Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli-VlaanderQa Jaarmarkt te Koewacht No. 3286. Dinsdag 3i Maart 1896. 36e Jaargang. II. aanbesteden: op Woensdag 1 April 1896. Onder gelieimzinnige bescherming. Binnenland. ABONNEMMT Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Pranco per postYoor Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Yoor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: an 1 lot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN zullen op Zaterdag, 4 April a. s., des namiddags 4 uren, in het het gemeenteraadhuis in het openbaar, bij enkele inschrijving, in twee perceelen Eerste perceel. het maken van een houten beschot en van een schoorsteen in de openbare school te Sluiskil. Tweede perceel. het aanbrengen van stalen balken onder de vloeren van de openbare school B in de kom der gemeente. Het bestek ligt ter lezing op de gemeente- secretarie en is aldaar verkrijgbaar tegen betaling van f 0,25. Inlichtingen zijn te bekomen bij den Gemeente- bouwmeester. Ter Neuzen, 23 Maart 1896. Burgemeester en Wethouders aldaar, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. De Burgemeester van KOEWACHT maakt bekend, dat op Woensdag 1 April 1896 bij gelegen- heid der Jaarmarkt het grenskantoor van Koewacht (Belgie) zal open zijn gesteld voor den invoer van RUNDVEE. Koewacht, 19 Maart 1896. De Burgemeester voornoemd, C. DIERICK. Politiek Overzicht. Na de veelvuldige tegenstrijdige berichten over de verhouding tusschen de Britsche regeering en die van de Zuid-Afrikaansche republiek in ver- band met het door den Engelschen Minister van kolonien te kennen gegeven verlangen, dat president FEUILLETON Vrij bewerkt door AMO. 12) Nad at zij over eenige zaken van minder belang hadden gesproken, hracht Eduard het gesprek op het onderwerp, dat hem zoo na aan het hart lag. //Vader," zoo begon hij, nadat hij naast den ouden man had plaats genomen, //Vader, ik wilde u een hoogst gewichtige vraag doenik hoop, dat ge mij daarop zonder omwegen en naar waarheid zult antwoorden." //Heb ik ooit onwaarheid gesproken vroeg Dumat ernstig. i/O neen, vader Doch laat ons dadelijk ter zake komen. Is het waar, dat ik uw zoon niet ben //Mijn zoon niet?" herhaalde de oude man verrast. ,/Wie heeft je dat gezegd, Eduard //Ik heb het reeds lang vermoed, vader, en gisteravond heeft Henri Gardel mij verzekerd, dat het zoo is. Sprak hij de waarheid //Henri Gardel is een zondeiling man," mom- pelde Jean, terwijl hij het oog op Eduard ge- vestigd hield. O, spreek niet over hem," zeide Eduard met aandrang, ,/zeg me slechts openhartig, of ik uw zoon ben of niet." Het scheen den ouden man hard te vallen, op deze vraag te antwoorden maar emdelijk sprak hij z/Welnu, Eduard, ge zijt mijn zoon niet maar ik hoop toch, dat ge mij op mijn ouden dag niet zult verlaten. Ik heb je liefgehad, Kriiger naar Londen zou komen om mondeling overleg met hem te plegen over de hangende- kwestien, hebben wij thans weer eens een bericht voor ons, dat volkomen vertrouwbaar is, want het is van president Kriiger zelf afkomstig en langs officieele weg doot hem openbaar gemaakt. Het gebazel van de Times en gelijk gezinde bladen over de gespannen verhouding, die tusschen hem en Minister Chamberlain zou bestaan, wordt door dit bericht tot niets teruggebracht, evenzeer als de beweringen over het verzet, dat het denk- beeld, dat de president naar Londen zal gaan, onder de Boeren zou ontmoeten. De Transvalers kennen hun staatspresident genoeg om te weten, dat, als hij het noodig acht naar Engeland te gaan om met de Engelsche bewindslieden te aboucheeren, zij hem met voile vertrouwen daar- heen kunnen laten gaan. President Kriiger zal niet