Telegrafische berichten.
(iemengde berichten.
TER NEUZEN, 20 Januari 1896.
De voorgenoinen Tombola van de Philanthropie
et Agrement heeft reeds ondervonden, dat de leden
der vereeniging haar pogen voor de armen op prijs
stellen. Toch, juist omdat het voor de armen is,
en een groot getal loten een groote bijdrage kan
verzekeren, kunnen wij melden dat nog meer ge-
schenken en geschenkjes gaarne zullen worden
aanvaard. Daar de soiree op Donderdag 23 Januari
a. s. is vastgesteld, worden zij, die wat missen
kunnen of willen voor de armen, vriendelijk uit-
genoodigd wat van het hunne te zenden aan een
der leden van het bestuur of op de zaal van het
Nederlandsch logement voor Woensdag a. s.
Bij Kon. besluit is herbenoemd voor een tijdvak
van 8 jaren, als burgemeester der gemeente Basse-
velde, de heer Auguste van de Wattijne, notaris
aldaar.
Ossenisse. De loop der bevolking dezer ge
meente was over het afgeloopen jaar als volgt
Geboren 15 m. en 13 vr., totaal 28.
Overleden 7 m. en 6 vr., totaal 13.
Leveuloos aangegeven 1 m.
Er vestigden zich in de gemeente 30 m. en
26 vr., totaal 56, terwijl naar elders vertrokken
33 m. en 21 vr., totaal 54..
Er werden 4. huwelijken gesloten alien tusscheu
jongmans en jongedochters.
415
420
420 835
432 852
Bevolking op 31 Dec. 1894
31 Dec. 1895
alzoo vermeerderd 5 m. en 12 vr., totaal 17.
Zuidzande. Door den heer C. J. H. Yerwijs,
candidaat te Middelburg, is bedankt voor het be-
roep naar de Ned. Herv. gemeente alhier.
Van het aantal beroepen, ook uit vele vacante
gemeenten in deze provincie, heeft de heer Verwijs
alsnu het beroep te Burgh (Schouwen) aangenomen.
'sGraveuhage, 20 Jan. Het totaal waarvoor
bij de conversie der 31/2% Ned. Staatsschuld af-
lossing is gevraagd bedraagt slechts ongeveer 3
millioen en 6 ton, zoodat de conversie geheel
geslaagd is. De nieuwe wet op de suikeraccijns
zal heden of morgen bij de Tweede Kamer inkomen.
Alleen is een wijziging in den grondslag der
haardsteden van het aanhangig ontwerp op het
personeel waarschijnlijk. De Tweede Kamer komt
vermoedelijk op 18 Eebruari terug.
20 gulden voor een muntje van 10 gulden!
Door een rechercheur te Amsterdam is naar het
politieburau gebracht een 18jarige handelsbediende,
die aan het agentschap van het ministerie van
financien in de De Dwars-Spinhuissteeg aldaar een
gedeelte van een muntbiljet van 10 ter inwisse-
ling aanbood, terwijl dit eenigen tijd geleden
reeds had plaats gehad met de andere helft van
dat biljet door een ander persoon.
Met zekerheid kunnen wij mededeelen dat
een ingezetenen uit Poortugaal, die bij den heer
Lagerwey te Delft per postwissel 12 loten kocht
in de Amsterdamsche Tentoonstellingloterij, de
gelukkige winner is van den 2en prijs, den collier
met paarlen.
Naar het Nieuws meldt, is de gouden zuil
gevallen op een lot, toebehoorende voor een deel
aan het syndikaat voor de uitgifte der loterij, voor
een ander deel aan de vereeniging Hotel wezen-
Tentoonstelling.
Genoeind blad weet tevens mede te deelen,
geluk van een eigen thuis verlang ik zoozeer, als
naar een paradijs, welks poort tot heden voor mij
gesloten bleef. Zoo gaarne zou ik in de wereld
een plaatsje bezitten, dat ik in waarheid mijn tehuis
kon noemen. Niet waar, Carlotta, dien weusch
zult ge kunnen begrijpen, misschien zelfs deelen
Maar zijt ge wel overtuigd dat het leveu met mij
u gelukkig zal maken dat ge het groote ver-
trouwen, dat eene vrouw in een man moet stellen,
aan mij zult kunnen schenken De eerste voor-
waarde voor het gelukkig tehuis, waarvan ik
droom, zou immers liefde zijn Die zouden wij
voor elkander moeten gevoelen, Carlotta."
