Algemeen
Mieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen
No. 3223.
Zalerdag 2 November 1895.
~iTki\ EN I ).MA k IN
as 2)3
35e Jaar^unsr.
De Burgemeester der (jeineente Ter Aeuzen
Binneniand.
ABONNEMENT
Per dne maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederlaud 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,324.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruiuite berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verininderden prijs.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd tegen Maandag den
4 November 1895, des voormiddags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 31 October 1895.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.
De //Yisschersvereeniging" te Philippine is
bij Kon. besluit van 16 Oct. als rechtspersoon
erkend. Zij is aangegaan voor den tijd van tien
jaren, gerekend van 19 Aug. 1894.
Zij stelt zich ten doel het bevorderen van een
kameraadschappelijken geest onder de leden en het
behartigen hunner belangen en tracht dit doel te
bereiken door het houden van vergaderingen,
waarop die belangen overwogen worden, en door
het resultaat dier overwegingen, zoo noodig, ter
kennis te brengen van de daarbij betrokken
personen.
De vereeniging bestaat uit gewone en buiten-
gewone leden. Gewone leden zijn visschers
buitengewone leden zijn personen (geen visschers)
bij de visscberij belang hebbende. Alle leden der
vereeniging, zoowel buitengewone als gewone,
betalen een jaarlijksche contributie van 1, ter
bestrijding van de onkosten dezer vereeniging.
De hoofdingenieur van den provincialen water-
staat in Zeeland heeft een uitvoerig rapport inge-
zonden aan Ged. Staten omtrent den toestand van
bet vaarwater in de Zandkreek en den Zuidvliet.
Zijn conclusie luidt als volgt
Het groote belang, dat Zeeland heeft bij het zoo
lang mogelijk behoud van bruikbare vaarwaters, de
financieele bezwaren, waarop afsluiten de plannen
voor stroomleidende werken tot verbetering van een
bedorven vaarwater in de Zeeuwsche stroornen,
alsmede de groote offers jaarlijks voor behoud der
oevers noodig, maken het m. i. tot een dringenden
eisch dat al die handelwijzen worden tegengegaan,
die nadeelig voor een vaarwater en bezwarend voor
het oeverbehoud moeten of kunnen zijn, en tot
zoodanige handelingen meen ik te moeten rekenen
de verpachting van geheele Zeeuwsche stroornen,
als V eergat en Zandkreek en van de reeds sterk
aangevallen oevergedeelten als noord- en oostkust
van Noord-Beveland, een deel van de oostkust van
F JSU ILLETOnT
Naar het Hoogduitsch van
Jenny Hirsch.
Melnik zat met zijn vrouw aan bet ontbijt,
toen de huisknecht binnentrad en hem achter
Melitta's rug een wenk gaf om beneden te komen.
Ouder een spoedig verzonnen voorwendsel volgde
Melnik hem spoedig. Zoodra bij den visscher zag
vroeg hij //Wei, heb jelui liaar gevonden
z/Ja, genadige beer," antwoordde de man met
zijn muts in de hand en bij verhaalde hoe bet
lijk door ben gevonden was. Toen hij ter sprake
bracbt in welken toestand bet werd opgehaald,
werd Melnik's gelaat aschgrauw, zijn knieen
knikten en hij moest zich aan de tafel vasthouden
om niet te vallen.
//Vreeselijk, afschuwelijk," mompelde bij. ,/En
verminkt tot onkenbaar wordens toe, zeg je
//Ja," antwoordde de visscher, „ik geloof zelfs,
dat de oude mevrouw Von Kauffel, als zij nog
leefde, de jonkvrouw niet meer zou berkennen.
Maar zij is het tocb, wie zou bet anders zijn
//Je hebt gelijk, wie zou het anders zijn?"
berhaalde Melnik, weer tot kalmte komend. //Je
lui hebt de premie verdiend, en je zult die hebben
zoodra ik bet lijk gezien heb. Ga maar in de
keuken, daar zal je een goed maal gegeven worden,
PJ' 1 Icndrik, sprak hij tot den huisknecht,
reng me op rnijn kamer een flesch portwijn en
Zuid-Beveland, enz., met het doel, overal waar
mogelijk mosselen en telen en op te korren.
In de maand Maart 1896 zal plaats hebben
een vergelijkend onderzoek van candidaten, dingende
naar een getuigschrift van voldoend afgelegd examen
voor opzichter van den rijkswaterstant.
Tot deelneming worden alleen toegelaten zij,
die op 1 Januari 1896 het 21ste levensjaar reeds
en het 30ste levensjaar nog niet zijn ingetreden.
