f Ij
voor bewaarschool-onderwijzeressen te Leiden en van
den heer Mutsaers om niet toe testaan f 3000
voor de Haagsche kookschool, als zijnde z. i. geen
onderwerpen van staatsbemoeii'ng.
De heer Bool achtte herstel van de subsidie
van f 5000 noodig en billijk.
Onder toezending van het noodige materieel
is door den Commissaris der Koningin aan de
gemeentebesturen in deze provincie eene circulaire
gericht waarbij uitvoerige voorschriften worden
gegeven voor de door de hoolden van dag-, avond-
en herhalingsscholen in de verschillende gemeenten
in te vullen tabellen voor de statistiek van het
lager onderwijs over 1895.
Teneinde o. a. te weten hoeveel van de kinderen
voor wie op 1 Januari 1896, het tijdvak, waarin
de lagere school pleegt te worden bezocht, zoo
goed als geheel is afgeloopen, in het geheel geen
lager onderwijs hebben genoten, moet op een der
daarvoor aangewezen tabellen opgave worden gedaan
van het getal elfjarige (in 1884 geboren) kinderen,
die nimmer lager onderwijs hebben genoten.
Zoo ook is betreffende een onderzoek naar de
redenen van het oogenblikkelijk schoolverzuim een
tabel ter invulling bijgevoegd.
De Minister van financien verklaart ook nu
in zijn begrootingsantwoord, dat de vermogens-
belasting hier en daar ,/op grove wijze" is ontdoken.
Tegen de ontduiking zijn maatregelen genomen.
Dinsdagnamiddag werd te Zierikzee eene
openbare vergadering van den gemeenteraad ge-
houden, die spoedeischend was bijeengeroepen.
Op een na waren alle leden tegenwoordig.
Het punt, op de agende vermeld, was voor-
ziening in de stormschade aan het Westhavenhoofd.
Ter behandeling dezer zaak wordt de openbare
vergadering gesloten.
Na heropening der zitting wordt met algemeene
stemmen aangenomen een voorstel van het dage-
lijks bestuur, om de thans aan het havenhoofd
aanwezige Vilvoordsche steen te doen vervangen
door bazalt en burgemeester en wethouders ge-
machtigd de herstelling te doen plaats hebben op
zoodanigen tijd en wijze als noodig zal worden
geoordeeld.
Nadat deze beslissing was gevallen, gaf de heer
Franse een denkbeeld in overweging, om n. 1. een
nieuw bestuur over de havendijken op te richten,
waarop de heer Fokker zegt, dat, als Burg, en
Weth. dit papieren kind van den heer Franse ter
harte nemen, zij er weinig plezier van zullen hebben,
en ook het kan niet, zegt spreker, want die dijkeu
behooren onder den polder Schouwen.
Uit Sluis (Zeeland) werden Dinsdag vijf
waggonladingen vet vee (le kwaliteit) langs het
grensstation Westcapelle in Belgie ingevoerd.
Na daar ter plaatse door den veearts te zijn
gekeurd en gezond bevonden, werd het vee dat
bestemd was voor de slachthuizen te Brussel en
Brugge, ter vedere verzending toegelaten.
Bij aankomst te Brugge werd de zending, be
stemd voor Brugge, onder politiegeleide naar het
slachthuis gebracht, terwijl de overlading van het
vee, bestemd voor Brussei eveneens onder politie-
toezicht plaats vond.
TER NEUZEN, 13 December 1895.
In ons vorig nummer deelden wij mede, dat
de lijn MechelenTer Neuzen door den Belgischen
Staat was overgenomen. Wij deden dit op gezag
van de Gazette van Gent die in haar nummer
van Dinsdag 11. het volgende meldt
//Lijn MechelenTer Neuzen.
