Algemeen Nieuws- en Advertentiebiad voor Zeenwseh- Viaanderea 3275. Onder geheimzinnige bescherming. Donderdag 5 Maart 1896. 36e Jaargang, Binnenfand ABONNEMENT Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Eranco per postYoor Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekliandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushonders. ADVERTENTIEN: Aan 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. (Poiiiieli Overzicht. De studenten te Barcelona hebben eergister vijandige betoogingen tegen de Amerikanen gehou- den de politie maakte charges. In de andere steden, ook te Madrid, bleef het rustig. De Amerikaansche gezant seinde aan zijne re- geering, dat Spanje volkomen voldoening heeft aangeboden voor het gebeurde te Barcelonaen te Washington is men zoo verstandig, te erkennen, dat de Spaansche regeering voor die dingen niet aansprakelijk kan worden gesteld. Het Huis van afgevaardigden te Washington begon eergister het debat over het voorstel van den Senaat omtrent Cuba, dat gewijzigd werd aan- genomen, met 263 tegen 10 stem men. De resolutie van de Kamer bevat eene herhaling van de uitspraak van den Senaat, maar er is nog een zinsnede aan toegevoegd, waarin wordt ver- klaard dat, met het oog op de nauwe betrekkingen I en den uitgebreiden handel tusscheu Cuba en de Vereenigde Staten en op de verliezen, door Ame rikanen geleden, de regeering er op voorbereid dient te zijn om de belangen van de Amerikanen te beschermen, door tusschen beide te komen, in- dien zulks noodig is. Tevens werd besloten, de marine met duizend 1 man te vermeerderen, zoo noodig de zeemilitie op s te roepen en transportschepen te huren. De lieer Gorman diende een voorstel in, om den Minister van marine te verzoeken, een com- missie te benoemen, welke zal hebben te onder- zoeken, of op het eilandje Navassa, ten Zuid-Oosten van Cuba, een kolenstation kan worden gevestigd. 'tis de vraag, wat de Regeering, die sterk tegen het Senaatsvoorstel heette, nu zal doen. De //Imparcial" te Madrid maakt een telegram uit New-York openbaar, waarin wordt gezegd, dat de Cubaansche opstandelingen de uitgifte voor- bereiden van een'e leening, groot 130 millioen dollars, terwijl aan dit bericht nog de verzekering wordt toegevoegd, dat een deel der stukkeu is aangeboden aan de Amerikaansche senatoren en afgevaardigden, om daardoor de erkenning der j Cubaansche opstandelingen als oorlogvoerende partij te verkrijgen. President Faure maakt een reis door het Zuiden. Zijn eerste verblijf was te Lyon, de stad die den moord op President Carnot in 1894 aanschouwde. En de eerste woordeu, door den President ge- sproken, bevatten een huldebetuiging aan zijn grooten, onvergetelijken voorganger. FEUILLKTON. 1) Ilet was in het jaar 1824. Frankrijk mocht zich verheugen in lang gewenschten vrede onder de regeering van Koning Lodewijk XVIII, die weer op den troon zijner vaderen zat, nadat Napoleon, de overweldiger, was verdreven. In weerwil van dien vrede, waaraan het land na de langdurige oorlogen zoo groote behoefte had, heerschte echter bij de bevolking niet algemeen de tevredenheid, die haar door de aanhangers van de Bourbons bij de herstelling van het Koningschap was voorge- spiegeld. De Koning zelf wilde het geluk zijner onderdanen wel bevorderen doch hij was te zwak om verschillende ernstige verkeerdheden tegen te gaan. De hoogste waardigheidsbekleeders in staat en kerk vervolgden met ijver alles wat naar volks- vrijheid zweemde. De vrijheid der drukpers werd zooveel mogelijk aan banden gelegd. Ook ver volgden de wraakzuchtige Koningsgezinde edelen zooveel mogelijk alle burgers, die in hun hart nog den grooten Keizer Napoleon vereerden. Vele edelen, die vrijwillig of gedwongen den eersten Keizer in de raadszaal of op het slagveld ter zijde hadden gestaan, werden vervolgd en voor den rechter gedaagd. Zij mochten van geluk spreken, als zij door de genade van den nieuwen heerscher uit het huis der Bourbons