Algemeen Nieuws- en Advertentieblad Zeeuwsch-Vlaandereii. No. 3256. voor Dinsdag 21 Januari 1896. 36e Jaargang. Binnenland CARLOTTA, ABONNEMENT Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postYoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. AD YEETENTIEN: Van 1 lot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. J Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Jfolitieli Overzicht. Bij bet feestmaal, Zaterdag ten paleize te Berlijn gegeven ter eere van de herdenking van het 25jarig besiaan van het Duitsche rijk, hield Keizer Wilhelm een toast, waarin hij in de eerste plaats in herinnering bracht, hoe het Daitsche rijk een wereldrijk is geworden. Vervolgens zeide de Keizer //Op u, mijne heeren (de leden van den Rijksdag, die het meerendeel der gasten uitmaakten) rust nu in de eerste plaats de plicht, om mij te helpen dit grooter geworden Duitsche rijk eng te verbinden met ons eigen vaderland, De gelofte, welke ik heden in uw tegenwoordigheid heb afgelegd, kan alleen dan vervuld worden, wanneer gij, door denzelfden patriotischen geest bezield, mij uw 011- beperkten steun verleent. Met dezen wensch, dat gij in volkomen eens- gezindheid mij zult helpen mijn plicht te vervullen, niet alleen jegens mijn landgenooten in beperkten kring, maar ook jegens de vele duizenden land genooten, die in andere landeil gevestigd zijn, dat wil zeggen, dat ik in staat zal zijn hen te be- schermen, wanneer ik daartoe verplicht word, en verder met de aansporing, welke ons alien betreft Wat gij van uwe voorvaderen hebt geerfd, maak daarvan gebruik om het te bezitten wijd ik een dronk aan ons geliefd Duitsch vaderland en roep ik uit,/Leve het Duitsche Rijk (De gelofte, waarop de Keizer doelde, was afge legd bij de plechtigheid, welke in den middag bij de receptie ten paleize plaats had. De Keizer, het vaaudel van het eerste regiment der garde in de hand nemende, sprak toen deze woorden uit Voor dit eerwaardige veldteeken, dat wijst op een roemvolle geschiedenis van 200 jaren, hernieuw ik de gelofte, steeds op te zullen treden voor de eer van het volk en het land, zoowel naar binnen als naar buiten. Een Riikee'n Volk; ,een God Koning Oscar opende Zaterdag de zitting van den Zweedsclien Rijksdag. Betreffende het geschil tusschen Zweden en Noorwegen werd in de troon- rede gezegd //De ongerustheid, welke daarover in het vorige jaar bestond is nu verminderd. Yan weerszijden is de levendige wensch geuit, dat de oorzaken, waardoor het geschil ontstoud, voor goed worden weg genomen, want, te oordeelen naar de ver- houdingen, gelijk deze zich nu overal vertoonen, is het in het belang van de veiligheid, de vrijheid en de onafhankelijkheid van het Scandinavische schiereiland meer dan ooit noodig, dat beide volken zich krachtig aaneensluiten." Verder wordt in de troonrede gewezen op het aanzienlijke saldo, dat in de schatkist aanwezig is. Daardoor wordt het mogelijk, de buitengewone inkomsten te besteden tot versterkiug van's lands weerkracht, ten einde Scandinavie's onzijdigheid te kunnen handhaven voor het geval er inter- nationale verwikkelingen ontstaan, welke tot een oorlog mochten leiden. Daarom worden bij de begrooting voor 1897 voorloopig aangevraagd 11,800,000 kronen, ten behoeve van den aanbouw van twee pantserschepen, vier torpedo kruisers en zes torpedo-booten, benevens 3,000,000 kronen tot versterkiug van Vaxholm, Oscar-Erederiksborg en het eiland Gothland, alsmede 2,000,000 kronen tot ver- betering der intendauce. Uit Pretoria meldt men: De Boerenbeginnen naar hun haardsteden terug te keeren. Toch zal nog eene kleine legermacht onder de wapenen blijven. De burgers uit den Oranje-Vrijstaat, die bij de Vaal-rivier waren sarnen getroken, zijn ook naar huis gezonden. Alle Transvaalsche bladen, vooral de organen der uitlanders, achten het voorstel, van de Londen- sche Times tot terugroeping van den Engelschen vertegenwoordiger te Pretoria, de wet, onbillijk, aangezien het vooral aan zijn beleid en den steun, door hem aan