Tusschen het bestuur van den spoorweg Meche
lenTer Neuzen eu het ministerie van den heer
Vandenpeereboom is het verdrag geteekend van
overname van gezegde lijn mits de som van 12
millioen frank.
digingen, die hij op bedekte wijze en zijn moeder
vandaag zelfs zeer duidelijk had uitgebracht tegen
zeer achtbare personen. Hij behield zich voor,
daaromtrent later eene aanklacht in te dienen,
maar op dit oogenblik wenschte hij alleen de
gronden na te gaan, waarop de bewering rustte,
dat Gertrude von Kauffel nog zou leven en ge-
vlucht zou zijn, met medeweten en hulp van den
beklaagde.
Hij besprak een voor een de opgaven van
George en zijn moeder en weerlegde die met zooveel
scherpe ironie, dat ieder meende, dat de beklaagde
nu zelf moest overtuigd zijn van het onhoudbare
zijner verzinsels en op de eerste aansporing van
den president een berouwvolle bekentenis zou
afleggenop George's gefronst voorhoofd en samen-
geperste lippen was zulk een besluit echter nog
niet te lezen. //Het lijk van zijn slachtoffer
wordt gevonden," vervolgde de aanklager, //maar
zelfs in bijzijn van dat lijk blijft de beklaagde
zijn praatjes volhouden. Ja, de vreeselijke ver-
minking daarvan grijpt hij aan om te ontkennen,
dat het Gertrude von Kauffel's lijk is, terwijl dit
toch door haar familie dadelijk wordt herkend en
dan ook in den familiegrafkelder wordt bijgezet.
Hij blijft bij zijn verzinsels volharden, niettegen-
staande hij weet, dat hij door zijn misdaad ook
de zuster van zijn slachtoffer den doodsteek heeft
gegeven. Tegen dezen verstokten zondaar eisch
ik schuldigverklaring aan moord, en ik verwacht
met vertrouwen, dat de heeren gezworenen die
eenstemmig zullen uitspreken."
Toen de overname van AntwerpenGent gekend
was, was de bevolking van St. Nicolaas ontroerd
thans zal zij met vreugde vernemen dat de lijn
MechelenTer Neuzen staatsspoorweg wordt
want vreesde men eerst dat de ateliers gingen
verplaatst worden naar GentBrugge, heden heeft
men de stellige verzekering, dat de werkhuizen
van AntwerpenGent even als degene van Meche
lenTer Neuzen zullen gevestigd blijven in de
Waalsche hoofdstad, dit dank aan de bemiddeling
van den burgemeester en volksvertegenwoordiger
den heer Van Naemen. De stad St. Nicolaas zal
als iniddelpunt dienen tusschen Mechelen, Ant
werpen en Gent."
Reeds dadelijk na het verschijnen van ons blad
vernamen wij dat dit bericht onwaar of minstens
voorbarig moest wezen.
Na onderzoek kunnen wij thans officieel mede-
deelen, dat het bericht onwaar is en dat er zelfs
nimmer sprake van geweest is dat de lijn
Meclielen—Ter Neuzen aan den Belgischen
Staat zou overgaan.
Herhaalde malen is door ons gewezen op de
vermomde bedelarijde lucritieve //zaak" venten
van postpapier enz. Wij gaven indertijd hiervan
aardige staaltjes. Ongelukkige menschen, die
omdat ze een ziekte hadden, waarvan men liefst
niet de uitwerking zag, of weer anderen die een
lichaamsdeel misten, konden zooveel aan den man
brengen, dat ze 's avonds ,/genoeg hadden."
Het is daaroin een goed idee van den heer
Van Waesberghe, burgemeester van Hulst, dat hij
zijne ingezetenen in deze regelen waarschuwt voor
deze lui
z/Menigmaal wordt de klacht geuit, dat vooral
in den laatsten tijd deze gemeente, als het ware
wordt overstroomd door rondtrekkende kooplui
in papier, potlooden, pennen, galanterien, zeep,
garen en band en meer waardelooze voorwerpen.
