Algemeen
Nieaws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch- Vlaanderen
No. 3302.
Zaterdag 9 Mei 1896.
36e Jaargang.
Inschrijving voor de Schutterij.
Onder geheimzinnige bescherming.
Nationale Militie.
Binnenland.
ABONNEMENT
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor
Nederland 1,1°- Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,324.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busliouders.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
FEUILLETON.
Vrij bewerkt door AMO.
28)
z/Neem
eindelijk.
plaats, mijnheer Dumat," sprak hij
En toen Eduard insgelijks een stoel
genomen had, zeide hij
//Ge hebt gezegd, dat een vrouw u van den
dood heeft gered, toen de graaf u op den land-
weg bedreigde
»Ja, mijnheer."
//Dat moet dezelfde vrouw geweest zijn, die
hier op het kasteel naar u kwam vernemen."
//Zij was dezelfde. Henri Gardel deelde mij
mede, dat zij hem was komen waarschuwen en
hem op mijn spoor gebracht had."
z/En wie is die vrouw vroeg de markies
met belangstelling.
z/Eduard aarzelde tranen welden in zijn
oogen op, toen hij ontroerd antwoordde Zij is
mijn rnoeder."
//Wat zegt ge? Uw moederHeeft ze dat
zelf gezegd
//Neen, heer markies. Zij wilde mij niets open-
baren. Maar zij omhelsde en kuste mij en drukte
mij aan haar borst. En Jean Dumat betuigde,
dat zij dezelfde vrouw is, die mij als kind aan
hem heeft toevertrouwd. Maar ik heb nog sterker
fc-^olitieli Overzicht.
Het bericht van de //Standard and Digger News"
over de kwijtschelding van straf aan de veroor-
deelde leden van het Hervormings-comite wordt
niet door een nader bericht bevestigd. Men zal
spoedig als de Zuid-Afrikaansche zaken in 'tBritsche
Lagerbuis behandeld worden, er wel meer van
vernemenook over de vraag, of Rhodes al dan
niet ontslag heeft genomen als directeur der
/Chartered Compagny" en lid van den //privy
council".
Reuter meldt nog eens, dat de berichten dienaan-
gaande voorbarig zijn.
Over de correspondentie tusschen Pretoria en
Kaapstad, welke aanleiding gaf tot een boos ant-
woord van Robinson aan den Britschen zaak-
gelastigde in Transvaal, den heer de Wet, wordt
nog het volgende medegedeeld.
De heer Leyds vestigde de aandacht van den
Brilschen //hoogen commissaris" op de geruchten
omtrent het zenden van Engelsche troepen naar
Afrika, waarin een bedreiging werd gezien voor
Transvaal. Robinson gaf 20 April een gerust-
stellend antwoord en voegde er hij //Ik van mijn
kant heb ook gehoord van vijandelijke toebereidselen
bij de burgers der Republiek, maar daar ik ver-
trouw op de vredelievende bedoelingen van de
regeering, heb ik het niet noodig gevonden om
opheldering te vragen." Den 2den Mei zond
getuigenis daarvoordat is de stem van mijn
hart, en de herinnering, die in mijn ziel voortleeft."
z/Ja, uw gelaat gelijkt sprekend op het hare," ver-
klaarde de markies met warmte. ,/IIet is zeer goed
mogelijk."
Eduard was zeer verrast door deze woorden,
die blijk gaven, dat de gevoelens van den markies
ten opzichte van hem reeds gewijzigd waren. Er
volgde een poos van stilte. De markies scheen
geheel in gedachten verdiept, terwijl onze jonge
held door allerlei vermoedens werd bestormd.
z/Maar wie is Henri Gardel eigenlijk vroeg
de markies eensklaps.
z/Ik weet het niet, mijnheer. Ik kan hem niets
ontlokkenalleen heeft hij gezegd, dat hij me
wellicht later het geheim van zijn leven zal mede-
deelen. Het is voor mij een onoplosbaar raadsel."
