BIJVOEGSEL
Ter Heuzensche Courant
Gemengde berichten.
Zaterdag 6 Juni 1896. No 3313,
Het onweder heeft in onderscheidene deelen
van ons land hevig gewoed, gepaard met zware
regenbuien, waarvan men hoopt, dat zij het uit-
gedroogde land zullen goeddoen.
Te Hilversnm en Baarn sloegen hagelsteenen
met eene middellijn van meer dan een centi
meter met kracht neer. Op het station te Hilversnm
en tusschen Baarn en Hilversum zag de grond
op enkele punten wit van den hagel. De bui
dreef naar het Noord-oosten.
Te Oldeboorn (Fr.), werden bij den veehouder
IJ. Sinnema, twee lammeren door den bliksem
doodgeslagen.
Te Terwolde bij Deventer, werd de boerderij
van den heer Kloosterboer, in pacht door den
landbouwer W. Rutgers, door brand vernield.
Te Achterberg sloeg de bliksem in den molen
van A. Vanders. De molen is geheel afgebrand,
met ongeveer 450 zakken koren. Niets was ver-
zekerd.
Te Beesd (Gelderland) werden twee woningen
in de asch gelegd.
Te Bokstel werden twee woningen getroffen.
Op beide plaatsen werd geen brand veroorzaakt.
In het westen van Noord-Brabant heeft het
onweder in bijzonder hevige mate gewoed.
De bliksem sloeg in den windkorenmolen van
den heer C. Meulenbroek te Ossendrecht. Bran-
dend en smeulend hout was alles wat er van
overbleef.
Op hetzelfde oogenblik ontstond brand in de
hofstede van de Wed. Yeraart en werd de dochter
der weduwe, die bij de schuur stond, door den
bliksem getroffen.
Te Oorderen werd een 20jarig jonkman en te
Eekeren twee kinderen door het hemelvuur gedood.
Woensdag-avond brak te Goes een felle
brand uit op de hofstede vKlein Frank rijk,'
eigenaar de heer Dekker, pachter Jacob de Dreu.
De pachter was uitstedig. De vrouw was alleen
thuis met eenige jeugdige kinderen en een hulp-
"behoevende oude moeder.
De buren trachtten uit het woonhnis een en
ander van waarde te redden. Doch de schuur
met kleiner schuurtje werden met varkenshok en
den ganschen inboedel, waaronder eenig klein vee,
een prooi der vlammen. De woning, hoewel zwaar
beschadigd, bleef behouden. Alles was verzekerd.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Het gerucht gaat, dat een kind den brand kan
veroorzaakt hebben. Voor de spuitgasten was
de brand zeer onwelkom, dewijl zich tegelijk een
zeldzaam zwaar onweder, gepaard met felle plas-
regens, boven hen ontlastte.
Twee menschen te Middelburg, die Dinsdag
geroepen waren om een lid der Staten van Zeeland
te kiezen, kwamen hoe ,/les beaux esprits'j
elkaar toch kunnen ontmoeten allebei op het
geestige denkbeeld, te stemmen opToekoe
Oemar.
Wielrijden schijnt voor sommigen op zich-
zelven nog geen gevaren genoeg aan te bieden.
Nu heeft een wielrijdersvereeniging op Zuid-Be-
veland verzonnen, een ringrijderij op rijwielen te
houden.
Te Harlingen werd, bij het toenemend ge-
brek aan goed drinkwater, rondgebeld, dat aan
een opgegeven adres nog drinkwater is te bekomen
tegen 25 cts. per gang. De Engelsche booten
brengen uit Londen ook drinkwater aan en houden
kosteloos uitdeeling, en de stoomboot Prins van
Oranje bracht eenigen aanvoer van de waterleiding
te Leeuwarden.
De vereeniging van gisthandelaren te Schie
dam heeft een aanbieding ontvangen van Mackensie,
een Amerikaan, waarbij deze aan heeren gistfabri-
kanten een geheim aanbiedt voor millioen.
De hoofdzaak van dit geheim is de meerdere
gistopbrengst.
