ZEETUDINGEN,
Van 23 tot en met 24 October.
15)
Van 23 tot en met 24 October werden langs de
Oostsluizen alhier 47 binnenvaartuigen op- en 52
ifgeschutdoor de Westsl. 7 op- en 3 afgeschut.
trokken post voor herstelling van rasterwerk langs het
Schelpenpad. Hij geeft in overweging om dit niet te herstellen
Het is bespottelijk.
De Voorzitter zegt dat reeds meermalen geprobeerd is om
door de genie van die verplichting ontslagen te worden,
zonder gevolg eehter. Er is zelfs indertijd nog over gesproken
op de audientie bij den Minister van oorlog, waar de beer
Van IJsselsteijn ook bij tegenwoordig was, maar zonder
gevolg.
De heer Van IJsselsteijn meent dat er nu weer een andere
stiooming beerscht en zou het nog eens willen probeeren.
Er zijn tal van argmnenten om 't bespottelijke van die afras-
tenng in 'tlicbt te stellen.
De heer Van der iVloer beeft er zelf met den kapitein van
de geme over gesproken, die zeide dat het was om de kleine
jongens op den afgesloten grond te weren.
De beer Van IJsselsteijn: Net of ze er langs den anderen
kant met oploopen, waarom het ook bespottelijk is.
De Voorzitter meent dat het toch wel wat geeft.
De heer Van IJsselsteijn wijst er op dat het zodveel geeft
dat de inwoners een lat uitbreken om op den afgesloten grond
te kunnen bleeken.
De heer Van der Moer en de gemeente moet maar
voor het onderhoud zorgen.
De heer Van IJsselsteijn zou het Dag. Best, nogmaals
pogingen willen laten aanwenden om van het onderhoud van
het rasterwerk ontslagen te worden.
De Voorzitter gelooft niet dat het helpen zal, want men
is tegenwoordig juist bezig om zooveel mogelijk den grond
at te rasteren.
Overeenkomstig het denkbeeld van den heer Van IJsselsteijn
wordt besloten.
Art. 5. Onderhoud van straten enz.
De heer Van der Hooft zegt, dat hieronder begrepen is de
"Pril in de Vlooswijkstraat, die verbeterd moet worden. De
vraag is hoe
De heer VisserDe Commissie van Fabricage heeft be
sloten voor te stellen de oude gladde keien uit te nemen en
deze te vervangen door betere keien.
De heer Van der HooftDan toch alleen het onderste
gedeelte, daar waar de gladde keien leggen.
De heer Visser zegt, dat de april niet gemakkelijk ligt,
deze week is 't weer gebeurd dat er een paard viel.
De heer Joz. de Feijter is van meening dat als er geen
macadam wordt gelegd er niets goeds van te maken zal zijn.
Gewezen wordt op den april van den Hoekschen weg aan
't kanaal die vanwege den waterstaat is bekeid.
De heer Moes heeft daar ook spijt genoeg van. 't Is daarmee
evenals met de rolbrug. Van wege de gemeente Hoek is
men er in 'tgeheel niet mee ingenomen.
De heer Visser merkt op dat macadam op den april brengen
niet is aan te bevelen daar het veel stof enz. verwekt.
De heer De FeijterOp de Markt dan
De heer Visser Die wordt niet bereden. Worden over
eenkomstig het voorstel de oude steenen nitgebroken en verwerkt
aan de Schoollaan en de april belegd met greskeien dan weet
de heer Visser zeker dat men er geen last van zal hebben.
De heer Donze veronderstelt dat macadam veel last zal
veroorzaken. bij regen b. v., dan zal ai het vuil naar de laag
gelegen huizen van De Boij en de wed. Guequierre loopem
De heer Joz. de Feijter meent dat zulks wel te verhelpen
is door het maken van een flinke goot langs den april. Hij
stelt voor de steenen in het midden ter breedte van 4 h 5
meter uit te breken en de openkomende baan te beleggen
met macadam.
De heer Moes ondersteunt dit voorstel.
De heer Van der MoerZou dat een aanzienlijke beaparing
van kosten geven
De heer De Feijter De helft.
De heer Van IJsselsteijn wij9t op Londen waar een macadam-
weg bestaat waar een zeer druk rijluigenverkeer is, waartegen
de weg bestand blijkt Zooals die weg eehter is aangelegd kan
men 't hier niet doen en 't zou dan ook veel geld kosten
De heer Tazelaar zegt, dat aanleg van macadam minder
kost, maar 't onderhoud meer dan keien.