//Is hij van plan tegen den graaf de Maures
handelend op te treden
z/Dit schijnt zijn voornemen te wezen."
z/Zou hij den graaf aan het gerecht willen
overleveren
z/Dat, geloof ik niet, heer markies. Te oordeelen
naar hetgeen hij in mijn tegenwoordigheid sprak,
moet hij over den graaf zekere macht bezitten
een macht, waardoor hij hem eenmaal kan ont-
maskeren. Hij schijnt echter nog de eene of
andere gebeurtenis te willen afwachten."
z/Ha, thans wordt me veel duidelijk, dat me
tot dusver duister was," mompelde de markies,
Leyds aan Robinson de stukken, waarop hij in
zijn vorig telegram zinspeelde. //Ik zend, schreef
hij, drie beeedigde verklaringen van burgers,
inhoudende dat zij met kapitein Fuller overeeen-
komsteu getroffen hadden tot levering van vervoer-
mid.delen van Mafeking naar Boeloewayo, waarbij
kapitein Fuller uitdrukkelijk bepaalde, dat de
wagens, zoo noodig, in oostelijke richting zouden
gevoerd worden." Tevens meldde Leyds, dat de
Regeering vernomen had, dat 6000 Britsche troepen
bij de grens saamgetrokken waren, en nog anderen
per spoor zouden komen. Bij de troepen bevonden
zich nog tal van Kaapsche kleurlingen. En men
zeide ook, dat sedert de samenzweerders gevonnist
waren, het zenden van troepen naar het noorden
opgehouden had, en toebereidselen gemaakt werden
om een inval te doen in Transvaal. Sir Hercules
antwoordde //Kapitein Fuller vertrok naar Enge-
land twee dagen voor de bedoelde overeenkomst
gesloten zou zijn. De geheele troepenmacht die
naar het noorden gezonden wordt, telt 1490 man,
waarvan 700 Mafeking nog niet bereikt hebben".
In het gemeentebestuur van Weene.n, de hoofd -
en residentiestad van Oostenrijk, zijn thans regel-
matige toestanden teruggekeerd. Tot burgemeester
is door de antisemietische meerderheid gekozen de
heer Strobach. Als raadslid was hij een van
diegenen van wie er twaalf in een dozijn gaan
als burgemeester zal Strobach de strooman zijn
van Dr. Lueger, die zoodra de keuze van den
burgemeester door den Keizer zal zijn bekrachtigd,
tot eersten vice-burgemeester zal worden benoemd
en als zoodanig feitelijk het bewind zal voeren.
De nieuwe burgemeester was eerlijk geuoeg,
dat ronduit te bekennen. Hij verklaarde de ver-
kiezing te aanvaarden uit trouw aan zijne partij
en uit vriendschap voor den leider der partij Dr.
Lueger, op wiens volledige ondersteuning hij
rekende en wien hij gaarne zijne plaats zou willen
afstaan, zoodra dit mogelijk was. Wanneer dat het
geval zal zijn, hangt van Dr. Lueger zelf af. Als
hij de demagogische manieren heeft afgelegd, die
aan het hof zooveel aanstoot gaven, en door daden
heeft getoond te begrijpen, dat zijne houding als
drager van het gezag eene andere behoort te zijn
dan als hoofd eener niets ontziende oppositie, dan
zal hij ook voor de regeering als eerste magistraat
van de hoofd- en residentiestad aannemelijk zijn.
Zoo zal hij, na een proeftijd, ten slotte toch tot
het vurig begeerde doel kunnen geraken.
De Russische censuur heeft aan de dagbladpers
in het Czarenrijk verboden, zich over de toestanden
in Korea uit te laten, //omdat wat bij wijze van
gerucht de ronde doet, niet waar is."
Er is, van het standpunt der Russische regeering
beschouwd, reden voor dit verbod, want blijkens
mededeeling van de Ostast-Lloyd is de toestand
in Korea erger dan ooit. Vier provincien bevinden
waarna hij opstond en zenuwachtig in de kamer
heen en weer liep. Toen hij weer ging zitten,
zeide hij //Op mijn woord, het is zeer vreemd,"
en verviel daarop weder in zijn vorig gepeins.
