ir Aan het Nieuws seinde men uit Batavia Twee kolonnes rukten tegen Lamkrah (zuidelijk van de stelling) op. De een onder luit.-kol. J. B. van Heutsz marcheerde over Ateuh, de tweede onder luit.-kol. E. W. Bisschoff van Heemskerk over Biloel. Lamkrah is de streek ten zuiden van onze stel ling, welke door ons zou getuchtigd worden, toen Toekoe Oemar ons afviel. De tuchtiging moest deswege uitgesteld worden, doch thans acht men blijkbaar de gelegenheid gunstig om haar te doen plaats grijpen. Een aanzienlijke troepenmacht, in twee kolonnes verdeeld, is daarvoor aangewezen. De eene onder den commandant van het negende bataljon overste Van Heutsz is over Ateuh, ten zuiden van Lambaroe, de andere onder overste Bisschoff van Heemskerk, linie-commandant, over Biloel iets westelijker gelegen, voortgerukt, zoodat de vijand tusschen twee vuren komt en de colonnes zich ten slotte kunnen vereenigen. De 40 Vlissingsche bootwerkers, die beweren dat hun door den agent der Rotterdamsche firma Miiller aldaar 350 ton loon, te zamen tot een bedrag van f 80, te weinig is uitbetaald, hebben hun zaak gesteld in handen van Mr. Jacq. de Witt Ha merte Middelburg. Wegens eene verandering van het vaarwater bij Bath, zullen binnenkort de twee lichtopstanden te Rilland moeten verplaatst worden. TER NEUZEN, 10 Juni 1896. Omstreeks half tien kwam hier de stoombooot ,/Schelde" van Zierikzee,medebrengendeeenhonderd vijftigtal feestgangers voor de tentoonstelligteHulst. Om half zes vertrok de boot weder naar hare bestemming. De Belgische stoomboot ,/Princesse Clemen tine" toebehoorende aan de societeit //Cockerill" met minerie van Genua naar Antwerpen geladen, is op deze reis in aanvaring geweest met een onbe- kend zeilschip aan de Portugeesche kust en is gezonken. De kapitein De Pauw van de „Princesse Clementine" is verdronken, terwijl de overige be- manning der stoomboot is gered. Kapitein De Pauw heeft reeds sedert 25 jaar onze haven bevaren en zal door alien die hem kennen diep betreurd worden. De onweders in de laatste dagen hebben den zoozeer gewenscbten regen gebracht. Malsche regenbuien waren het en geen slagregens, die dikwijls meer kwaad dan goed doen. Het gebrek aan drinkwater voor mensch en vee is geweken en ook de akkers hebben de noodige vochtigheid kunnen opnemen, zoodat alles te velde een ander aanzien vertoont. Axel. Tot ontvanger der belastingen, alhier, is benoemd de heer W. P. C. van Heuven thans te Waardenburg. Westdorpe, 10 Juni. De uitslag der gehouden sherstemming voor een lid van den raad is dat de heer E. Kerckhaert 37 en de heer A. van Acker 33 stemmen verkreeg, zoodat eerstgenoemde is gekozen. Oostburg. Bij de Gereformeerde kerk alhier is beroep uitgebracbt op den heer C. Hoek, predikant te Longerouw en Schettens (Eriesland). ALGEMEENE VERGADERING van de Maatschappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland, benevens TENTOONSTELLING van Paarden, Rundvee, Schapen, Varkens, Pluim- gedierte, Werktuigen en andere inzendingen, gehouden door de afdeeling HULST. Van onzcn eigen verslaggever.) 9 Juui. Hoewel de lucht den geheelen dag zwaar bewolkt was bleef het droog en had gister- avond het concert van de //Harmonic" en //Apollo" ten aanhoore van een groot publiek plaats, terwijl van vele huizen de driekleur wapperde. Vele vreemdelingen zijn reeds aanwezig en het is moeilijk om in de reeds gevulde logementen onder dak te komen. Ook heden morgen was de lucht dicht bezet en dreigde met regen. Ofschoon naar regen verlangd wordt is het begrijpelijk dat men nu wenscht, dat het nog een paar dagen droog blijft. Tegen 10 ure gingen wij op naar de algemeene vergadering, die gehouden werd in //de Wapens van Zeeland." De vergadering was druk bezocht en werd o. a. bijgewoond door <Jhr. Mr. De Brauw, Commissaris der Koningen, Jhr. Mr. De Casem- broot en de heeren Van Waesberghe-Janssens en Van Rompu, leden van Ged. Staten. Ongeveer 10 ure werd de