Aanmelding voor 1 Februari 1896 aan het
Ministerie van waterstaat, handel en nijverheid
met een op zegel geschreven verzoek.
Voor nadere bijzonderheden en voor het
programma van het examen verwijzen wij belang-
hebbenden naar de Staats Crt. no. 255.
Het blijkt thans dat de toeeigening van
gebruikte postzegels aan het ministerie van kolo-
nien, dezer dagen ontdekt, ook vroeger is geschied.
Toen kort geleden namelijk, in verband met de
uitbreiding van het departement, een der zolders
verbouwd en daartoe moest ontruimd worden,
kwamen tal van pakken postwissels voor den dag.
Deze wissels, te zamen ongeveer 6000 a 8000,
misten postzegels. En toch lagen ze behoorlijk
in pakken gebonden weggesloten.
Vroeger schijnt er aan die postwisselzegels uit
de kolonien niet zooveel waarde te zijn gehecht
als tegenwoordig bet geval is, zoodat ze zonder
boos opzet schijnen gebruikt voor verzamelingen.
Men is thans op het spoor gekomen van den ver-
moedelijken dader van den diefstal. De assistent-
bode De Z. is in verband met dat vermoeden in
zijn woning gearresteerd.
De eerste der nieuwe mailbooten, de Koningin
Wilhelmina, die voor rekening van de Maatschappij
//Zeeland" bij John Elder te Glasgow werd gebouwd
en zooals bekend is bij de proeftochten
de gecontracteerde mijlenvaart niet heeft kunnen
halen, is verleden week van de buiten- in de
binnenbaven te Vlissingen gebracbt.
Bij de twee andere nieuwe booten, de Koningin-
Regentes en de Prins Hendrik, die naar dezelfde
constructie als de Koningin Wilhelmina eveneens te
Glasgow gebouwd zijn en ook de gecontracteerde
mijlenvaart niet konden halen, moet gebleken zijn,
dat de raderbladen te kort waren, waardoor te
weinig vaart werd verkregen.
Naar men verneemt, moet de Prins Hendrik reeds
van langere raderbladen zijn voorzien en toen bij
de proeftocht voldaan hebben.
De Frins Hendrik, die binnenkort te Vlissingen
verwacht wordt, zal voor de Koningin Wilhelmina
nieuwe langere raderbladen medebrengen.
Ten gevolge van de berging van dynamiet
op de Oostpunt van het eiland Rozenburg, tusschen
Maasslnis en Brielle, hebben de gemeenteraden der
omliggende gemeenten zich tot den Minister van
waterstaat gewend, met beleefd, doch dringend
verzoek, alle maatregelen te willen nemen die
kunnen geacht worden, om eene wellicht
noodig
nog vreeselijker ramp, dan te Lobith plaats had,
te voorkomen.
In onze provincie vertoonen zich reeds op
de laaggelegen weide- en bouwgronden een groot
aantal wilde ganzen. Daar zij veel schade kunnen
doen aan de uitgezaaide granen, wordt door velen
kistelooze vergunning tot bet schieten dezer vogels,
door bemiddeling van den burgemeester, aan den
Commissaris der Koningin gevraagd. Velen echter,
geen belanghebbenden, vragen die vergunning, om
een beestje machtig te worden, dat gewoonlijk
tegen 1 aan liefhebbers van de hand wordt
gedaan.
TER NEUZEN, 30 October 1S95.
In de op Maandag 4 Nov. a. s., 's morgens
10 ure, te houden openbare vergadering van den
gemeenteraad alhier, komen de volgende punten
in behaudelingbeeedigen raadslid, benoemen
wethouder, ingekomen stukken.
Inbraken en diefstal te Ter Neuzen.
In den afgeloopen nacht hoorden de winkelier
J. Jurrij en zijne echtgenoote, die juist den eersten
nacht in bun nieuwen winkel doorbrachten, nadat
zij zich hadden te bed begeven, op den zolder
gerucht. In het eerst gaven zij er geen acht op,
in de meening dat er een of ander voorwerp was
omgevallen tot zij na een poos bespeurden dat er
zich een persoon bevond op den overloop, waaraan
hunne slaapkamer grensde. Zij vlogen het bed
uit en terwijl de vrouw het raam opschoof en hulp
begon te roepen riep de heer Jurrij tot zijn vrouw
z/geef me rnijn revolver eens aan, die legt op de
wascbtafel." Ofschoon niet in 't bezit van zoo'n
wapen werd de ongenoode gast bevreesd en had geen
lust den loop der zaken af te wachten, hij koos
weer langs den zolder het hazenpad, in zijn haast
een spiegel en een Chineesch schenkblad brekend.