Sir Hercules Robinson verleend, is te danken, dat de jongste gebeurtenissen in Trans vaal niqt tot meer bloedvergieten aanleiding hebben gegeven. Te Louden werd Vrijdag het gerucht verspreid, dat de Engelsche regeering te Peking een ultimatum had ingediend, waarbij werd geeischt, dat de Chineesche regeering de havens, aan de westrivier (Si-Kiang) gelegen, voor den internatioiialen handel zou openstellen. Nu echter wordt van officieele zijde medegedeeld, dat de vertoogen, door den Engelschen gezant te Peking dienaangaande ingediend, geenszins het karakter dragen van een ultimatum. Integendeel werd het verzoek der Engelsche regeering op de meest vriendschappelijke wijze gedaan, gelijk dan ook met de zaak in quaestie strookte. In eene audientie, die de Engelsche gezant Woensdag bij den Sultan in Turkije had, heeft hij een eigenhandigen brief van Koningin Victoria overhandigd. De Daily News begroet dit als een goede tijding voor het vervolgde Armenie. Zulk een brief toch kan slechts zijn een pleidooi voor menschelijkheid, een beroep op het beter ik v*'n de Oosterschen monarch of een vrouwelijk en koninklijk protest tegen de gruweldaden, die verricht zijn in des Sultan's naam en op zijn gezag. Naar uit Weenen wordt bericht, heeft in den brief nog iets meer gestaan dan hetgeen de Engelsche bladen er van melden De Times deelde mede, dat er tie wensch in was uitgedrukt, dat aan de ongelukkige toestanden in het Turksche gebied een einde mocht worden gemaakt, en dat in plaats daarvan binnenlandsche eendracht en welvaart mochten treden, waarin alle volken zich zouden kunnen verheugen. In een telegram wordt echter melding gemaakt van een pointe, die den Sultan onder het oog brengt, dat zijn troon wel eens gevaar zou kunnen loopeu, wanneer de onlusten voortduren en de beloofde hervormingen niet worden uitgevoerd. In de Eerste Kamer werd het debat voort- gezet over het voorstel-Hartogh tot wijziging van het W etboek van Burgelijke rechtsvordening, en wel over den procesgang in het algemeen. Mr! Hartogh verdedigde het stelsel van het outwerp vier conclusion als regel en meerdere alleen als de rechter toelaat. Voorts stelt hij tegenover elkaar de meeningen van Mr. Boneval Eaure en lielander Hein, welke laatste de gewone behan- deling wil, terwijl de heer FaUre juist de sutnmiere wenscht. Eindelijk beroept hij zich op tal van adviezen ten voordeele van het ontwerp, ook van leden der Haagsche- en Rotterdamsche balien. Mr. Pijnappel verdedigde hoofdzakelijk tegenover den lieer laure art. 145 van het ontwerp (regeling der termijnbepaling) als in alle opzichten juist en leidende tot verkorting van het geding. De heer Sassen is tegen het ontwerp, omdat dit niet in alle opzichten vrijheid van rechtspraktijk huldigt en de rechtzoekenden niet nader brengt tot den rechterstoel. In kleine zaken zal het ontwerp leiden tot langduriger en kostbaarder processen. De heer Van Lynden verklaart geen bezwaar te hebben tegen den voorgestelden precesgang. De heer Kist verdedigt het vaststellen van een fatalen termijn. Ilet voorstel tot wijziging werd Zaterdag aange- nomen met 24 tegen 13 stemmen. Zoomede is ook het wetsontwerp tot mvoering PEUILLETO JSJ De gravin lachte, een helder vroolijk lachen, en drukte Carlotta weder meteen teederheid aan haar hart die van elke bittere nevengedachte vrij was. Sedert langen tijd had zij het meisje niet zoo lief gehad als op dit oogenblik. //Maar, gij dom gansje, gij zijt eenvoudig ver- liefdgrandig verliefdtot over de ooren verliefd riep zij uit, nu lachend en dan weer hare lippen op de roode wangen van het meisje drukkend. „0, ik zie 't wel, er bestaat tusschen jongelieden een stomme verstandhouding, die 'demand beluisteren, geen vreemd oog zien kan. En ik, die altijd meende dat gij beiden elkander niet kondt uitstaanAch, dat is kostelijkGij wilt niets van hem hooren, en wat ge mij bekend hebt, dat zijn juist de duidelijke verschijnselen van die erge ziekte, de liefde, zooals die bij jonge menschen- kinderen, zooals