De heer Grenu is van meening dat door den Road 'tbesluit
is genomen om in de kom zoo min mogelijk macadam te
brengen.
De heer Van IJsselsteijn denkt dat het een modderpoel zou
worden, terwijl ook de heer Tazelaar het niet gewenscht acht
de eerste merkt nog op, dat men alle moeite heeft gedaan om
de modderpoelen opgcruimd te krijgen en er dus zelf geen
moet brengen.
De heer Van der Moer vindt de april ook gevaarlijk en
veel te steil.
De heer Van der Hooft zegt, dat het aan de gladde keien
ligt, en de april niet te steil is, wat de heer Moes niet kan
toegeven.
De heer Van der Moer vindt het een ijzig gczieht als er
een wagen den april afrijdt vooral als het een hooggeladen
wagen is.
De heer Moes De helling is voor een bekasseide april te
steil. Met macadam belegd kan 't geen modderpoel worden.
Op de vraag van den Voorzitter of hier zoo geen weg zou
kunnen gelegd worden als die waarover de heer Van IJssel
steijn sprak, antwoordt deze dat dit niet kan daar de machine
ontbreekt, een soort locomotief motbreede wielen,om de macadam-
laag, ter dikte van circa 45 c. M., ineen te persen.
De heer Van der Moer wijst op de De Feijterstraat die toch
ook gewoon is aangelegd. Daar heeft men toch geen last van
modderpoelen of stof.
De heer TazelaarHet thans gedane voorstel is al eens
verworpenmen was het toen vrijwel eens om de gladde
keien door anderen te doen vervangen wat spreker ook nu
in overweging geeft te doen. Blijkt dan dat het niet vol-
doende is, welnu, breng dan de keien ergens anders, die
komen altijd te pas, cn dan kunnen we nog altijd macadam
leggen. Het kan dan alleen wat werkloon kosten.
De heer Moes vindt een proef daarmede onnoodig, die zal
niet voldoen.
De heer Tazelaar vreest dat er spoedig klachlen zouden
komen, vooral bij regen.
De heer Joz. de Feijter handhaaft zijn voorstel om ter
breedte van 5 M. een macadam baan te maken.
De heer Moes ondersteunt het voorstel omdat de april te
steil is voor keien. Ook de heer De Koeijer ondersteunt
het voorstel.
In stemming gebracht wordt het verworpen met 6 tegen
5 stemmen. Voor stemden de heeren De Feijter, Moes,
Wieland, De Koeijer en Van der Moer; tegen de heeren
Van IJsselsteijn, Tazelaar, Visser, Van der Hooft, Donze
en Grenu.
Hoofdstuk V, Afdeeling I, art. 2. Jaarwedden van den
inspecteur en de agenten van politie
Hier komen ter sprake de adressen van den inspecteur en
de agenten en van den buitengewonen agent Willems te
Sluiskil. Daar het van invloed kan zijn op de te nemen
beslissing, deelt de Voorzitter mede, dat door hem berichtis
ontvangen dat de rijksveldwachter Goossen van Philippine
met 9 Nov. a. s. te Sluiskil zal worden gestationeerd.
Het Dag. Best, brengt geen verandering in zijn voorstel
en stelt dus voor om aan Willems f 25 verhooging te geven
en het salaris te brengen op f 150.
De heer De Feijter vindt dit niet te veel, Sluiskil breidt
van jaar tot jaar uit en voor een behoorlijke uitoefening van
den dienst wordt veel werk vereischt.
De Voorzitter heeft er juist opgewczen dat er nu rijks
politie komt, waardoor veel werk kan vervallen dat eigenlijk
voor de rijkspolitie is. Sluiskil ligt juist aan de grens van
Westdorpe en dicht bij Axel. Wij kunnen toch niet voor
Westdorpe betalen Dat is een rijkszaak. Dat er f 150
voor Sluiskil wordt betaald is al wel, anders kan men beter
een volslagen polilieman aanstellen en dan zou men
wel iemand anders kunnen krijgen.
De heer De Feijter wijst er op dat het tractement nog
geen negen stuivers per dag is en Willems niet veel ander
werk kan doen daar de politiedienst hem dat niet meer toelaat
De Voorzitter meent dat men dan maar den knoop zou moeten
doorhakken en een agent aanstellen voor f 450.
De heer De Feijter stelt voor f 50 verhooging toe te
kennen.
