Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 3253. Dinsdag 14 Januari 1896. BKKKNDMAKING. 2Q0 M3. Pruissischs Grind, 36e Jaargang. De Burgemeester der (jemeente Ter Neuzen aanbesteden: CARLOTTA. liinnenland ABONNEMENT Yoor Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Eranco per post Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Yoor Amerika 1,32^. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- busliouders. ADYEETEITIEN: Van 1 iot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecbts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. maakt bekend, dat eene Openbare Yergadering van den Gemeenteraad is belegd tegen Donderdag den 16 Januari 1896, des voormiddags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 13 Januari 1896. De Burgemeester voornoemd, J. A. YAN BOVEN. Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN zullen Dinsdag, 21 dezer, des voormiddags 10Vg uren, in het raad- huis aldaar, in het openbaar, bij enkele inschrijving het leveren voor 1 Juni a. s. van waarvan 160 Ms. groot van 1 tot 6 c. M. en 40 M3. van 1 tot 3 c. M. De voorwaarden liggen in dat raadhuis ter Verdere inlichtingen te bekomen bij den ge- meente-bouwm eester. Ter Neuzen, 7 Januari 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. YAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Poiiriek (Jverzicht Uit een telegram van president Kriiger aan Koningiu Victoria, gedateerd 9 Januari, blijkt duidelijk dat Jameson en de andere gevangenen nog niet zijn uitgeleverd, zooals den 7den uit Kaapstad werd gemeld. Kriiger stelt in zijn telegram twee hoofdvoorwaarden waarop de uit- levering zal geschiedende gevangenen moeten aoor de Engelsche Regeering gestraft worden, en eerst moet de rust in Johannesburg hersteld zijn; dan zal hij zijn definitieve beslissing doen kennen. Uit deze laatste woorden maakt men te Louden op, dat de uitlevering der gevangenen aan nog andere voorwaarden zal worden onderworpen volgens een ben eht van de Standard and Digger's News van Johannesburg zou de uitlevering van Jameson afhankelijk zijn jzan de afschaffing der Londensche conventie. Het departement van Kolonien beweert daarvan niets te weten, maar toch vindt het bericht algemeen geloof, omdat het FEUILLETOX Wij mochten op muilezels rijden, mama en ik. Papa ging te voet, vertelde de kleine, de handen van de houtvestersvrouw steeds vasthoudend. //Toen wij in de Alpenhut gekomen waren zond papa den man met de muilezels weg. Een boer moest ons een zak met levensmiddelen en wijn brengen. Mama maakte op een klein tafelje het avondeten gereed. Daarna ging papa nog een weinig wandelen. Ik zag hem den berg beklimmen, totdat hij mij heel klein toescheen tusschen de hooge witte rotsen. Ik vroeg mama of ik nog wat rondloopen en bloemen mocht plukken. Ik had ook al spoedig een groot bouquet er waren zooveel mooie bloemen daar maar ik wilde er nog vergeetmijnietjes bij bebben die waren veel grooter en donkerderblanw dan bij ons. Ik sprang over de beek, maar terwijl ik mij bukte zag ik achter het rotsblok een man met een bruinen baard. Hij was dicht bij mij en maakte eene beweging met de hand. Ik dacht dat hij mij beknorren wilde omdat ik de bloemen geplukt had en wierp ze snel in het water. Maar hij zeide nietshij zag mij echter zoo zonder- ling aan, dat ik erg bang werd en wegliep, midden door de beek en bij mama vluchtte, die nog in de hut zat en vuur had aangemaakt op den kleinen haard. Toen ik haar in het oor iluisterde, dat buiten achter den grooten steen bij de beek een man stond met een bruinen baard, werd zij zeer bleek, o zoo bleek, en beefde genoemde blad in zekere mate beschouwd wordt als het orgaan van Kriiger. Deze kwestie werd Yrijdag te Louden druk besproken. Men vreest dat de crisis, welke juist geweken scheen, daarinede weer een ernstige phase is