BIJVOEGSEL Ter Heuzensche Courant Gemengde berichten. Binnenland. Zaterdag 11 April 1896. No 3290. Rolitieli Overzicht. De ontmoeting van den Duitschen Keizer met Koning Umberto van Italie te Venetie, die Zondag zal plaats hebben, begint voor enkele Engelsche bladen een groote beteekenis te verkrijgen, zoowel voor den algemeenen Europeeschen vrede als voor de belangen van Engeland. De Daily Telegraph maakt van de gelegenheid gebruik om de verhouding van Engeland tot het Drievoudig Verbond te be- spreken. Het blad zegt Wij zullen voortdurend buiten het Drievoudig Yerbond blijven, en ons niet begeven in verbinte- nissen die ons in moeilijkheden kunnen brengen, of in streng afgebakende bondgenootschappen, maar wij zullen daarbij bezield zijn met ernstige wel- willendheid en ondubbelzinnige vriendschap. De overeenkomst tusschen de drie mogendheden zal tot dit getal beperkt blijvenhet zal geen vier- voudig verbond worden, voor zoover tenminste onze eigen belangen en verlangens er niet toe leiden met onze vrienden samen te gaan. Tegen- over ieder lid van het verbond zullen wij onze vroegere positie, die van een vriendschappelijke, niet trouwelooze noch zelfzuchtige mogendheid behouden, omdat onze geographische ligging ons buiten de verantwoordelijkheid en de gevaren van het vasteland houdt. Wat Oostenrijk betreft, is er niets geschied om de reeds lang heerschende hartelijke betrekkingen te benadeelen of te onderbreken. Italie heeft in de laatste maanden dankbaar kunnen opmerken, dat wij ons op kalme en bedaarde wijze in staat getoond hebben het een grooten dienst te bewijzen. Uit Buluwayo komt bericht, dat Dinsdag bij Shilag hevig werd gevochten. De Engelschen hadden twee dooden en drie gewonden en verloren bovendien verscheidene inlanders, die hen hielpen. De Matabeles, die teruggedreven werden, hadden 100 dooden. Aan The Times wordt bericht, dat uit het versterkt legerkamp der Engelschen bij Buluwayo, waarin zich 6500 vrouwen en kinderen bevinden waarschijnlijk is hier eene nul te veel opgegeven reeds tot tweemaal toe een aanval der Matabeles is afgeslagen. Bezuiden Buluwayo hebben de Engelschen nu een tweede kamp opgeslagen. De Cape Argus heeft een telegram uit Salisbury, volgens hetwelk Sir Cecil Rhodes daar lijdende is aan de koorts. A1 de leden van het Johannesburger ,/hervor- mings-comite" zijn nu door den Landdrost te Pretoria naar de aanstaande crimineele zitting van het Hooggereclitshof verwezen, onder beschuldiging van hoogverraad. De Landdrost behield zich zijne beslissing voor in zake het op vrije voeten laten tegen borgstelling. De berichten uit Soedam wijzen er op, dat het nieuws van een Engelsche expeditie naar Dongola door het rijk van den Mahdi met spoed is verspreid. Over de geheele lijn van Soeakim tot Wadelai heerscht groote beweging. De pelgrimstochten zijn geschorstde oorlogsbelasting is ingevoerd. De Derwishen van Eachoda en Darfour zijn naar Omdoerman ontboden, waar de Khalifa voor de maand September een leger van minstens 50,000 man hoopt bijeen te brengen. In een brief aan den Sheik van Assouan heeft de Khalifa verklaard dat hij steeds bereid is zich te onderwerpen aan den Khedive, als vertegen- woordiger van den Sultan, maar dat hij tot den dood toe zal blijven weerstand bieden aan een Egyptische expeditie zoolang dit land bezet zal zijn door de Engelschen. De Khalifa voegde er bij, dat, naar hij zeker weet, de Engelschen naar zijn leven staan en last gegeven hebben hem te vermoorden, maar dat hij zijn maatregelen heeft genomen. Geen der Europeesche gevangenen die hij in zijn macht heeft, zal den dood van den Khalifa overleven. De Westminster Gazette bevat een brief van den heer Conan Doyle, die als oorlogscorrespondent de expeditie naar Dongola vergezeld. Volgens dat schrijven is de indruk die men van de