A lg emee n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen
200 M3. Fruissische Grind,
3251.
Donderdag 9 Januari 1896.
36 Jaargang*
aanbesteden:
C A R L O T T A.
Binnenland.
ABOINEMMT
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Pranco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 lot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentisn voor 3 uren op den dag der uitgave.
Burgemeester en Wethouders van
w TER NEUZEN zullen Dinsdag, 21
dezer, des voormiddags IOY2 uren, in het raad-
huis aldaar, in het openbaar, bij enkele inschrijving
het leveren voor 1 Juni a. s. van
groot van 1 tot 6 c. M.
De voorwaarden liggen in dat raadhuis ter
inzage.
Yerdere inlichtingen te bekomen bij den ge-
meente-bouwmeester.
Ter Neuzen, 7 Januari 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
ir*olitieli Overzicht.
Eergisteren heeft te Brussel de begrafenisplech-
tigheid van Prere-Orban plaats gehad. Van het
sterfhuis in de rue Ducale was het lijk overge-
bracht naar de Gothische zaal van het stadhuis,
waar het op een praalbed is neergelegd en voor
het publiek tenloongesteld. Een groot aantal
belangstellenden en vrienden, vertegenwoordigers
van het liuis des konings en der koningin, de
Ministers, de leden van het corps diplomatique,
afgevaardigden, senatoren, de Graaf van Vlaanderen,
Prins Albert, de leden van den gemeenteraad en
vele deputation van politieke vereenigingen, van
de universiteiten enz. woonden de plechtigheid bij
en delileerden langs de catafalk en de familieleden.
Om 9 uur werden de deuren gesloten, waarna de
predikant Lebeau, uit Verviers, de lijkrede uitsprak.
Na hem voerden achtereenvolgens het woord de
Minister van justitie Van Begeren, namens de
regeering, Van der Kindere, namens de afdeeling
Letterkunde der Kon. Belgische academie, de
Minister van staat Bara, Graaf Goblet d'Alviella,
namens de Ligue liberate, en Buls, burgemeester
van Brussel. Om 11 uur is het lijk naar Luik
vervoerd, waar het in den familie-grafkelder is
bijgezet, nadat, evenals te Brussel, op het stadhuis
het lijk op een praalbed was tentoongesteld en
de heeren Leo Gerard, burgemeester van Luik,
Warnant, president der Liberale Associatie, en
Neujean, president der Liberale Pederatie, rede-
voeringen hadden uitgesproken.
De mededeeling per telegraaf, dat er in de
FEUILLETON
i)
Boven
stein
de
gloorde
hoogste
rotstoppen van den Adler-
de eerste rooskleurige morgensche-
menng. Nog hadden de bergen een hard blauwe
kleur, maar de puperen gloed op hunue hoogste
toppen werd steeds sterker en donkerder. IIij
breidde zich uit als een zachte vuurgloed, die,
over de steenen wanden lieenglijdend, de schadnwen
verjoeg, zoodat de rozenroode tinten met de blauwe
morgennevelen een verrukkelijk kleurenbeeld ver-
toonden.
De houtvestersleerling Santner had het was
den 14den Juli 1872 voor het aanbreken van
den dag het dorp verlaten en was reeds een paar
uren op het omhoog voerende bergpad voortge-
schreden. Het kraaien der hanen en het blaffen
der waakhonden, dat nog eenigen tijd hoorbaar
was geweest, werd nu niet meer door hem vernomen.
Slechts de bergbeek ruischte luid door de diepe
stilte van het hoogdal.
Ofschoon het in den zomer was, bracht de mor-
genwind zulk een ijzige koude van de sneeuwvelden
der bergtoppen, die nu in een zachten lichtglans
gehuld waren, dat de adem van den jongen man
zichtbaar was en de jachthond, die aan de zijde
van zijn meester liep, soms ontevreden het bruine
vel samentrok. n
De jonge houtvestersleerling was reeds dikwijls
in de gelegenheid geweest de schoonheid van den
zonsopgang te bewonderen en liet zich door dit
gezicht van zijn tocht niet meer afleiden. De hout-
Londensche dokken en in het oostelijk gedeelte
van Engelands hoofdstad (het East-end gisteren
gedurende den geheelen dag groote agitatie heeft
geheerscht, welke ten slotte geleid heeft tot be-
paalde wanordelijkheden, waarbij Duitsche en
Nederlandsche zeelieden werden gemolesteerd en
uitgejouwd, terwijl bij enkele Duitschers de winkel-
ruiten werden ingeslagen en in verband waarmee
eenige Duitsche vereenigingen in dat deel der
stad evenals de Hollandsche club gesloten werden
dit bericht kan van heel ernstigeu aard blijken te
zijn, doch 'tkan evengoed van niet meer beteekenis
wezen dan de gewone straatstandjes om particuliere
aangelegenheden. Het volk van East-end geeft
nu eenmaal op een andere wijze uiting aan zijn
gevoelens dan de deftige menschen uit het aris-
tocratische West-end zoo is het te Louden
en zoo is het overal.