Het behoeft geen betoog, dat die personen
meestal geen bestaan vinden in hetgeen zij met
hun handel verdienengewoonlijk is dit ook
niet het doel, immers de meesten speculeeren op
de bekende weldadigheid van de ingezetenen en
halen een goed daggeld op.
Hoe meer Hulst, onder deze quasi-kooplui de
naam van //goed" krijgt, des te meer zal de stroom
van iandloopers en bedelaars toenemen.
Het geven aan elken vreemden bedelaar, met
of zonder voorwerpen of waren, komt overigens
ten nadeele van onze eigene armen en geeft den
kwaadwilligen gelegenheid de huizen te bespieden
en (e bestudeeren, hoe nachtelijke inbraak en
diefstal kan gepleegd worden en zoodoende de
rust en veiligheid der ingezetenen te belagen.
Daarom iugezeten, veroorloof ik mij de vrijheid
u beleefd maar dringcnd te verzoeken, u door geen
valsch medelijden te laten verleiden, en nog meer
bedelaars en Iandloopers, met al de daaraan ver-
bonden nadeelen en gevaren naar de gemeente
te lokken."
Bij Koiiinklijk besluit is herbenoemd tot
burgemeester van Koewacht de heer C. J. F.
Dierick.
De Oostenrijksche bark Zora, die op de
Spijkerplaat aan den grond zit, is gebroken. Men
zal trachtten het schip, met spoorstaven en
stukgoederen geladen, te lossen.
Volgens een later bericht is gisterenochtend in
den toestand zoodanige verslimmering gekomen, dat
het schip vermoedelijk verloren zal zijn.
Borssele, 12 Dec. Jl. Maandagavond te onge-
veer zes ure werd bij den landbouwer C. Mol de
deur opengegooid.
In de gang werd daarop een zeer duidelijk
geschreven briefje gevonden, welks inhoud een
bedreiging bevatte, gericht aan de bewoners van
beide in een vorig nummer genoemde hofsteden.
Met het gevoel van een overwinnaar ging de
officier van justitie zitten. Hij mocht tevreden
zijii over de uitwerking zijner redede overwin-
ning scheen zoo goed als zeker, en met zeker
medelijden keek hij naar Dr. Pfeiffer, die eenige
woorden fluisterde met den beklaagde, eenige
papieren schikte en zich nu gereed maakte om
zijn verdedigingsrede te beginnen.
Op dit oogenblik uaderde een deurwaarder en
reikte hem een brief over, waarbij hij nog een
mondelinge boodschap voegde. Pfeiffer's blik
vloog over de weinige regelen, die de brief bevatte.
Flij werd zeer ontroerdhij kon zich nauwelijks
beheerschen, toen hij op den president toetrad en
dezen den brief toereikte. Zoodra deze den brief
had gelezen, werd hij eveneens zeer ontroerd, en
zijn stem klonk onvast, toen hij het gerechtshof
verzocht met hem in de raadkamer te gaan, om
te beraadslagen over een plotseling Cpgekomen
verandering in deze zaak.
Onder het publiek werd nu druk gefluisterd
niemand wist, wat er gebeurd was, en toch ver-
moedde ieder, dat het iets bijzonders moest zijn
iets, dat aan de loop van het proces een geheel
onvoorziene wending kon geven. Men was daarom
tamelijk teleurgesteld, toen de president bekend
maakte, dat zich nog een getuige had aangemeld,
die met toestemming van den officier van justitie
en van den verdediger nog zou worden in verhoor
genomen.
Deze getuige, of liever deze getuigen, werden
nu binnengeleid. Twee jonge vrouwen in het
RECHTSZAKEN.
Arroudissements-rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 13 Dec.
het volgende vonnis uitgesproken
A. B., oud 24 j., landbouwer te Stoppeldijk, is
wegens mishandeling veroordeeld tot 5 boete of
5 dagen hechtenis.