Het waren eenvoudige woorden, zonder ophef,
zonder sentiementaliteit, maar zij klonken zoo
warm, zoo geheel uit het hart en hij zag haar
in het gelaat met zooveel teederheid, dat zij
onwillekeurig antwoordde „0, er is noch nooit
iemand zoo goed tegen mij geweest, als gij
//En nog nooit heeft iemand u zoo lief gehad
als ik Dat gevoelt ge Dat moet ge gevoelen.
Niet waar Carlotta
Zij knikte en sloot hare oogen toen hij zijn
gelaat dicht bij het hare bracht en haar op den
mond kuste.
En nu spraken zij niet meer over de kinder-
jaren, ook niet over de toekomst. Zij waren
geheel stom gewordeD. Alleen hunne lippen had-
den elkander veel te zeggen, in die overoude en
toch altijd jonge taal der liefde, die niemand nog
geheel ontraadseld heeft.
Een milde voorjaarsregen druppelde op hen
neer en maakte Carlotta's donker haar vochtig.
Zij voelde de zachte druppels niet. Voor haar
scheen de zon
De gravin moest lachen, toen zij zag hoe nat
dat niettegenstaande dit onverwachte voordeel de
opbrengst der loterij de uitgaven, welke daarvoor
benoodigd geweest zijn, niet dekt.
Men schrijft uit Almelo
Vele bladen hebben het bericht opgenomen als
zoude de heer P. alhier de gouden zuil getrokken
hebben. Dit praatje is door de volgende grap
ontstaan. De heer P., die wist dat de zuil op
N°. 905.336 gevallen was, kwam te Hengelo in
een cafe, waar men hem vroeg of hij ook zoo
gelukkig was geweest. Hij antwoordde hierop,
dat hij niet wist, dat de trekking had plaats gehad,
en het nummer dus niet had nagezien. ,/Ik heb",
zoo vertelde hij heel ernstig ,/N°. 905.336." Toen
de cafehouder hem daarop feliciteerde en hem
een blad liet zien, waarin de trekking was bekend
gemaakt, stormde hij met van vreugde stralend
gelaat uit het cafe, als ware hij werkelijk de
gelukkige winner. De cafehouder vertelde daarop
overal, dat de heer P. de zuil getrokken had.
De grap is dus wel gelukt
Den dame te Scheveningen deelt mede, dat
zij dezer dagen door haar hond van een groot
gevaar werd gered. Nadat zij omstreeks 10 uur
te bed was gegaan, werd zij tegen 11 uur door
den hond gewekt, die door hijgen, blazon en
krabben haar wakker maakte. Opstaande bemerkte
zij, dat in de keuken, waar de hond 's nachts
verblijf hield, een begin van brand was ontstaan.
Gelukkig was de keukendeur opengelaten, zoodat
het trouwe dier zijne meesteres kon waarschuwen,
die nu het gevaar in den aanvang wist te stuiten.
In een koffiehuis aan de Maaskade te Rotter-
dam werd eergisteravond door de politie een per
soon aangehouden, die van de Schiekade af een
lOjarig meisje, medegenomen had, met het kenne-
lijk doel om haar naar Amsterdam te ontvoeren. De
man is nl. de oom van het meisje, dat bij haren
vader, een spoorwegbeambte die gescheiden van
zijne vrouw leeft, in de Schiestraat woont en door
dien oom, daarvoor uit Amsterdam overgekomen,
op de Schiekade opgewacht was. De moeder
woont eveneens te Amsterdam.
Vrijdagmiddag omstreeks half vier kwam te
Katwijk een driemaster in het gezicht, welke
langzaam de kust naderde en blijkbaar in ont-
redderden toestand verkeerde. Een uur later
bemerkte men bij het schip een kleine stoomboot,
welke men kort daarop in zuidelijke richting zag
vertrekken. Intusschen had men de reddingboot
op het strand gereed gezet en seinde men met
een flambouw. Deze seinen werden echter niet
beantwoord en het schip dreef in noordelijke richting
af. Stranding scheen onvermijdelijk en daarom
vertrok de reddingboot met de bemanning langs
het strand naar Noordwijk.
Bij het verzenden van dit bericht was nog niets
naders bekend. Eukelen vermoeden, dat het schip
zinkende was en dat de bemanning op boven-
genoemde stoomboot is overgegaan.
Eenige huizen in de Wijttenbackstraat te
Amsterdam begonnen reeds voor eenigen tijd
duidelijk teekenen van verzakking te vertoonen.
Bij oriderzoek bleek, dat door onvoldoende
iudijking was het grondwater weggevloeid de
perceelen op den duur ernstig gevaar zouden loopen,
zoo niet spoedig afdoende verbetering werd aan-
gebracht.
