Aigemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaandere
No. 3291.
Dinsdag 14 April 1896.
36e Jaargang.
Onder geheimzinnige bescherming.
Binnenland
abobnemmt
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postYoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushonders.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
ADYEETENTIEN
Yan 1 tot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
sleclits tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
£»olitieli Overzicht.
Keizer Wilbelm van Duitschland heeft te Venetie
een onderhoud gehad met Koning Humbert van
Italie. Politieke onderwerpen zullen daarbij waar-
schijnlijk niet zijn behandeld. 't Is waar, dat
Keizer Wilhelm zijn eigen Minister van Buiten-
landsche zaken ismaar Koning Humbert is dat
niet, en tusschen een des- en een onkundige zullen
zeker geen onderwerpen van booge politiek ter
sprake worden gebracbt.
Koning Humbert, de koningin en de pnns van
Napels zijn 11 April te Venetie geamveerd in
gezelschap van den Minister-President, den heer
Hi Rudini. Aan het station werden zij opgewacht
door de Ministers Brin en Hi Sermoneta beneveus
een groot aantal afgevaardigden en senatoren. He
koningin ontving van den burgemeestereen bouquet,
de Majesteiten werden geestdriftig toegejuicbt en
den prins van Napels geschiedde desgelijks.
Sommige bladen willen achter deze samenkomst
een politieke beteekenis zoeken, de kleinste aan-
auiding is voldoende om daarop een redeneering
te bouwen, die bun bewering moet stavenmaar
ongetwijfeld heeft de ,/Italie" gelijk, die de op-
merking maakt, dat de ontmoeting in geen enkel
opzicht een verandering van den tegenwoordigen
politieken toestand ten gevolge zal hebben.
Hocli als er helderziende diplomaten zijn, kan
aan het verblijf der vorsten te enetie toch nog
groote politieke beteekenis worden gehecht, omdat,
volgens een bericht der Independance Beige -
ook Koning Leopold van Belgie een bezoek zal
brengen aan Venetie en een samenkomst zal hebben
met de beide bevriende vorsten.
Yreezende misschien, dat er iemand zal zijn,
die uit deze ontmoeting een ganschen ommekeer
der Europeesche politiek verwacht, deelt de Kbl-
nische Zeitung bet volgende ter geruststelling mede
Hit bericht moet met bedachtzaamheid worden
opgenomen, daar men in Brussel de overgevoeligheid
in het naburige Parijs kent en de tinnengieterij
der Boulevard-bladen geen stof mag geven over
het vermoedelijk toetreden van Belgie tot het
Hrievoudig Verbond."
Maar om, niettegenstaande deze verzekering, tot
tot tijdverdrijf toch nog stof tot vermoedens te
geven, wordt aan het bovenstaande dit toegevoegd
ffvan den anderen kant zou het niet schaden,
wanneer de practische koning Leopold Afrikaansche
aangelegenheden met de beide andere heerschers
persoonlijk zou kunnen bespreken.
In Prankrijk is door de beide tegenstrijdige
votums van Kamer en Senaat eeii toestand ge-
FEUILLETON
Vrij bewerkt door AMO.
17)
Eduard had reeds een ontwijkend antwoord op
de lippenmaar hij bedacht zich en antwoordde
naar waarheid
„ik heb een schets gemaakt van gindschen
ouden molen."
„Een schets van dien molen Wat bedoel je
daarmee
„Ik bedoel een teekening, een schilderij," zei
Eduard langzaam, alsof hij aan een kind een
eenvoudig woord verklaarde.
Be graaf verbleekte en zijn grijze oogen flik-
kerden boosaardig.
„Ge zijt dus een kunstenaar?" vroeg hij, de
teugels vaster aantrekkende, om het beven van
zijn hand te verbergen.
,/Ik maak nu en dan een teekening."
//Aha, dan zijt gij het misschien, die aan de
jonkvrouw de Fiselle onderricht geeft?"
„Juist geraden," antwoordde onze held en hij
deed een schrede achterwaarts, omdat de bewegingen
van den graaf hem weinig goeds voorspelden.
Heze sprong uit den zadel en trad op hem toe.
Eensklaps bleef hij staan en tastte in zijn borstzak.
Eduard deed hetzelfde, want hij had daar eveneens
zijn pi stool.
„Ge zijt een deserteur," riep de graaf woedend.
„Ge zijt ontvlucht van het Engelsche oorlogsschip,
dat eenige dagen geleden in de haven lag."