Egyptische troepen krijgt zeer ongunstigDoyle acht ze nog minder waard dan zwarte soldaten. Ook het aantal troepen die gereed zijn om te velde te trekken is zeer gering, vergeleken met de macht van den Khalifa. Te Akasha bevinden zich thans 5000 Egyptische en 4000 Engelsche soldaten. Te Madrid is eene officieele depeche uit Havana ontvangen, volgens hetwelk door de bende van Maceo een aanval is gedaan op Palma. Deze werd echter afgeslagen, met een verlies voor de aanvallers van 39 dooden en 80 gekwetsten. Daarenboven maakte de kanonneerboot Gaviota zich van een schip der opstandelingen meester. Drie compagnieen genie-troepen zijn uit Madrid naar Cuba vertrokken, door de menigte vol geestdrift uitgeleid. Aan het departement van kolonien is van den Gouverneur-Generaal van Nederl.-Indie, onder dagteekening van 8 April, het volgend telegram ontvangen Generaal Vetter en het 9e bataljon (van Batavia) zijn gisteren te Atjeh aangekomen. De gouverneur-generaal Deijkerhoff is eervol ontslagen. Toekoe Djohan, nog in afwachtende houding, versterkt geducht de VI Moekims. Aan het Hbl. wordt uit Batavia geseind, dat de operation op Atjeh zijn aangevangen. Gouverneur Deijkerhoff besprak passage naar Nederland op de //Conrad." De resident voor Atjehsche zaken Van Langen is tijdelijk tot gouverneur benoemd. Uit Singapore wordt aan de Times bericht, dat de Nederlanders alle krachten inspannen om de Atjehneezen te verslaan. Te Singapore drijft de meening boven, dat de Nederlandsche regeering de tot heden gevolgde politiek behoort te verlaten en Atjeh moet bezetten, wat het ook moge kosten. Generaal Deijkerhoff werd 12 Januari 1892, als kolonel benoemd tot civiel- en militair gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden. Euim 4 jaar heeft hij aan het hoofd van dat gewest gestaan, terwijl hij een jaar na zijn benoeming tot generaal- majoor werd bevorderd. Thans, nu het verraad van Toekoe Djohan den bodem heeft ingeslagen aan zijn verwachtingen om Atjeh tot pacificatie te brengen, verlaat hij den dienst en keert naar het moederland terug. De //Conrad", waarop hij passage heeft bespro- ken, vertrekt 21 April van Batavia, en 2 Mei van Padang, waar de generaal vermoedelijk scheep zal gaan. Den 25 of 26 Mei kan de boot te Genua verwacht worden. Uit het begin van het telegram blijkt dat de versterkingen gedeeltelijk althans op Atjeh zijn aangekomen en generaal Vetter er geen gras over laat groeien. In de eerste dagen zijn nu vermoedelijk belang- rijke tijdingen uit Atjeh te verwachten. De heer Van Langen is sinds 26 Aug. 1892 resident voor de Atjehsche zaken en in het bijzonder voor de uitvoering der scheepvaartregeling. Zoo noodig zal het corps mariniers hier te lande naar Atjeh worden gedirigeerd. Met het oog op den toestand op Atjeh hebben de voor het Oost-Indische leger bestemde 2" lui- tenants der inf. C. H. Eilers, J. C. L. Engelhart en C. B. Dutry van Haeften telegrafisch bevel ontvangen, dat zij nog den 11 dezer per stoom- schip //Oengaran" naar Batavia moeten vertrekken. De kapitein der inf. J. N. C. Baron van Heerdt, van het Oost-Indisch leger, thans met verlof in Nederland (te 's Gravenhage), zal 18 April a. s. met het stoomschip //Prinses Amalia", van de Maatschappij //Nederland", naar Indie terugkeeren. Ook de 2e luit. der inf. van het O.