vergadering door den algemeenen Voorzitter, Mr. P. C. J. Hennequin, geopend. op de meest onbevangen toon ter weereld. //Ik zou er een eed op gedaan hebben, dat ik u gisteravond even over tienen in de Rozenstraat had ontmoet. Gij liep mij haastig voorbij en beantwoorddet mijn groet niet eens'; maar het is niet goed mogelijk, dat ge het geweest zijt, daar ge reeds om zes uur in de buurt van uw kantoor door een hond gebeten zijt." (Wordt vervolgd.) Door weinig beschikbaren tijd met 't oog op den rijtoer, stelt hij voor met de werkzaamheden dadelijk te beginnen. Hij heet alien welkom, vooral het hoofd der provincie, de leden van Ged. Staten, het bestuur dezer gemeente, die deze vergadering met hunne tegenwoordigheid vereeren. Hij zal evenals het vorig jaar het le en 4e punt der agenda samenvatten en tegelijkertijd een kort verslag geven omtrent den toestand van de Maat schappij gedurende de laatste maanden van '95 en de eerste van '96. Deze is niet ongunstig te noemen. De ver- wachtingen van den oogst zijn in 1895 in vele dee!en bewaarheid, terwijl de vooruitzichten voor 1896 niet ongunstig zijn te noemen. De landbouw bleef voor groote rampen gespaard, de veestapel bleef gezond en alleen valt te klagen over de steeds blijvende lage graanprijzen, die nog voortdurend den landbouw drukken. Aan het hoofdbestuur was opgedragen te trachten een verhandeling uit te geven over de werking van schaalrechten, waarvan men voor den landbouw verbetering verwachte, doch het is niet in de ge legenheid geweest daaraan te voldoen, daar een persoon uit deze gemeente, die zooals men meende er zich mede zou willen belasten, de opdracht niet kon aanvaarden. Niet tegen te spreken is het echter dat de voorstanders van protectie toenemen, hoewel spreker opmerkt dat er in de Tweede Kamer nog niet veel heil is te verwachten van een voorstel tot invoering van beschermende recbten. De toestand zal echter wellicht nog erger worden en daarom moet men beproeven langs natuurlijken weg den landbouw op te beuren, daar iedere protectie een ander deel der maatschappij drukt. Wanneer het hooger bestuur op krachtige wijze den landbouw steunde, waar men dit nu op be- scheiden wijze doet, dan zou men wellicht aan het vraagstuk van protectionisme ontkomen. In de vorige algemeene vergadering werd opge- merkt dat men bij de Regeering krachtiger moest aandringen om steun, en met de vuisten op tafel slaan, maar spreker meent dat dit tegenover deze Regeering weinig zou helpen, daar de Minister van binnenl. zaken in de Tweede Kamer een spreker die een onderwerp bedroevend vond toevoegde z/huil dan maar toe." Zoo bestaat ook het vooruit- zicht dat hij zou zeggen//sla maar toe." Zelf moeten de landbouwers hun best doen om te trachten alle middeleu tot verbetering aan te wijzen. De Regeering helpt slechts zeer be- scheiden en zoo kon geen hoogere subsidie voor de paardenfokkerij en het rundvee-stamboek ver- kregen worden, hoewel dat bij de begrooting van Oorlog nog eenigszins is verbeterd. Verhoogde subsidie daarvoor is toch een weg om op gezonde wijze tot een betertfn toestand te komen. Dat het met vrucht werkt, is te zien, ook vooral in deze streken, door de hooge prijzen van het vee, die, wanneer men zoo blijft doorzetten zich zullen bestendigen of nog verhoogen. Yerder vestigt spreker de aandacht op de paarden fokkerij, dat het hoofdbestuur van meening was dat verplichte hengstenkeuring goed was, maar niet het verbod van gebruik van afgekeurde hengsten, daar dit een te groote inbreuk op de vrijheid zoude maken, die hier niet spoedig ingang zou vinden. Wei wilde het bevorderen, het bekend- maken der gebreken van afgekeurde hengsten. De Regeering is echter van een ander gevoelen en stelt het verleenen van hare verdere subsidie voor 1898 afhankelijk van de invoering van ver plichte hengstenkeuring met verplicht gebruik maken van goedgekeurden. Dit is dus juist een tegenovergesteld oordeel en