,/Bat is mis, mijnheer Ik ben geen deserteur,"
schapen, die even dwaas als kritiek, even onop-
losbaar als gevaarlijk mag genoemd worden, al
behoeft men nog niet op 't voetspoor de oppositie-
bladen te gelooven, dat het land regelrecht den
weg der revolutie en der anarchie opgaat. Tot
heden toe heeft het Ministerie-Bourgeois in de
Kamer van afgevaardigden steeds de zege be-
vochten, al werd deze dan ook bij wijlen sleclits
door middel van de stemmen der Ministers zelf
behaald. Haarentegen heeft de Senaat zich nog
eenmaal boos gemaakt en na de Kamerzitting,
waarin de regeering een motie van vertrouwen
bekwam, tegen haar met 155 tegen 112 stemmen
een motie van wantrouwen aangenomen wegens
haar houding in de Egyptische aangelegenheden.
Na de Senaatszitting hebben de Ministers onder
voorzitterschap van Bourgeois een langdurige
beraadslaging gehouden, waarvan het resultaat was,
dat het ministerie tot aanblijven besloot. Bit
besluit werd nog denzelfden avond aan president
Paure medegedeeld, die het als altijd goedvond.
Het Ministerie moet dus trachten te regeeren
met een wetgevende macht, waarvan het eene deel
het zijn vertrouwen ontzegt, terwijl het in het
andere eene zwakke, onbetrouwbare meerderheid
bezit, welke haar elk oogenblik weder in den steek
kan laten. He staat van zaken wordt in Frankrijk
en daar buiten zeer verschillend beoordeeld, al
naar het standpunt, waarop de bladen zich plaatsen,
en de politieke kleur, die zij vertoonen. Boor
sommige wordt de Senaat voor onvaderlandslievend
uitgekreten, andere meenen, dat het kabinet geen
bevoegdheid meer bezit om in Frankrijks naam
verplichtingen op zich te nemen, in 't bijzonder
niet in buitenlandsche aangelegenheden. Van
verschillende zijden ook is men het er over eens,
dat de herziening van de grondwet, langen tijd
het stokpaardje der radicalen, op den duur onver-
mijdelijk blijft.
Het spreekt vanzelf, dat de president der
republiek in dezen strijd tusschen Kamer en
Ministerie aan de eene zijde, en Senaat aan de
andere zijde, niet buiten het gedrang is kunnen
blijven en het verwijt heeft moet n hooren werkeloos
en een speelbal van zijn Ministers te zijn, die
zelfs na het votum van wantrouwen in den Senaat
niet de moeite hebben genomen, of het niet
noodig hebben geoordeeld, hem te raadplegen over
den toestand.
He Sultan van Turkije moet zich voldaan heb
ben verklaard over de ophelderingen, welke de
Khedive van Egypte hem verstrekt heeft aangaande
de expeditie naar Bongoia. Men kan zeggen, dat
zeide Eduard op vasten toon, terwijl opwellende
toorn zijn gelaat deed verbleekeu. ,/Ik ben laag-
hartig overrompeld en aan boord van dat schip
gesleept" en aan een ingeving van het oogen
blik toegevende voegde hij er bij „en ik geloof,
dat gij daarbij de hand in het spel gehad hebt."
vlk Hahalaehte de graaf, maar het
was een gedwongen lachdie beschuldiging had
hem getroffen. ,/Ik herhaalde hij. „Ge zijt
wel grappig, jonkman
„Ik heb u om onze hut zien sluipen," zei
Eduard, //en op straat hebt ge mij ook nageoogd.
Een geheime vijand heeft die gewelddaad op mij
doen plegen, en waarom zoudt gij die vijand niet
kunnen zijn
z/Haha, waarom zou ik uw vijand zijn
Verschillende gedachten vlogen Eduard door
het hoofd. He opmerking, die Henri Gardel
over zijn wegvoering door de Engelschen had
gemaakt, het geheim van zijn geboorte
dat bracht hij met elkaar in verband en meende
daaruit te mogen besluiten, dat de graaf misschien
reden kon hebben om hem te vreezen. Eduard
week nog een schrede terug en zeide
z/Ik ben er thaus niet op voorbereid, die vraag
te beantwoorden. Het best zult ge echter toonen,
dat ge mijn vijand niet zijt, door uw weg te
vervolgen en mij ongehinderd den mijnen te laten
gaan."
z/Ge zijt een deserteur, en dus mag ik je niet
laten ontsnappen
,/En gij zijt dus een huurling in Engelsch
soldij," riep Eduard met bitteren spot. //Ik
wist niet, dat Fransche edelen zich zoo verlaagden."