Na een poos gewacht te hebben, nam Eduard
nu het woord en zeide
//Mijnheer, laat ons terugkeeren tot de zaak,
waarom ge mij verzocht hebt, u hierheen te volgen.
Ik heb uit uw woorden en gebaren duidelijk
begrepen, wat uw meening is het is dus onnoodig,
door verdere verklaringen mij nog meer smart
te veroorzaken. Vergun mij nog eens te herhalen,
dat ik niet opzettelijk getracht heb, de liefde
van uw dochter te winnen. Die is bij ods beiden
als vanzelf ontwaakt. Maar tegen uw wil zal ik
mij niet verzetten en ik wil u niet hinderlijk
zijn. Daarom vaarwel, heer markies, moge God
u
//Ho, ho, mijnheer, ik heb u nog niet gezegd,
mijn huis te verlaten riep de markies.
Eduard keek verwonderd op en zeide //In uw
eerste woorden lag die bedoeling toch opgesloten,
mijnheer."
z/Wellicht is dat zoo, maar toen kende ik u
niet, zooals ik u thans ken. Neem weer plaats,
mijnheer Dumatik heb niet het minste plan, u
mijn huis te ontzeggen."
z/Het zou misschien toch beter zijn, dat ik
ging."
z/Waarom
zich in een toestand van volslagen anarchiede
duizenden tellende opstandelingen hebben de hoogere
ambtenaren vermoord, voor zoover 't dezen niet
gelukte te ontvluchten. Japansche troepen, die
de op 70 si 80 K. M. afstand van de hoofdstad
verschanste opstandelingen trachtten aan te vallen,
moesten zich terug trekken. Dezen schijnen zich
tot taak te stellen elken Japanner, dien zij ont-
moeten, te vermoorden.
De Koning bevindt zich nog steeds in het
Russische gezantschapsgebouw.
Het Noorweegsch departement van justitie heeft
het initiatief genomen tot eene poging om eene
gelijkluidende wet voor de drie Noorsche landen
te verkrijgen, voor de regeling van //cheques".
De Italianen behaalden weer eens een klein
succes in Erythraea. Het gelukte aan eene colonne
hunner troepen Adigrat binnen te rukken en het
garnizoen te ontzetten.
Nu dit geschied is, wordt de plaats hoogst
waarschijnlijk ontruimd.
In de Kamer heeft de radicaal Imbriani, onder
overlegging van een aantal adressen, geheele ont-
ruiming van Erythraea verlangd.
Door een ander afgevaardigde werd op strenge
beperking van het koloniaal bezit aangedrongen.
In de Tweede Kamer komt Dinsdag aan-
staande de kieswet in behandeling. Aangenomen
het onteigeningsontwerp tot verbetering van de
Berkel en wijziging der hinderwet met de amen-
dementen der commissie van rapporteurs tot
vereenvoudiging der formaliteiten. Daarna inter-
pelleerde de heer van Gennep over Atjeh en vroeg
of de Regeering nadere mededeelingen kon doen
omtrent den afval van Toekoe Djohan. Spreker
bracht hulde aan de energie der Regeering, aan
generaal Vetter en het Ned. leger.. De Minister
van Kolouien dankte den spreker, doch kon geen
belangrijker mededeelingen doen, daar hij geen
schriftelijke berichten had ontvangen.
Blijkens het afdeelingsonderzoek der Tweede
Kamer deelde men vrij algemeen het gevoelen der
Regeering, dat met het oog op de bezwaren tegen
de verplichte invoering van het onderwijs in de
vrije en orde-oefeningen der gymnastiek, de wette-
lijke regeling van dat vak wijziging vereischt.
Hadden sommigen hierbij bepaaldelijk het oog op
het bijzonder onderwijs, anderen wezen er op, dat
ook vele openbare scholen de voor uitvoering der
oefeningen vereischte localiteit misseu en de uitgaven
ter voorziening ook voor menige gemeente zeer
drukkend zouden zijn.
