Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwseh-Vlaanderen
Jaarmarktte Koewacht
No. 328
Zaterdag 21 Maart 1896.
36e Jaargang.
op Woensdag 1 April 1896.
De natuur is sterker dan de leer.
Gemengde berichten.
Hoogwatergetij te Ter Neuzen.
Telegrafischa berichten.
ABONNEMMT
Yoor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADYEETENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
Bij deze courant belioort een bijvoegsel.
De Burgemeester van KOEWACHT maakt
bekend,
dat op Woensdag 1 April 1896 bij gelegen-
heid der Jaarmarkt het grenskantoor van Koewacht
(Belgie) zal open zijn gesteld voor den invoer
van RUNDVEE.
Koewacht, 19 Maart 1896.
De Burgemeester voornoemd,
C. DIERICK.
Als gij u zelf iets wijs maakt, is het daarom
nog niet zoo. A1 houdt gij uwe meisjes tot 25
jaar in de lange kleeren en al vertelt gij haar
nog zoo dikwijls dat zij nog kleine kinderen zijn,
het zal u niets he!pen omdat de natuur sterker
is dan uwe leer. Op een goeden dag volgt voor
u de ontgoocheling en niemand zal alsdan mede-
lijden met u hebben want men zal u zeggen
waarom waart gij ook zoo dwaas
Wat hebben wij na 1870 niet deelnemend
gezongen, het lied van L'Alsace ct La Lorraine
en van Lo belle France En wat leert ons nu
de nuchtere werkelijkheid Dat 25 jaar later
openlijk in den Rijksdag verklaard wordt door
vroegere protest-kandidaten, dat men naar Fran-
krijk niet terug verlangt en dat de Fransche
couranten bij geiegenheid van het 25jarig jubiieum
der stichting van het Duitsche Rijk, hetreuren
doch erkennen, dat de gevoelens der bevolking
van de geannexeerde provincies niet meer dezelfde
zijn als voorheen.
Het gaat met vaderlandsliefde als met eeuwige
vriendschap en eeuwige liefde, men kan zonder elkaar
niet leven. Goed doch kom eenige jaren later
eens kijken.
Indien tegenwoordig ergeus, tot vervelens toe,
misbruik gemaakt wordt van het woord vaderlands
liefde, dau is het in Duitschland en wat staat
daar tegenover Dat waar men ook komt, men
geen twee pas kan doen, zonder een Duitscher te
ontmoeten die het groote vaderland vaarwel heeft
gezegd. Men sla onze staatscourant op, en het
zal blijken, dat de groote meerderheid der genatura-
liseerden, Duitschers zijn. En met het vrouwelijk
geslacht is het nog iets anders. De openbare
pleinen en straten der groote steden krioelen des
avonds van alleenloopende vrouwen en meisjes,
afkomstig uit het land van deugd en goede zeden,
die alsdan den kost nog moeten verdienen.
Waarom bleven ze niet in hun heimat
In vroege eeuwen zijn vaak volksverhuizingen
voorgekomen, oorspronkelijk zijn alle Europeesche
volkeren nit Azie gekoinen. In de middeleeuwen
hebben duizenden hun vaderland verlaten, de eenen
om godsdienstige, de anderen om andere redenen
doch bepalen wij ons tot het heden. Amerika is
bewoond door een allegaartje van alle landen en
is er volstrekt niet minder om, doch wat ons
meer bepaald aangaatin 1890 woonden in Noord-
Amerika niet minder dan 81000 Hollanders die
dus niet zoo hokvast zijn, als men wel denkt.
Dat komt nog beter uit, wanneer wij in nog een
paar andere landen kijken. Er blijkt toch dat in
dat zelfde jaar 1890, in Duitschland 56000 personen
woonden, geboren in Nederland, en in Belgie met
eene bevolking van 6 millioen, vond men onder
de 170000 vreemdelingen, als de talrijkste kolonie
de Nederlandsche, met 56000 zielen (waarvan in
Antwerpen alleen 21000).
Wat mij betreft, ik kom er rond voor uit, dat
ik liever een welgesteld man ben in het buitenland
dan een arme drommel in het land waar eenmaal
toevalligerwijze inijn wieg op stond en wanneer
mijn Nederlandschap de eenige belemmering is,
dan wil ik het gaarne aan een ander afstaan.
Bij het nasnuffelen van de verslagen der Provin
ciate Staten kwam ik eenige jaren geleden, eene
redevoering tegen, van wijlen den heer Hammacher
waarin hij, zoo ik mij goed herinner, pleitte voor
een verbindingsweg tusschen het 4e en 5e district.