met verbanning vrijkwamen. Zoo genoot dan Frankrijk oogenschijnlijk vrede Toen zinspeelde de. President op het geschil tusschen de regeering en den Senaat, en hij zeide daarbij steeds de bewaker der constitutie te will en zijn. Het ^/Journal des Debats" merkt op, dat de Fransche Ministers niet toonen zich om die con stitutie veel te bekommeren. De overeenkomst met de Koningin van Madagascar, die thans eerst bekend geworden is, had volgens de grondwet van 1875 reeds langer dan een maand geleden aan de goedkeuring der Kamer moeten onderworpen zijn. Want die overeenkomst is feitelijk een traktaat, in den zin van artikel 8 der constitutie, beweert het //Journal des Debats"en bovendien heeft zij betrekking op uitbreiding van grondgebied. Deze kan niet plaats hebben dan krachtens de wet. Anderen voeren liier tegen aan, dat Madagascar reeds langen tijd geleden onder het protectoraat van Frankrijk is gevoegd, en dat de annexatie niet anders dan een consequentie der bescherming en van den wettelijk goedgekeurden veldtocht is. Maar het //Journal des Debats" wil, in zijn ijver om het ministerie te doen vallen, geen verzachtende omstandigheden aannemen. Het Kabinet heeft de grondwet geschondenhet moet daarvoor ter ver- antwoording worden geroepen. Generaal Baratieri heeft een groote onvoorzichtig- heid begaan. Na weken lang tegenover de Abes- syniers gelegen te hebben, zonder dat van een der beide zijden tot den aanval werd besloten, heeft de Italiaansche bevelhebber Zaterdag het kamp der Abessyniers aangevallen. En na een strijd, die krachtig en langdurig geweest is, moesten de Italianen het veld ruiinenmoesten zij voor den vijand terugtrekken. Deze nederlaag zal in Italie aanleiding geven tot nog grooter ontevredenheid dan reeds over den veldtocht in Afrika wordt gevoeld. Eergisteren is het Parleinent bijeengekomen. Crispi had gerekend op een interpellateen zijn geheele stelsel van verdediging lag voor hem klaar. Hij kon wijzen op de herhaalde uitzending van ver- sterkingeu; op de benoeming van genaal Baldissera; en op de moeilijkheid van den veldtocht, tegenover de tarijke Abessynische troepen. Thans heeft Baratieri de positie van het kabinet hoogst moeilijk gemaakt. De interpellate krijgt nieuwe kracht, nu men naast Amba-Aladschi en Makallen ook op Abacariina kan wijzen. De nederlaag in Afrika kan een doodelijk wapen worden voor het Italiaansche kabinet. maar in het geheim zuchtten vele familien onder den druk van het herstelde Koningschap. Kommer en gebrek heerschten in menig huis, waar men ten tijde van het Keizerrijk in overvloed had ge- leefd. Honderden officieren en staatsbeambten, die den Keizer hadden gediend, aten nu in den vreemde het brood der ellende. Dit alles was het werk van de Koningsgezinde edelen en ambte- naren, die meendeu hun meester op deze wijze het best te dienen. De gebeurtenissen derjaren 1830, 1848 en 1852 hebben echter later het bewijs geleverd van het verkeerde hunner handelwijze. Wenden wij nu den blik naar Frankrijks noorde- lijke kust, waar onze geschiedenis speelt. Het is een schoone lentemorgen. Dagen ach- tereen had het hevig gestormd in het kanaal, den zeeboezem tusschen Frankrijk en Engeland. Maar de elementen waren nu tot kalmte gekomen en de zon scheen weder helder en vroolijk. Links van den ingang der haven van Saint-Malo lag een groot Engelsch oorlogsschip op ongeveer een kanonschot afstands van het strand. Het had reeds verscheidene dagen op de Fransche kust gekruist en was daar den vorigen dag 's morgens ten anker gegaan. Het was een mooi fregat van vier en zeventig stukken, flink uitgerust en geheel slagvaardig. Thans evenwel lag het rustig voor ankerde zeilen waren alle uitgespreid om in de zon te drogeneen deel der bemanning was be- nedendeks bezig met het poetsen der wapens, terwijl een ander deel het bovendek spoelde en verder het schip schoonmaakte. Zeker had het mooie fregat den vorigen dag en ook dezen morgen het oog getrokken