Een voor een zijn de huizen ondergraven, zoo
dat zich daaronder een soort van tunnel vormde
ter hoogte van 1,60 M., als in een kolenmijn
door palen ondersteund. Met zware dommekrach-
ten werd de bovenlast geschraagd, de fundeering
werd daarna door het afzagen der palen verlaagd
en de aldus ontstane ruimte met een nieuwe
steenen fundeering dichtgemetseld. Op deze wijze
zijn 35 perceelen voor oudergang behoed.
Binnenkort zal het geheele werk, dat 80,000
kost, gereed zijn, waarvan nog als de grootste
inerkwaardigheid mag worden vermeld, dat de
bewoners in dien tijd hun huizen niet eens
behoefden te verlaten
De heer C. C. v. d. Valk, te Haarlem, heeft
eene uitvinding gedaan. Door hem is vervaardigd
een geheel nieuwe automaat voor den verkoop
van perronkaartjes, welk toestel op vele onzer
spoorwegstations zal worden geplaatst. Het
H. D., dat in de gelegenheid was de nieuwe
vinding te bezichtigen, schrijft daaromtrent het
volgende
Een toestel tot het verkrijgen van perronkaartjes
was reeds in het buitenland in gebruik, doch
voor ons land ongeschikt, omdat het op het
kaartje niet den tijd aangaf.
De automaat, die wij thans bij den heer V. d.
Valk zagen, voldoet aan dezen eisch. In het
toestel is een uurwerk aanwezig, waardoor op het
kaartje de datum, de maand en het uur nauw-
keurig worden aangewezen. Elk uur verzet het
toestel automatisch het uur, evenzoo na elken
dag, den datum en na el'ken maand de maand,
zoodat het alien op zekere tijden behoeft opge-
wonden te worden.
De automaat is zoodanig ingericht, dat tot het
verkrijgen van een perronkaartjealleen goede 2£ cts.
stukken en geen looden of blikken plaatjes in den
vorm van dat geldstuk kunnen worden gebruikt
en voorts zoo geconstrueerd, dat wanneer de kaartjes-
houder ledig is, de opening waarin het geldstuk
moet worden geworpen, automatisch wordt gesloten
en dus geene geldstukken meer in ontvangst neemt,
terwijl tevens het publiek bekend gemaakt wordt,
dat de kaartjeshouder ledig is, door een plaatje
met het woord ledig."
De werking van het toestel is zeer eenvoudig
en gemakkelijk. Wanneer men in de daarvoor
bestemde opening een 272 ct. stuk heeft gedaan,
duwt men aan een hefboom, totdat een schel
klinkt, waarop het kaartje gestempeld in een
bakje valt.
Men ontvangt altijd zooveel kaartjes als men
geldstukken in de opening doet, ook al werpt
men er meerdere geldstukken tegelijk in.
^en Belgischen Moniteur is een konink-
lijk besluit verschenen waarbij bepaald wordt dat
de ontheffing van bakenrechten in de Belgische
havens met 1 Eebruari zal ingaan.
Dat gekleurd suikergoed gevaarlijk kan wezen,
is onlangs weder gebleken uit een treurig geval
te Menschecke (Westfalen).
In een gezin aldaar hadden de kinderen (een
tweeling) Zondagavond het laatste moois van den
Kerstboom opgegeten. Zij gingen gezond en vroolijk
naar bed, en d,en volgenden morgen vond men
hen dood. Het bleek, dat de arme kleinen ver-
giftigd waren door de verf van eenige der fraaie
suiker-voorwerpen
Het Milaansche revolutionnaire blad Italia
del Popolo geeft eigenaardige premien aan zijn
abonnes. Drie jaren geleden een revolvervoor
twee jaren een dikken stok of ploertendooder
verleden jaar een fluitje (om Ministers, die, te
Milaan komen uit te fluiten) en dit jaar een boksiizer.
Daarmee is de uitrusting van den Itaaliaanschen
republikein vrij wel compleet.
Natuurlijkgij zijt gestikt in eene whiskey,
beroerte. Uwe vrouw heeft uw lijk verkocht en
zoo zijt gij hier heen gebracht. Nu is het we!
mogelijk dat gij thans niet meer dood zijt, maaj
dat kunnen de geneesheeren niet helpen, en djf
zullen u in ieder geval dood of levend, ontlede-
Zullen zij dat werkelijk doen
Ongetwijfeld, en wel zeer spoedig ook.