-l. leger J. Ch. A. C. Rijser vertrekt 25 April met de z/Gedeh" naar Indie. Iemand uit Weenen, die gedurende 20 jaren in Atjeh is geweest, schrijft in een Duitsch blad over den verrader Toekoe Djohan o. a. Nu is hij nog eens uitgeknepen, en ter afwis- seling (want zijn eenig oogmerk is oorlog, onver- schillig tegen wien) verzamelt hij nu de stammen, die hij pas bestreden heeft, om op te staan tegen de blankenen zoo blijkt, wat iedereen voorspeld had, dat het beter geweest zou zijn, den bloed- dorstigen man, die herhaaldelijk sluipmoord heeft gepleegd op vrouwen en kinderen, in plaats van zijn //vorstelijke waardigheid" te erkennen, meedoo- genloos neer te schieten. Ouderstaande belangrijke berichten van het oorlogsterrein ontving men later nog Van den Gouverneur-Generaal van Nederl. Indie is, onder dagteekening van 9 April, aan het Departement van Kolonien volgend telegram ontvangen Gisteren zijn de posten Biloel en Lamkoenjit (ten zuiden onzer postenlininie) afgelost. De vijand bood veel tegenstand. Een officier gesneuveld. Twee officieren gewond. Ongeveer 25 minderen gesneuveld en gewond. Generaal Vetter is met zijn paard gevallen en heeft daarbij het sleutelbeen gebroken. Dit belet hem alleen het paard rijden. Het Nieuws ontving gisteren volgende tele- grammen uit Batavia Kolonel J. W. Stemfoort is belast met het militair en de heer Van Langen met het civiel beheer van Atjeh. De gemeenschap met de door den vijand omsingelde zuidelijke posten Biloel en Lamkoenjit is hersteld. Bij het herstellen der gemeenschap met de posten Biloel en Lamkoenjit ondervond de colonne-Stem- foort heftigen tegenstand. Kapitein Geluk gesneu veld. De le luitenant-adjudant Hoekstein en de le luitenant Ten Seldam zijn gewond, voorts 25 minderen gedood of gewond. Generaal Vetter brak bij een val van het paard zijn sleutelbeen. Hij blijft in Atjeh. Hbl. en N. R. Ct. ontvingen volgend telegram Onze posten Biloel en Lamkoenjit zijn door onze troepen ontzet. Kapitein Geluk en 9 min deren sneuvelden. De 1° luitenant-adjudant J. H. Hoekstein en de le luitenant R. ten Seldam en 28 minderen werden gewond. Generaal Vetter is van zijn paard gevallen en gekneusd, doch kan zijn dienst blijven waarnemen. Een detachement van 600 man mariniers is aangewezen om zoo noodig naar Indie te worden ingescheept. RECHTSZAKEN. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. De rechtbank heeft in hare zitting van 10 April de volgende vonnissen uitgesproken J. C. D., oud 14 j., zonder beroep te Ter Neuzen, is wegens diefstal veroordeeld tot 3 boete of 3 dagen hechtenis. J. P., oud 12 j., zonder beroep te Ter Neuzen, is wegens diefstal veroord. tot f 1 boete of 1 dag hecht. Dinsdag vond te Rozendaal een arme drotn- mel eene portefeuille met ruim f 4000, die hij bij den eigenaar, een Belgisch koopman, terug- bracht. Hij ontving toen voor belooning een kwartje, dat hij nog in dank aannam. Door de firma Wm H. Miiller C°. te Rotterdam ziju Dinsdag te Katendrecht 144 man in het werk genomen. Iloewel er nog al eenig volk aanwezig was, had alles een geregeld verloop. In verband met de behoefte aan officieren en kader in het Indische leger, hebben zich reeds verscheidene officieren en onderoflficieren van het garnizoen te 's Hertogenbosch voor eene over- plaatsing bij dat leger aangemeld. Tot de luitenants van het leger hier te lande, die gevolg hebben gegeven aan de oproeping voor Atjeh, behoort, volgens het //Hbl.", ook luitenant Clockener Brousson, die, naar men zich herinneren zal, een paar jaren geleden door de militaire overheid naar een buitenpost werd verbannen, omdat hij te Amsterdam met te veel jeugdig vuur optrad in het sociale vraagstuk. Dat is een beter middel om te toonen dat hij een flink officier is, dan versjes maken voor den soldaat. Te Rhenen heeft Maandag jl. vermoedelijk een moord plaats gehad. Het lijk van den matroos M. Kreuze van de sleepboot Lombok liggende aan den loswal aldaar, is met een wonde aan het hoofd uit den Rijn opgehaald. Men had hem den avond tevoren gezien met een paar mannen. Hoe Kreuze die niet dronken moet geweest zijn in den Rijn is geraakt, weet men niet, doch wel meent men te weten dat beide personen, toen er een plas in het water werd gehoord, er van door zijn gegaan inplaats van hulp te verleenen. Woensdag hebben de officier