Waar de Voorzitter sprak van aanstelling van een ander
vraagt de heer Van der Moer of Willems voor het ambt
gned gesehikt is. Men kan toch iedereen daar niet voor
gebruiken, van een politieman wordt veel gevergd.
Naar aanleiding van deze vraag acht de vergadering het
beter de discussie in besloten zitting voor te zetten, wa*artoe
de openbare zitting wordt geschorst.
De vergadering weder-openbaar geworden zijnde heeft de
heer Van IJsselsteijn deze verlaten.
In hehandeling komt het voorstel van het Dag. Best, om
dan de beambten van politie vier 3jaarlijksche verhoogingen
toe te kennen, komende bij de invoering al dadelijk in aan-
roerking de laatste 3 jaren dienst, maar ook niet meer.
De heer Wieland stelt voor om nu ineens aan ieder 25
te geven, men kan dan later altijd zien.
De Voorzitter gelooft dat het overweging verdient om 't voor
stel van het Dag. Best, aan te nemen daar dit rekening houdt
met de dienstjaren.
De heer Van der Moer kan zich daarmede vereenigen doch
zou aan den inspecteur iets meer willen toekennen Hij is
toch de man op wie de verantwoordelijkheid rust. Hij stelt
voor den inspecteur 30 te verhoogen.
De Voorzitter neemt dit voorstel over als meer in over-
eenstemming met den bestaanden toestand.
De heer De h eijter stelt voor om de verhooging voor den
inspecteur te bepalen op f 35, daar hij 't verschil dan nog
wat klein acht, welk voorstel de Voorzitter ook overneernt.
De heer Wieland trekt zijn voorstel in.
Z. h. s. wordt hierna het voorstel van het Dag. Best.'
geamendeerd door den heer De Feijter, aangenomen eveneens
het voorstel van het Dag. Best, om do jaarwedde van den
buitengewonen agent te Sluiskil te verhoogen met 25.
Bij .jaarwedde van keurmeesters" vraagt de heer Van der
Moer of hiermcde bedoeld worden de keurmeesters van vleesch
en visch en op het
spreker dat
ontvangen bevestigend antwoord zegt
hij t wenschelijk zou achten dat meer toezieht
werd gehouden op te koop aangeboden visch. 't Is laatst ge
beurd niet bedorven garnalen, velen merken 't niet dadelijk
maar t is toch sehadelijk voor de gezondheid. Hij spreekt
niet op de aan den afslag verkocht wordende visch, maar die
waarmede wordt geleurd.
De heer Grenu meent dat die ook moet worden gekeurd.
De Voorzitter gelooft niet dat het in de verordening staat
maar daarop houdt de politie toezieht en als't voorkomt wordt
hij spreker gewaarschuwd.
De heer Wieland merkt op, dat de afslager de visch moet
kenren, maar daar hij er wat aan verdient als de visch afge-
slagen wordt is bet voor hem een moeilijk geval, daar hij
wanneer hij visch afkeurt zijn eigen verdiensten weg werpt.
De heer Van der Moer gelooft niet dat de keurmeesters voor
hnn taak berekend zijn en als het dan toch niets geeft konden
we er beter niet voor betalen.
De Voorzitter zegt. dat men dan bepaald een deskundige
zou moeten hebben. 't Gaat hier eehter nog al goed.
De heer Wieland zegt, dat alles gekeurd wordt, ook als er
bij hem een kist spek of hammen wordt opengemaakt en de
menschen hebben het al zoolang gedaan, ze hebben er meer ver
stand van als spreker.
Bij .Kosten van de plaatselijke gezondheidspolitie" vraagt
de heer Van der Moer een stronger toezieht op de melk.
De Voorzitter belooft weer eens te zullen opzenden.
Ook op andere levensmiddelen wordt toezieht gevraagd.
De heer Wieland zon willen zien dat er geregeld monsters
genomen werden van boteraf en toe moeten ze bij hem en
een ander komen hij heeft vroeger wel een fout begaan maar
zal nu daarvoor oppassen.
De heer Donze wijst op de wenschelijkheid om dadelijk te
komen ala er iemand met boter in hunne winkels komt.
De heer Visser merkt bij den post .kosten voor de brand-
weer" op. dat hij hij exercitie's van de brandweer reeds dik-
wijls heeft opgemerkt dat er zoo'n groot personeel is. Hij
vraagt of dat niet wat zou kunnen worden ingekrompen is
men nu bij de brandweer tot zijn 55e jaar, dit was zeer gned
te verminderen tot 50. Als men van zijn 30e tot zijn 50e, dus
20 jaar, bij de brandweer is geweest, is 't toch wel voldoende.