Ininiddels waren door het bulpgeroep der vrouw
de bewoners der tegenoverliggende woning (waar
de heer des huizes afwezig was) wakker geschrikt,
en met den stand der zaken op de hoogte komend'
begonnen ook zij in koor om hulp te roepen en
waarschuwden een paar daar passeerende personen.
De surveilleerende politieagent Hamelink kwam
op het alarm af waarop men hem toeriep, dat er
was ingebroken en de inbrekers het huis reeds
verlaten hadden. Terstond in den omtrek een
onderzoek instellehd bemerkte bij in de Lange
Kerkstraat voor hem uit een persoon, die zijn
haast scheen te deelen, want hoe vlugger bij liep,
hoe sneller ook zijn voorganger beenen maakte
tot hij hem in de Nieuwstraat ter hoogte van het
kogelpark, uit bet oog verloor. Kort daarna zagen
de overburen van den heer Jurrij een persoon
passeeren in grijze jas en dito hoed, komende van
den kant der Axelsche brug en gaande naar
den kant der Nieuwstraat.
Ondertusschen had Hamelink de overige ge-
meente-politie gerequireerd, die, later versterkt
door rijks-polilie, naar verschillende kanten een
onderzoek instelde.
De agent Andriessen werd gelast naar den kant
van Sluiskil uit te zien en begaf zich per velocipede
daarheen. Aldaar wachtende, zag hij omstreeks
half vijf een persoon aankomen, die eenigszins
vol deed aan het signalement, voor zoover men
dit van den nachtelijken wandelaar bad kunnen
geven, die zich in een herberg begaf. Andriessen
volgde hem en knoopte in de herberg een gesprek
met hem aan. De vreemdeling ontroerde eenigszins,
doch toonde verder geen ongerustheid, vermoedelijk
in de gedachte, dat bet een daar gestationeerde
veldwachter was, nog niet met de inbraak op de
hoogte. Ondertusschen werd bet tegen den tijd,
dat de eerste trein in de richting van Gent zou
passeeren en de vreemdeling, die zeide naar Ant-
werpen te moeten, vroeg aan de vrouw van den
berbergier voor hem een kaartje te nemen naar
Gent. Toen de trein aankwam begaf bij zich daar
been om in te stappen, gevolgd door Andriessen,
die, in de wetenschap, dat er politiebeambten met
den trein meekwamen, dit oogenblik had afgewacht
om hem te arresteeren en hij leverde hem toen
over in handen van den wachtmeester, die met
een tweetal andere beambten gearriveerd was en
met den eersten trein, die alhier aankomt, kwam
men met den arrestant aan.
Terwijl dit te Sluiskil plaats greep was door den
restaurateur en logementhouder Koevoets, aan
t station alhier, bij de rijkspolitie aangifte gedaan
dat er bij hem was ingebroken en gestolen. Toen
hij ongeveer 6 ure opstond, bespeurde hij dat het
raam van een slaapkamer achter de gelagkamer
was opgeschoven, de secretaire opengebroken en
verschillende gouden en zilveren voorwerpen, be-
nevens voor een waarde van ongeveer f 100 in
Fransche koperen pasmunt, Belgisch zilver geld,
dito Hollandsch geld en centen, was ontvreemd
een niet gangbaar vijf- en tweefrankstuk, benevens
een oud horloge waarin de naam van den heer
Koevoets was gegraveerd, bad men laten liggen. De
sporen van den beitel waarmede het meubelstuk
zeg aan rnijn vrouw, dat ik wegens een dringende
bezigheid niet aan bet ontbijt kan terugkomen."