Bij het op heden door bovengenoemde recht
bank uitgesproken vonnis is Isaac March Sheriff,
oud 32 jaar, geboren te South-Shields, wonende
te Londen, gezagvoerder van het Engelsche stoom-
schip //Sea Gull" vrijgesproken van het aan
hem bij akte van dagvaarding ten laste gelegde,
de kosten te dragen door den Staat en zulks op
grond van de navolgende overwegingen
O. dat bewezen is door de ter terechtzitting
onder eede eensluidend afgelegde verklaringen van
C. Dumon, C. J. Loesberg, J. Doense, H. Houcke
en C. L. Ureel, dat zij deel hebben uitgemaakt
van de bemanning der Belgische loodsboot de
ijzeren kiel n°. 5, welke in den namiddag van
14 November 1894, omstreeks 2 uur, de Wester-
haven van Ylissingen is uitgevaren om een loods
af te zetten aan boord der Engelsche stoomboot
Sea Gull", welke uit zee kwam met bestemming,
zooals zij uit ervaring weten, naar Gent, en verder
dat die loodsboot op 3 a 400 meter uit den wal met
gemelde stoomboot in aanvaring is gekomen, met
het gevolg dat de mede in die loodsboot aanwezigen M
de Munck, loodsschipper, Van Fraeijenhove en
Loeveninck, rivierloodsen en A. van den Boven
kamp en P. J. de Munck, roeiers, zijn verdronken,
welke dood ten aanzien van M. de Munck, A. van
den Bovenkamp en P. J. de Munck mede bewezen
wordt door de ben betreffende extracten uit de
registers van overlijden der gemeente Vlissingen,
ter terechtzitting overgelegd en voorgelezen
O. dat den beklaagde, die der terechtzitting
heeft erkend gezagvoerder van de ,/Sea Gull" te
zijn en op gemelden tijd er mede uit zee te zijn
gekomen met bestemming naar Gent, te Vlissingen
eene loodsboot te hebben zien uitkomen blijkbaar
om, als naar gewoonte, hem een loods af te
geven wordt ten laste gelegd, dat die aan
varing te wij ten is aan zijne schuld, vermits toen
de loodsboot met gestreken zeil in zijne nabijheid
was en een zuid-zuid-westen wind woei met
reefde koelte en holle zee, hij zijne zeil en, speciaal
zijn voorstagzeil, niet heeft gestreken en niet onder
stoom is gebleven, waardoor zijn schip te veel
drift had of in ieder geval slecht stuurde en
daardoor tegen de loodsboot is aangevaren en deze
is gezonken
O. dienaangaande dat, naar luid der verklaringen
der hiervoren genoemde getuigen alsmede der ge
tuigen A. H. van den Bovenkamp, L. M. Sterzen-
bach en anderen, de //Sea Gull" de reede van
Vlissingen doorlag in zuid zuid oostelijke richting,
doch toen zij en de loodsboot elkaar op 15 a
20 meter genaderd waren, in oost noord oostelijke
richting afviel en de loodsboot aanvoer, terwijl
volgens de opgave van den beklaagde en de be
manning der Sea Gull", deze laatsten als getuigen
a decharge gehoord, de stoomboot niet is afgevallen
doch de loodsboot de stoomboot naderde, bij den
wind zeilende en op 15 a 20 meter van haar ge
komen, door den wind ging en haar groot zeil
liet vallen met het gevolg dat zij tegen den boeg
van de stoomboot aankwam of in elk geval zoo
dicht voor dien boeg kwam, dat de stoomboot
buiten staat was tijdig te stoppen en de aanvaring
te voorkomen
O. dat de getuigen a charge hunne verklaringen
wel met reden van wetenschap hebben omkleed,
doch dat de rechtbank bij de waardeering der ge-
tuigenverklaringen in aanmerking moet nemen,
dat zoowel de getuigen a charge als die a decharge
de aanvaring hebben waargenomen van hun tegen-
strijdig standpunt, dat de getuigen Loesberg,
Doense, Houcke en Ureel des avonds na hunne
aankomst te Ter Neuzen, aldaar volgens de ver
klaringen van verschillende getuigen, hebben te
kennen gegeven, dat de kapitein der //Sea Gull"
aan de aanvaring geene schuld had, en eindelijk
dat door de gehoorde deskundigen eenparig is ver-
grijs en zwart gekleed traden door een deur
achter de zitplaats der rechters de zaal binnen en
namen plaats voor de balie. De eene sloeg den
sluier terug en nu klonk van de bank der
beschuldigden, van de plaats der getuigen en ook
uit het publiek gelijktijdig de kreet
//Gertrude Gertrude von Kauffel
Maar hoe verschillend was de klank der stemmen.