ingetreden. //Want als het waar is dat Kriiger de afschaffing der conventie van 1884 eischt, dan kan men", aldus liet een Londensche diplomaat zich uit, veilig aannemen dat hij zeker is van den steun van Duitschland, en dat zou vele tot dusver onverklaarbare zaken verklaren, o. a. de geduchte krijgstoerustingen van Engeland." De algemeene iudruk is dan ook, dat de Engelsche Regeering voor verdere verwikkelingen vreest. Volgens de Times werken er thans in de dokken van Portsmouth 8000 man, een aantal zoo groot als nooit te voren. De admiraliteit heeft nog geen orders uitgegeven betreffende de bestemming van het vliegend eskader; men verwacht dat het eskader met verzegelde orders zal uitzeilen. Het wordt tegengesproken, dat Keizer Wilhelm's portret te Dublin door de officieren van zijn huzaren-regiment is verbrand. Maar de kinder- achtige demonstraties tegen Z. M. en de Duitschers als de Engelschen eens met zoo iets bezig zijn, weten ze van geen uitscheiden houden aan. Wordt in het openbaar zijn naam genoemd, dan hoort men sissen of het onder den naam groaning nog meer geliefd varkens-geknor, en in verscheidene Londensche clubs, waarvan de Keizer eerelid is, is voorgesteld hem te schrappen. Parlementsleden verklaren in het openbaar aan Z. M.'s toereken- baarheid te twijfelen, enz. enz. Ook de Duitschers in het algemeen moeten het ontgelden. Te Bristol vefbrak een groot fabrikant alle relatien met Duitsche huizen, en aan in- en ujtvoer te Londen kan men duidelijk merken, dat er iets hokt. Het is in het kort eene ziekte, waartegenover geen wensch meer past dan die van spoedige beterschap. In den Duitschen Rijksdag is Vrijdag het debat over het ontwerp-Beurswet voortgezet. De afgevaardigde Cuny beschouwde de voordracht als een geschikten grondslag voor een latere beurs- hervorming. Hij en zijne partijgenooten zijn in hoofdzaak voor het ontwerp en zullen stemmen voor verzending aan eene commissie van 21 leden. De heer Fritzen verklaarde de voordracht met vreugde te begroeteri en te hopen, dat zij nog in deze zitting tot wet zal worden verheven. Ook de afgevaardigde Schonlank was, gelijk in het algemeen voor de afschaffing van misbruiken, zoo, dat zij de kan, die zij in de hand hield, bijna liet vallen. Maar tegen mij zeide zij z/Gij moet niet bang zijn, Carlotta, er zal u niets kwaads geschieden Ik ben immers bij u Wees nu maar stil en ga slapen." Mama maakte voor mij een slaapplaats in het hooi, en 't was zoo grappig, zooals ik daarin lag en zij mij toedekte, en mij, toen de halmen mij een weinig staken, een doek onder het hoofd legde, dat ik lachen moest en den man achter de rots geheel vergat. Daarna gaf ze mij een hartelijke nachtkus en bleef bij mij staan totdat ik gebeden had. Ik was zeer moede, zag mama nog naar het kleine venster gaan, maar meer herinner ik mij niet. Reeds langen tijd had ik geslapen, toen ik wakker werd door een luiden knal. Het was donker in de hut. Ik riep om mama. Zij gaf geen antwoord. Niemand was bij mij en toen werd ik bang. Bij de vreeselijke herinnering richtte het kind zich met zulke ontstelde blikken in haar bedje op, dat bij de houtvestersvrouw elke opwelling van nieuwsgierigheid voor diep medelijden moest wij ken. z/Gij moet nu maar niet meer daaraan denken, maar uwe oogen dicht doen en gaan slapen. Ik blijf bij u, ik zal u wat voorzingen, kom Eerst den volgenden dag beproefde zij nog eenige bijzonderheden over dien verschrikkelijken nacht te vernemen, die wel de daad zelve in 't donker lieten, maar toch eenige voorstelling gaven van de toedracht van het gebeurde. Carlotta was, toen zij voor de hut stemmen had gehoord, van haar slaapplaats opgesprongen en schreiend naar buiten gesneld. Daar was het lichtde maan stond boven de bergen. Zij had voor eene beurs-hervorming, al achtte hij den maatregel nog verre van afdoende. De heer Fischbeck