Algemeen Mieuws- en Advertentieblad voor Zeenwseh- Vlaanderes. No. 3301. Donderdag 7 Mei 1896. 36e Jaargang. Openbare Vergadering Onder geheimzinnige besclierming. abonnement Binnenland. Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Eranco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,824. Men abonneert zicb bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Inzending van advertentien voor ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. 3 uren op den dag der uitgave. Kamer van Koopliandel en Fabrieken te Ter Neuzen. Donderdag 7 Mei 189(1, namiddag 7 nur. H. C. E. VAN IJSSELSTEIJN, Voorzitter. H. J. VOOREN, Secretaris. Overzicht. Het nieuwe Eransche Ministerie-Meline wordt in Rusland met groote sympathie ontvangen. Bijna alle bladen verwacliten van het Kabinet Meline het herstel van de inwendige rust en vrede in Erankrijk en de vermeerdering van den invloed der republiek op de internationale politiek. De Nowoje Wremja schrijftAfgezien van de be- teekenis van het feit, dat het bestuur van de Ministerial van oorlog en van marine in het nieuwe kabinet aan mannen van het vak werd toevertrouwd wier namen in Rusland een goeden klauk hebben, is de benoeming van Hanotaux tot Minister van Buitenlandsche zaken een heugelijk feit voor alien, die in het samengaan van Rusland met Erankrijk in alle gewichtige internationale vraagstukken den meest vertrouwbaren waarborg voor" den Europeeschen vrede zien. De oplos'sing van de crisis in Erankrijk moet daarom als zeer gelukkig en geruststellend beschouwd worden. Erankrijk heeft daardoor een regeering verkregen, die het den normalen loop van het staats-mecha- nisme waarborgt, wat van het standpunt der alge- meene Europeesche belangen van groot gewicht is. De Nowosti meent dat Erankrijk oprecht den vrede wenscht, en het nieuwe Ministerie-Meline zal zich dit doel steeds voor oogen moeten houden. Zondag hadden de verkiezingen voor de ge- meenteraden plaats. Er werd zeer druk gesternd; de heer Eelix Eaure liet niet na, zijn burgerplicht in dezen te vervullen. 's Avonds had men de gebruikelijke vertooning voor de bureaux der bladen, waar transparants den uitslag verkoudigden. 't Was echter te koud om grooten toeloop te krijgen. Niettemin was er ontzettend veel politie op de been voor't bureau van den ,/Intransigeant" b. v. stonden 200 agenteu. Nu en dan werd er een beetje rumoer gemaakt. De bladen van diverse kleur beroemen zich op hunne overwinning. Voor zoover men kan nagaan, heeft er geen eigenlijke verandering van belang ten gunste van eenige partij plaats gehad. Muzafer-eddin, de aangewezen troonopvolger in Perzie, is Zondag te Tabriz in de groote moskee officieel als shah erkend. In een prolamatie aan zijn volk droeg hij de leiding der zaken op aan den grootvizier. Engeland, Rusland en Turkije hebben den nieuwen shah erkend. Over een dag of tien wordt hij te Teheran verwaclit. De moordenaar van den shah heet, zoo wordt nader gemeld, Mirza Mohamed Reza en is een ijverig aanhanger van den agitotator Djemaleddin, die in 1891 verbannen werd. Hij bekende, dat hij was uitverkoren, om den shah te dooden en twee maanden op een gunstige gelegenheid heeft gewacht om zijn plan ten uitvoer te kunnen brengen. Dikwijls was hij in de nabijheid van den vorst geweest, doch nooit dicht genoeg. Vrijdag deelden zijn beide nichten, die tot het dienstpersoneel van den harem behooren, hem mede, dat de shah voornemens was, de moskee te bezoeken. De moordenaar noemde acht personen, die mede- plichtig moeten zijn. De Matabelen worden in hunne krijgsverrichtin- gen geholpen door twee Engelschen, zooals bleek uit berichten van spionnen. Dezen vertelden ook, dat de Kaffers