De Voorzitter zal dit denkbeeld besnreken bij het Dag. Best.
Bij ..kosten van de straatverlichting" gedft de heer Van der
Moer in overweging om de lantaarns van boven wit te laten
schilderen, zooals ook on andere plaatsen veel geschiedt voor
de weerkaatsing van het licht.
De Voorzitter zegt dat er hier reeds proeven meb zijn ge
nomen doch dat het niet veel gaf.
De heer Tazelaar die bij deze proefnemingen tegenwoordig
was erkent dat 't wel eenigszins gaf maar toch niet aan zijne
verwachting beantwoordde.
De heer Van der Moer merkt op dat het moet geven. Op
vele plaatsen ziet men het ook bij gaslantaarns.
De Voorzitter wil een proef nemen dan kunnen de heeren
zelf oordeelen. Volgens hem geeft het eehter wel een goed
effect dat de lantaarns ook naar boven licht verspreiden. De
tegenstelling van beneden naar boven zou wel wat groot zijn.
Vroeger waren het allemaal blikke kappen, maar de lantaarns
die door de fabrieken afgeleverd werden, waren volgens het
thans gebruikte model.
De heer Van der Moer zegt dat blikken kappen nu ook
zouden kunnen worden gebruikthoe minder glazen hoe
beter; de som van f 80 voor 'tinzetten van nieuwe glazen
acht hij nog al hoog.
De Voorzitter zegt, dat dit integendeel niet groot is voor
120 lantaarns dit was vroeger veel grooter. Eerst springen
de lampeglazen en dan de lantaarnglazen ook.
De heer Grenu haalt nog een voorbeeld aan dat er deze
week een lamp omver was gevallen, waarop de Voorzitter
zegt op dergelijke zaken zoo streng mogelijk wordt gelet.
Hoofdstuk VI, Afdeeling T, wordt zonder opmerkingen
goedgekeurd, na aanvulling met een post van f 120 voor
oppassers in de ziekenbarak, welke som de gemeente van
't Rijk terug ontvantrt.
In deze afdeeling is tevens begrepen de jaarwedde van de
geneesheeren die tot heden bedroeg f 400 met een gelijke
toelage gedurende 3 jaren, eindigende 30 April 1996 het
salaris der geneesheeren is na dien datum uitgetrokken
op f 600.
Hoofdstuk VIII. Afdeeling III, kosten van het lager onderwijs.
De heer Van der Moer vraagt hoe 'tkomt, dat niettegen-
staande de memorie van toelichting zegt dat zooveel kinderen
de bijzondere scholen bezoeken, de kosten voor het onderwijs
weer hooger zijn.
De Voorzitter zegt. dat de memorie zich daar niet juist
uitdrukt, 't is de bedoeling dat meer en meer de gegoede
kinderen die school bezoeken. Het heffen van schoolgeld
wordt eehter zoo streng mogelijk toegepast. Wat hoogere
nitgaven betreftde mingegoeden en onvermogenden nemen
steeds toe.
De heer Tazelaar merkt op dat reeds 't vorig jaar door
hem is gewezen op de stijgende uitgaven en de in't oog
loopend onbeduidende opbrengst, hij heeft toen ook reeds
aangedrongen op nauwkeurige toepassing van de schoolgeld-
heffing maar in plaats van vooruit gaat het nog achteruit.
2250 was uitgetrokken voor '95 en voor '96 is slechts uit-
gefrokken /1941, doch blijftmaar/1821 en verdeeld over de 900
kinderen f 2 per kind, en dit moet toch wel aanleiding geven om
te zien dat verandering dringend noodzakelijk is. Spreker
stemt gaarne toe dat onvermogende kinderen gratis moeten
onderwezen worden, daar is de gemeente door de wet toe ver-
plicht, maar de vraag is betalen de gegoeden wel genoeg.
Hij moet hier weer een vergelijking maken met de bijzondere
school, waar van 280 kinderen in 1894 ontvangen werd 2367
schoolgeld, terwijl daar bovendien alles, behalve leesboeken
en schriften, nog door de kinderen moet worden betaald. De
uitgaven vermeerderen steeds en de inkomsten verminderen.
Na aftrek van de subsidien die de gemeente krijgt betalen
we 10,000 voor 't onderwijs en ware 't niet dat een 400
kinderen in de bezondere scholen en bewaarschool onderwezen
werden, dan zou er nog wel een school bij moeten gezet
worden wat de uitgaven nog belangrijk zou doen toenemen.