Hij wees er bij die geiegenheid op hoe de stoffelijke
belangen van Z.-Vl. de bevolking veel meer naar
Belgie wijzen dan naar Nederland. Bij het voorstel,
om uit de Belgische gelden afkomstig van het
waarborgfonds voor den spoorweg Rotterdam-
Munster, een subsidie te verleenen aan den stoom-
tram Breskens-Maldeghem, wees de toenmalige
Minister van buitenlandsche zaken tevens oud-
Gonverneur van Zeeland er eveneens op. In de
Middelb. Ct. van 14 Aug. '95 vindt men een stuk
geteekend H(ammacher) te Gr(oede) waarin het-
zelfde wordt verklaard.
En nooit heb ik in Holland ambtenaren van
eenige ontwikkeling ontmoet die eenige jaren in
Z.-Vl. waren geweest of zij verklaarden volmondig,
dat die streek eigenlijk niet bij Nederland moest
behooren.
Juist daarom beweer ik dat bij de steeds toe-
nemende ontwikkeling des volks, de meening van
enkelen gemeen goed der massa zal worden en dat
de kleinkinderen dat niet zullen laten weerhouden
door consideration, welke bij de grootouders nog
den doorslag gaven, alles werkt daartoe mee.
Welk verschil tusschen het leven van nu en vroeger
Yroeger was men zelden van huis, nu zijn velen
zelden thuis.
Hoevele broeders, zusters en kennissen uit de
kinderjaren zijn niet naar het buitenland getrokken
En die beweging zal nog dagelijks in kracht toe-
nemen, naar gelang de verkeermiddelen beter worden.
Nauwelijks verschijnt een nieuw land op het
staatkundig tooneel zooals Belgie, Griekenland,
Rumenie, Servie, Bulgarijeof aan het hoofd van
het land komt als Koning een vreemdeling te staan.
De gemalinnen der Koningen, zijn bijna zonder
uitzondering vreemde Vorstinnen; vandaar dat de
woorden van vreemde srnetten vrij' in het
Wien Neerlands bloed" fatsoenshalve geschrapt
dienden te worden.
Baron Mackay, lid van de 2e Kamer (zoon van
baron Mackay van Ophemert, vice-President van
den Raad van State) werd wegens zijn verwantschap
met den Schotschen adel Lord Reay, en door
Gladstone benoemd tot Pair van Engelandlater
werd hij Onder-Koning van Engelsch-Indie.
Prof. Drucker, lid van de 2e Kamer, zag zijn
broeder eveneens naar Engeland vertrekkenwaar
hij het vorige jaar, na den val van Lord Rose-
berry, gekozen werd tot lid van het Engelsche
Parlement.
Multatuli, Busken Huet, Alma Tadema en vele
andere mannen van naam, waarop het lieve vaderland
later veel trotscher zal zijn, dan op duizenden, die
moeders pappot niet verlieten, vestigden zich voor
goed in het buitenland. Baron Gericke van
Herwijnen, gedurende meer dan een kwart eeuw,
Nederlands vertegenwoordiger te Brussel, neemt
ontslag uit den dienst, doch blijft te Brussel wonen.
Waarom nu, verlieten de Koniginnen, Vorstinnen
en hooggeplaatste personen hun vaderland P om
de doodeenvoudige reden, dat zij het elders beter
kregen dan thuis en ik zie niet in, waarom dat
zou moeten worden afgekeurd.
lets wat nog sterker is. Een Deensch officier
ging in Pruisische dienst en annexeerde later zijn
eerste vaderland. Dat was niemand minder dan
de wereldberoemde Duitsche veldmaarschalk Von
Moltke, voor wien in Pruisen meer toekomst lag
dan in Denemarken.
De oud-Minister Van der Bruggen schreef in
1860 in zijne studien over de verhouding tusschen
de beginselen van gezag en vrijheid op staatsgebied,
//dat hij van oordeel is dat er meer vaderlandsliefde
^leeft in het hart van een daglooner als van zijn
,/baas, omdat in de beurs of geldkist, de deugd
z/der edele zelfopoffering om goed en bloed voor
z/het vaderland veil te hebben, gewoonlijk niet
z/bewaard wordt" en daarom was hij tegen census-
kiesrecht en voor algemeen stemrecht.
Minister Pierson was bij de behandeling der
vermogensbelasting bevreesd, dat de rijke lieden,
indien men hen te diep in den portemonnaie tastte,
het lieve vaderland zouden verlaten, onder het
uitroepen der woorden //er liggen voor ons in
Nederland voetangels en klemmen". Dat die
vrees niet ongegrond was, blijkt hieruit, dat in
Amsterdam en elders de rijke lieden bij honderden
de stad verlaten, zoodra de belastingen worden
verhoogd.