voornemens zijn, naar het land ten noorden van de Zambesi te trekken en daar een nieuw rijk te stichtenmaar de vrouwen willen niet mede, uit vrees voor een herhaling der ont- beringen, waaraan zij bij een vroegeren ,/trek" hebbei*. blootgestaan. In alien gevalle hebben de Matabelen de om- geving van Boeloewayo reeds verlaten. Lord Grey, die de leiding der zaken aldaar heeft overgenomen, heeft een dagelijkschen postdienst ingesteld tusschen Mafeking en Boeloewayo, waar- mede proviand en ammunitie wordt aangevoerd. Rhodes is met een escorte vrijwilligers uit Salisbury te Gwelo aangekomen. Onderweg, in een dichtbegroeide streek bij den Mahalakakop, werd de colonne aangevallen door een bende van 1000 Matabelen, die echter met een verlies van 30 dooden werden afgeslagenvan de Engelschen werd niemand getroffen. De marsch van de colonne werd zeer vertraagd door de veepest, waaraan dagelijks 30 ossen stierven. Ook in de aangrenzende landen blijft de vee- ziekte heerschen. Met den politieken toestand is het nog niet in het reine. Uit depeches, gewisseld tusschen Pretoria en Kaapstad, blijkt, dat de Transvaalsche regeering liaar bezorgdheid te kenuen heeft gegeven FEUILLETON. over de geruchten omtrent bet verzamelen van troepen te Mafeking, die een inval in Transvaal zouden beoogen. De heer De Wet stelde voor, een gemengde commissie van onderzoek te benoemen, om Transvaal gerust te stellen. Robinson noemde dit voorstel een dwaasheid en bewees, dat de geruchten van alien grond ontbloot waren, daar de troepen alleen voor den Matabelenoorlog bestemd waren. Naar aanleiding van de mededeelingen over de cijfertelegrammen, waarbij ook Robinson verdacht werd gemaakt, als zou hij met de plannen van Rhodes bekend zijn geweest, seinde deze naar Londen o. a. het volgende//Ik kan niet duidelijk genoeg verklaren, dat ik nooit de minste aanwijzing heb ontvangen van hetgeen zou gebeuren. De ontdekking op 30 Januari, dat Jameson den vorigen avond de Transvaal was oinnengetrokken, trof mij als een bliksemstraal. Wanneer er eenige insinuatie omtrent het tegenovergestelde gedaan wordt, dan vertrouw ik, dat mijn karakter in mijn afwezigheid mij zal verdedigen." De heer Chamberlain verklaarde in't Lagerhuis, dat hij het volste vertrouwen in den heer Robinson stelde. Vrij bewerkt door AMO. 27) „Ge wilt mij dus niets meer aangaande die vrouw zeggenU' vroeg hij langzaam. ,/Ik kan je omtrent haar verder niets rnede- deelen, mijn vriend Nu kwam er weer een andere gedachte bij den ontroerden jonkman op Hij keek zijn geheim- zinnigen redder scherp in het gelaat, terwijl hij bijna fluisterend zeide „Ge zult mij misschien voor kraukzinnig houden, maar ik kan niet nalaten de vraag te doen, die zich met geweld aan mij opdringt. Ik ben in een ongeworie gemoedsstemming, mijn ziel wordt door twijfel en allerlei gevoelens bestormd. Reeds toen ik u de eerste maal zag, kwam uw gelaat mij bekend voor. Ik meen het reeds vroeger zien te hebben, maar dat moet zeer lang geleden zijn. Weet ge zeker, dat mijn vader dood is?" ,/Ik weet zeker, dat hij reeds jaren dood is Doch waarom vraagt ge dit ,/Kunt ge het niet raden //Misschien wil je vragen, of ik je vader ben //Juist, maar nu heb ik er geen reden meer toe. En toch moet ge op de eene of andere manier tot mij in betrekking staan." //Misschien heb je gelijk. Maar laat dit nu rusten. Ge kwelt mij met al die vragen en ze baten u thans niets. Toon mij je dankbaarheid voor je redding, door me niet langer met zulke vragen lastig te vallen." De verkiezing voor een lid van de Prov. Staten van Zeeland in het hoofdkiesdistrict Middel- burg, in de vacature, ontstaan door het vertrek van den heer Mr. P. J. E. van