gijlieden zijt, zich vertoont. Als ervaren menschenkenster kan ik u verzekeren, dat gij :n 'tgeheel geen angst behoeft te hebben over deze verwardheid, deze hartklopping; dat zal wel beter worden Hij bemint u iinmers Eene oplossing evenals in een blijspel Ach, ik kan u bijna benijden, Carlotta." Zij verliet het meisje in een opgewonden stem- ning. at haar zoo in geestdrift bracht, was en deele de algemeene vrouwelijke voorliefde voor let tot stand brengen van huwelijken, ten deele >ok het vooruitzicht, Carlotta nu spoedig onttrok- i-en te zullen zien aan de oogen en de wenschen van den majoormaar ook een klein weinig de opgewekte herinnering aau hare eigene, eerste, half kinderlijke liefde voor een schoonen Italiaan, w aarmede ze eens aan den oever van de blauwe Middellandscht zee heimelijk kussen had gewisseld. Na het gesprek met hare pleegtnoeder zat Carlotta met brandende oogen, kloppeud hart en bedrukt gemoed in haar elegant kamertje, hartelijk verlangde naar eene vertrouwde, die zij om raad kon vragen, naar eene vriendin, die haar begreep en die haar een verklaring kon geven van hetgeen omging in haar gemoed. Aan geen man had zij zooveel gedacht, dan aan doctor Turrach. Zij kon niet verhelen, dat de wijze waarop bij haar de hand gaf en haar alledaagsche woorden toevoegde, een bijzonderen indruk op haar maakten, dat° zij nadacht over ieder woord van hem, dat zij iedere bijzonderheid in den omgang met hem zich steeds weer herinnerde. Was hij in de kamer, dan overviel haar een nooitgekende rust, terwijl, wanneer zij in zijne tegenwoordigheid van liefde zong, een hartstochtelijk gevoel door liaren aderen kwam. Maar ook kwamener oogenblikken, waarin de vreese- lijke angst, die haar had overvallen toen zij hem voor het eerst had ontmoet zich opeens weer van haar meester maakte, waarin een duistere, onheil- spellende herinnering voor haar oprees, die zij niet kon verklaren, maar die als een dof, waar- schuwend gevoel, als iets ontzettends, zich aan haar opdrong. ,/Ga eens wat in den tuin, Carlotta," zeide de gravin den volgenden dag. ,/Gij zijt veel bleeker dan anders, de lucht is zacht buiten, zij zal u goed doen." Carlotta gehoorzaamde. Het was een zoele lentedag, zonder zon, maar toch aangenaam. Hier en daar bloeiden de bontkleurige crocussen en aan verschillende boomen ontwikkelden zich reeds groene knopjes. Een zachte geur van viooltjes zweefde in de lucht, maar de stilte was onheil- spellend, als dreigde een nieuwe winterstorm. Nog niet lang had Carlotta geluisterd naar het eentonig neervallen van de druppels der fontein, welker zacht geklatsr haar steeds aantrok, toen zij opeens het geluid van voetstappen op het kiezel- zand hoorde. Zij raadde wie het was. De gravin had begrepen dat men buiten vrijer met elkander spreekt en daarom eene ontmoeting van de jonge lieden in den tuin weten te bevorderen. Angstige personen krijgen in de oogenblikken, waarin van hen eene beslissing wordt gevorderd, gewoonlijk moed. Carlotta had zich dien geheelen nacht door en door ougerust gevoeld, maar nu Leonard voor haar stond, kwam op eens over haar een gevoel van rust, en toen zijne oogen haar met eene nooit te voren verraden genegenheid begroetten, verdwenen al de ziekelijke voorstellingen, waar- mede hare verbeelding haar had beangstigd. Met een stomme bede trok hij haar arm in den zijnen. //Laat ons eens vertrouwelijk met elkander spreken, mejullrouw Carlotta," zeide hij op hartelijken toon. z/Wij kennen elkander nog zoo weinig, en ik heb zulk een groot verlangen, het raadsel van dezen lieven, kleinen mond te doorgrouden." In de liefdevolle wijze, waarop hij zich tot haar neerboog, de zachte vragen die hij deed en de wijze waarop hij naar haar luisterde, lag eene betoovering, die haar geheel voor hem innam. Zij wist niet hoe het mogelijk was, dat zij, zoo gewoon datgene wat het meest hare innige gevoelens raakt het diepst in haar hart te begraven, tegen dezen haar bijna vreemden man sprak over hare van de Faillissementswet (met 1 