De betaling der koopsom zou hoofdelijk worden
omgeslagen over alle leden. Ieder betaalt 1 cent
per kilo meel.
De firma Regout te Maastricht blijft pogen,
het door hardheid te winnen. Nu heeft zij
volgens de Lim. Koerier aan de stakende glas-
slijpers, die huizen van haar bewonen, bij deur-
waarders-exploit de huur laten opzeggen.
De stakers, die met kalme volharding strijden
voor 't grondwettig recht van vereeniging, zijn
echter de sterksten. Zij worden voortdurend on-
dersteundgeen slijpers van elders komen de firma
te hulp en de slijpmachines, waarvan onlangs be-
richt werd, behoeven blijkbaar geen vrees aan te
jagen.
In Prieslands Noordoosthoek heerscht eene
onbekende ziekte onder de kalveren. Er zijn boe-
ren, die er reeds 8 h 11 verloren hebben. Als
een dier wordt aangetast, dan is het ook binnen
korten tijd dood.
Men kon zich tot dusver al verzekeren tegen
brand, ongelukken, hagelschade, inwerpen van
glasruiten, inbraak enz.thans kan men ook,
volgens het assurantieblad ,/Zonneschijn", ver-
zekeringen sluiten tegen 't krijgen van tweelingen.
De premie wordt verhoogd, wanneer het over-
tuigend bewijs is geleverd, dat de vrouw of hare
moeder reeds vroeger tweelingen heeft gehad in
dat geval wordt de risico als ,/gevaarlijk" ge-
classificeerd. Iedere polis moet drie maanden voor
de interessante gebeurtenis worden genomen, en
hoewel de verzekering over een termijn van twaalf
maanden loopt, dekt zij slechts een risico een
zeer noodzakelijke bepaling zegt het blad
als waarborg tegen lieden, die onbescheiden genoeg
zijn om twee paren tweelingen binnen 'tjaar te
krijgen.
Voor handelsreizigers hebben de Engelsche
spoorwegmaatschappijen een zeer gunstige bepaling
ingevoerd. Ieder handelsreiziger, die lid van eene
vereeniging is, kan op vertoon van zijn diploma
Zaterdags een retourkaart krijgen, geldig tot Maan-
dag en wel tegen betaling van den enkelen prijs.
Men redeneert in Engeland aldusDoor den
aard van hun beroep genieten handelsreizigers
weinig huiselijkheid. Men make het hun althans
gemakkelijk, den Zondag in hun familiekring door
te brengen. En ten slotte hebben de spoorweg
maatschappijen zelven voordeel van dezen maat-
regel, want het aantal handelsreizigers, die anders
gebleven zouden zijn in de plaats waar zij voor
hunne zaken zich bevinden, maar thans den Zon
dag thuis doorbrengen, is zeer groot.
Volgens de ,/Kolnische Ztg." bedraagt het
aantal slachtoffers van de ramp te Moskou 2700.
De correspondent van den „Berl. Lokal-anzei-
ger deelt mede, dat er groote verontwaardiging
heerschte tegen de politie en dat de inrichting
van het Chodynskyveld zoodanig was, dat er
ongelukken moesten gebeuren.
De correspondent vertelt, dat hij het hoofd der
politie van het veld zag terugkeeren met bloedend
gelaathij was door een steenworp gewond.
Merkwaardig moet het geweest zijn, hoe kalm
na de eerste ontsteltenis de ramp werd opgenomen.
Men keerde 's namiddags naar het veld terug, als-
ot er niets gebeurd was. Er werd pret gemaakt
en gekeken naar de vertooningen op tooneeleu in
de open lucht, gegeten, gedronken en gedanst.
Toen de czaar en zijn gemalin op 't veld ver-
schenen, waar zij slechts een kwartier bleven, lagen
niet ver van daar nog stapels lijken.