Minister Sprenger van Eijk vertelde onlangs
in de Kamer dat de vermogensbelasting schandelijk
wordt outdoken door de grootvermogenden. Een
arme kerel, zeide hij, die een halve zak zout
smokkelt, ook om een stuk droog brood te ver
dienen, gaat de kast in, terwijl de millionair die
de schatkist voor duizenden besteelt (en al betaalt
hij ook wat hij aan een Staat schuldig is, nog vol
doende overhoudt om royaai te leven) vrij van
straf blijft.
Nauwelijks had de Minister zoo gesproken of
er ging een hoeratje op in de Kamer, dat herhaald
werd in de pers over het geheele land. Ik heb
echter nergens gelezen, dat de Minister de rollen
in het vervolg zal omkeeren, en de arme smokkelaars
vrij zal laten en de rijke lui in de kast zal laten
stoppen. Indien praatjes gaatjes vulden, was zoo
een Minister een Matador. De reden waarom
ieder tegenover den Staat de een minder de ander
meer oneerlijk is, ligt elders, doch voldoende is
het, hier te constateeren, dat vaderlandsliefde vol
strekt niet toeneemt met de beschaving, omdat
vaderlandsliefde zijn grond vindt in het hart en
het hart, wanneer het niet door het verstand wordt
bestuurd, allerlei malligheden uithaalt. Een voor-
beeld van onverstandige vaderlandsliefde. De
Minister en de Gouverneur-Generaal die ons den
Atjeh-oorlog op den hals hebben gehaald, worden
gedurende hun geheele leven, met een pensioen
bedacht ofschoon zij dit geld niet eens noodig hebben
terwijl de arme stakkers, die strijdende voor de
eer van de vlag, zich een vlerk hebben laten
afschieten, later in het lieve vaderland teruggekeerd,
moeten zien dat zij met een draaiorgel aan den
kost komen. Waarom waren zij zoo onnoozel
zult gij vragen Ik zal het u zeggen, zij hebben
zich laten biologeeren met vaderlandsliefde, zoodat
zij onbewust van hetgeen zij deden, voor anderen
de kastanjes uit het vuur zijn gaan halen. Indien
zij hun verstand hadden gebruikt, zouden zij tegen
de rijke lieden gezegd hebben: willen jullie nog
meer verdienen met koffie en peper het is goed
ga zelf dan maar naar Atjeh of Lombok doch wij
doen niet mee, want wat er van komt is toch
voor jullie en voor ons blijft armoede toch altijd
troef. Indien de arme lieden aldus sprakeu zou
de liefhebberij om kolonien te veroveren spoedig
verdwenen zijn. De mensch munt uit boven andere
schepselen door zijn denkvermogen doch wanneer
hij zijn denkvermogen niet meer gebruikt, zinkt
hij beneden het redelooze dier. Vaderlandsliefde
is eene prachtige deugd maar het misbruik hetwelk
er van gemaakt wordt is niet te beschrijven.
A. L. S.
(Slot volgt.)
EER NEUZEN, 20 Maart 1896.
Naar men verneemt is over het algemeen den
stand der wintervruchten te velde, in onze om-
geving bevredigend, en v®ornamelijk komt de rogge
zeer goed voor. Met den aanplant van aardap-
pelen .Jieeft men hier en daar reeds een aanvang
genomen.
De commissie, in Zeeland, belast met het
afnemen van het examen, bedoeld bij art. 60
der wet tot regeling van het lager onderwijs,
heeft bepaald, dat zij zich zal laten bij staan door
de daarbij opgenoeinde heeren deskundigen voor
het vak of de vakken, achter ieders naam vermeld,
en onder welke deskundigen wij uit Zeeuwsch-
Vlaanderen aantreffen de heereu P. Barentzen,
directeur der rijks-norinaallesseu te Oostburg
rekenen B. van Ruijven, directeur der rijks-normaal-
lessen te Axelkennis der natuur.
Aan den rijkiveldwachter P. H. A. van der
Plaat, brigadier te Zaamslag, is tegen 1 April op
verzoek ontslag verleend.
Gisteren, 19 Maart, herdacht Ds. G. D.
Kruijf te Angeren en Loo (Geld.) den dag, waarop
hij, voor 25 jaren het leeraarsambt in de Ned.
Herv. gemeente aldaar, aanvaardde.
Voor dien tijd was hij o. a. werkzaam te Zaamslag
welke gemeente zijne eerste staDdplaats was.