Voorst Vader, is door Ged. Staten bepaald op Donderdag 2 Juni a. s. Bij beschikking van den Minister van wat.er- staat is bij de zee- en oeverwerken in Zeeland tot tijdelijk adjunct-ingenieur benoemd de civiel- ingenieur Jhr. A. Ilolmberg. Bij het departement van Kolonien is het volgende telegram ontvangen ,/Eergisteren had eene excursie plaats naar Kroeng-Kali. Bentings en bezettingen van Tjoet- Toengkoep en Imam-Siem vernield. Tjoet Ras uit VI Moekims terug. Een luitenant en onge- veer vijftien militairen beneden den rang van officier gewond." Het ,/Nieuws v. d. D." ontving gister het volgende telegram /,Drie bataljons trokken op naar Kroeng-Kali (N. O.) en ontmoetten daar een hevig vuur. Gedood werd een Europeesch sergeant, gewond twaalf minderen en luitenant C. G. A. C. Krohne, die een ernstige wond aan 't hoofd kreeg." z/Ik heb u toch niet beleedigd vroeg Eduard, smartelijk aangedaan. //O neen, volstrekt nietMaar laat ons nu over dit onderwerp niet verder spreken Henri Gardel werd door een der manschappen geroepen en Eduard bleef aan zijn gedachten overgelaten. Hij sloeg zijn redder opmerkzaam gade, toen deze naast het kompashuisje stond, en telkens werden zijne vermoedens sterker. Dat gelaat scheen hem uit vroeger tijd bekend te zijnmaar hij was niet in staat het raadsel bevredigend op te lossen. Echter stond bij hem de overtuiging vast, dat er een geheim bestond, dat met zijn eigen levenslot in zeer nauwe be trekking moest staan. XVII. Het was bijna middernacht, toen het schip, dat onzen held aan boord had, de ankerplaats aan den westelijken oever der Cancalle baai bereikte. Een uur later zaten Henri Gardel en Eduard Dumat te paard en waren reeds op weg naar Saint Malo. Zij reden de stad aan de zuidzijde langs en rechtstreeks naar de hut van Jean Dumat, waar zij omstreeks drie uur aankwamen. De oude man stond haastig op, trok snel een paar kleeding- stukken aan en opende op hun kloppen de deur. Toen hij zag, wie zijn bezoekers waren, was hij buiten zichzelf van vreugde. Verscheiden malen omhelsde hij zijn dierbaren pleegzoon en de goede man wist niet, wat hij zou doen om Henri Gardel zijn dank te toonen voor de redding van onze held. Maar Henri Gardel kon zich niet lang op- houden. z/lk heb bezigheden, die geen uitstel kunnen lijden," verklaarde hij. //Ik moet me dus dadelijk weer op weg begeven. Ik zal je spoedig weer- zien, EduardIntusschen moet je de grootste voorzichtigheid in acht nemen. Ben je van plan, naar het kasteel terug te keeren z/Zeker," antwoordde Eduard, blijkbaar door die vraag verrast, //ik ben er toe verplicht. Zoodra de dag is aangebroken, ga ik er heen." ,/Dan is het best, dat je het paard gebruikt. Kun je op het kasteel er goed voor zorgen i,0 ja, er is plaats genoeg in de stallen van den markies hij zal er niets tegen hebben, dat ik het daar onder dak breng." ,/Behoud het dan, zoolang je wilt. Ik kan niet juist zeggen, wanneer ik je zal wederzien, maar lang zal het niet duren. Alleen raad ik je aan: wees voortdurend op je hoede. En nu, vaarwel Na dit gezegd te hebben, zette Henri Gardel zijn muts op en verliet de hut. De oude Dumat noch zijn pleegzoon beproefde hem terug te houden, en eenige oogenblikken later hoorden zij reeds iu de verte den hoefslag van zijn paard. z/Vader," sprak Eduard toen, //kunt ge dien man doorgroudenWeet gij, wie hij is?" ,/Neen, mijn jongen," antwoordde de oude man. „Ik was juist van plan, je dezelfde vraag te doen. Weet gij iets aangaande hem z/Niets, vaderIk heb niet het minste van hem kunnen te weten komen en toch ben ik er van overtuigd, dat hij tot mij in eenige betrek king moet staan. Weet gij werkelijk niets van hem z/Neen ik