de afdeelingen zullen, wanneer door het hoofd bestuur hieromtrent een voorstel wordt gedaan goed hebben toe te zien, welk besluit zij nemen. Ook omtrent het rundvee is een heugelijke toestand waar te nemen, vooral door het besluit der Belgische regeering tot opening der grenzen. De sanitaire bepalingen leggen nog vele moeilijk- heden in den weg, maar voorkomen toch wille- keurige sluiting en berusten op vasten grond. Het is ook te voorzien, dat binnenkort alle beletselen zullen zijn weggenomen, die den vrijendn- voer van varkens (voor deze streken van veel belang) in den weg stonden. Dit staat ook op goeden voet zoodat weer binnenkort vrije uit- en invoer langs de grenzen zal toegestaan worden. Een ander krachtig middel is ook het land- bouw-onderwijs. Dit staat in geen te besten reuk, daar het te Wageningen zoo grootscheeps is inge- richt. Ook te Goes is misschien nog zulks het geval, terwijl ook het bezwaar weegt, dat er door den verren afstand weinig gebruik van kan gemaakt worden. Hierin zal een gunstige verbetering komen door het inrichten van landbouwcursussen, aan- sluitende aan het gewoon lager onderwijs. Daar deze wellicht beter zullen kunnen werken, heeft de Maatschappij gemeend deze te moeten bevorderen en zal er ook door het Rijk voldoende steun worden verleend. In Zeeuwsch-Ylaanderen zal een dezer cursussen worden gehouden, of het echter in de afdeeling Hulst, dan wel in die van Oostburg zal zijn is nog niet beslist. AVanneer dan in iederen kring zoo'n cursus is gevestigd, die laag bij den grond blijft zullen de landbouwers beter in de gelegenheid zijn om met de landbouwzaken op de hoogte te komen, en is men dan een groote schrede voor- waarts. Men zal dan beter op de hoogte zijn voor het doen van onderzoekingen met proefvelden. Het ledental der Maatschappij is steeds toene- mendverschillende oorzaken werken wel daartoe mede zooals het houden van een tenstoonstelling, maar zij die eenmaal lid zijn blijven het toch. Wanneer men echter nagaat wie lid zouden kunnen zijn, is het aantal leden nog veel te klein en is dit te betreuren, daar, hoe meer leden er zijn, hoe krachtiger de Maatschappij financieel kan optreden. Op vele plaatsen worden thans opgericht ,/boeren- bonden" die juist beoogen wat deze maatschappij wil, maar de onze kan met kleiner contributie meer doen omdat zij over het geheele rijk werkt. Hierin treedt ook het godsdienstig element meer op den voorgronddoch hoewel ook wij erkennen dat de steun van een hoogere macht voor den landbouw en veeteelt noodig is moet deze Maatschappij zich van godsdienstige of politieke kwesties ont- houden. Er is van de zijde van een blad, //De Zeeuw," critiek uitgeoefend op deze Maat'j omdat er feesten gegeven werden, maar spreker vindt dit niet bil- lijk omdat het van eene zijde komt waarvan meer- malen gewaardeerde medewerking werd ondervonden. En een betamelijke feestviering verdient z. i. geen af keuring. Een rijtoer doet nut en evenzeer de tentoon- stelling, daar we dan kunnen aanschouwen wat een streek uit ons midden voortbrengt. Ook de vorming van een cursus voor hoefbe- slag werd afgekeurd, terwijl kan worden aangestipt dat juist dit een zeer gelukkig besluit is geweest en uitstekend gevolg heeft gehad. Ruim 200 leerlingen hebben haar gevolgd, zoodat de Maat schappij daarop met voldoening kan neerzien. Men is daarmede, voor wat het hoef beslag betreft, eene groote schrede vooruitgegaan. (Deze mededeeling werd met applaus begroet.) Het bestuur koestert de hoop deze in 1896 door een tweede te kunnen doen volgen, daar door de groote afstanden en het kleine aantal lesuren niet alle leerlingen voldoende van het onderwijs konden profiteeren. Er bestaat grond om te verwachten dat de steun van de Provincie en het Rijk ook wederom niet zal worden onthouden, terwijl ook weder op particulieren steun mag worden gerekend, die hem door den heer Hanke, directeur van den Wilhelminapolder