van justitie uit Arnhem met den rechter-commissaris en twee geneesheeren een onderzoek ingesteld. Kreuze had een snede over het gelaat en een over het hoofd, zoo ernstig dat ieder daarvan reeds doodelijk kon zijn. Als vermoedelijke dader is een der beide per sonen gevankelijk naar Arnhem overgebracht. De ander is nog op vrije voeten. Kreuze was 24 jaar oud en afkomstig uit Zutfen. In de omstreken van Haarlem werd reeds met de Paaschdagen een soort van bloemencorso gehouden. Honderden van Amsterdammers waren overgekomen voor //de blommen", en overal zag men ze dan ook loopen met bloemen in de handen en aan stokken gebonden. Tentwagens kon men versierd zien met slingerende bossen hyacinten en te Kraantjelek was het algemeen gezang en vroolijkheid. De avondtreinen naar Amsterdam waren stampvol. Men meldt uit Zwolle van 5 April aan de N. R. Ct. De heer G. Honigh, directeur der rijks hoogere burgerschool alhier, was gisteren gaan wielrijden op de wandelwegen in het Nieuwe Werk. Toen hij des namiddags niet te huis kwam, is men des avonds en heden ochtend zeer vroeg naar hem gaan zoeken. Men vond hedenochtend eerst zijn rijwiel en daarna zijn lijk in den grooten vijver ter zijde van den hoogen afrit. Vermoedelijk heeft hij bij het afrijden van dien afrit niet vol- doende kunnen remmen en is hij in den vijver terecht gekomen. De heer Honigh was hier eerst sedert 7 maanden in genoemde betrekking werk- zaam. Uit den Congo is te Rotterdam het bericht gekomen, dat de heer N. v. d. Sloot, geem- ployeerde bij de N.-Afrik. Handelsvennootschap, een prooi geworden is van de krokodillen. In een schouwburgtent te Kortrijk is Zondag tijdens de voorstelling brand uitgebroken. Er waren meer dan twee duizend toeschouwers in de tent, doch zij bewaarden hun kalmte en verlieten in de grootste orde de zaal. Dientengevolge werd slechts een persoon gekwetst en deze viel bij het springen over de banken. De brand was vrij spoedig gebluscht. Het decor en het scherm zijn een prooi der vlammen geworden. Geheel Brussel werd Dinsdagmorgen in op- schudding gebracht door de tijding van een vreese- lijke ramp, die gedurende den nacht te Jette-Saint- Pierre had plaats gehad. Te twee uur in den morgen ontstond brand in het cafe //Ala Cour de Elandre", dat door den heer Geyssens in de rue de Laeken no. 31 gehouden werd. Tegen halfdrie werd de brand ontdekt door een der buren, een koster, die onmiddellijk alarm maakte door zich naar zijne kerk in de onmiddellijke nabijheid te begeven en de klok te luiden. Dit alarmsignaal bracht de geheele bevolking op de been en weldra verschenen de brandweer op de plaats des onheils. Het geheele gebouw brandde toen reeds. Op het brandende dak bemerkte men een ongeveer 12jarigen knaap in nachtgewaad, die luid om hulp riep. Van alle kanten snelde men heen om ladders te halen en na eenige minuten van angstige spanning smaakten twee mannen, die uit het dakvenster van het belendende pand geklommen waren, de voldoening, het kind bewustloos, doch overigens ongedeerd in veiligheid te brengen. Toen de knaap door de zorgen van een geneesheer het bewustzijn her- kregen had, vertelde hij, wat er gebeurd was. z/Plotseling, zeide hij, was het, alsof ik stikte door den rook. Ik schreeuwde en mijn broertje (een kind van zeven jaar) liet mij op zijn schouder klimmen, om op het dak te klimmen. Toen hoorde ik, terwijl ik tevergeefs naar mijn broertje zocht om hem de hand te reiken, mijn vader zeggen z/Ik zie niets meer". Verder weet ik niets meer." Terwijl de knaap gered werd, toog de brandweer van Jette-Saint-Piere vol ijver aan het blussching- werk. Het vuur trotseerde echter de drie water- stralen, die zij in den gloed zond, zoodat de burgemeester de Brusselsche brandweer ontbood, die 18 minuten later op het terrein verscheen. Het geheele pand was