Algemeen Nienws- en Advertentieblad Zeenwseli-Vlaaiidersa voor No. 3278. Donderdag 12 Maart 1896. 36e Jaargang. enl e" I Onder gelieimzinnige bescherming. Binnenland. otl •af I 3 sr, f ilk j| >or ie y in I lS m n ABONNEMENT Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busliouders. ADYERTENTIiEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. E*oliti©li Overzieht Tengevolge der ongeldig verklaring van de genieenteraadsverkiezingen hebben te Meclielen ernstige ongeregeldheden plaats gehad. Telkens kwam bet tusschen de bevolking en de burgerwacht en gendarmerie tot bloedige botsingen. Ongeveer 30 personen zijn in hechtenis genomen. Van het gebonw van den katholieken Werkmanskring" werden alle ruiten verbrijzeld, bet cafe ,/In de proef" is letterlijk leeggeplunderd. Verscheidene personen werden ernstig gewond, eenigen zelfs levensgevaarlijk. Een officieel bericht over het nieuwe ministerie in Italie is er nog niet; men blijft echter de namen van di Rudini en Eicotti vasthouden, en verscheidene buitenlandsche bladen wijden reeds goedkeurende beschouwingen aan het nieuwe kabinet, welks benoeming elk oogenblik wordt verwacht. Ook weten sommigen al te vertellen, dat het nieuwe ministerie zal beginnen met een omvangrijke amnestie, om de politieke opgewondenheid wat te doen bedaren. Over de denkwijze van den Koning hoort men de meest uiteenloopende verzekeringen. Z. M. heeft gelast, dat zijn verjaardag, 14 Maart, niet feestelijk zal worden gevierd, wegens den nationalen rouw. De tijdingen uit Afrika zijn weinig talrijk en weinig opwekkend. Generaal Baldissera meldt, dat de forten niet in staat van verdediging zijnde verkenningsdienst is zeer onvoldoende, zoodat het onmogelijk is, iets te vernemen over de bedoelingen van den vijand. Kassala, dat in April 1894 veroverd werd, zal ontruimd wordenvolgens sommige berichten is het reeds ontruimd. Port Adigrat schijnt nog verdedigd te worden door majoor Presnari. Men heeft er echter gebrek aan levensmiddelen. Generaal Arimendi is gewond te Adoea. Aan de verantwoordelijkheid van generaal Bara- tieri wordt niet getwijfeld. Hij zal voor een krijgsraad terecht moeten staan, overeenkomstig de artikelen 72 en 78 van het militaire strafwet- boek. In deze beide artikelen wordt de doodstraf geeischt tegen den soldaat, die het leger of zijn positie, de voorraden enz. overlaat aan den vijand of voor den vijand een kommando in den steek laat. Het is merkwaardig, de houding der Eransche pers na te gaan bij de bespreking van de nederlaag der Italianen in Afrika. Men houdt van Italie fn Prankrijk, maar niet van de Italiaansche politiek. FEUILLETON. Vrij bewerkt door AMO. 4) Het was halfnegen en volkomen donker. De maan scheen niet, en daar het zwaar mistte, kon ook het licht der sterren niet tot de aarde door- dringen. Henri Gardel sloeg haastig den weg naar den zeekant in en vond aan een uitspringenden lioek van de kade een boot, waarin twee mannen hem zaten te wachten. Het was zijn eigen boot en de mannen waren twee zijner getrouwste ma- trozen. Met een sprong was hij er in en gaf bevel van wal te steken. Terwijl zij uit de haven roeiden, zeide Henri Gardel bun, wat hij voor- nemens was. Zij spraken geen woora om hem van zijn voornemen te doen afzien; zij kenden hun beer te goed, om niet te weten, dat hij de zaak niet ondernam, zonder de noodige voorzorgen te hebben genomen, en dat niets in staat was hem zijn plannen te doen opgeven, als hij eenmaal iets besloten had. „Zoodra ge mij aan boord van het schip gebracht liebt, moet ge wegroeien in een rechte lijn van den boegspriet en in de nabijheid op een plaats gaan liggen, waar ge niet gezien kunt worden, doch in het bereik mijner stem zijt. Hebt ge mij goed begrepen?" De matrozen beloofden zijn bevelen stipt te