naar Londen gaan als hij niet van meening is, dat hij daar iets in het belang van zijn land kan uitrichten op betere en meer afdoende wijze dan door de onderhandelingen schriftelijk te voeren. Maar als hij gaat, dan zal hij niet in Londen zijn als Daniel in den leeuwenkuilals onderhandelaar is hij best opgewassen tegen de Engelsche bewinds lieden. Dat heeft hij bij vorige gelegenheden, toen hij onder heel wat moeilijker omstandigheden voor zijn land moest opkomen, bewezen. In Frankrijk is de Minister van Buitenlandsche zaken Berthelot afgetreden. Gezondheids- en familie redenen worden in het telegram, dat ons deze tijding bracht, als oorzaak van dit aftreden opgegeven. Misschien zijn die redenen in de laatste dagen wat zwaarder gaan wegen, nu de zaken in Egypte hooge eischen stellen aan den bewindsman, bij wien de lei- ding der buitenlandsche politiek van Erankrijkberust. De Minister-president Bourgeois is nu opgetreden als hoofd van het departement van Buitenlandsche zaken. Tot dusver was hij belast met de porte- feuille van Binnenlandsohe zaken. In vorige ka- binetten heeft hij de departementen van justitie en van onderwijs bestuurd. Hij is een betrekkelijk nog jonge man, even in de veertig jaar en bij de wisselvalligheden, waaraan Eransche staatslieden in hun politiek leven zijn blootgesteld, zullen wij hem mettertijd misschien nog wel aan het hoofd van andere departementen zien optreden. In het koninkrijk Saksen is het d-ior de Tweede Kamer met 56 tegen 22 stemmen genomen besluit tot vervanging van het rechtstreeksche kiesrecht door een indirect verkiezingsstelsel, waarbij de kiezers naar den maatstaf van hun aanslag in de directe belastingen in drie klassen worden verdeeld, Eduard, alsof je mijn eigen kind wasje zult daarom nu toch niet van mij heengaan z/Neen, vader, neen Hoe het mij ook gaan moge, niets zal ons scheiden. Doch vertel me meer vertel me alles alles, wat ge omtrent mij weet." ,/Dat wil ik, mijn jongen Ik zou het reeds vroeger gedaan hebben, als ik ge weten had, dat het je van nut had kunnen zijn. Maar ik vreesde, dat je er treurig van zoudt worden, en daarom zweeg ik. Hm hm Henri Gardel is een zonderling man. Hij heeft iets over zich, dat ik niet kan doorgronden." z/Laat hem zijn, zooals hij wil, viel Eduard eenigszins ongeduldig in; //ik wil nu iets omtrent mijn geboorte weten." z/Ja, dat begrijp ik welik zal je alles mededeelen, wat ik weet." De oude man zat eenige oogenblikken in ge- peins verzonken en begon toen z/Het is reeds meer dan achttien jaar geleden juist met aanstaanden November zal het negentien jaar zijn dat ik je voor het eerst zag. Ik herinner me het jaar en den dag nog heel goed, want het was in dezelfde maand waarin onze groote keizer den slag bij Austerlitz won en de trotsche stad Weenen bezette. Het was een koude, stormachtige nacht en ik zat met mijn vrouw bij het schoorsteenvuur, op de plek waar je later wel duizendmaal hebt gezeten. Omstreeks negen uur hoorden we zacht op de deur kloppen. Ik ging opendoen en een vrouw met een kind op den arm trad binnen. Zij zette zich bij ons neder om zich te verwarmen, en mijn vrouw gaf liaar iets te eten. Toen zij het knaapje op den grond door de Eerste Kamer met algemeene stemmen bekrachtigdr. Het doe], waarmede deze verandering in het kiesrecht is gebracht, komt duidelijk uit in het rapport van de commissie van dit staatslichaam, waarin gezegd wordt: //De commissie ziet er van af, theoretisch te onderzoeken of niet wellicht eene verhooging van den census of van den leeftijd, onder handhaving van het vigeerende stelsel, de voorkeur had verdiend, of welke andere weg had kunnen worden ingeslagen. De gevaren, die ons vaderland