Eenige leden hadden bedenking tegen wetsver-
andering en wenschten niet zijdelings terug te
komen op de in 1889 door de Kamer genomen
beslissing. Ook werd opgemerkt, dat de vrijstelling
van sommige gemeenten onbillijk is tegenover
z/Hoe kunt u mij zulk een vraag doen Kan
ik in de nabijheid van uw dochter blijven, zonder
mij diep ongelukkig te gevoelen
z/Ik dacht, dat de liefde de menschen gelukkig
maakte."
//Mijnheer, ik begrijp u niet. Drijft ge niet
den spot met mij Wat bedoelt ge met deze
woorden
z/Ik bedoel, dat ge vooreerst hier moet blijven
en dat ge moet beproeven, Marie te troostenzij
gevoelt zich ook zeer ongelukkig. Ik zag haar
weenen en hoorde haar zuchten, alsof haar het
hart zou breken, toen ik haar gezegd had, dat
zij nooit uw vrouw zou worden. Versta mij
echter goed ik zeg nog niet, dat zij eens de
uwe zal zijn. Ik verbind me door geen enkele
beloftemaar ik zal toch liever mijn toestemming
geven tot een echtverbintenis van u beiden, dan
dat ik mijn eenig kind ongelukkig wil zien. Spoed
U thans. Marie weent en jammert, terwijl wij hier
zitten praten, misschien is haar smart nog grooter,
dan de uwe was, want zij is slechts een zwak meisje."
z/Maar droom ik niet Ge wilt me niet
z/Neen, ge gaat Marie opzoeken en haar
tranen drogen. Is dat nu duidelijk genoeg
Toen de markies dit gezegd had, verliet hij
haastig de kamer, daar hij zijn ontroering niet
wilde laten blijken. (Wordt vervolgd).
lEllZENSCHE COIRVYT.
Iih blad verscliijnt riiaandag-, Woenadag- en Vrijdagavond, uitsezonrienl op Feestdagen, bij den nitgever P. J. VAX BB 8AHDE «e Ter Keunen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN,
Gezien de wet op de Schutterijen van den llden April
1827, en speciaal gelet hebbende op de artikelen dier wet,
die in betrekking staan tot de jaarlijksche inschrijving, zoo
tot de bereids daargestelde registers van vroegere jaren, als
tot de inschrijving die gedurende de laatste helft der loopende
maand moet geschieden, brengen bij deze ter kennis van de
belanghebbenden
dat de registers ter inschrijving voor de Schutterij, van de
geborenen in de jaren 1862 tot 1871 ingesloten, zullen worden
geopend tot de inschrijving van alle mannelijke Ingezetenen,
welke tot het laatstgemelde jaar behooren, alsmede van hen,
welke, in de vorige jaren geboren zijnde, sedert de laatst
vorige inschrijving, zich alhier met er woon hebben nedergezet,
waaronder ook begrepen zijn de militairen, welke na dien tijd
gepasporteerd, en de vreemdelingen welke van buiten het Rijk
zijn gekomen, en zich alhier hebben gevestigd, voor zoo verre
deze laatste hvn voornemen om zich in dit Rijk neder te zetten
hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke
verklaring, hetzij door de werkelijke overbrenging, van den zetel
van hun vermogen en de hoofdmiddelen van hun bestaan,
naar heruiaarts, zander dat de tjdeljke uitoefening van eenig
bedrijf of handxoerk in eenig ondergeschikte betrekking als
zoodanig voornemen wordt aangemerkt. Alien zullen worden
ingeschreven in dat register, waartoe zij volgens hunnen
ouderdom behooren;
dat van de inschrijving niemand der vorenbedoelde personen
is uitgezonderd, maar dat alienzonder onderscheid, daarin
begrepen zijn, al ware het ook dat zij zouden mogen vermeenen,
volgens de wet tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren,
en dien ten gevolge ook zij niet, die hun ontslag uit de
Schutterlijke dienst reeds hebben bekomen, zullende derhalve
al de bovengemelden, als daartoe bij deze wordende opge-
roepen, moeten verscliijnen ten Raadhuize dezer gemeente,
tussc.ben 14 Mei en 1 .9 uni a. s., ten einde zich te
laten inschrijven, ieder in dat register, waartoe hij volgens
zijnen ouderdom behoort. Deze registers zullen op den
lsten Juni 1896 finaal worden gesloten
dat de studenten, geiimploieerden in huizen van negotie,
klerken voor notarissen, advokaten enz.,bedienden en werkboden
moeten worden ingeschreven in de gemeente alwaar zij hunne
studien houden, werkzaamheden uitoefenen of dienstbaar zijn
de ambtenaren en geemplooieerden bij het Gewestelijk Bestuur
en alle anderen, al wonen zij ook elders, in de plaats alwaar
zij hunne ambtsbetrekkingen moeten uitoefenendie buiten
's lands studeeren of werkzaam zijn in de gemeenten hunner
vorige woonplaatsde buitenlandsehe zeevarende in de plaatsen
waar zij huu wettig domicilie hebben, en de aan boord
wonende sehippers in de gemeenten alwaar zij het laatst hunne
vaste woonplaats hebben gehad, of wel personeel en meubelair
of wegens bun vaartuig bclasting betalende, daar, waar zij
voor deze belasting zijn aangeslagen.