zullen opvolgen, en een weinig later was het chip bereikt. De boot werd door de schildwacht -ngeroepen en Henri Gardel antwoordde. Zoodra Men beschuldigt Italie zoo graag van snoode ondankbaarheid, omdat het, door Prankrijk bevrijd en geholpen, zich tegen Prankrijk verbond met Duitschland en Oostenrijk. De eerste indruk was dan ook die van Schadenfreude. Doch dadelijk werd die verdrongen door het gevoel van mede- lijden en de hoop, door een vriendschappelijke deelneming Italie te overtuigen van de oprechte vriendschap van Prankrijk. Daardoor werd reeds spoedig een geheel andere toon aangeslagende spottende opmerkingen maakten plaats voor lof- redenen op de dapperheid en den moed der Itali aansche soldaten. En in sommige kringen werd het zelfs betreurd dat de regeering niet officieel uitdrukking had gegeven aan de deelneming van Prankrijk. Doch het kabinet-Crispi krijgt de voile laag in de Pransche pers. Zelfs de zeer gematigde bladen veroordeelen het optreden van den Minister-president op scherpen toon. Dit alles wijst er duidelijk op, dat alleen de aansluiting van Italie bij het Drievoudig Verbond in Prankrijk kwaad bloed heeft gezet. Den Minister die dit bewerkt heeft, beschimpt men nog na zijn val, en men tracht iedere gelegenheid aan te grijpen om de banden losser te inaken die Italie vereenigen met Duitschland en Oostenrijk. In Spaansche politieke kringen en in de dag- bladen wordt nog steeds heftige verontwaardiging betoond over het votum van 't Congres der Y ereenigde Staten, dat de Cubaansche insurgentie als oorlogvoerende partij wil erkennen. En de menigte uit die verontwaardiging op andere wijzen. Eergisteren werden weer manifesta tion gehouden te Bilbao. Nabij het Amerikaansche consulaat kwam het tot een botsing met de politie, waarbij negen gendarmen en twintig manifestanten werden gewond. Te Valentia werd Zondag in de arena een protestmeeting gehouden, die aanleiding gaf tot groote wanordelijkheden, waarbij zelfs op de politie werd geschoten. Op andere plaatsen bleef het rustig. Een officieel telegram meldtDe nieuwe ver- sterkingen zijn te Havanna met groote geestdrift ontvangen. Patriotische telegrammen zijn bij deze gelegenheid gewisseld tusschen generaal Weyler en den Minister-President Canovas. De opstandelingen zijn na de laatste ontmoetingen zeer gedemoraliseerd en trachten naar het Oosten te vluchten. de boot naast het schip lag, sprong Gardel op de valreeptrap en ging aan boord. ,/Wie daar vroeg de schildwacht die heen en weer liep. //Goed volk antwoordde Gardel. //Het wachtwoord //Wellington I" //In orde," sprak de schildwacht en Gardel ging naar de andere zijde van het schip. Een korporaal van de wacht kwam hem tegen, maar liet hem zonder eenig onderzoek voorbij- z/Zijt gij het, Haptree vroeg de dek-officier, die, tegen den bazaansmast leunende, een pijp stond te rooken. z/Ja, mijnheer," antwoordde Gardel met een militairen groet, maar het gelaat zoo wendende, dat het niet beschenen werd door het licht der dicht voor hem hangende lantarens. De officier vroeg niet verder en onze waaghals liep regelrecht naar de groote trap van het voor- ruim. Toen hij tusschendeks kwam, waren dey hangmatten reeds opgehangen en het grootste deel der bemanning was in diepe rust. De koebrug noemt men aan boord van oorlogs- schepen de plaats, waar de gevangenen en gestraften worden opgesloten. Deze koebrug was op dit schip aan stuurboordzijde tusschendeks, tusschen drie zware stukken geschut. In de ruimte tusschen de beide eerste kanonuen bevond zich Eduard Dumat. Hij was inderdaad iemand, zoo- als een werfofficier of een //presgang" ze niet beter verlangeu kon. Hij was twee en twintig jaaroud, lang en slank, met een vrij, open gelaat en zeld- zaarn schoone trekken. Zijn oogen waren groot, In de