verklaarde zich tegen Staats- toezicht over de Beurs. Overigens kon hij met de voorgestelde hervormingsmaatregelen medegaan. Door den afgevaardigde Liebermann (anti-semiet) werd op versterking van sommige bepalingen aan- gedrongen. Te Rome ontvangen berichten bevestigen het afslaan van den aanval der Abessyniers op Makalle. Koning Menelek schijnt er in persoon aan te hebben deelgenomen, althans zijn roode tent werd in het kamp gezien. De Abessyniers leden groote verliezen, terwijl de Italianen 5 dooden en 2 ge- wonden hadden. De Italianen zijn grootelijks verontwaardigd oyer het feit, dat Menelek over snelvurende kanonnen beschikt, die hem niet anders dan door eene vreemde mogendheid kutmen zijn verschaft. De Italiaansche Regeering zal bij de Karner een ontwerp voor een nieuwe wet op het letter- kundig en kunst-eigendomsrecht indienen, waarin o. a. bepaald wordt, dat de opbrengst van boeken en kunstwerken (tantiemes van nieuwe uitgaven, op- en uitvoeringen) na verloop van 100 jaren aan den Staat vervalt. Een bende roovers heeft te Agliari (Sardinie) een villa geplunderd en twee bewoners vermoord. De gendarmes, die er op aankwamen, hadden een hevig gevecht te voeren met de roovers, van welke ten slotte verscheidenen werden gevat. De Regeering laat door de „~N. R. Ct." weten, dat de Rijksmiddelen in het afgeloopen jaar bijna 3| millioen gulden boven de raming hebben opgebracht. Luitenant-generaal Karel van der Heijden vierde gisteren, zijn 703ten verjaardag. Als korporaal naar Indie scheep gegaan, werd Van der Heijden eenige jaren later, wegens zijne dapperheid gedurende de Balische expeditie, als sergeant-majoor benoemd tot ridder 4e kl. der Militaire Willemsorde. Later werd hij, als kapi- tein, tot beloouing voor zijn moed, beleid en trouw als militair en civiel bestuurder op Borneo, tot ridder 3e klasse bevorderd. Bij de tweede expe ditie naar Atjeh verwierf hij als luit-kolonel het ridderkruis van den Ned. Leeuw, en later als civiel en militair gouverneur het kommandeurkruis der Willemsorde. den vreemden man, die kort te voren achter de rots stond, met haar vader in een hevigen strijd gezien. De grand had geschud van het stampen en worsteleu der beide mannen, die elkander, heesch van woede, luide woorden toeriepen, die het kleine meisje niet verstond. Zij hadden geen acl^t gestagen op het kind, dat naar hare moeder zoclit en jammerend om haar riep totdat zij deze eindelijk bewegingloos op den grand zag liggen en geen antwoord ontving van de bleeke stil ge- worden lippen. Een grenzelooze angst had de arme kleine toen overineesterd. Overal, achter de boomen, in de donkere schaduwen der rotsen, meende zij iets vreeselijks te zien, dat naar haar toe kwam en met doodangst in het kleine hart had zij bij hare moeder bescherming gezocht. Nu was er een tweede schot gevallen, dat lang weerklank vond tusschen de rotsenCarlotta hoorde een zwaren val en daarna een verschrikkelijk ge- luid dat zeker een doodsrocheleu was geweest en zag dat haar vader op den grand neer viel. Wanhopig had ze den lieven God gebeden, haar bij te staan en in namelooze angst zich steeds dichter tegen den boom gedrukt. Lang was het stil gebleven, toen was de vreemde man langzaam naar de plaats gekomen, waar het lijk der moeder lag en waar het kind achter den denueboom stond. Carlotta had gezien, dat er bloed langs zijne wang liep en dat ook zijne hand bebloed was. Een oogenblik was zij door zijne nabijheid verstijfd van schrik op de knieen blijven liggen, toen hij echter nog dichter bij kwam en zich heenboog over hare moeder, werd zij door zulk een ontzetting aangegrepen, in de meening dat hij nu ook haar zou ombrengen, dat zij luid Driemaal werd Yan der Heijden ernstig aan het hoofd gewond, de laatste maal bij Samalangen, waar hem een schot trof in het linkeroog, als gevolg ■waarvan hij