Aan het gebouw van het Prov. Bestuur te
Middelburg werd heden, Vrijdag, aanbesteed
Het uitvoeren van eenige werken tot uitbreiding
van de buitenhaven van het kanaal door Walcheren
te Vlissingen. (Raming f 31,000).
Voor dit werk was het laagst ingeschreven
door de heer W. A. Verbruggen te Waddiuxveen,
voor 32200.
Honderd zes en dertig personen zijn in 1895
van de landmacht hier te lande, in Oost-en West-
Indie en van het korps mariniers gedeserteerd,
zonder dat omtrent hun lot bij de korpsen, waartoe
zij behoorden, op 1 Januari jl. iets stelligs
bekend werd.
Gedurende de laatste weken trekken zeer
vele Friezen naar Amerika. Tweemaal per week
gaan spoorwagens vol zelfs, vanaf Leenwarden
naar Rotterdam. Uit Akkrum c. a. vertrekken
weldra ruim 20, uit Franeker c. a. niet een
minder aantal personen, ja uit een enkele platte-
lands-gemeente emigreeren binnenkort meer dan
50 Friezen om in 't verre Westen lotsverbetering
te zoeken.
Dinsdag werd door de rechtbank te Zierikzee
uitspraak gedaan in eene, reeds ten vorige jare
ook door ons vermelde, ontstane kwestie, tusschen
doctor Q. uit het eiland Tholen en de erfgenamen
van de overledene mej. N. Q. wed. L. W. te
St. Maartensiijk. De erfgenamen werden n. 1. bij
deurwaarders-exploit van 3 Juli 1895 gesommeerd
tot betaling van een duizend twee honderd vijftig
gulden, wegens geneeskundige behandeling en ge-
leverde geneesmiddelen (21 visites en 14 fleschjes
geneesmiddelen). De erfgenamen weigerden aan
die sommatie te voldoen, en alstoen gedagvaard
voor de rechtbank te Zierikzee.
Alsnu werd op 18 Februari de zaak bepleit
door Mr.» Fokker voor den eischer en door Mr.
Van Hoek voor de erfgenamen, en vervolgens
Dinsdag uitspraak gedaan en veroordeelde de
rechtbank de gedaagde erfgenamen tot betaling
aan den eischer van de som van 375. Het
meerder gevorderde werd aan den eischer ontzegd,
met zijne veroordeeling in de proceskosten ten
bedrage van 170.
Een sterke bende Cnbaansche opstandelingen
onder Maceo is begonnen aanvallenderwijze op te
treden. Zij hebben aanslagen onderuomen op de
steden Guara, Batabano en Bejucal, doch werden
teruggeslagen. Waar zij verschijnen, gaan zij voort
met brandstiehten. Een poging om een viaduct
bij Peraza te doen verbranden, moest worden
opgegeven toen een gewapende trein verscheen.
Bij de benden der opstandelingen hebben zich
vele vrouwen aangesloten, die naar het zeggen der
Spanjaarden grooteren moed toonen dan de mannen.
Een noodlottige vergissing heeft te Cano op zeven
mijlen afstand van Havana aan eenige soldaten
het leven gekost. Het garnizoen der stad vuurde
op een afdeeliug Spaansche troepen, in de meeningdat
ze een bende rebellen was. De aanrukkende troepen,
vermoedende dat de stad in handen der opstan
delingen was, gaven eveneens vuur. Twaalf sol
daten werden gedood, een kapitein, vier luitenants
en 27 soldaten werden gewond.
Uit Havana wordt geseind, dat de Cubaan-
sche opstandelingen 14 werklieden te Palmiras
hebben vermoord en daarna de vlucht hebben
genomen, achtervolgd door de militairen.
De opstandelingen hebben tevens getracht zich
meester te inaken van Sagua-Tanamo, doch zij
werden teruggeslagen met een verlies van 22
dooden en 80 gewonden.
Tevens wordt gemeld, dat kolonel Inclan een
beslissende overwinning heeft behaald op de troepen
van Maceo en Bauderas.
D A G E N.
Voorm.
Nam.
Zaterdag 21 Maart.
5.27
5.48
Zondag 22
6.11
6.40
Maandag 23
7.16
8.1
Dinsdag 24
8.58
9.54
Woensdag 25
10.42
11.22
Donderdag 26
11.53
Vrijdag 27
0.19
12.42
TER NEIIZEHiSCHE OOIRAMT
Uit blad verschijnt rdaandag-, Woensdag- en Vrijclagavond, uitgeawnderd op Feestdagen, bij den nitgever 1*. J. VAM BE 8A1BE te Ter Sienzen.