Ook wordt nog vermeld, dat een groot deel der
wachtende boeren, die den nacht op't veld hadden
doorgebracht, 's morgens beschonken waren, wat
natuurlijk tot de verwarring meewerkte en dat er
een valsch gerucht was verspreid, dat de fabrieks-
arbeiders, die nog uit de stad moesten komen,
eerder bedeeld zouden worden dan de boeren.
t Zal misschien een twintig jaren geleden
zijn, dat de Engelschen begonnen aan't vervaardigen
van cakes of kaakjes, zooals men ze bier te lande
weldra noemde. Nu gaat de wereldvermaard ge-
worden fabriek van Huntley Palmers, te Reading,
over in handen van een maatschappij met een
kapitaal van 72 millioen gulden
In Zwitserland is het thans mogelijk zelfs
uit kleine dorpen te telephoneeren naar alle plaatsen
des lands voor een prijs van 5 a 20 cents. Ook
heeft men er in ieder dorp van eenige beteekenis
electrisch licht. De beweegkracht voor het op-
wekken van de electriciteit wordt daar door water,
niet door storm verkregen.
La Chronique weet te verzekeren, dat er
ernstig sprake is van de oprichting te Spa van
een monument ter eere van de verzoening van
Belgie en Nederland. Men beweert, dat de° Bel-
gische regeering tot dat doel tien duzend francs
heeft toegezegd en dat de gemeente Spa, gestennd
door een openbare inschrijving, de overige benoo-
digde vijftien duizend francs zal verschaffen.
001 de Rechtbank van West Hampstead
(Londen) zal een dame, Mrs. Minnie Howard die
een jaarlijksch inkomen van 25,000 heeft, als
diefegge terechtstaan.
Die dame maakte haar werk van stelen op trouw-
partijen. Zij ging, keurig gekleed, de eene of
andere trouwplechtigheid (altijd van rijke lieden)
in de kerk bijwonen, en daarna volgde zij, ofschoon
ongenood en niet bekend met de familie, den stoet,
om deel te nemen aan het bruidsmaal. Zij gedroeg
zich daar voor het oog geheel naar den eisch
maar zij nam, als zij de kans schoon zag, diamanten
spelden of andere kostbaarheden, ook fraaie hoeden
en parasols, weg.
Onlangs, toen zij weder druk bezig was bij een
voorname trouwpartij in het West-End, waar zij
drie diamanten spelden van gravin Malmesbury en
een kostbaren hoed van lady Beresford stal, werd
zij opgemerk, bij de politie aangegeven en in
hechtenis genomen.
Er zijn nu van alle kanten aanklachten tegen
haar ingekomen.
Haar advocaat houdt vol, dat zijne client aan
kleptomanie (diefstalswaanzin) lijdt, en de rechter
verdaagde de zaak om een onderzoek in te stellen
o. a. zal nagezien worden of Mevr. Howard voorkomt
op de kleptomanenlijsten der politie of op die der
Londensche winkeliers.
De Londensche winkeliers houden namelijk lijsten
van klanten, die op diefstal betrapt worden, en
waarschuwen elkander per circulaire bij ieder nieuw
geval. Wordt er iets vermist, dan gaan zij na
welke der klanten van die lijst in den winkel zijn
geweest en onderzoeken bij de familie, die dan
het gestolene teruggeeft of betaalt.
Op die kleptomanenlijsten staan tegenwoordig
ongeveer 800 namen voor het meerendeel
van deftige dames. Er zijn niet meer dan tien
heeren onder.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
VAN DK
VAN
Vergadering van Donderdag 4 Juni 1896.
Voorzitter de heer J. A. van Boven.
Aanwezig de heeren Harte, Van IJsselsteijn, Moes, Tazelaar,
Wieland, Visser, De Koeijer, Donze, Van der Moer, Grenu,
en Van den Hoek.
Afwezig de heeren De Feijter en Van der Hooft.
Na opening der vergadering worden de notulen der voor-
gaande gelezen en goedgekeurd.
Daarna komen achtereenvolgens aan de orde
U. Brief Gedeputeerde Staten betrekkelijk wijziging veror-
dening brandweer.
In dit schrijven geven Ged. Staten te kennen dat de oor-
spronkelijke verordening in twee vergaderingen vastgesteld
zijnde (27 Augustus en 22 October 1880) niet behoorlijk is kunnen
afgekondigd worden en dus volgens de jurisprudentie, aange-
nomen bij het arrest van den H. R. van 29 Juni 1885,
rechtsgeldigheid mist. Het College geeft daarom den Raad
in overweging de verordening in haar geheel opnieuw vast
te stellen.