Met de vuist, gewapend soms met een of ander
schiet- of stootwapen, wordt den niet immer in
even gekuischte taal gehouden betoogen kracht
bijgezet en hoewel nu in de standjes in kwestie
het chauvinisme ongetwijfeld een groote zooal niet
de hoofdrol heeft gespeeld, is 't toch alleszins
raadzaam meer in bijzonderheden afdalende be-
richten af te wachteu alvorens men, in verband
er mee, spreken gaat van de mogelijkheid op
ernstige conflicten van incidenten, dreigend voor
Europa's vrede.
't Kan immers niets meer zijn dan de deining,
de terugslag van wat de diplomatic, en de pers
bewogen heeft sinds Jameson voor nog niet een
week zulk een brutalen aanval deed (men spreekt
nu van 130 dooden aan zijne zijde alsmede 37
gewonden, terwijl die getallen aan den kant der
Boeren zijn 3 en 5) en 't werd onder de heeren
der diplomatic en de persmannen juist weer wat
kalmer't is nog wel lang niet de reactie, die
na de geweldige actie van drie, vier dagen lang
volgens de natuurwetten zou moeten komen, doch
reeds zijn vele groote woorden teruggenomen of
ten minste gematigd, reeds wordt er veel gedaan
om de scherpe kantjes van de in 't bijzonder
tusschen Engeland en Duitschland gewisselde
onvriendelijkheden, afteslijpen.
Het groote nieuws aangaande het incident tusschen
Engeland en den Transvaal is niet de terugkeer,
geheel onverwacht, van den //speaker" van't Lager-
huis, te Londen wat onmiddellijk in verband is
gebracht met een vervroegde samenroeping van
het Parlement, dat tot tegen half Pebruari vacan-
tie had't is 00k niet de ontvaugst van de lange
lijst der bij Krugersdorp gevangen genomen en
vester had hem naar den Grabenkopf gezonden,
waar oulangs een zware storm had gewoed, om de
scliade, die door den storm in de dennenbosschen
was veroorzaakt, op te nemen. Voor dat de zon
warm begon te worden wilde Santner het steenachtig
bergpad achter zich liebben. Tot aan dit steile
jagerspad voerde een betrekkelijk breede, goed
onderhouden weg, die hier ter zijde afliep, om in
meer oostelijke richting naar de berghut te voeren,
die wel niet bewoond was, maar waar de bekliin-
mers van den Adlerstein nachtverblijf konden vinden.
Toen Santner bij den zijweg gekomen was,
fluitte hij zijn hond, die vooruitgeloopen was.
Hoe goed //Waldel" anders 00k onder appel stond,
ditmaal gehoorzaamde hij niet dadelijk. Santner
fluitte nog eens, nu luider, ongeduldiger. De hond
antwoordde met een eigenaardig blaffen, als wilde
hij eene mededeeling doen, en kwam daarna, blijk-
baar opgewonden en met een vreemde uidrukking
in zijn verstandige oogen, bij zijn meester.
Het eenzame, rondom door bergen ingesloten
hoogdal was altijd een geliefkoosde streek geweest
voor stroopers en de opgewondenheid van het trouwe
dier wekte dus dadelijk Santner's argwaan. Met
snelle schreden, het geweer, dat hij tot nu toe
los over den schouder had gedragen, tot een schot
gereed houdend, liep hij toe op een boschje van
lage dennen en pijnboomen, waarin zijn //Waldel"
zeker eene ontdekking had gedaan.
Hij was er op voorbereid een slapend, misschien
nu vluchtend man met donker gelaat te zullen
vinden of een stervend dier te zien liggen, dat
des nachts geschoten vas en dat de strooper niet
gewaagd had mede te nemen. In plaats hiervan
vertoonde zich een geheel ander tooneel aan zijne
gedoode Engelsche offlcieren en minderen, waar-
onder, behalve Dr. Jameson, sir Willoughby en
kolonel Whitte, zijn vijf majoors, zeven kapiteins,
drie eerste-luitenants, drie tweede-luitenants enz.