De dronkaard wreef zich de oogen uit en zeidt
daarop in voile gerustheid
Zcg eens, vriend, zouden wij dan voor zf
beginnen niet nog een druppel samen kunnei
drinken
INGEZONDEN STUKKEN.
het in den tuin werd en hoe zulks niet in staat
was het jonge paar te doen vluchten naar een
bescherinend dak. Zij had zelfs niet noodig een
blik naar beneden te werpen, de onverschilligheid
omtrent het weder had haar genoeg verradeu, dat
de samenkomst in den tuin had geleid tot het
doel dat zij zoozeer wenschte dat bereikt zou
worden. Met ongeduld verwachtte zij nu het
bezoek van haar vriend den majoor, dat deze haar
heden morgen hud beloofd. En toen hij eindelijk
kwam, ontving zij hem met eene voorkomendheid
en deelneming als ontving zij een zieke.
z/Nu mijnheer de majoor," zeide zij met een
onbevangen lachje, //binnenkort zult u weer in
de gelegenheid zijn met uw redenaarstalent te
schitteren. Bij het feest van Carlotta's verloving
zult ge ongetwijfeld u zelf overtreffen
z/Het feest van Carlotta's verloving Hebt u
al weer een minnaar op 't oog Waarlijk, aan
moederlijke zorg om uwe pleegdochter uit te
huwelijken, laat u 't niet ontbreken antwoordde
de majoor op ongewoou barschen toon.
z/Maar nu gaat het mij ook zooals de meeste
moeders, n. 1. de dochter doet eene keuze achter
den rug van mama, en haar blijft niets over
dan ja en amen te zeggen. Gelukkig wanneer
men dat kan doen met zulk een goed vertrouwen
als met doctor Turrach."
z/Turrachriep de majoor opspringend uit.
(Wordt vervolgd.)
Nu de Duitsche universiteiteu hare deurtn
ook voor vrouwelijke studenten hebben geopend,
nu de Gottinger universiteit dit jaar zelfs 32
vrouwelijke studenten telt, nu ook Hongarije ein
delijk besloten heeft, het voorbeeld van Duitsch-
land te volgen, verdient de meening van een der
eerste Engelsche geleerden, betreffende hetstudeeren
van dames, wel te worden meegedeeld, professor
Max Muller, van de universiteit te Oxford, ver-
klaarde dezer dagen het volgende
Het is een waar genoegen, de jonge meisjes
tegenwoordig te zien studeeren. De jonge lieden,
tenminste de meesten onder hen, werken zoo
weinig mogelijkde jonge meisjes daarentegen
studeeren zooveel mogelijk, velen harer studeeren
dikwijls zelfs te veel. Bovendien is haar methode
van werken meer systematisch en hetgeen zij vol-
brengen, is meer af, meer volmaakt. Ik wenschte,
dat de jongelieden, hetgeen ik hier zeg, ernstig
overdachten en dat zij van de jonge dames leerden,
hoe men leeren moet.
Men weet dat in Engeland ondanks de
Matigheids-genootschappen, de dronkenschap op
eene verschrikkelijke wijze woedt. Een Engelsche
vrouw wier man zich regelmatig eens daags vol
whiskey goot, verstond zich voor een kleinigheid
met eenen politieman, om hem, door middel van
eene goede grap, van zijne droeve kwaal te
genezen.
Op zekeren avond dan 't was tegen midder-
nacht, dat de man meer dronken dan ooit te
huis kwam, bracht de politieman met toestemming
der vrouw hem in aen koets naar de snijkamer
van 'thospitaal, waarvan hij den portier kende,
en strekte den bedronkene zoolang hij was uit op
een marmeren ontleedtafel.
Toen de dronkaard ontwaakte, richtte hij zich
op en keek, met den elleboog onder het hoofd,
met weinig helderen blik om zich heen. Hij
kon zijne oogen niet gelooven en begreep volstrekt
niet waar hij was, omdat hij zich ineende te
herinneren, dat hij goed en wel, ofschoon dronken
te huis was gekomen.
Waar ben ik vroeg hij aan den man, die bij
de kachel eene pijp zat te rooken.
In de snijkamer van het gasthuis.
En waarom ben ik hier!
Om outleed te worden.
Ontleed wat zegt gij daar
Mijnheer de Redacteur
I zult mij verplichten met opname van he
volgende
In de laatste raadsvergadering laat uw verslag.
gever mij zeggen bij de discussie over den keiweg
//En wie gebruiken den weg? Inwoners vai
Zaamslag en de landbouwers."