Spreker drukt de hoop uit dat er op zal gelet worden om
vooral hen die 't kunnen te laten betalen.
De heer Van der Moer zou gaarne eerst de oorzaak vast
gesteld zien waarom de gegoede kinderen meer en meer de
bijzondere school bezoeken en de openbare verlaten. Ze
moeten daar toch ook nog al betalen. En 't is niet van
of gisterenWe zitten nu al met 4 scholen en
toch gaat 't achteruit.
De heer Visser De schoolbevolking neemt toe met on-
en minvertnogenden.
Volgens de heer Tazelaar is de reductie te groot. Gegoeden
betalen voor 3 kinderen 24 in de eerste plaats zou dat
f 36 kunnen zijn, terwijl het nog niet de kostende prijs is
De Voorzitter zegt, dat dit een kardinaa] punt is Hij
raadt aan om niet te begirmen met het schoolgeld te verhoogen
want als men gaat veranderen zal men eerder verminderen
Er mag niet meer berekend worden dan den kostenden priis
daarriaar wordt de berekening gemaakt. De Minister Savornin
Lohman, van wien men toch wel niet kon zeo-aen dat hij
het bijzonder onderwijs niet genegen was, vernletigde een
raadsbesluit als strijdig met de wet en zeide dat de kostende
prijs 80 cent was en niet meer mocht gevorderd worden
De heer Tazelaar zegt, dat het zeer goed mogelijk is'dat
daar de prijs zoo was, maar school B narekenende komt hij
tot de conclusie dat daar het onderwijs per kind f 18 kost
Moet de gemeente dat ontbrekende dan maar bijleo-gen
De Voorzitter zegt. dat dit daarin zijn oorzaak"vindt dat
door verplaatsing naar school C, B wat ontvolkt was zoodat
er daar personeel overcompleet was, dat men toch moeilijk kon
bedanken en ook waren er zieken bij 't personeel. 't Volgeml
jaar zal er eehter weer een respectabel aantal kinderen geplaatst
worden en is de toestand das weer anders.
De heer Tazelaar verschilt altijd in de berekening van den
kostenden prijs Volgens hem moet men ook deVosten en
onderhoud van t gebouw rekenen.
De Voorzitter meent, dat alleen de dadelijke uitgaven in
rekening komenoverigens kan hij dit wel onderzoeken
De heer Van der Moer stelt zich voor, dat er dan nog meer
kinderen zullen weggaan als het schoolgeld mocht verhoooff
worden.
De heer Wieland zou een regeling willen, gebaseerd op den
hoofdelijken omslagdeze wordt met 13 personam vastgesteld
en daar kan men dus wel een maatstaf naar nemen. Iemand
met /12°n inkomen b. v. kan z'n schoolgeld wel betalen
Bij den heer Van der Moer is de geldkwestie niet zoo groot
als wel de reden waarom ze vertrekken. In 't verslag over
t. onderwijs van de schoolcommissie is 't niet te vinden Vol
gens hij gehoord heeft ligt het aan slecht onderwijs op de
openbare school. In 't verslag staat„dat de commissie niet
kandeelenin die geruchten," 'tsohijnt dus dat die haar ook ter
oore zijn gekomcn en de commissie er onierzoek naar gedaan
heeft. Doch waar zit het dan in
De Voorzitter gelooft niet dat het een plaatselijk, maar een
algemeen verschijnsel is en dan behoeven we er ook niet naar
te zoeken.
De heer Van der Moer: Er is geen kwestie van dat het
niet plaatselijk zou zijn.
De Voorzilter zegt, dat de opmerkingen wel niet onbekend
zullen blijven en de arrondissements-schoolopziener, iemand
toch wel bevoegd er over te oordeelen, zal wel een onderzoek
kunnen in3tellen. of de eene school boven de andere staat.
De heer Tazelaar is niet bevoegt daarover te oordeelen, maar
zou gaarne zien dat het voile schoolgeld betaald werd.
De Voorzilter zal er met het Dag. Best, over spreken, maar
vreest dat het tot vermindering aanleiding zal geven en zegt
daaromverzint eer gij begint. Wat op 't eene gewonnen
wordt zullen we op 't andere verliezen.
De heer Visser: Al kon het dan zon ik er toch tegen zijn,
daar het nergens in den omtrek hooger is.