bij Goes, is toegezegd en hij verzocht dezen, hier aanwezig, bij zijn lastgevers den dank der Maat schappij over te brengen. Men heeft er van afgezien om nog dit jaar examen te houden, daar er beter zal kunnen ge- oordeeld worden wanneer er nog een cursus is gehouden. Thans zullen 16 der beste leerlingen uit de afdeelingen een wedstrijd houden. Deze zijn J. A. Contant te Koudekerke, J. K. Pieterse te AVest-Souburg, H. Akkerdaas te Noordgouwe, G. Geluk te Noordwelle, A. Nijssen te Krabben- dijke, J. van Boven te Rilland, D. Adriaanse te Goes, D. de Vos Mz. te Heinkenszand, Abr. Hen- drikse te Oostburg, L. Dhont te Sluis, J. J. Ylaander te Axel, Ch. v. d. Yelde te Ter Hole, H. A. Markusse en L. C. Douw Cz. uit Noord- Beveland, P. Bentschop Knook te St. Maartensdijk en J. van Dijk te Tholen. Spreker deelt verder mede dat naar aanleiding van het feit dat kikvorschen in de laatste jaren tot een handels-object werden gemaakt, deze dieren en padden door de wet in bescherming zullen worden genomen om voor uitroeiing bewaard te blijven, als zijnde voor den landbouw nuttige dieren. Ook de oprichting van exportslachterijen is niet aan de aandacht ontgaan en daaraan steun toegezegd. De cooperatieve beetwortelsuikerfabriek komt er niet met vluggen tred, doch die behelst een groot belang en daarvoor is een omvangrijke voorbereiding noodig. De financieele kwestie staat echter gunstig en waarschijnlijk zal de volgende maand eene conferentie worden gehouden met de personen die kapitaal hebben toegezegd. Of de nieuwe regeling van den suikeraccijns aan de landbouwers zal ten goede komen zal de tijd moeten leeren, want het is de vraag of zij van de verhoogde premie zullen genieten, daar zij gewoonlijk weinig ondervinden van de edelmoedig- heid der fabrikanten. Daarna deelt de Voorzitter mede dat door den heer B. G. van der Have ontslag was genomen als algemeen vice-voorzitter, wegens hoogen leeftijd, en dat het hoofdbestuur hem, uithoofde van de vele aan de Maatschappij bewezen diensten, het eere-lidmaatschap had aangeboden, waarvoor de heer van der Have zich zeer gevoelig betoond had. In zijne plaats was benoemd de heer C. A. H. Wagtho, wien spreker geluk wenscht met die benoeming in de eerste in die functie door hem bijgewoonde betrekking en hoopt dat hij de in hem gestelde verwachtingen niet zal beschamen. AVat verder de financien betreft deze zijn goed, doch van verschillende zijden wordt bescheiden een beroep om steun gedaan. Over steun vanwege de provincie meent spreker dat de Maatschappij niet te klagen heeft. Het hoofdbestuur blijft met voile bereidwillig- heid hare taak vervullen en doet een beroep op den steun van alle leden. Deze mededeelingen werden met applaus begroet. Daarna, komen qan de orde II. Yoorlezing van de notulen der vorige algemeene vergadering. De algemeene secretaris, de heer G. A. Vor- sterman van Oijen geeft lezing van het behandelde in de algemeene vergadering het vorig jaar te Zierikzee gehouden. De notulen worden zonder aanmerking goed- gekeurd. III. Mededeelingen van ingekomen stukken. De Voorzitter acht de behandeling van dit punt en van punt A7I niet meer noodig, daar deze zijn medegedeeld en toegelicht in het door hem gegeven korte overzicht. IV. Verslag der commissie belast met het onderzoek der rekening over 1895. De commissie bestaande uit de heeren C. IJsebaert, J. A. Pateer en F. Hombach, adviseerttot goed- keuring der rekening met een batig saldo van 1163,34Y2, waartoe wordt besloten. V. Mededeeling van de nam en der beoor- deelaars, belast met de keuring van de ter tentoonstelling in te zenden voorwerpen. Door den secretaris wordt medegedeeld dat tot keurmeesters zijn benoemd voor de paardende heeren M. Lucieer te Oostburg, M. Govaert te Westdorpe en Cam. van de Putte te Hengstdijk; voor het rundvee de heeren M. van der Vliet te Kruiningen, Jan van Overmeir te Clinge en Adr. AVolfert te Hoek; voor de