bedreigen, wanneer wij het aangroeien van de sociaal-democratische richting in de lands- vertegenwoordiging verder laten begaan, liggen voor de hand. Indien nu de regeering, in ver- eeniging met de overwegende meerderheid van de Tweede Kamer, tot een krachtdadig optreden tegen deze gevaren heeft besloten, dan is het de plicht van de Eerste Kamer haar volledig steun te ver- leenen, tenzij zij den ingeslagen weg als noodlottig mocht beschouwen. Die meening is echter tot heden niet ter sprake gekomen." Er valt in Italie iets te smullen voor par- lementaire specialiteiten. De documenten, welke betrekking hebben op de expeditie tegen Negus Menelik van Abessynie, zijn yerdwenen en de Regeering is daardoor niet in staat een nauwkeurige geschiedenis uit te geven van alles wat die expeditie raakt. In de laatste jaren zijn de Italianen buitengewoon verwend met politieke schandaalsmulpartijtjes, bereid volgens de meest kunstigste recepten, door de meest kunstvaardige handen en inderdaad met de grootste scherpzinnigheid. Maar wat thans wordt opgedischt gaat zelfs boven het begrip van politieke gastronomen. Want niemand had er ooit aan durven denken, dat de documenten der Afrikaansche expeditie verloren zouden gaan. En toch is 't zoo De heer Di Rudini heeft het ronduit erkend. Ze zijn wel is waar zoek geraakt bij den laatsten veldslag tegen Negus Menelik, maar weg zijn ze, dat is zeker Booze menschen hebben zelfs beweerd, en zij herinnerden zich waarschijnlijk den walgelijken strijd tusschen den vorigen Italiaanschen premier en den heer Giolitti, welke ook een gevolg was van verdwenen stukken dat Crispi die stukken had verduisterd. De bladen, die den Italiaanschen miniatuur-Bismarck ondersteunen, komen natuurlijk heftig tegen deze beschuldiging op en gedragen zich, alsof er nog nooit een onrechtvaardige daad, hoe klein ook, door een ministerie-Crispi isbedreven. had gezet, zag hij vrijmoedig rond, en zoodra hij mij bespeurde, kwam hij naar me toe en omvatte mijn knieen, alsof ik zijn vader was. De arme vrouw begon te schreien, toen zij dit zag en verhaalde ons, dat de vader van het kind dood wasdat hij in het leger van Napoleon had ge- diend en in een veldslag doodelijk was gewond. W ij tracbtten haar te troosten, zoo goed we konden en zij bleef den geheelen nacht bij ons. Den volgenden morgen smeekte zij ons, voor het kind te willen zorgen, tot zij terugkwam van Rennes, waar zij den gouverneur moest spreken. Wij voldeden gaarne aan haar verzoek. Een week later kwam zij terug en bleef toen drie dagen bij ons. Wij hadden intusschen het kind reeds lief gekregen, alsof het ons eigen was, want het was een allerliefste knaap, die zich ook verwonder- lijk snel aan ons hechtte. Toen de arme vrouw ten tweeden male afscheid van ons nam, bad zij ons, den kleinen knaap tot ons te nemen en voor hem te zorgen, alsof hij ons eigen kind was. Wij voldeden hieraan van ganscher hartemaar hoe wij de vrouw ook verzochten, bij ons te blijven, wij kouden haar er niet toe bewegen. Zij verliet ons en eerst in de volgende lente zagen wij haar weder. Toen bleef zij weer een week. In den zomer kwam zij nog eens en in den herfst ook daarna hebben we haar niet wedergezien en ook niets van haar vernomen, hoeveel nasporingen ik ook naar haar gedaan heb." z/Ben ik die knaap vroeg Eduard met beven- de stem. //Die knaap zijt gij. Met een gerustgeweten durfik zeggen, dat ik mijn belofte aan jemoedervervuldheb, want ik heb je altijd behandeld als mijn eigen kind." De volksvertegenwoordigers gelooven echter voor- loopig nog niet aan die betuigingen van onschuld. In den Senaat is die zonderlinge, voor't oogenblik althans, zoo goed te pas komende