dit voor altijd moest missen en de Atjehers hem den eerenaam gaven van //Koning Eenoog". Het Handelsblad wijdt aan dit jubile een artikel overvloeiende van hooge waardeering voor den grooten man. Het is te groot om in ons blad geheel op te nemen. Alleen 't laatste Maar geen levensbeschrijving van den generaal is volkomen, tenzij men wete hoe zielsveel hij van zijn kinderen houdt en hoe zijn nobele zoon Hubert, die op Lombok sneuvelde, door woord en daad toonde hoe die kinderen hun vader eeren door hem te volgen. Is het niet aandoenlijk in een brief van den zoon aan zijn vader, voordat hij naar het oorlogs- tooneel vertrok, het volgende te lezen Eenige uren geleden bracht ik een afscheids- bezoek aan den heer een uwer oudste vrienden, niet waar? Bij het afscheid nemen hield hij mijn hand een oogenblik in de zijne en zeide //Meet je wel jong mensch, hoe een der bijnamen van je vader was in het leger te Atjeh p" Ik wist het heel goed, maar keek hem vragend aan. Het is zoo prettig zulke verhalen telkens weer te hooren uit anderer mond. //Generaal Madjoe" (voorwaarts) Welnu, mijn jongen, doe je plicht, vergeet niet de leuze van Madjoe hoog te houden." Ik beloofde het hem. In mijn hart heb ik het u al lang plechtg beloofd. Uw jongste zoon zal even goed zijn plicht weten te doen, als uw oudste dit getoond heeft. Liever sneuvelen, dan mijn rug den vijand toe te keeren, dat neem ik mij heilig voor Zij zullen nooit kunnen zeggen, dat een zoon van u aarzelde En toen diezelfde zoon doodelijk in de borst getroffen men moest hem terugtrekken, want hij wilde voorwaarts lag te sterven en zijn oudere broeder bij hem kwam, zeide hij nog maar weinige woorden z/Epi" (bijnaam van den oudsten broer, luitenant Eduard van der Heijden) ben jij niet gewond", en op 'tontkennend antwoord //Gelukkig voor Anna" (Epi's vrouw). Welk een zelfverloochening en liefde En iets later z/Zal je aan Papa zeggen, dat ik geen kik gegeven heb, toen ik verbonden werd hoe'n pijn 'took deed schreenwend was weggeloopendit was het laatste wat zij zich kon herinnereu. De mededeelingen van het kleine meisje waren verward en onduidelijk, zoodat men den samen- liang grootendeels moest raden. Doch op de vraag of zij den man, waarvoor zij met zooveel angst gevlucht was, zou kunnen herkennen, antwoordde zij bepaald toestemmend. Hij was gekleed geweest in een grijzen jas met groene opslagen. Of hij een heer uit de stad was, of een jager uit den omtrek, of hij een geweer had gedragen en of hij ltaliaansch gesproken had van dit alles wist zij niets te zeggen. Het geheele personeel der houtvesterij was opge- roepen om het gebergte te doorzoekeu. Men had het bloedig spoor een heel eind kunnen volgen. Op een steen zittend scheen de gewonde man toen aan eene broil zijne hand verbonden en zijn gelaat gewasschen te hebben. Nabij de broil, die spaar- zaam uit de rotsen te voorschijn kwam, vond men een stuk van een verscheurden zakdoek. Een van de op den Adlerstein, in de hoogste almhut ver- blijt houdende, schaapherders verklaarde eenige uren in zijne hut te hebben geherbergd een man met een zeer treurig voorkomen, die slechts om water met een weinig sterken drank had gevraagd en geen voedsel had willen gebruiken. Yoor zonsopgaiig was deze man, na rijkelijk te hebben betaald, weer vertrokken. Verder verloor men elk spoor van den vluchteling. Eer het bevel tot achtervolging was gegeven, verliep een geruimen tijd, die in deze voor beschaving ontoegankelijke bergwildernis niet zoo gemakkelijk in te halen was als in eene met telegrammen voorziene land- streek. Den man, die om een vreeselijke daad. TER \E1ZK\SCHE Dl lilt VI •>it blail verscliijnt tianndWoensdag- en Vrijdagavoinl, uitsezonderil op Feertdagen, bij den uitgever I*. J. VAI OK Sil'DE te Tee Xenzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1896 | | pagina 1