Dit is niet geheel juist.* Ik heb gezegd:
//Inwoners van Zaamslag en landbouwers uit dit
gemeente."
Het verschil in strekking van beide uitdrukkinga
behoef ik wel niet aan te duiden.
Ik heb willen kenbaar maken mijn gevoelen dat,
de geldkwestie er buiten gelaten, Zaamslag he;
grootste en het meeste belang bij verbetering vat
den weg heeft en dat Ter Neuzen toch niet ge-
roepen is de belangen eener naburige gemeentt
te bevorderen, te minder als dit moet gepaard
gaan met groote uitgaven of het maken van schuld,
Zaamslag heeft over slechten toestand van den
weg niet geklaagd.
Ik ben natuurlijk een voorstander van wegs-
verbetering. Wie is dat niet?
Maar het kost zeer veel geld en dus niet dan
wanneer het hoog noodzakelijk is mag daartoe
worden overgegaan, vooral niet door eene gemeente,
welker kas zoo slecht gevuld is. En die hoogt
noodzakelijkheid is, althans aan mij, niet gebleken,
Over het geldelijk voordeel voor de gemeente,
konden de raadsleden, die niet omtrent de zaal
waren ingelicht, geen oordeel vellen.
Maar al kan de voorgestelde verbetering ell
jaar, volgens de berekening, een zeker bedrag, da'
wel niet heel hoog zou zijn, besparen, dan i
m. i. toch de vraag gewettigd of de gemeentt
thans met eene schuld van pi. m. f 14000 maj
worden bezwaard voor een weg, waaraan misschien
binnen eenige jaren weinig of althans veel mindei
gebruik zal worden gemaakt.
Mocht dit het geval zijn, dan zou natuurlijl
de thans bestaande weg heel wat minder aan
onderhoud kostenterwijl wij in dat geval,
hadden wij een keiweg gemaakt, toch 20 of 30
jaren lang tot de vaste aflossing verplicht
zouden zijn.
De heeren Moes en De Koeijer, die geachl
mogen worden met het onderhoud van grintwegen
goed bekend te zijn, spraken hunne verbaziug
uit over de hooge kosten van den bestaandei
weg. De vraag ligt dus voor de hand kan het
onderhoud niet zoo geschieden, dat het heel wat
minder kost.
Over dit en andere punten zal natuurlijk meei
gesproken worden wanneer de zaak op niem
aanhangig wordt gemaakt, hetgeen ongetwijfeld
terstond zal plaats hebben, wanneer belaughebben-
den zich tot den Raad wenden, hetgeen ik on
verschillende redenen, gaarna zou zien.
Dankend voor de plaatsing.
Uw dw. dn.
Van der Moer.
Ter Neuzen, 20 Januari 1896.
PAAR DENDRES S U U R.
Mijnheer de Redacteur
Vergun me een plaatsje in uw veelgelezen blad,
Ik wilde even wijzen op het gevaarlijke van de
dressuur der jonge paarden.
Ik bedoel niet zooals dit geschiedt door Carre
in de manege maar zooals dit wordt gedaan dooi
jeugdige knapen in Ter Neuzen in de nauwe
Noordstraat en op 't Marktplein.
Verleden Zaterdag scheelde het o, zoo weinig;
of een kind werd vertrapt door een jong paardl
wiens jeugdige berijder het niet van de macadam!
op het Marktplein kon of liever wilde houden.
In wilden draf vliegen zij door de Nieuw- enf
Noordstraat. Nu en dan toonen de ruiters hunndf
bekwaamheid door er op of over te springenff
Dat staat kranig. Maar intusschen zijn er moeder:
die 's Zaterdags na twaalf ure hun kinders te huii
houden omdat //de wilde peerden kominen".
De fietsenrijder waarschuwt nog, men kan intijdjj
uit wij kende jonge onbeslagen paarden, door mill
krachtige hand bestuurd, doen dit niet en loopen
gewoon door.
'kGeloof dat het moet, jonge paarden dresseeren;
maar dat men het doe in de omgeving der hoevel
waar geen wandelaars of spelende kinderen te
verongelukken zijn.
De onbekookte, onbesuisde wijze waarop men
thans dresseert mag in het drukste gedeelte
van een gemeente niet.
Willen de dresseurs per se in de stad, welnil
dat ze naast hun paard gaan. Het op- en over
mann.
vr. totaal
lets dat ik uwen verslaggever volstrekt niet kwalijk
neem, overtuigd als ik ben dat het soms heel wat moeitt
zal kosten de besprekingen te volgen.