Nauwelijks had Eduard dit gezegd, of de graaf
dat de Groote Heer in dit opzicht het overige
Europa vooruit is, dat thans minder dan ooit
weet, hoe het met de expeditie staat en wat er
het ware doel van is. Er wordt inderdaad verteld,
dat lord Cromer op zekeren avond zich persoonlijk
te Cairo naar het ministerie van oorlog heeft
begeven en daar per telefoon gedurende drie kwar-
tier besprekingen heeft gehad met generaal Kit
chener, bevelvoerder over het expeditiekorps naar
Hongola. In militaire kringen wordt achter dat
onderhoud heel wat gezocht en men verzekert,
dat generaal Kitchener bevel heeft ontvangen zich
te bepalen tot het bezetten van Akasjeh. He
Indische troepen, die te Soeakin worden verwacht,
zullen in deze stad blijven en de aankoop van
lastdieren is plotseling gestaakt. Bat de Herwisjen
zich steeds ten oorlog voorbereiden blijkt o. a. uit
het feit, dat zij begonnen zijn met het heffen van
oorlogsschatting. He Chalief moet dan ook ver
klaard hebben zich wel te willen onderwerpen
aan den Khedive, plaatsvervanger van den Sultan,
maar zich tegen de Engelschen tot het uiterste
te zullen verdedigen.
Bij het departement van Kolonien is, onder
dagteekening van Zaterdag van Gouverneur-Generaal
van Nederl.-Indie volgend telegram ontvangen
Bij openlijke verkenning op eergisteren tot
Biloel en Lamkoenjit sneuvelde een inlandsch
militair en werden gewond een officier van ge-
zondheid en 9 mindere militairen.
Uit het gisteren vermelde telegram (dat de
bezetting van Biloel was uitgevoerd, dat daarbij
nog een Europeesch korporaal sneuvelde en de
officier van gezondheid 2e kl. P. E. Coster gewond
werd) leidt het Nieuws af, dat de operatie van
Bonderdag nog niet direct leidde tot het geheel
vrij maken van de bezetting van Biloel.
Bit wordt begrijpelijk als men weet, dat Biloel
feitelijk uit een stelsel van verdedigingswerken
bestaat met enkele hooger liggende blokhuizen.
Heze stelling is herhaaldelijk het tooneel ge-
weest van ernstige gevechten, reeds in 1877.
Tegenover Biloel, ongeveer 900 meters zuid-
waarts, ligt het hooge gebergte, waar de Atjehers
in het vorige jaar nog een aantal versterkingen
hadden opgeworpen, waaruit zij door een domi-
neerend vuur den onzen veel nadeel toebrachten.
Op 6 Augustus 1895 werden deze versterkingen
echter door Toekoe Bjohan (Oemar), gesteund
door onze artillerie, veroverd, en geheel vernield.
sprong woedend op hem los. Eduard trok zijn
pistooldoch de graaf sloeg het hem uit de hand,
en richtte het zijne op de borst van zijn tegenstander.
z/Ik zal je leeren tegen een Fransch edelman
een pistool te trekken," riep hij knarsetandend
van woede. Zijn vinger was aan den trekker.
Eduard zag het en begreep, dat de booswicht hem
wilde dooden. Met een krachtigen vuistslag wierp
hij den graaf aan de anderezijde van den weg.
Hij dacht den graaf ook het pistool uit de hand
geslagen te hebben en zocht nu met het oog waar
het zijne gevallen was. Juist wilde hij het gaan
oprapen, toen hij bemerkte, dat de graaf zijn
pistool op hem richtte.
z/Je laatste uur heeft geslagen," riep de graaf.
z/Je zult nooit weer beproeven een Fransch edelman
op 's konings wegen neer te schieten."
Eduard doorzag de bedoeling van den graaf.
I)e schurk zou hem dooden en dan beweren, dat
hij uit zelfverdediging dit had moeten doen. Maar
zijn eigen pistool kon hem nu niet dienen, zoodat
Eduard weerloos stond.
Yoortdurend met den vinger aan den trekker
en het pistool op Eduard gericht, zei de graaf
z/Alvorens je neer te schieten, wil ik je zeggen,
dat ik je ken en juist daarom moet je sterven;
voor ons tweeen is er geen plaats in Frankrijk.
Je zoudt dus verstandiger gehandeld hebben, als
je aan boord van den Engelschman was gebleven.
Maar nu is het te laat, je weet te veel om je
in het leven te He graaf hield plotseling
op en liet met een vreeselijken vloek zijn pistool
zakken. Op datzelfde oogenblik trad een zonderlinge
vrouwengestalte tusschen Eduard en zijn belager.
z/Leon de Maures, wat wilt ge doen vroeg
Toen werden zij vervangen door een viertal blok
huizen, even wij dig aan, doch op voldoenden afstand
van het gebergte.