De heer Van der MoerWel zijn er plaatsen waar niets
betaald wordt.
De heer Moes 't Onderwijs kost hier veeleen onderwijzer
voor toezieht heeft men hier ook nergens, welke woorden
den heer Van der Moer doen opmerken dat 't wat te hoog
is opgezet.
De heer Wieland haalt als voorbeeld aan dat iemand te
Sluiskil met 2000 inkomen betaalt voor zijn le kind 80
voor 't 2e 60 en voor 't 3e 40 cent, die trok op zijn briefje
van den hoofdelijken omslag van de gemeente heel wat terug.
Ook de heer Donze zal voor zijn 3e kind wel niet zooveel
betalen als voor 't eerste. Een zuivere maatstaf kan men
krijgen uit den hoofdelijken omslag.
De heer Donze zegt f 2 te betalen voor 3 kinderen.
De heer WielandZie je wel, daar heb je 't al, dan trek
je van de gemeente geld terug.
De heer Visser verlaat de vergadering.
De Voorzitter zegt, dat het kohier van de schoolgelden door
den Raad zou kunnen worden vastgesteld.
De heer Wieland zegt, dat het zoo eenvoudig mogelijk zou
zijn, men moest maar eenige tabelletjes vastsstellen gegrond
op den hoofd. omslag. Het is hem niet te doen om te ver
hoogen maar om de reductie niet meer toe te passen.
De heer Donze merkt op dat hij nog veel andere personen
kent, die voor meer kinders minder betalen.
De heer WielandKijk nu beginnen ze van zelf voor
den dag te komen, wel heb ik van m'n leven Ik doelde
ook niet persoonlijk op u maar deed het maar om een voor
beeld te geven. U zult toch wel geen reductie noodig
hebben en die man op Sluiskil toch ook wel niet
De Voorzitter houdt staande dat de opbrengst nog zal ver
minderen door verandering.
De heer Moes gelooft dit niet.
De heer Wieland vraagt of de heer Donze er op tegen zou
hebben voor drie kinderen vol schoolgeld te betalen, waarop
deze antwoordt dat zoo niet in eens te kunnen beantwoorden,
maar de opmerking maakt dat z'j dan gelukkig zullen
zijn die geen kinders hebben, wat den heer Wieland doet
zeggen Die kunnen dan voor een ander flink betalen en
daar heb ik ook niets op tegen, maar dan moeten zij die
kunnen toch in de eerste plaats voor zichzelf betalen.
De heer Donze ziet er ander3 niets in dan de kinderen uit
de openbare school wqghalen.
De Voozitter zal de zaak bij het Dag. Best, bespreken en
wil de discussie sluiten.
De heer Moes vindt het niet mooi dat de discussie zoo'n
wending neemt en men gaat zeggen dat het er om te doen
zou zijn de openbare school leeg te pompen.
De heer Tazelaar merkt op dat gezegd is dat de toestand al
zoo lang duurt, maar hoe komt het dan dat de vierde school
is noodig geweest.
De heer Van der Moer zegt, dat nu nog velen weerhouden
worden door 'thooge schoolgeld, maar waarvoor moeten ze
verwisselen als 't onderwijs goed is. Het is nog niet aan de
orde geweest om die oorzaak na te speuren. Hij zou gaarne
zien dat het Dag. Best, aan de commissie verzocht om een
onderzoek in te stellen, des noods bij de ouders der kinderen.
Hij gelooft toch niet dat deze zoo onwclwillend zouden zijn om
geen inlichtingen te geven.
De heer Donze zou hierover wel meer kunnen zeggen
maar wil aan 't Dag. Best, overlaten aan de schoolcommissie
een onderzoek daajover op te dragen.
Naar aanleiding van de opmerking van den heer Van der
Moer merkt de heer Wieland op dat het nog al vreemd zou
zijn dat het dure onderwijs slechter zou zijn dan 't goedkoopere.
De heer Van der Moer beweert niet dat het zoo is, maar
hij heeft het gehoord. Blijft het nog wat loopen zooals
't nu gaat dan zullen we op den duur niets krijgen dan
armenscholen.
De heer De Feijter meent dat het ligt aan 't verschil in
naam der scholen, onze scholen zegt hij de bijzondere
heeten Christelijke scholen en 'tis dus te begrijpen dat hij
die zijn kinderen een Christelijke opvoeding wil geven ze
daarheen zendt.