De zware wijn, waarvan bij snel een paar glazen
dronk, hielp Melnik om een opkomend gevoel van
zwakte en duizeligheid te overwinnen. Toen bij
een half uur later weer bij Melitta binnentrad,
zag bij er echter nog zoo slecht uit, dat zij uit
haar luierstoel opsprong en riep //Lothar, wat
is er gebeurd? Is er tijding gekomen van Ger
trude
Melnik kwam naast haar zitten, nam haar handen
in de zijne en zeide met half verstikte stem
//Lieve, lieve Melitta, wees sterkik kan je het
niet langer verzwijgen Gertrude is gevonden
z/VV aar? vroeg zij verheugd opspringend. Waarom
zeg je dat zoo treurig? Ik wist wel dat ze nog 1
z/Omdat ze dood is opgevischt uit het Kellermeer,"
viel haar echtgenoot in, die niet meer wilde hooren
van de hoop, die zij nog steeds koesterde. De
gedachte dat Gertrude dood kon zijn, had ze
voortdurend van zich afgeworpen, en Melnik had
haar hierin gesterkt. Zij bad niets vernomen van
bet zoeken in het Obermeer, het vinden van bet
horloge en van de loopende geruchten. De heer
Bauer, Gertrude's voogd, had sleclits weinige uren
op den Godeberg vertoefd, en daar zij toen wegens
overspanning der zenuwen te bed lag, was hij
door Melnik alleen ontvangen geworden. Deze
liield hem ook verder met den loop der zaken op
de hoogte. Aan de dienstboden was streng ver-
boden, daarvan iets aan Mevrouw te vertellen, en
Melitta werkte bijzonder mee. Haar neiging om
alles van zich af te weren, wat onaangenaam was,
scheen bij haar sterker te zijn dan eemge andere
neiging; zij paste wel op, datze naar niets vroeg;
als de kinderen haar ongeduldig naar iante Ger
trude vroegen, antwoordde zij, dat tante op reis
was en geruimen tijd zou wegblijven.
Het eerste wat mevrouw Yon Melnik op de
treurige mededeeling van haar man antwoordde,
was ook nu //Het is niet waar, bet kan niet
waar zijn
z/Het is, helaas, maar al te waar," antwoordde
Melnik, //ik wist het reeds sedert twee dagen,
maar ik wilde je niet bedroeven, voordat wij de
treurige zekerheid hadden." En nu verhaalde hij
van de nasporingen in bet Obermeer, het vinden
van het horloge en eindelijk van het opvisschen
van Gertrude's lijk.
Zij was opgesprongen en liep nu handenwringend
in de kamer been en weer. //Mijn zuster, rnijn
arme zuster, oh, had ik kunnen denken, dat
ik je nooit, nooit zou wederzien jammerde zij.
z/Maar ik wil haar zien, ik wilriep zij, plotse-
ling een besluit nemende, terwijl zij voor haar
man bleef staan. //Waar is zij, Lothar? Ik wil
er heen
Hij stond op en sloot haar in zijn armen.
z/Laat die gedachte varen, lieve l^elitta. Het zou
je te veel aangrijpen. Men heeft haar in het
hjkenhuis te Eutin gebracht; ik rijd er onmidde-
lijk been."
//In het lijkenhuis Dat mogen wij niet dul-
den, zij moet dadelijk aan ons worden overgegeven."
z/Dat gaat zoo gemakkelijk niet. Eerst moet
worden vastgesteld dat zij het is."
z/En wie zou dat beter kunnen vaststellen dan
wij Ik rijd met je mee
z/Maar Melitta
z/Neen, daar laat ik me niet van terughouden,"
zeide zij, in haar ijver niet bemerkende, dat Mel-
niks tegenstand niet ernstig gemeend was. Hij
maakte nog eemge tegenwerpingen, maar eindelijk
zeide bij „Welnu, je zult je zin hebben, arme
Melitta. Ik zou je zoo gaarne verschoond hebben,
maar ik zie, dat deze bittere kelk je niet kan
voorbijgaan."
Hij had gescheld, aan den binnentredenden huis
knecht zeide bij nu //Het rijtuig met vier zit-
plaatsen moet voorkomende juffrouw moet mijn
vrouw aankleeden en daarna zich gereed houden
om met ons naar Eutin te rijden. Jij moet ook mee."
z/Waarom, Lothar?" vroeg Melitta.
z/Ik wil iemand bij de band hebben, wanneer
je door die zaak te veel wordt aangedaan, ant
woordde hij. Dat bij die menschen meenam om
ook getuigenis af te leggen voor de herkenning
van het lijk, wilde bij zijn vrouw niet zeggen.
Een half uur later kwam het rijtuig voor, en
onder bet weenen en jammeren der achterblijvende
buisgenooten, stapte mijnheer Yon Melnik met
zijn vrouw en de kamenier in het rijtuig, terwijl
de huisknecht naast den koetsier op den bok
plaats nam. Eerst nu betreurde men Gertrude von
Kauffel als een overledene; tot dusver bad men
nog altijd eenige hoop gekoesterd, dat zij zou
terugkeeren.
(Wordt vervolgd.)
TER \EIZEVSf
COBRA HIT.
OK I V I) S-; te Ter Yeitzen.