verdwijning reeds ter sprake gebracht. Vermoedelijk zal zij ook in de Kamer niet met rust worden gelaten. Wel is waar wordt er verzekerd, dat er een streng onderzoek is ingesteld, doch de afgevaardigden schijnen zich daarmede niet tevreden te willen stellen. Althans heeft de heer Cavalotti reeds een interpellatie aangekoniigd,die niet alleen betrekking heeft op Afrika, doch waarin zoo ongeveer alle ondeugden, welke Crispi ten laste zijn gelegd worden geconcentreerd omkooperij, bedrog, corruptie enz. Deze interpellatie zal vermoedelijk kort na afloop der Paasch-vacantie ter sprake worden gebracht. Begin Mei zal op plechtige wijze naar den Koninklijken grafkelder te Delft worden overge- bracht het stoffelijk overschot van prins Willem George Erederik van Oranje-Nassau, thans te Padua (Ttalie) begraven. Hr. Ms. fregat //Yan Speyk" zal het hulsel naar Hoek-van-Holland overbrengen, van waar het naar Delft zal vervoerd worden. Bij de ontvangst te Padua zal de luite- nant-kolonel baron Sirtema van Grovestins, als vertegenwoordiger van H. M. de Koningin-Regentes, aanwezig zijn. Op last van het departement van waterstaat worden door ambtenaren van het loodswezen alle benedenrivieren gepeild en gemeten ten einde te onderzoeken of er stroomverlegging heeft plaats ge- had of ondiepten zijn ontstaan. Naar de N. R. Ct. verneemt hebben de bemoei'ingen der Twentsche industrieelen, ter ver- krijging van reductie op de spoorvrachten van Engelsche kolen, veel kans van slagen. De moge- lijkheid is dan niet uitgesloten, dat over eenigen tijd de Ruhrkolen voor een goed deel door Engel sche kolen zullen worden verdrongen, indien althans het consortium van Duitsche kolenhan- delaren mocht voortgaau de prijzen der Duitsche kolen op te voeren. Van het voordee] van de ontegenzeggelijk betere Engelsche kolen konden tot nu toe alleen die plaatsen profiteeren, die per schip te bereiken zijn, zoodat het nijverste deel van Twente, n.l. Enschede en Hengelo, steeds afhankelijk was van het Duitsche kolen- syudicaat. ffGij gelooft dus, dat die vrouw mijne moeder was z/Ik weet het. Mijn hart ontroert nog als ik er aan denk, hoe bedroefd zij was, telkens als ze naar je kwam zien. Zij namje in haararmen, bedekte je met kussen en weende luid. Dan zette zij je op den grond, knielde voor je neder en bad voor je. Als zij haar tranen had gedroogd, liet ze mij en mijn vrouw nogmaals en nogmaals be- loven, dat we goed voor je zouden zorgen, alsof je ons eigen kind was." Eduard voelde de tranen in zijn oogen opwellen hij was een geruime poos niet in staat te spreken. z/Ja, zij moef mijne moeder geweest zijn," zeide hij eindelijk. //Ik kan mij haar gelaat nog voor- stellen en in mijn droomen heb ik haar gezien, alsof zij levend voor mij stond. Weet ge ook, wat er van mijn moeder geworden is z/Daar kan ik niets van zeggen. Eduard A1 mijn nasporingen zijn vruchteloos geweest." z/Denkt ge, dat zij dood is z/Ik vrees het. Sedert zeventien jaar is zij niet hier geweestals zij nog leefde, zou zij zulk een langen tijd niet hebben laten voorbijgaan, zonder naar haar zoon te komen zien." wJa zoo is het," stemde EJuard in. //Maar ge hebt van Henri Gardel gesproken, alsof hij tot mijn persoon in bijzondere betrekking stond wat weet ge daaromtrent z/Ik kan me daar geen begrip van vormen ik weet alleen, dat hij een zonderling persoon is." z/Het kan toch niet zijn, datneen, neen, dat is niet mogelijk z/Wat bedoelt ge z/Ge zult het misschien zeer dwaas viudenik NEVZENSCIE (01RAVT. Hit blad verschijnt Haaailag-, Woensdag- en t'rijd«({ttvond, iiitgezouderd op Feestdagen, bij den uitgever P. JT. VAX Dl! 8AIDE te Ter Xenzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1