heb mijn arme oude hersens lang genoeg over hem gekweld maar het heeft me niets gebaat. Ik kan niet zeggen, wie hij is en toch Aan //de Telegraaf" werd geseind z/Lepong werd door het vuur der zeemacht in brand geschoten. //Luitenant Krohne overleden." Ter verklaring van de telegrammen omtrent de gebeurtenissen van Zaterdag Bij het ontzetten van de posten Anak-Galoeng, Senelop, Lam-Soet en Lam-Barih op 18 April werd hevig gevochten en kregen onze troepen 60 dooden en gewonden. Het schijnt, dat ze toen geen gelegenheid gehad hebben, Lam-Soet en Se nelop te slechten, vermoedelijk omdat na den strijd alle beschikbare kracnten noodig waren voor het vervoer van de dooden en gewonden. Nu de Atjehers zich schijnen te willen concen- treeren in de VI Moekims (ten westen van onze stelling) heeft echter generaal Vetter blijkbaar de gelegenheid schoon geacht om hetgeen toen nage- laten moest werden alsnog te doen gesehieden, en is men daarin geslaagd. Op 31 December 1895 bedroeg het getal branderijen te Schiedam 193. Er werden in 1895 gefabriceerd 418,565,36 II. L. gedistilleerd, ad 50 pet. tegen 432,071,53 H. L. idem idem in 1894. Te Zierikzee is, in navolging zooals te Middelburg, eene vereeniging tot stand gebracht tot bevordering van het vreemdelingenverkeer te Zierikzee en op de eilanden. Daartoe zal worden samengesteld en uitgegeven een gids, die kan strekken door beschrijving en afbeeldingen vreem- delingen daarheen als het ware uit te noodigen. De gids, waarvan 1500 exemplaren zullen worden gedrukt en waarin o. a. 18 afbeeldingen van de voornaamste plaatsen in Schouwen en Duiveland zullen voorkomen, zal voor 25 cent per exemplaar te verkrijgen zijn. Verscheidene Arnemuidsche garnalen-visschers loopen tegenwoordig te Zierikzee en ook te Colijusplaat binnen, om van daar hunne vangst verder per spoorboot naar Middelburg en Vlissingen te verzenden, met bestemming naar Londen per mailboot. De volgende week komen te Brussel, onder presidium vaD den minister De Bruyn, afgevaar- digden van Duitschland, Nederland, Erankrijk en Belgie bijeen, om eenvormigheid te brengen in den tonneninhoud der binnenschepen. Men houdt het voor zeker, dat tot overeenstemming gekomen zal worden. ken ik hem, zoo goed als ik u ken. Ja, ik ken hem, en toch kan ik me niet herinneren, waar ik hem vroeger heb gezien. Ik word boos op mijzelf, omdat ik me het niet kan herinneren, maar ik kom er niets verder mee." //Zoo gaat het mij ook," zei Eduard. z/Maar, vader, er is nog iets anders, waarover ik u spreken wilde. Ik bedoel een vrouw, die mij onlangs hulp verleende." Het gelaat van den ouden man nam dadelijk een andere uitdrukking aan. Met verbazing richtte hij zijn blik op Eduard en zei z/Ook hier is een vrouw geweest, mijn zoon. Zij kwam hier denzelfden morgen, dat ge vermist werd, om naar je te vragen en keerde van hier naar het kasteel terug." z/Was zij lang en slank ,/Ja." //Kent ge haar z/Ja, Eduard." z/Wie is zij vroeg de jonkman in groote spanning. z/Zij is dezelfde vrouw, die je als kind in deze hut bracht. Toen was zij jong en schoon, nu is zij wel ouder geworden, maar haar gelaat is nog niet veel veranderd. Neen, ik vergis me niet iu haar zij is dezelfde, die je in haar armen nam en je haar Leveling noemde." //O, ik vermoedde het," riep Eduard aangedaan. z/Lieve hemel, geef me mijn moeder weer Ik smeek u wees barmhartig en geef me mijn moeder weer Nu spraken zij nog een geruime poos over de zonderlinge vrouw en beiden werden in hun meening omtrent haar meer en meer gesterkt. d 1 KEHZEISCHE (OIIIAVT Woepadag. en V,IJd^avond, bij den u«,Sev» F. J. VAWf lAH'BE te Te, »e.,CT.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1