Zoo is 't te verklaren, dat thans eerst het
samenstel van versterkingendat Biloel heet,
geheel in onze macht is gekomen en de bezetting
kon worden afgelost.
Het is niet moeielijk te voorspellen, aldus
het Nieuws dat nu, na Biloel, de post Anak
Galoeng aan de beurt zal komen, omdat men thans
van twee kanten, langs den weg van Lambaroe
(ongeveer anderhalf uur) en ook zuidelijk van
Biloel, daarheen kan optrekken.
Maar deze operatie kan vermoedelijk nog veel
inspanning kosten, omdat de landstreek, welke
op de kaarten Lamkrah heet, altijd een brandpunt
is geweest van het verzet. Er staat gelukkig tegen
over, dat Toekoe Bjohan in deze buurt, behoorende
tot de XXII Moekim, niet juist zijn getrouwste
aanhangers vindt.
He ernstigste tegenstand wacht onze troepen
zeker in de VI Moekim, ten westen van de stel
ling, waar Bjohan, blijkens de laatste officieele
berichten, zich geducht versterkt. Men heeft
echter het voordeel, dat de staf het terrein ge
heel kent.
Zoo mag men dan ook met eenigen grond
verwachten, dat Bjohan's gebied van twee kanten
zal worden bestooktvan Kota Radj a uit recht-
streeks en door een omtrekkende beweging, waarvoor
troepenafdeelingen naar de Kroeng Raba-baai aan
de Westkust moeten worden vervoerd. Men dient
dient daarbij vooral op te merken, dat er feitelijk
slechts twee toegangswegen naar de VI Moekim
zijn aangewezen, maar deze leiden door steile kloven
en kunnen door den vijand buitengewoon worden
versterkt.
Zooals men weet is bij het verzet op Lombok
een der zoons van generaal Van der Heijden ge-
sneuveld.
He andere zoon van den generaal, de le luitenant
Eduard van der Heijden, die ook den veldtocht
op Lombok mee maakte en daarna tot adjudant
bij het 7e batailjon infanterie te Magelang werd
benoemd, bevindt zich thans op weg naar Atjeh.
Moge hij daar voor de vijandelijke kogels behoed
blijven
Naar wij vernemen, zegt de Midd. Ct., is de
heer J. Schotel te Rotterdam door commissarissen van
de stoomtram-maatschappij BreskensMaldeghem
benoemd tot secretaris van commissarissen in de
plaats van den niet-herbenoemden commissaris
Hammacher. Zijn wij goed ingelicht, vervolgt
de vrouw, die zoo onverwacht verschenen was.
z/Ik wil mij verdedigen tegen een moordenaar,"
stotterde de graaf.
z/Ge liegtsprak de vrouw met een vreeselijke
uitdrukking in haar stem. Be graaf deinsde terug
en in zijn verwarring ontglipte het pistool aan
zijn handdoor den val ging het schot af, zonder
gelukkig iemand te treffen. //Ge kunt mij niet
bedriegen," vervolgde zij.
z/Ge waart van plan dezen jonkman tevermoorden!
Halt, verroer je niet, je zietik ben gewapend."
Hit zeggende, richtte zij haar pistool op hem.
z/Wijf of duivel wie zijt ge riep de graaf.
Wie ik ben Ik zou u een persoon voor den
geest kunnen roepen, van wie ge liever niet zoudt
willen hooren. Ge kunt u de moeite besparen,
mij zoo uitvorschend aan te zien, ge zult mij toch
niet herkennen. Bestijg uw paard en ga heen,
als uw leven u lief is," antwoordde de vrouw.
He graaf aarzelde nog een oogenbliktoen
raapte hij zijn pistool op, stak dit bij zich en
ging naar zijn paard, dat rustig stond te grazen.
Toen hij in den zadel zat, wendde hij zich tot
Eduard en zeide met geveinsde kalmte
z/Ik zou er niet aan gedacht hebben u te
bedreigen, als ge uw pistool niet tegen mij opge-
heven hadt."
z/Uw vroegere woorden bewijzen dat ge liegt,"
was het antwoord.
//Welke woorden?"
z/Ge weet zeer goed, wat ge gezegd hebt."
z/Ik heb alleen gezegd dat niemand straffeloos
een aanslag op mijn leven zal beproeven. Ik
wilde je als deserteur meevoeren en daarom heb
je een pistool op mijn borst gericht."
KEVZEISCHE COIRUT
&A*
Uit
t»lad verscliljnt Saanda^, Woeusdas- en Vrijdagavwnd, nitgezonderd op Feestdagen, bij den iiitgever 1». J. VAi> P« 8AXBE «e Ter