- 'tis de officieele mededeeling, dat Cecil Rhodes
zijn ontslag heeft genomen als premier van de
Kaapkolonie en dat Sir Hercules Robinson, de
gouverneur der Kaapkolonie, na eerst dit ontslag te
hebben geweigerd, later op het verzoek is ingegaan.
Dat is wel 't minst plezierige wat de //Koning
van Zuid-Afrika" het bewiud te Londen in de
gegeven omstandighedeu kon aandoen, aangenomen,
dat dit bewind Cecil Rhodes, den eens zoo machtige,
niet zelf heeft te verstaan gegeven, dat 'tzijn tijd
van gaan was 't Zal wel spoedig blijken hoe
't met dit zaakje geschapen staat de schijn is
er op 't moment, dat Rhodes geheel overeenkomstig
de meening van alle niet-Engelsche bladen, de
hand heeft gehad, zij 't 00k niet langs directen
weg, in Jameson's heldentocht. Heel verdacht
is het feit, dat de bestuurder van Betchuanaland,
de Britsche kolonie der kroon, sir Sidney Shippard,
een heel lange visite heeft gemaakt bij den kolonel
Rhodes, die juist in December door Cecil was be-
noemd tot directeur-generaal van de //Consolidated
Goldfields of South Africa" en in die kwaliteit
te Johannesburg woonde. Wat deed die meneer
Shippard nu juist te Johannesburg bij Rhodes,
den directeur, terwijl Jameson zijn inval deed
Wilde hij als ambtenaar der Engelsche kroon
Jameson's vertrek uit Betchuanaland niet zien
om dan later met goed gevolg volkomen onschuld
te kunnen pleiten of achtte hij het dienstig bij
de aanstaande verovering van den Transvaal
onmiddellijk bij de hand te zijn
Men zie verder de rubnek Buitenland"
Ook in Rotterdam heeft de tijding, dat de
Boeren eene overwinning behaalden op de vrij-
buiters-expeditie onder Jameson, aan de sympathie
voor onze dappere stamgenooten weder uiting
gegeven. Vanwege de Rotterdamsche Beurs en de
Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeniging wer
den telegrammen van gelukwenschen aan President
Kriiger verzonden en ook wil men daar giften
inzamelen tot ondersteuning van de strijdende
Boeren. De Nieuwe Rott. Courant gaf den raad
om, als het mocht blijken dat in Transvaal behoefte
is aan geneeskundige hulp, de gelden daarvoor te
besteminen. De redactie stelt zich alsdan beschik-
baar om die gelden over te maken.
oogen. Een klein meisje van ongeveer tien jaren
welks voorhoofd door verwarde zwarte haren was
bedekt en welks wangen van 't schreien rood en
gezwollen waren, moest hier in slaap zijn gevallen.
Het eene voetje had zij omhoog getrokken, de
fijne witte kous was naar beneden gezakt en aan
het ontbloote beentje kon men een bloedige streep
zien, die zeker door een seherpen steen of doom
was veroorzaakt. Nog in den slaap scheen zij
te snikken, alsof ze door het schreien uitgeput
in slaap was gevallen. Blijkbaar was het een
kind uit de stad, zij droeg korte rokjes, fijne
schoenen, een geborduurd jurkje en aan den kant
op het mos lag een sierlijk, met bloemen getooid
stroohoedje. Hoe kwam dit kleine meisje hier,
alleen in de wildernis P
Toen de houtvestersleerling nieuwsgierig de ang-
stig in elkaar gedoken gestalte een weing oprichtte
en de haren weg streek uit het van tranen nog
vochtige gezichtje, opende de kleine de groote,
doukere oogen, waarin ontzetting en vertwijfeling
geschreven stonden en zij schreeuwde luid van
angst. Met een roerend gebaar vouwde zij de
handen en scheen om genade te willen smeeken
z/Gij behoeft niet bang te zijn Ik zal u geen
kwaad doen verzekerde Santner, die een goed-
hartig mensch was, ofschoon hij zich een ruwe
manier van spreken had aangewend. //Hoe komt
ge hier Zijt ge geheel alleen
Het kind scheen zich, nu eerst geheel wakker
wordend, te bedenken. Eene rilling ging over
haar geheele lichaam, zij wierp zich op den grond
en het gezichtje in het mos drukkend riep zij
snikkend uit,/0 mamma miaMia cora
mamma
Zaterdag werd te Amsterdam ook de overwinning
der Boeren feestelijk herdacht in het Gebouw van
den Werkenden Stand.
Een Antwerpenaar zond aan President Kriiger
een telegram van dezen iuhoud //Gelukwensch
namens 3£ millioen Vlamingeji."