September 1896) zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Zaterdag was de termijn afgeloopen voor de aanmelding der houders van 31/,, pet. staatsschuld, die aflossing verlangen in plaats van verwisseling in nieuwe 3 pet. schuld. Van het geheele bedrag der 3 72 pet. schuld, groot ongeveer 375 mille, is, naar men verneemt, betrekkelijk weinig opgevraagd, nog geen 20 millioen. Bij de door de directie der marine te Am sterdam gehouden opeubare inschrijving voor den verkoop van Ilr. Ms. monitor //Tijger" was het hoogste bod dat van Huijgens en Van Gelder te Amsterdam voor 17010. Er waren 7 biljetten ingekomen. Men verzoekt ons het volgende mede te deelen Het bestuur der afdeeling Middelburg van de schippersvereeniging //Schuttevaer" geeft kennis dat de 33ste algemeene vergaderingdezer vereeniging, onder voorzitterschap van den heer H. Smeenge, zal gehouden worden te Middelburg, op Woensdag' 29 Januari 1896, 's voormiddags 10 uur, op de bovenzaal der societeit,/De Vergenoeging" op de M&rkt. De ontvangst van het hoofdbestuur van heeren afgevaardigden en leden, zal van wege het afdeelings- bestuur plaits hebben Dinsdag 28 Januari a., s avonds te 9 uren, in een der benedenlokalen van bovenvermelde societeit, tot welke laatste al de leden van Schuttevaer gedurende drie dagen zonder nadere introductie toegang zullen hebben. IN a afloop der vergadering zal een gemeenschap- pelijke maaltijd gegeven worden in de kleine zaal van het Schuttershof,/De Edele Handboog" (toegang Vlasmarkt) ad 2,50 het couvert, met inbegrip van een halve flesch wijn. Zij, die daar- aan zullen deelnemen, worden beleefd verzocht, zoo spoedig mogelijk hiervan kennis te geven aan den heer C. A. Koulon, aldaar. Door den heer E. W. van Broekhuijse, vischhandelaar te Haarlem en aldaar den 7e December jl. overleden, zijn de volgende legaten toegekend Noord- en Zuid-Hollandsche Reddinc- maatschappij f 10000 Prins Hendrikstichting te Egmond 10000 Inrichting voor oude zeelieden te Vlaardingen f 3000 Stedelijk Museum te Haarlem 3000 en Gesticht van de Breeders van Barmhartigheid der Orde H. Johannes de Deo te Haarlem 2( 00. moeder, over het onvergetelijke, het afgrijselijke, dat zij in hare jeugd had beleefd, en dat aan haar geheele wezen de neigiug tot zwaarmoedigheid had gegeven. Ilet verlichtte haar, toen zij kon spre ken over het sedert jaren met meer genoemde verschrikkelijk voorval terwijl hij vol deelneming nu en dan een vraag er tusschen deed. De beklemdheid, die zij juist in zijne tegenwoor digheid, als in een ouverklaarbaren samenhang met de treurige herinnering, somtijds gevoelde, week, nu zij daarover openhartig met hem sprak. Ja, zoo heerlijk vond zij dit vertrouwelijk praten met hem, dat iets, 't welk zij nooit aan iemand had verraden, 't welk zij nauwelijks waagde aan zich zelve te bekennen, zich nu op hare lippen drong, namelijkdat zij aan heimwee leed sedert hare kindsche dagen en zich, ten spijt van al het goede dat haar bewezen werd, eenzaam en verlaten gevoelde, alsof ze zich in een vreemde werehl bevond. Verscheidene malen streelde hij de fijne hand, die op zijnen arm rustte, terwijl zij, geheel in hun gesprek verdiept, langzaam de tuinpaden op en neer wandelden. Zij gevoelden hoe hunne zielen elkander nader kwamen. ,/Uw leven gelijkt veel op het mijne, Carlotta, Ook ik heb eigenlijk nooit het geluk van een ouderlijk tehuis ondervonden. Mijne moeder is vroeg gestorven. Ik herinner mij slechts, dat zij bijna altijd ziek was en mij niet bij zich kon hebben. Mijn vader leidt, zoo lang ik mij kan herinneren, een zwervend leven. Hij schrijft brieven over zijne reizen in verschillende dagblade'n, uit verschillende hoofdsteden van de wereld. Ik ben in een kostschool opgevoed, evenals gij, als een eenzaam kind En juist naar het ongekend TER NEIIZENSCHE COIIRMT. nblad verschijnt ^anrtttg^Woe^Jag. en VrijdagavoJd..itseieo.„Ier«I »p Fee^Jage,., bij den oHgeve, K*. J. VAM BE gAVDE te Ter i iimahuaa

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1