van me- nigeen, die langs het strand naar de stad wau- delde doch niemaud had er meer aandaclit aan De toespraken in Venetie Brescia, Milaan, Palermo en andere plaatseu tegen de Afrikaansche politiek der regeering gehouden, toonen genoeg welk een stemming in vele Italiaansche kringen heerscht. In de zitting der Tweede Kamer van gisteren werden de beraadslagingen over de personeele be- lasting voortgezet. De beraadslagiug werd voortgezet over het amendement-Vermeulen-Kolkman thans aldus ge wijzigd, dat de wet op het personeel eerst op een later te bepalen dag in werking zal treden. De heer De Beaufort (Wijk) bestreed ook het gewijzigd amendement, zijns inziens volstrekt geen bewijs van toenadering en een beletsel voor de Kamer om bij de regeling der gemeente-financien de kohieren van het nieuwe personeel te kennen. De moeielijkheden voor enkele gemeenten recht- vaardigen geen overgangsbepaling, bovendien on- noodig nu de Minister met een tijdelijken inaat- regel wil helpen. Tevens wees hij op den aan- drang ten plattelande op invoering van het ge wijzigd personeel. Men neme de wet aan of niet, maar werpe geen excepten op in strijd met's lands belang. De heer Lohman stelde in het licht hoe het amendement welkom moet zijn aan de tegenstauders der wet, die, om politieke redenen, bij verkiezingen de verwerping misschien uitspelen als middel om de kiezers in te nemen tegen een Kamer, die geen lastenverlichting wil. Hij begreep echter niet hoe twee katholieke leden een amendement tegen de wet konden voorstellen. De heer Pyttersen was tegen het- amendement, dat wel een dwangmiddel is tegen deze en elke regeering in zake de gemeente-financien, doch de regeering niet bindt en haar volkomen vrij laat tijdelijke maatregelen te nemen. Hij wil de ver- lichting van druk niet langer verdagen en wees vooral op de politieke gevolgen van aanneming o. a. op de belemmering voor een spoedige uit- voering van het werkplan der regeering, gegrond op de kiezersuitpraak van 1894. Men stelle het algemeen boven het partij belang. De heer Pijnappel achtte het niet noodig de uitkomsten der nieuwe personeele belasfing te kennen om aan de gemeenten meer belasting- vrijheid te geven of om de forensen te treffen. Hij zou alleen voor uitstel der invoering zijn teD kunnen wijden, dan de oude man, die in een bocht van den rotsigen oever in zijn bootje zat en reeds langer dan een uur onafgewend den blik op het schip had gericht. Hij was een krachtig man van ineengedrongen lichaamsbouwhij kon ongeveer zestig jaar oud zijn. Aan zijn kleeding herkende men in hem den visscher. Zijn gelaat, dat goedhartigheid, maar ook wilskracht verried, vertoonde op dit oogenblik een uitdrukking van groote droefenis. Die man was Jean Dumat, mijlen in den omtrek bekend als de braafste en vlijtigste onder zijn makkers. Op de vooruit- springende landtong aan den mond van het riviertje de Ille, niet ver van de plaats waar hij zat, stond de eenvoudige hut, die hem tot woning diende. Het was wel een eenvoudig huisje, maar het had een zindelijk aanzien en de tuin er omheen getuigde van meer kunstsmaak, dan in de omge- ving van naburige groote buitenverblijven viel op te merken. Jean Dumat zat in zijn bootje en zijn blik was onafgewend op het groote oorlogsschip gericht. Het scheen, of hij pss, kort geleden geschreid had, want nog lagen er een paar heldere tranen in de rimpels van zijn door de zon gebruinde wangen. Een diepe zucht ontsnapte aan de borst van den ouden visscher. In zijn gedachten was hij zoo geheel verdiept, dat hij de naderende voetstappen niet hoorde en de aanwezigheid van een ander persoon slechts bemerkte, toen deze de hand op zijn schouder legde. Verschrikt sprong hij opdaar stond een onbekeud man met een zonderling uiterlijk voor hem. De vreemdeling was van middelbare lengte, veel slanker eu magerder dan de visscher, en had een einde den tegen woordigen grondslag voor het kiesrecht niet te missen zoolang geen