Tegen litt c van art. 13, zooals dit op 30 April j.l. is vast
gesteld bestaat bij Ged. Staten bedenking omdat het vrijstellen
(of ontslaan) van hen, wier dienen door Burg, en Weth. tegen
het belang van den dienst wordt geacht metterdaad geen
criterium van vrijstelling inhoudt en aan Burg, en Weth.
overlaat wat tot de bevoegdheid van den Raad behoort. Ged.
Staten achten deze bepaling in strijd met art. 192 en 193
der gemeentewet op grond van het Kon. besluit van 11
Mei 1862 (Staatsbl. no. 47).
Verder wordt er de aandaeht op gevestigd dat de duur der
persoonlijke diensten slechts bepaald wordt voor de oefeningen
(art. 36) maar niet voor het geval van brand, zooals volgens
arresten van den H. R. noodig is. Aan dit bezwaar is echter
tegemoet te komen door aan art. 36 toe te voegen eene nieuwe
alinea luidende »De duur der persoonlijke diensten bij brand
vangt aan met het begin en duurt tot het einde van den
brand."
Wat het eerste punt betreft, het dragen van een dubbelen
datum, zegt de Voorzitter, dat over deze kwestie maar een
arrest bestaat en het niet gebruikelijk is om een arrest als
heerschende jurisprudentie aan te nemen, te meer daar dit
arrest nog werd uitgesproken in afwijking van de conclusie
van den Ambtenaar van het Openbaar Ministerie. Spreker
betoogt dat de wet hierover handelende meer bedoelt het
afkondigen, dat dit op behoorlijken tijd geschiedt. Buitendien
is noch door den rechter, noch door het Openbaar Ministerie
op onze verordening naar aanleiding daarvan ooit aanmerking
gemaakt.
Het is echter buiten kijf, dat het dragen van 2 datums
voor een verordening verkeerd is, want dan ziet men wel,
dat die in twee gedeelten is vastgesteld, maar staat voor de
vraag welk gedeelte Het opnieuw vastatellen eener geheele
verordening vereischt echter moeite en kosten er moet dan een
geheel afschrift gemaakt worden en de verordening moet dan
ook opnieuw worden gedrukt. Ook aan de uitgevers der
couranten berokkent het moellijkheden om zoo'n geheele
verordening op te nemen, dat is voor den uitgever, die aan
de beurt van t drukken is wel niet zoo heel erg, maar voor
den ander dan toch nogal bezwarend. Met het oog daarop
hadden Burg, en Weth. slechts eene ivijziging voorgesteld,
nu echter Ged. Staten er aanmerking op maken, stelt het
Dag. Best, yoor aan hun verlangen te voldoen en de ver
ordening in zijn geheel opnieuw vast te stellen.
Wat verier de opmerking betreft, dat litt. c van art. 13
geen criterium daarstelt en aan Burg, en Weth. overlaat wat
tot de bevoegdheid van den Raad behoort, het volgende
Litt. a is de hoofdzaak en stelt een zuiver criterium vast,
dat de toepassing daarvan aan Burg, en Weth is overgelaten
heeft geen bedenking uitgelokt en nu is het Dag. Best, van
meening, dat ook litt. c een zuivere grens aangeeft, het heeft
in die bepalingen geen verschil kunnen ontdekken. Men zou
aan het verlangen van Ged. Staten kunnen toegeven en de
beslissing aan den Raad overlaten, daar het zelden zal voor-
komen, dat iemand onwaardig wordt geacht bij de brandweer
te dienen. De wet zegt wel dat alleen vrijstelling mag
worden verleend aan hen, die in de onmogelijkheid zijn
persoonlijke diensten te vervullen, ipaar dit kan natuuilijk
alleen spreken op de geschikten, maar het zal wel niet in de
bedoeling liggen dit artikel toe te passen op ongeschikten,
op personen wier dienen bij de brandweer tegen het belang
van den dienst zou zijn. Het Dag Best, wenscht daarom
deze alinea te behouden en deze bij Ged. Staten nader toe
te lichten.