De heer Van der Moer merkt op dat velen die daarvan
juist niet gediend zijn er hunne kinderen zenden, wat de heeren
Moes en Wieland beamen.
Maar uw kinderen, Mijnheer do Voorzitter zegt de heer
Wieland - waar hebben die school gegaan
De VoorzitterOp de bijzondere school
De heer WielandDan zult u daarvoor toch ook wel
redenen gehad hebben, als 't geen onbescheiden vraag is.
Dan is 'traadsel kort bij de oplossing wdlicht?
De Voorzitter zegt dat hij er zijn kinderen heen zond
omdat destijds de organisatie er beter was dan aan] de
openbare school die daar niet goed kon zijn door gebrek aan
personeel.dat was onder de oude wet; Van Dijk stond daar
naar hij meent met edn onderwijzer voor 'n groot aantal
kinderen. Op de bijzondere school stond meester Mulder, een
zeer verdienstelijk onderwijzer (ofschoon ik den heer Koelmans
in niets wil te kort doen), met zijn zoons ook alien flink
ontwikkeld, en daarom achtte ik 't daar het beste.
De heer Moes betwijfelt of er bij Mulder naar verbouding
meer onderwijzers waren. terwijl de beer Wieland opmerkt
dat hij meent dat de kinderen van den Voorzitter niet onder
de wet van '57 hebben schoolgegaan.
De Voorzitter zegt, dat 't toen uit den aard der zaak niet
anders kon. Nu staan de kraehten gelijk. Er werken eehter
verschillende invloeden en er komen ook weer kinderen term*
De heer Tazelaar merkt op dat men nu van de kosten op
't onderwijs zelf gekomen is, wat de heer Van der Moer
natuurlijk vindt.
De heer Tazelaar weet niet of dit wel zoo natuurlijk is,
maar vraagt of in de hetflng geen verandering zou kunnen
worden gebracht.
De discussie wordt over dit punt gosloten.
De heer Van der Moer vraagt of het aan het Dag. Best
bekend is dat aan school B in een langeu tijd geen onderricht
is gegeven in de handwerken.
De Voorzitter antwoordt dat dit zijn oorzaak vond in
vacatures waardoor de onderwijzeres in de klassen dienst
moest doen.
Nog wordt eenige discussie gevoerd over het aanbrengen
van dubbele openslaande ramen aan de onderwijzerswoning
bij school A waaromtrent eene beslissing wordt aangehouden
He heer De Koeijer verlaat de vergadering.
Bij Hoofdstuk VIII, Afdeeling I, stelt de Voorzitter namens
het Dag Best, voor om van het kapitaal ingeschreven op het
Grootboek zooveel te verkoopen als noodig is voor delging van
de schulden die kunnen worden afgelost.
Z. h. 3, wordt hiertoe besloten.
Bij Hoofdstuk IX maakt de heer Van der Moer aanmerkin*
°P nneQ P°st voor de Kamer van Koophandel. Er wordt
200 subsidie gegeven maar dat behoeft daarom toch niet
opgemaakt te worden. Nu blijkt uit haar versla* dat ze
verleden jaar lid is geworden van het congres voor binnen-
scheepvaart en spreker meent dat dergelijke kosten door
particulieren moesten worden betaald maar niet uit de gemeente-
kas. Spreker had gaarne gezien dat deheorVan IJsselsteWn
nog tegenwoordig was doch zal er nu maar niet verder od
doorgaan.
De uitgaven hiermee afgehandeld zijnde komen aan de
orde de inkomsten.
Bij hoofstuk II vraagt de heer Van der Moer of de post
voor errpacht met hooger kon worden uitgetrokken.
De Voorzitter antwoordt ontkennend.
De heer Wieland vindt het al mooi dat deze van f 778
op f 2016 gekomen is.
Nog merkt de A oorzitter bij dit hoofdstuk op dat nu ook
Grootboek Vermind°rt d°°r Verkoop der inschrijving op het
Bij Hoofdstuk III, Afdeeling II merkt de heer Van der
Moer op dat de hoofdelijke omslag weer 500 hooo-er is
uitgetrokken en dus niettegenstaande de cijnzen zooveel hooger
zijn er nog meer moet betaald worden.
De A iiorzitter zegt, dat de noodzakelijke uitgaven steeds
stijgen. Om dus subsidie te krijgen dienen we de omslag te
verhoogen, ofschoon vermoedelijk bij 't opmaken van't kohier
wel blyken zal dat individueel niet meer moet worden betaald
De heer Van der Moer oppert het denkbeeld of de honden-
belasting met progessief zou kunnen worden gemaakt, wat
door den Voorzitter wordt betwijfeld of het wel kan.