zitting der Tweede Kamer van gisteren werd behandeld het voorstel tot instelling van een militairen-pensioenraad voor advies omtrent pensioentoekenning bij de zeemacht, de landmacht, de marine-reserve, bij de inrichtingen van 's Eijks zee- en landmacht en bij het loodspersoneel. De heer Seret stelde voor het lidmaatschap van den pensioenraad behalve voor de opper-, vlag- en hoofdofficieren, ook open te stellen voor de officieren der land- en zeemacht, met rang van kapitein. De heer De Eas gaf in overweging slechts gepensionneerden voor de betrekking in aanmerking te brengen. Beide denkbeelden ondersteunde de heer Van Vlijmen. De Minister van oorlog ontried beide denkbeelden, ofschoon hij tegen dat van den heer De Eas geen overwegende bezwaren had. Hierop nam de heer Seret de uitsluiting van actief dienende officieren in zijn amendement over dat, aldus gewijzigd, werd goedgekeurd met 54 tegen 6 stemmen, waarna het geheele ontwerp werd aangenomen. ervolgens was aan de orde het ontwerp tot uitvoering der grondwet en berustende op het beginsel om de schade, door het voorbereiden en stellen van militaire inundaties veroorzaakt, volledig te vergoeden. Het bezwaar van den heer Van Karnebeek, die elk geval van schadeloostelliug bij speciale wet wilde regelen, werd niet beaamd door den heer Baster en den Minister Van Houten. Maar de heer A. Mackay had bedenkiug tegen opdracht van de beslissing der geschillen over de schade- vergoeding aan den rechter als zijns inziens te kostbaar en gaf de voorkeur aan commissien tot begrooting der schade. Hit 's Ministers antwoord bleek, dat het vragen van voorlichting aan deskundige commissies niet is buitengesloten. De Kamer nam het ontwerp aan met 52 tegen 4 stemmen. Hierna werd behandeld het wetsvoorstel-Gerritsen om voor de leden der provinciale staten en gemeenteraden facultatief te stellen den eed of de belofte, zonder te letten op de godsdienstige gezindheid. Dit voorstel werd behandeld tegelijk met het bekende adres-Prowein, dat aanleiding gaf tot het doen van dit voorstel. De heer Gerritsen begreep niet, waarom de commissie voor onderzoek voor inlichtingen op het adres Frowein niet zelf het initiatief had genomen en allerminst waarom de Minister teruggedeinsd was, dat eenvoudige voorstel te doenwat niet bedoelt den eed af te schaffen, wat onmogelijk is zonder grondwetsherziening maar uitsluitend om tegemoet te komen aan gebleken moeilijkheden in de practijk. De heer Roessingh meent, dat het ontwerp niet op zich zelve kan beschouwd worden en bespreekt daarna de geheele eedskwestie, waarbij hij ten sterkste den tegenwoordigen eedsdwang afkeurl in het Staatsbelang en voor het zedelijk leven des volks. Het voorstelGerritsen brengt feitelijk de eedskwestie geen stap verder, maar het neemt administratieve moeilijkheden weg. De heer Kuijper is tegen het ontwerp, uitslui tend omdat zijns inziens facultatief-stelling van den eed gelijk staat met afschaffing en dit niet door de Kamer kan geschieden, maar door de overheid zelve, die moet weten, of ze met facul- tatieven eed kan regeeren. Het voorstelGerritsen, tot facultatiefstelling van den eed voor de provinciale staten en de gemeenteraden werd aangenomen met 44 tegen 27 stemmen. Aan den heer Gerritsen is de verdedi ging in de Eerste Kamer opgedragen. - De Staatscourant van gisteren bevat volgend bericht z/Blijkens een heden (Maandag) van den gouver- neur-generaal van Nederl.