Wat eindelijk de opmerking betreft dat er bij brand geen
duur der persoonlijke diensten is bepaald, meenden Burg, en
Weth. dat dit van zelf sprak, maar hebben geen bedenking tegen
de opname, ofschoon op de redactie we) wat is aan te merken.
Men zou daarover in debat kunnen komen, doch dan den
schijn op zich laden van betweterij. En hiermede heeft
spreker de Voorzitter de toelichting van het Dag.
Best, op het schrijven van Ged. Staten, voor zoover hij weet
medegedeeld.
De heer Donze wil vragen wie klokluider van de gemeente is.
De VoorzitterDe werkbaas De Vos, of eigenlijk de
eerste de beste die komt. Ik heb het zelf ook al gedaan.
De heer Donze vraagt dit naar aanleiding van een opmerking
in de courant dat de klokluider hem (voorzitter der vrij-
willige brandweer) bij den brand bij Klaassen zou zijn komen
waarschuwen voor hij ging luiden.
De heer Van der Moer zegt, dat hij in de vorige zit ting
die opmerking gemaakt heeft, omiat het hem was verteld.
De heer Donze verklaart, dat het anders een lid van de
vrijwillige brandweer was die hem kwam waarschuwen.
De heer Van der Moer geeft. zijn verwondering te kennen
dat de verordening in 1880 reeds is goedgekeurd en dat men
nu met bezwaren komt.
De Voorzitter zegt, dat het arrest van den H. R. eerst van
1885 dateert.
De heer Van der Moer had juist een voorstel gereed om de
verordening opnieuw te wijzigen, toen hij den oproepingsbrief
voor de vergadering ontving. Hij kan zich nog maar niet
vereenigen met de bepaling dat Burg, en Weth. de vrijstel-
lingen verleenen. Hij heeft een voerstel gemaakt in dien zin,
dat Burg, en Weth. vooraf een lijst van vrijstellingen opmaken
en deze daarna door den Raad wordt vastgesteld. Zooals het
nu is geregeld is het tegen de bedoeling der wet en er kan
practiscli geen bezwaar tegen zijn.
De Voorzitter geeft toe dat de Raad zelf kan beslissen wat
hij al of niet aan zich wenscht te behouden. Het onderhavige
is echter ook in andere plaatsen zoo geregeld, nog wel van
kleiner omvang dan Ter Neuzen. Burg, en Weth. kunnen aan
den Raad de lijst der door hen verleende vrijstellingen mede-
deelen. Zijn er bedenkingen tegen dan kunnen deze in discussie
worden gebracht en de Raad eene beslissing nemen, waarnaar
Burg, en Weth. dan een volgend jaar kunnen handelen. Zoo
als nu is het dus goed geregeld en spreker weet niet of het
goed is om ieder punt afzonderlijk in den Raad te brengen
De heer Van der Moer: Het is nu in ieder geval zoo dat
Burg, en Weth. de zaak uitmaken en wij er niets over te
zeggen hebben, wordt naar onze opmerkingen gehandeld dan
is dat alleen eene goedheid ran het Dag. Best. En afgezien
of het nu al of niet strijd met de wet, ben ik er tegen om
alles aan Burg, en Weth. over te dragen.
De heer Van IJsselsteijn (weth.) vraagt of de heer Van der
Moer den loop der debatten over de kieswet dan niet heeft
gevolgd, daarbij wordt veel aan Burg, en Weth. overgelaten
en nog wel zaken van heel wat meer beteekenis. Wat hem
persoonlijk betreft, en hij gelooft ook dat dit met zijn collega
Harte het geval is, heeft er echter niets op tegen dat de Raad
wat werk van hun overneemt. De vraag is echter of dit van
zooveel belang is, daar volgens de verordening alleen zij zullen
worden vrijgesteid die in de onmogelijkheid zijn bij de brandweer
te dienen.
De heer Van der Moer zegt, dat hij met zijn voorstel geen
personen op het oog heeft, maar een algemeenen regel wil
vastgesteld zien. De verordening spreekt niet van „hen die in
de onmogelijkheid zijn" maar van „hen die andere plichten in
het openbaar belang te vervullen hebben." Dit is zeerrekbaar.