schapen, varkens, pluimgedierte era. -. de heeren P. van Goethem te Clinge, Ed. de Kort te Hulst en J. J. van Arenthals te Hontenisse voor de werktuigen de heeren C. N. Jansen van Roosendaal te Axel, P. Cattoir te Hulst en P. J. R. Damste te Hontenisse. VI. Vermelding der afdeeling waar in 1897 de algemeene vergadering zal worden gehouden. De Voorzitter deelt mede dat die het volgend jaar zal worden gehouden in de afdeeling Noord- Beveland, en wel te Wissekerke. VII. Bespreking van het volgende onderwerp De werking van het bestaande pachtstelsel in te leiden door den heer G. A. Vorsterman van Oijen te Aardenburg. Deze, het woord verkegen hebbende, begintaldus: ;/De pachten zijn tegenwoordig veel te laag." Zoo klaagt de eigenaar. z/De pachten zijn nog veel te hoog." Zoo de pachter. Wie van die twee heeft gelijk P Zoo iets voetstoots uit te maken is moeilijk, daar de belangen, en daardoor ook het eind-oordeel zeer verschillend moet zijn. Daarvoor zou men eerst voldoende gegeveus moeten bezitten om de waarde van den grond te bepalen, die berekend kan worden uit de opbrengst. Men zou dienen te weten de gemiddelde opbrengst benevens de uitgaven noodig voor 't voeren van het bedrijf, met de belooning die den pachter toekomt voor zijn beheer om uit de soin die dan overschiet de grootte van den pacht te bepalen. Het verpachten zou om billijk te zijn een ven- nootschap tusschen eigenaar en pachter moeten zijn, daar beiden kapitaal in de zaak geven, terwijl de laatste als directeur optreedt. Bij het einde van het jaar zou de balans moeten worden opgemaakt om winst en verlies te verdeelen in evenredigheid van de gebruikte kapitalen. Zoo zou het moeten zijn, wilde het goed zijn, maar zoo is het niet en daar zit juist het moeilijke van het pachtstelsel. In het bedrijfskapitaal van den pachter bezit de eigenaar een vaste waarborg en loopt dus hoege- naamd geen gevaar voor verlies, terwijl de pachter kans heeft op winst, maar daarentegen draagt hij alle verliezen. Maakt de pachter groote winsten, dan kan de eige naar zich na een aantal jaren een groot aandeel in de winst verzekeren of hem eenvoudig verwijderen. Dit laatste is ook het geval wanneer hij de pacht niet kan betalen, terwijl dan zijn kapitaal door den eigenaar wordt aangeslagen. Tot beantwoording van de vraag of de pachten te hoog of te laag zijn, geeft spreker het volgende voorbeeld Iemand heeft een hofstede van 50 hectaren land en bijbehooren gekocht voor f 40,000. Aan rente uitgezet zou die som 1200 opbren- gen, zoodat de eigenaar na aftrek van alle onkosten en lasten op die som recht geeft. De pachter met f 12000 bedrijfskapitaal komt daarvan na aftrek van noodige uitgaven f 360 toe. Deze sommen zijn wellicht laag, maar zijn be rekend na aftrek van alle lasten, zijn een minimum en mogen zeker niet lager zijn. Met zijn salaris, dat veilig op f 700 mag worden gesteld, dus f 1060. De hofstede moet dus zuiver opbrengen f 2260, of per gemet ongs- veer 20, welke som tusschen pachter en eigenaar moet verdeeld worden, in reden van 120 en 106, zoodat de eigenaar jaarlijks f 10,60 toekomt. Meerdere opbrengst is gewenscht, zelfs noodza- kelijk, mits de vermeerdering voor den een niet is eene benadeeling van den ander. Is de grond echter meer waard b. v. f 300 dan heeft de eigenaar op eene som van f 1500 recht, maar waar moeten die vandaan komen, indien de hofstede die niet meer opbrengt P Natuurlijk uit de belooning van den pachter, die dan maar f 1000 zou trekken. Het is meent spreker niet noodig om bij de omnogelijkheid van zoo'n toestand opzette- lijk stil te staan. Op 3% hebben en eigenaar en pachter recht omdat zij dit kunnen verkrijgen zonder andere moeite dan couponnetjes te knippen Nog verder resumeerende en na mededeeling van in verschillende jaren betaalde pachtsommen, opsomming van grieven en wenschen, komt spreker tot de volgende conclusion

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 2