-Indie bij het Depar- tement van Kolonien ontvangen telegram is den 7™ dezer een patrouille van 3 officieren en 70 minderen militaire uit onze versterking Anagaloeng, op haren terugweg derwaarts door een talrijke bende Atjehers aangevallen. De linie-commandant, drie officieren en veertig minderen van de nabijgelegen posten Senelop, Lamsoet en Lambarih kwamen ter versterking. Bij dit gevecht sneuvelden onzerzijus 8 Euro- peesche militairen beneden den rang van officier, een Europeesch en twee inlandsche mindere mili tairen zwaar, en 4 officieren en 21 minderen licht werden gewond. oorts wordt een inlandsch fuselier vermist, aan de zijde der aanvallers sneuvelde 6 panglima's, terwijl 37 man sneuvelden of zwaar gewond werden. De namen der gesneuvelde en gewonde mili tairen zijn gesneuveld sergeant A. van Ooster, korporaal H. G. Willems en fuseliers M. J. Monden, G. zwart als git en zeer levendig. Zijn haar was ravenzwart en omlijstte in dikke lokken een breed, hoog voorhoofd. Zijn gestalte verried groote spier- krachtals men hem zag, kon men niet verwon- derd zijn, dat zes mannen moeite hadden gehad om hem levend gevangen te nemen. Hij was nu gekleed als Engelsch matroos, want dadelijk toen hij aan boord gebracht was, had men hem die uniform laten aantrekken. Behalve de jonge Dumat waren er nog wel een dozijn jongelingen op de koebrug; de meesten waren wegens dronkenschap gestraft en lagen in de hangmatten of op den grond te slapen. De schild wacht liep met getrokken sabel heen en weer en uit den blik, dien hij op den jongen Dumat richtte, bleek duidelijk, dat hij ten opzichte van dezen bijzondere orders had gekregen. z/Wel, kameraad, zei de soldaat, terwijl hij bleef staan en zich tot Dumat wendde, //hoe is het er mee Moet je ook niet in je hangmat Eduard keek hem aan, doch antwoordde niet. Hij stond met de armen over de borst gekruist tegen een kanon te leunen en op zijn gelaat was diepe smart te lezen. Hij was als deserteur ge vangen genomen en een schandelijke slavernij zou voortaan zijn lot zijn. Toen de schildwacht het woord tot hem richtte dacht hij juist aan het kleine, lieve huisje, waarin hij zoo gelukkig was ge- weest en aan zijn ouden vader, dien hij achterge- laten had. z/Ga slapen," vervolgde de soldaat eenigszins spijtig. //Het verveelt me, zoo het oog op je te moeten houdenhet is beter voor je, dat je gaat rusten, want als we morgen het anker lichten, moet je dadelijk aan het werk." //Ik zal wel gaan liggen," antwoordde Eduard. //W'ees overigens niet bezorgd voor mij; maak het je niet moeielijk." z/Ja, ik begrijp het wel je werd liever wat minder in het oog gehouden," zei de schildwacht weer. /Waarom kijk je zoo gedurig naar het groote luik z/Als ik naar dat luik kijk, doe ik het, omdat ik verdiept ben in gedachten, waarmee jij niets te rnaken hebt ,/Kom, laat den armen jongen met rust," klonk een diepe stem van de achterste kannonnen der koebrug. //Met die ijzers aan zijn voeten zal hij niet ver komen, als hij soms plan mocht hebben om te vluchten." z/Ha, zijt gij het, Haptree?" vroeg de schildwacht, toen hij in het schemerlicht aan de andere zijde der kanonnen het gelaat van Haptree meende te herkennen, te meer daar de stem als van dien onderofficier klonk. z/Ja, ik ben het; ik kom juist van den wal met een mand sinaasappelen voor de officieren," ant woordde dezelfde diepe stem. //Sinaasappelen Zeg, geef mij er een van." Dadelijk werd hem over de kanonnen een si- naasappel toegereiktbegeerig nam de soldaat de vrucht aan en fluisterde zijn dank. Haastig keek hij rond, om te zien, of er geen officier in de nabijheid was, schilde toen de vrucht en had die in een oogenblik opgepeuzeld. z/Geef me er nog een," fluisterde liij, zich weder over het kanon buigend. Maar de gever was reeds verdwenen. De schildwacht had ook, zooals spoedig bleek, aan dien eenen sinaasappel genoeg. (Wordt vervolgd.) t lis' VEIZEVSIHE (OIIIUT IK, ne idt Id, ar le S; ^^^^^l^^^cI«^iit^^B)^Midag-^VI^ensdaLg^^in^^^dlaiga^Bn^^jiitffezonideriil^ii^^eestdag-eii, bij den uitgever P. J. VAX OK SAXUK te Ter Weuzen

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1