De vorenstaande opgeroepenen zullen verplicht zijn bij
hnnne inschrijving opgave te doen van hunne namen, voor-
en bijnamen, van de plaats en den tijd hunner geboorte, hunne
woonplaats, met aanduiding van wijk en nommer, het beroep
hunner ouders en dat van hen zelf, of zij zijn gehuwd,
ongehuwd of weduwenaars, van bet getal hunner kinderen
van beider sekse, (welke laatste opgaven zullen moeten worden
geconstateerd met eeu sohriftelijk bewijs, afgegeven door den
Burgemeester of Ambtenaar van den Burgerlijken Stand)
sedert wanneer zij Ingezetenen der gemeente zijn en van waar
zij alhier zijn komen inwonen, en eindelijk van de redenen
die zij zouden vermeenen, dat hen van de Schutterlijke dienst
zouden vrjstellenof daartoe onbevoegd maken, naar aanleiding
van art. 3 en 4 der wet, met opgave van het artikel en het
onderdeel van hetzelve, waarop zij zich beroepen.
Wordende voorts een iegelijk, buiten deze gemeente geboren
aangemaand, om zich tijdig van eene geboorte-akte te voorzien
en zich alzoo van zijnen ouderdom te verzekeren, ten einde
de inschrijving behoorlijk kunne geschieden. en om te voor-
komen dat niemand, door eene verkeerde opgaaf van zijn
leeftijd, vervalle in de straf bij de wet bepaald.
Terwijl Burgemeester en Wethouders een ieder hierin be-
trokken, willen hebben vermaand en gewaarschuwd, om zich
van zijne verplichting in deze te kwijten vermits uit krachte
van art. 9 der wet en art. 6 van Zijner Majesteits besluit
van 21 Maart 1828, al degenen die zich voor het sluiten
der registers op 1 Juni eerstkomende niet hebben laten in-
schrijvan, alsnog ambtshalvt zullen worden ingeschreven, en
dat zij, dien ten gevolge, zullen worden verwezen tot eene
geldboete, en daarenboven zonder loting bij de Schutterij
ingelijfd. indien bet zal blijken dat er, tijdens de verzuimde
inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten
hunnen aanzien bestonden.
Ter Neuzen, den 6 Mei 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
De Burgemeester van TER NEUZEN,
Gelet op provinciaalblad no. 33 van dit jaar;
maakt bekcnd
dat de verlofgangers van de Militie te land, aan wien
kraehtens art. 136 der wet betrekkelijk de Nationale Militie
verlof is gegeven buitenslands verblijf te houden, voor de
jaren 1896 en 1897 uitstel kunnen verkrijgen tot November
of December van ieder der gemelde jaren van het jaarlijks in
de maand Juni, kraehtens artikel 138 dier wet te houden
onderzoek, wanneer zij zich om zoodanig uitstel, bij ver-
zoekschrift, hetwelk op ongezegeld papier kan worden
geschreven, wenden tot den heer Commissaris der Koningin
in hunne provincie.
Ter Neuzen, 7 Mei 1896.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.