,
den fabrikant te vermoorden.
Een eigendomsbewijs voor een stuks gronds
in Cornhill (Londen) tegenover d-e Bank van
Engeland, opbrengende 1000 12,000) per
jaar, is dezer dagen op een veiling verkocht voor
42,500 510,000) een prijs van 2,452,023
29,424,276) per acre (40 aren).
Aan boord van een stoomboiot deden twee-
honderdvijftig schoolkinderen een pleziertoehtje
op het meer Kremmen (Pr. prov„ Brandenburg).
Het was mooi weer en alien hadden veel genoegen.
Daar werd opeens de pret verstoord door den stoker,
die met een van woede verwrongen gezicht kwam
verklaren, dat hij den ketel zou laten springen,
om zich te wreken op zijn patroon.
De kinderen waren natuurlijk a'oodelijk ver-
schrikt. Zij schreeuwden, liepen angstig heen en
weer, en hunne geleiders konden hun slechts met
veel moeite beletten, over boord te springen.
Het gelukte den stoker, die plotseling krank-
zinnig was geworden, te overmeesteren. Maar de
machinist was door den schrik zijn hoofd kwijt,
en het ongeluk, waarmee de stoker had gedreigd,
zou gebeurd zijn, als er niet nog juist intijds hulp
van den vasten wal gekomen ware.
7)