Van den een was het de dankbare jubelkreet van
den man, die op het laatste oogenblik uit den
dreigendsten nood wordt verlost. Van den ander
de razende wanhoopskreet van den man, die
plotseling zijn spel verloren ziet. Beide werden
echter overstemd door de uitroepen van verbazing,
van vreugde of van twijfel, die uit het publiek
kwamen.
Herhaaldelijk moest de president tot stilte
aanmanen met bedreiging, dat hij de zaal zou
laten ontruimen, voordat het gedruisch genoeg
bedaard was om de gerechtelijke handeling te
kunnen voortzetten.
Doch kon daar eigenlijk wel sprake van zijn
Was het tooneel niet geheel veranderd Het was
geen terechtzitting meer, het was de vertooning
van een drama.
(Wordt vervolgd.)
klaard, dat een //afvallen van de //Sea Gull" van
oost zuidoost naar oost noordoost, d. i. 4 streken,
zooals de getuigen Van den Bovenkamp en Sterzen-
bach hebben opgegeven, niet heeft kunnen plaats
hebben tusschen de oogenblikken waarop de loods
boot, naar de voorstelling dier getuigen stil lag
en zij werd aangevaren, tusschen welke momenten
er slechts naar hunne deskuudige berekening en
in aanmerking nemende dat de //Sea Gull" 3 a 4
mijlen liep, een tijdsverschil van enkele seconden ligt
O. dat de rechtbank, bij het groot verschil der
getuigen omtrent de wijze waarop de aanvaring
heeft plaats gehad, bij haar oordeel daaromtrent,
noch de voorstelling der getuigen a charge noch
die der getuigen a decharge onvoorwaardelijk kan
aannemen de wijze van aanvaring, als in rechte
niet vaststaande moet aanmerken, doch dat zij
alleen als bewezen aanneemt dat de //Sea Gull"
de loodsboot en niet deze de ,/Sea Gull", zooals
de beklaagde beweert, heeft aangevaren
O. dat de Rechtbank derhalve heeft te beoordeelen
aan de hand van de verklaringen der deskundigen,
of die aanvaring te wijten is aan eene der daarvoor
bij dagvaard gestelde oorzaken
O. daaromtrent dat al moge het door de des
kundigen a charge als onnoodig en in zekere mate
onvoorzichtig geoordeeld zijn dat het stoomschip
z/Sea Gull' met zeilen op zich op de reede bevond
tot het ontvangen van een loods, zij in ieder geval
ook hebben verklaard, dat dit stoomschip, hetwelk
gebleken is een vaart te hebben van 3 a 4 mijlen,
niet te veel drift kan gehad hebben om niet te
luisteren naar het roer, in welk geval alleen het
in werking brengen der schroef zijn nut zou kunnen
gehad hebben en dat zij niet kunnen beoordeelen
of de //Sea Gull" in 't algemeen of in dit geval
slecht stuurdedat deze deskundigen verdeeld
waren over de vraag of de ,/Sea Gull" die 2 zeilen
had aan de voormast en een aan de tweede mast,
door de werking van den wind op de voorzeilen
met den kop kon afvallen en alzoo tegen de
loodsboot aankomen dat gelijk hiervoren is gezegd,
de deskundigen in geen geval aannemen het afvallen
van 4 streken, doch dat 2 dier deskundigen mogelijk
achtten, dat die 2 voorzeilen tengevolge konden
hebben dat de kop eenigszins door den wind werd
omgezet, terwijl de derde meende dat het zeil aan
de 2e mast dit afvallen zoude belettendat echter