En als er nu personen worden ingelijfd die zeggen dat ze
plichten in het openbaar belang te vervullen hebben, en
weigeren, wat dan
De heer Van IJsselsteijn Dat zouden ze dan moeten be-
wijzen en de rechter uitmaken.
De Voorzitter: Die zou vragen of ze waren vrijgesteid.
De heer Van der Moer: Dat moet de Raad doen.
De Voorzitter zou dit toestemmen wanneer er geen redres
bij den Raad was.
De heer Van der Moer: Dat is er niet, het is alleen eene
toegevendheid van Burg, en Weth.
De Yoorzitter is van meening dat men moet aannemen dat
er tusschen het. Dag. Best, en den Raad eene goede verstand-
houding heerscht.
De heer Van der MoerDat is nu zoo, maar later
I)e VoorzitterDan kan de Raad nog altijd de verordening
wijzigen.
De heer Moes is het met den heer Van der Moer eens,
want wat dat veranderen betreft, dat -vordert weer een onder
zoek en veroorzaakt tijdverlies.
De heer Van der Moer vindt zijn voorstel toch nog al
eenvoudig. Burg, en Weth. maken de lijst op, doen het
voorloopig onderzoek en de Raad stelt de lijst vast.
De Voorzitter denkt dat Ged. Staten er wel genoegen mede
zullen nemen als de door het Dag. Best, voorgestelde \yijzi-
gingen worden aangebracht en zou er daarom voorloopig maar
in berusten.
De heer Van der Moer stemt hiermede niet in en stelt
voor
"De onlangs na artikel 13 ingevoegde artikels 13a en 135
laten vervallen en daarvoor in de plaats stellen de volgende
bepalingen
13<z. Door Burgemeester en Wethouders wordt
vbbr 15 Maart van elk jaar eene lijst van vrijstellingen opge-
maakt en aan den Raad overgelegd, welke lijst binnen eene
maand na die overlegging door den Raad wordt onderzocht
en vastgesteld.
Art. 135. Aan ieder door de loting tot het dienen bij
de brandweer aangewezen, wordt binnen acht dagen na de
vastsielling der lijst in art. 13a bedoeld door of namens
Burgemeester en Wethouders schriftelijk medegedeeld of hij
voor den dienst bij de brandweer is aangewezen of wel daar
van is vrijgesteid.
Hij die niet is vrijgesteid en meent toch redenen van vrij
stelling te kunnen doen gelden, kan binnen acht dagen nadat
hem de mededeeling in het voorgaand lid bedoeld is gedaan,
een bezwaarschrift indienen aan den Raad, welke daarop
beslist binnen drie weken na de indiening.
Zij, voor wie gedurende hun dienen bij de brandweer,
redenen van vrijstelling ontstaan, kunnen zich tot den Raad
wenden met verzoek van de verplichting te worden ontheven,
op welke verzoeken de Raad binnen eene maand na de
indiening beslist."
Met het oog op het schrijven van Ged. Staten waarvan
spreker bij het opmaken van zijn voorstel niets bekend was
zal misschien ook daarin wijziging noodig zijn.
De Voorzitter had gemeend dat het met een kleine wijzi
ging te veranderen was. maar dit stelt eene geheel andere
verordening daar. Men moet nu toch ook rekening houden
met den indruk dien het bij Ged. Staten maken zal, dat
men een onlangs gewijzigde verordening nu weer opnieuw
gaat wijzigen.
Den^ heer Van der Moer kan dat niets schelen, waarop de
Voorzitter aanmerkt dat wat den een niet schelen kan den
ander toch wel kan schelen waarna de heer Van der Moer
als zijne meening te kennen geeft dat de Raad er niets mede
te maken heeft wat Ged. Staten er van zullen zeggen, maar
wel of het een wijziging is in 't belang der gemeente.
De heer Moes vraagt met het oog op het ingewikkelde
van de kwestie of het niet kan worden aangehouden.