op dat oogenblik een vuurpoel, die enorme vonkenbundels ten hemel zond. Tegen vier uur in den morgen, toen het geheele huis ongeveer was uitgebrand, kreeg men het vuur onder de knie, zoodat men een begin kon maken met het zoeken naar de slachtoffers. De zes bewoners van het huis, de cafe-houder Francois Geyssens, 47 jaar, zijn 47jarige vrouw, hun drie kinderen van 14, 12 en 7 jaar en een ouder- loos neefje van 8 jaar, sliepen op den zolder, daar het geheele huis tot publieke localiteit was ingericht. Daar alle vloeren waren doorgebrand en ingestort, moest men de slachtoffers dus beneden zoeken. Weldra vond men tusschen de gloeiende puinhopen de nog rookende en verkoolde over- blijfselen van vijf personen en een rilling doorliep de menigte, die zich op de plaats der ramp ver- zameld had, toen de vijf vormelooze en afzichtelijke menschenklompen in witte lakens gewikkeld, werden weggedragen. Hoe deze noodlottige brand ontstond, is niet bekend. Alleen weet men, dat Maandagavond de vereeniging //De Vrede" in de groote danszaal van het cafe, waarin een aantal houtkrullen, afkomstig van een vertimmering, lagen, tot twee uur 's nachts bijeengebleven is, waarna de cafehouder naar bed is gegaan. Door het parket van Brussel is een onderzoek in loco, betreffende deze ramp, die de grootste sensatie veroorzaakte, ingesteld. Eergisteren is te Parijs het congres der vrouwen-vereenigingen geopendhet duurt tot Zaterdag. Lit Nederland zullen daar de dames Elise Haighton, mej. Drucker en Nellie van Kol optredenuit Belgie vinden wij mej. Popelin, doctor in de rechten verm eld. Op de agenda staan: herziening van het huwelijkrechtrecht der vrouw op de vruchten van haren arbeid; gelijkheid der seksen voor het strafrechtkiesrecht en verkies- baarheid der vrouwen voor arbeidsraden en vak- besturen en ook tot politieke colleges en jury's de vredede armenzorgde opvoeding enz. In den bekenden berenkuil te Bern zag men eergistermorgen een verschrikkelijk verminkt lijk liggen. De kleederen waren van het lichaam gescheurd, het hoofd en een der armen waren afgebeten. Met veel moeite slaagde men er in, het lijk uit de klauwen van den beer en zijn wijfje te verwijderen en de ideutiteit van den onbekende vast te stellenhet was een gewezen machinist, die vermoedelijk om zelfmoord te plegen, in den berenkuil is gesprongen. Sinds 1865, toen een Engelschman door de beren werd verscheurd, was een dergelijk ongeluk niet voorgekomen. Tijdens de Paaschdagen heeft de beoefening der watersport in Engeland een achttal slacht offers gekost. Op een kanaal bij Bury sloeg een zeilbootje om, waarin vier personen zaten. Slechts een dezer werd gered. In de Tyne zijn bij het roeien twee personen verdronken en het omslaan van een roeiboot in de haven van South Schields heeft aan drie opvarenden het leven gekost. In Whitechapel, de beruchte wijk van het Londensche East-End, is Zaterdag een verschrik- kelijke misdaad gepleegd. Niet ver van de plaats waar Jack the Ripper zijn slachtoffers nederwierp, woont een bejaard regenschermfabrikant, Levy, met zijn huishoudster. De oude man leefdesinds korten tijd van zijn renten. Zaterdagmiddag kwam een nicht van den ouden Levy, die ten eten was gevraagd, aan de deur, doch kreeg op haar schellen geen antwoord. Een buurman bood aan eens voor haar over de schutting te zien. Dit deed hij en bemerkte een vreemde, die voor een venster stond. Hij riep den man toe, doch deze verdween onmiddellijk. De buurman die het geval niet best vertrouwde, waarschuwde de politie. Twee agenten klommen over de schutting het huis binnen. In een der benedenkamers ont- waarden zij het lijk van den bewoner in een plas bloed. Het onderzoek werd voortgezet. Alle kasten waren opengebrokeneen brandkast was YA.N DK VAN

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 5