door de deskundigen a decharge eenparig is verklaard,
dat onder die omstandigheden het afvallen niet
als een gevolg van de zeilen zou kunnen worden
aangemerkt
O. dat de Rechtbank met het oog op het oordeel
der deskundigen, derhalve niet kan aannemen, dat
de loodsboot is aangevaren doordat de //Sea Gull"
een of meer harer zeilen niet had gereefd, te veel
drift had of te slecht stuurde;
O. buitendien dat, naar het oordeel der des
kundigen a decharge, gegrond op het door hen
bijgewoond getuigenverhoor, de oorzaak der aan
varing daarin ligt, dat de loodsboot bij het laten
vallen van haar grootzeil of de stoomboot reeds
te veel was genaderd of tegen haar boeg schoot
en dat in beide gevallen de stoomboot niet in staat
was door tijdig te stoppen, de aanvaring te voor
komen, welk oordeel ook is gegrond op de ver-
klaring van den lsten machinist der stoomboot,
dat hij te 2 uur 2 minuten, het oogenblik waarop
kan aangenomen worden dat de aanvaring dreigde
te zullen plaats hebben, van den kapitein het
kommando kreeg //easy a head" en zoo onmiddellijk
daarop ,/stop", dat hij aan het eerste kommando
niet kon voldoenuit welke verklaring speciaal
door den deskundige Deddes de gevolgtrekking is
gemaakt, dat de kapitein, de aanvaring ziende
aankomen, deze trachtte te voorkomen, doch terstond
bemerkte dat het te laat was en waaruit tevens
door dien deskundige is afgeleid, dat het stoom
schip niet afgevallen was
0. dat mitsdien de Rechtbank het den beklaagde
in de eerste plaats te laste gelegde, niet bewezen
acht
O. dat den beklaagde in de tweede plaats is
te laste gelegd, dat hij heeft nagelaten, toen de
bemanning der loodsboot te water lagen in levens-
gevaar verkeerde, die hulp te verschaffen, die hij,
zonder gevaar voor zich zelven, zijn schip of de
bemanning, kon verleenen, doch onmiddelijk'na
het ongeval is weggestoomd, geen anker heeft
laten vallen en geene boot heeft uitgezet
0. dat dit feit wel behoort tot de bevoegdheid
van den Kantonrechter doch daar de verwijzing
naar dien Rechter niet is gevraagd, de Rechtbank
de zaak zelf behoort af te doen
0. dat ter terechtzitting is gebleken dat de
beklaagde en zijne bemanning na de aanvaring.
aan de te water liggende mannen der loodsboot
hulp hebben verleend en vier hunner aan boord
hebben gehaald, dat aannemelijk is de opgave
van den beklaagde, dat, terwijl zij met het red
den dier mannen bezig waren, er geen gelegen
heid was tevens het anker te laten vallen of eene
boot uit te zetten, voor elke van welke handelingen
5 a 10 minuten vereischt worden, dat verder,
volgens de niet weersproken opgave van den
beklaagde, zijn schip middelerwijl zoozeer naar den
wal afdreef dat hij verplicht was op te stoomen
om niet aan den grond te komen, terwijl hij daarbij
heeft gevoegd, dat hij toen weer heeft gestopt,
doch ziende dat er vaartuigen ter plaatse van het
ongeval waren, naar Ter Neuzen is doorgestoomd
O. dat wel kan worden aangenomen, dat de
beklaagde is te kort geschoten in belangstelling
in en gevoel voor hen die het slachtoffer waren
-Jinn -r.i i
//a