De heer Van der Moer heeft hiertegen geen bezwaar, daar
de bepaling dit jaar toch niet meer kan gelden.
Aldus wordt besloten
3. Verslag Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1895
De Voorzitter doet mededeeling dat dit verslag is inge
komen, waarvan ook al de leden wel een exemplaar zullen
hebben ontvangen.
De heer Moes kan de opmerking niet nalaten dat de inhoud
van het verslag zoo mager isdan wordt dit verslag ook nog
in het gemeenteverslag opgenomen, naar aanleiding waarvan
hij bezwaar zou gaan maken om aan de jaarlijksche toelage
van 200 zijn stem te geven dat is echter een onderwerp
zegt spreker, dut thans niet te pas komt.
3. Verbeteren toestand bij Kerkhoflaan.
De A oorzitter deelt mede, dat de eigenaar der sloot een
conference wenschte met het Dag. Best, te zijnen huize en
dat die heeft plaats gehad. Men is thans zoover gevorderd
dat de eigenaar tegen eene vergoeding van 50 het dempen
der sloot wil toestaan, terwijl voorts de gemeente op de crens
een afrastering moet plaatsen van houten palen met prikkel-
draad. Hij wil dan in 't midden en op 't eind aan de zijde
van het kerkhof een uitweg geven, zoodat er dan met den
uitweg aan de Axelsche weg drie zijn.
Voor de verdere bespreking dezer zaak wordt de openbare
vergadering geschorst en gaat over in eene met gesloten
deuren.
Na heropening der vergadering deelt de Voorzitter mede
dat naar aanleiding der besprekingen besloten is de zaak
aan te houden en nader met den eigenaar der sloot te
onderhandelen.
A. Vermoedelijk benoemen onderwijzer aan school B.
De oorzitter deelt mede dat benoeming niet kan plaats
hebben, daar de voordracht nog niet is terugontvangen waarop
gerekend was.
Ingekomen slukken en aanhangige zaken
a. Een schrijven van Ged. Staten houdende mededeeling
van een Koninklijk besluit waarbij aan deze gemeente voor
1896 eene buitengewone rijkssubsidie wordt verleend ter
tegemoetkoming in de kosten van het lager onderwiis ten
bedrage van 2625.
Deze soin is f 375 minder dau op de begrooting was
uitgetiokken en waartoe door Ged. Staten was geadviseerd.
Voor kennisgeving aangenomen.
5. Het nieuwe reglement omtrent de regeling der Kamers
van Koophandel en het opmaken der lijsten van kiezers voor
dit college.
Voor kennisgeving aangenomen.
c. Het aanhangig schrijven van het Bestuur der brandweer
betrekkelijk materieel.
De Voorzitter stelt namens bet Dag. Best, voor, geheel in
overeenstemmmg met de Commissie van Fabricage
De spuiten A en B te laten nazien en dit als het meest
wenschelijk op te dragen aan den vervaardiger, en voorts om
geen nieuw stel spuiten aan te schaffen, maar spuit C te
behouden en daarvoor aan te schaffen een aanjager, tevens
dienst kunnende doen als perspomp. Dan is men misschien
voor 600 goed geholpen.
De heer Donze U zegt daar, mijnheer de Voorzitter, dat
de verbetering 600 zal kosten.
De oorzitter licht den heer Donze in dat de aanschafflng
van een aanjager ongeveer die som zal kosten. De reparatie
kosten voor de spuiten A en B zullen naar deskundigen
verzekeren met hoog loopen. Een aanjager is voor spuit C
bepaald noodig, want het is nu altijd sukkelen en een gewurm
met de waterzak.
De heer Donze wou zeggen dat, als dat verbeterd wordt
door een aanjager aan te schaffen circa 600 kost en dan
IS.. ,.lenSte dcr slangen van spuit C 60 M. De spuit der
yrijwillige brandweer bezit slangen ter lengte van 204 M en
heeft 800 gekost.
De heeren willen nu toch eenmaal in concurrentie komen
met de vrijwilligers, was het dan niet beter hun ook zoo'n
spuit te geven. Dat kost maar 200 meer en dan zijn de
slangen van voldoende lengte.