BljT?00^d3tuk deelt de Voorzitter mede, dat de bijdrage
van \A estdorpe voor de school te Sluiskil moet worden ge
bracht op f 660 wegens 't optreden van een onderwijzer meer
De heer Wieland vraagt of die bijdrage wel goed is uitge-
rekend, dat Ter Neuzen niet voor een andere gemeente
betaalt, wat door den Voorzitter wordt verzekerd goed be-
rekent te zijn.
Met algemeene stemmen wordt daarna de begrooting aan
genomen zooals zij is voorgesteld en in den loop der discussie's
gewijzigd.
Ingekomen is een verzoek om eervol ontslag van meiuffr
Henry, onderwijzeres aan school B met ingang van 1 Novem
ber a. s. [let hoofd der school heeft eerst geadviseerd het
ontslag met met 1 Nov. te verleenen doch nu zich zoo spoedig
sollicitantcn hebben opgedaan, is hij bij nader schrijven hierop
teruggekomen. r
Met algemeene stemmen wordt het ontslag eervol verleend.
■Ue y oorzitter deelt mede, dat de voordracht reeds wordt
lngewacht en das spoedig eene benoeming zal kunnen plaats
hebben. 1
Aangehouden wordt een brief van den arr.-schoolopziener
over het plaatsen van een beschot in de school te Sluiskil.
Arastgesteld worden zooals ze zijn iugediend de begrootingen
voor den gnndweg TerNeuzen-Hoek en de brandweer voor 1896.
Voor kennisgeving aangenomen
een brief van den onderwijzer Van de Sande dat hij met
1 Nov. in dienst zal treden
mededeeling van den onderwijzer Tobi, dat hij voor zijne
benoeming alhier bedankt wegens eene benoeming elders
Overgelegd worden stukken van de laatste verkiezing en
eenige Prov. en Staatsbladen.
De heer Grenu vraagt het woord en wijst er op dat er
nu twee mgemeurs komen voor de voorbereidende maatregelen
voor het maken der nieuwe sluis. Algemeen wordt gezegd
dat het reeds vaststaat dat die buiten de vestingkom zal
komen. Spreker ziet daarin een groot nadeel voor de gemeente,
waarom hij voorstelt zich tot de regeering te wenden mot't
verzoek de sluis in de kom aan te leggen.
Na eenige discussie over de vraag of het al- of niet nadeel
aan de gemeente zou berokkenen dat de sluis buiten de kom
komt, wordt met algemeene stemmen aan het Dag. Best
opgedragen door tusschenkomst van den Commissaris
der Konmgin een adres te zenden aan de Regeering waarin
wordt verzocht de nieuwe sluis binnen de kom aan to legmen
Hierna is de vergadering gesloteu.
23
24
23
23
24
23
VLAG.
NAAM.
Ms.
Van en naar.
Lading.
Voor Ter Keuien i
Eng. s.s.
Ned. s.s.
Fra. s.s.
Eng. s.s.
Belg. s.s.
Eng. s.s.
River Derwent
Amulet
Frederic Franck
Abbotsford
Ben Mac dui
Hailing
2272
2869
2611
2979
1623
2199
Londen
Leith
Hamburg
Leith
Middlesbro
Londen
stukg.
idem
ledig
stukg.
ijzev
stukg.
Van Ter
Veuzen
Eng. s.s.
idem
Ouse
Ann Webster
1929
2241
Goole
Londen
ledig
stukg.
Voor Gent i
Zweed. s.s.
Eng. s.s.
idem
idem
Noor. bark
idem
Eng. s.s.
Gevalia
Sea Gull
Ousel
Edith
Marie
Nescio
Fulmar
1438
2100
2309
1722
1263
763
3007
Gefle
Londen
Mancaster
London
Kragero
idem
Rotterdam
hout
stukg.
idem
idem
hout
idem
stukg.
Van Gent:
Eng. s.s.
Deens. s.s.
Eng. s.s.
idem
idem
idem
idem
Calder
Alice
Windsor
Albert
Sea Belle
Ptarmigan
Don
1784
2761
1605
1485
2152
3492
2658
Goole
Methil
Leith
Londen
idem
Antwerpen
Goole
stukg.
ledig
stukg.
idem
idem
idem
idem
Voor Selznete:
Noor. s.s.
Eva
3576 Sundsvall
hout