nieuwe kies- rechtregeling bestaat. De heer Borgesius betwistte, dat met invoering dezer wet het algemeen belang bevorderd wordt, tevens betoogende dat bij dadelijke invoering van het personeel de Kamer niet vrij is ten aanzien van het kiesrecht en de gemeente-financien. Hij althans laat de basis van het kiesrecht niet los zonder nieuwe kiesrechtregeling. Tegenover de beweerde ontlasting van velen, stelde hij het voor 't eerst belasten van duizenden en de geringe lastenverlichting voor den middenstand. Evenmin verwachtte hij storing in het werkplan der Regeering ook wegens 's Ministers financieele berekeningen stemt hij voor het amendement en de meesten zijner geestverwanten. De heer Staalman weigerde de wet af te maken met een kunstmiddeltje als het amendement, ovcr- tuigd ook als hij is dat de gemeente-financien niet geschaad zullen worden. Hij deinst terug voor de politieke gevolgen van niet-invoering der wet, die goede verwachtingen bij het volk heeft opgewekt, dat nu moet worden teleurgesteld met opwekking tevens van wantrouwen in de volksver- tegenwoordiging. De Minister van financien, andermaal sprekende, dankte voor den heden ontvangen steun, en bleef het invoeren van een tijdelijken maatregel tot hulp der gemeenten verdedigende. De forensen- quaestie is niet zoo spoedeischend als de gemeente- financien, die door invoering der personeele be- lasting wordt bespoedigd en waartoe het noodige geld beschikbaar is na de stijging der invoerrechten en de geslaagde conversie. De Minister van Binnenlandsche zaken kwam tnsschenbeiden om te herhalen, dat een overgangs- toestand in zake het kiesrecht gemakkelijk te maken is, doch de heer Drucker hield vol, dat met dit personeel de grondslag voor het bestaande kiesrecht verdwijnt. De voorsteller Vermeulen verwerpt elke gedachte van hoogere politiek aan het amendement. De Minister Yan Houten herhaalde, dat als de kieswet mocht schipbreuk lijden, deze Regeering de gegevens moet bizitten om een noodwet te maken, in verband met het nieuwe personeel en die gegevens bezit hij. Het amendementYermeulen-Kolkman (om het personeel in werking te doen treden op een door de wet nader te bepalen dag is aangenomen met 49 tegen 47 stemmen. gebiedende houding. Zijn oogen waren donker en doordringend, zijn zwart haar hing hem in krullen om het hoofd en een fraaie knevel sierde zijn bovenlip. Zijn kleeding bestond uit een korten wapenrok van donkerblauw laken, met gouden galon afgezet, en een zwarte fluweelen broek, eveneens met gouden galon afgezethet onder- einde van deze broek verdween in de ruiine schaften der laarzen, die tot boven de knie reikten. Hij droeg een donkerblauwe fluweelen muts met gouden kwast, waar zijn wapenrok niet was dichtgeknoopt, kon men een fijn linnen hemd opmerken, benevens de met zilver beslagen kolf van een pistool. z/Ge zijt Jean Dumat, als ik me niet vergis," zei de vreemde, nadat hij den visscher tijd had gelaten om hem goed in het oog te vatten. z/Ja, mijnheer," antwoordde Jean beleefd blijk- baar had hij met een voornaam heer te doen. //Dal dacht ik wel. Ik ben aan uw huis ge weest, maar vond u daar niet; daarom liep ik hierheen, in de hoop u te vinden. Ik heb hulp noodig, nu niet, maar toch heel spoedig. Is uw boot goed in orde Ja, mijnheer." z/Dat treft goed. In een der eerstvolgende nachten moet er een lading van den anderen oever naar liier worden overgebracht. Zoudt ge mij daarbij willen helpen z/Dat hangt er van af, wat het is," antwoordde de visscher aarzelend. z/Daarover behoeft ge niet ongerust te zijn," sprak de vreemdeling lachend. //Ge kunt er geen gevaar bij loopen. Ge hebt een zoon, niet waar?" De oude man ontsteldezijn oogen werden vochtig. (Wordt vervolgd.) \E1ZE\S( HE (OIKAVT Wit bind verscliijnt jdaandag-, WtieiiHilni;- en Vrijilasavond, uitgezunderd op Feestdaeeu, bij den uitgever P. J. VAH UP SAl'DE te Ter A'enzen. Vrij bewerkt door AMO.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1