Dat werkelijk 3^ millioen Vlamingen hem dit
mandaat opgedragen hebben, is wel aan eenigen
twijfel onderhevig.
Vanwege de militaire autoriteiten is aan
de burgemeesters verzocht eene opgave te zenden
van het getal paarden, wagens en karren, benevens
dat der veldwachters en politiebeambten in elke
plattelandsgemeente. Verder wordt gevraagd op-
gave van het aantal boden, verbonden aan post-
en telegraafkantoren, met mededeeling naar welke
plaatsen zij den dienst verrichten.
De Nederlandsche Gistindustrie, voor wie
eertijds Belgie als afnemer van gist dreigde ver-
loren te gaan, hangt, naar de Bakk. Ct. meedeelt,
weer een nieuw onheil boven het hoofd. Uit
Engeland bericht men, dat een 4tal gistfabrieken
in aanbouw zijn, waarvan 1 te Londen en 1 te
Glasgow.
Zooals men weet is Engeland een der grootste
afnemers der onvervalschte Nederlandsche gist,
omdat aldaar tot nog toe geen pond gist gemaakt
werd. Als dus, zegt de Bakk. Ct., de Nederlandsche
bakkerij al die gist nog verbruiken moet, zullen
de prijzen nog wel lager gaan.
Werd in 1894 reeds het 50-jarig bestaan
der leerschool, verbonden aan den Klokkenberg
te Nijmegeu, herdacht, op 6 Mei aanstaande zal
het 50jarig bestaan der normaalschool gevierd
worden.
Tot dit doel heeft zich reeds een commissie
van oud-leerlingen gevormd om door een reunie
en aanbieding van een geschenk blijvende belang-
stelling te toonen in deze inrichting, welke in 1846
gesticht werd door Mr. J. J. L. van der Brugghen,
Mr. W. baron van Lijnden, Mr. baron Mackay
en Ds. E. A. Zubli.
Gedurende het bestaan der inrichting werden
door haar meer dan 300 onderwijzers afgeleverd
die behalve in ons land ook in Oost- en West-
Indie werkzaam zijn.
Ten bewijze der drukke scheepvaart op het
kanaal door Zuid-Beveland kan dienen, dat in
1895 dit kanaal is gepasseerd door 33,169 zee-,
stoom-, Rijn- en binnenschepen, met een gezamen-
lijken inhoud van 3,824,754 M3.
z/Waldel" zag zijn meester zoo verwonderd aan
als wilde hij zeggen //Welk een vreemde ge-
schiedenisWat moeten we nu aanvangen
Hij besnuffelde het kind en blafte ongeduldig
toen het snikken niet ophield en zijn meester
besluiteloos de schouders optrok en een verdrietigen
blik wierp op de zon, die nu glansrijk boven den
Adleistein omhoog steeg, zoodat op eenmaal alle
rozenroode, violette en blauwachtige kleuren ver-
dwenen voor eene zee van helder licht.
z/Verstaat ge geen Duitsch kleine vroeg
Santner, het kind weer oprichtend. //Ik moet weg.
Zeg mij wat u deert. Er kunnen wel uren voor-
bijgaan, eer iemand anders hier langs komt."
Hij sprak zeer langzaam, opdat zij hem beter zou
kunnen verstaan. //Ge zult immers verhongeren
en verdorsten, zoo geheel alleen hier. Met wie
zijt ge hier gekomen? Hebt' ge uwe ouders
verloren
Het kind trachtte te spreken, maar zij liet eerst
slechts onduidelijke klanken hooren. Eindelijk sta
in elde zij//Niet kan Duitsch. Mia mamma dort
Zij wees met de hand in de richting naar de hut.
Daarna met ontzetting naar het geweer ziende,
maakte zij de beweging van het schieten. //Mia
mamma giace sulla terra tutta immobile."
Santner verstond de haastig onder snikken uit
gesproken woorden van het kind niet. Maar uit
hare gebaren had hij begrepen, dat iemand ge
schoten moest hebben. Dit was voldoende om
zijne nieuwsgierigheid op te wekken. Hij nam
het kind bij de hand en zeide, dat hij naar hare
moeder wilde zien, en naar de hut wilde gaan.
Daarna vroeg hij of de voet haar nog pijn deed.
NEIJZENSCBE COERAVT
»U bind verscliijnt 5S»»n«tatf-, WoeMdaB- en VriJ,lagavon.l«mte«onderd op Feesf.lagen. l.ij aitffever 1». J.
VAH OK SilHE te Ter Meuzen.
Mijno moeder ligt op den grond, geheel onbewegelijk.