Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch- Viaander8a
No. 3213.
Donderdag 10 October 1895.
35" Jaargang.
33 2)3 3®5,73 3
abonnement
liinnenfand.
Per drie maauden biuneu Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteureu en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /"0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatseu van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
v a n e
jpolitieli Overzicht.
De President van den Franschen Senaat, de
Tieer Cballemel Lacour, is op zijn voornemen om
af te treden teruggekomen, zoodat aan den heer
Waldeck-Rousseau, die reeds als zijn opvolger
was genoemd, ook deze kans weer ontgaat, evenals
destijds bij de onverwachte benoeming van
Faure het Presidentschap der Republiek.
Uit Port Louis, eiland Mauritius, is bericht
ontvangen, dat koeriers van de Koningin van
Madagascar den 30en September te Vatou-Mandry
waren gekomen met de boodschap dat Antananarivo
reeds den 27™ door de Franschen werd genomen.
De eerste Minister (man der Koningin) en bet
Hof waren naar Ambosistra en Botsileos gevlucbt.
Den 3den October hadden de Franschen Farafatre
gebombardeerd.
Wanneer dit waar is, zijn de Franschen er dus
nog eerder geweest dan ze zelven berekend hadden.
Aan de Koningin is dus op het laatste oogenblik
toch ook de moed in de schoenen gezonken, zij,
die het fiere woord bad gesproken, dat zij, al
vervulden hare troepen ook nog zoo slecht hunne
belofte van voor haar te zullen vechten, zich
nimmer zou overgeven en liever sterven zou in
haar paleis
Maar bevestiging van het bericht blijft nog af
te wachten.
Het blijkt de Franscbe sterrewacht te Antana
narivo te wezen, die de Hova's hebben verwoest.
Ook op bet vreemdelingen-kerkhof werd vernieling
aangericht.
Keizer Wilhelm heeft meermalen getoond een
voorstander van Bismarck's buitenlandsche staat-
kunde te zijn, vooral waar het geldt de vriend-
sehappelijke betrekkingen te onderhouden met
Rusland. Een der laatste woorden, die Keizer
Wilhelm I op zijn sterfbed tot zijn kleinzoon
sprak, was een aanbeveling, om met Rusland in
vrede te leveu. En daaraan voldoet de Duitsche
Keizer trouw.
Elke gelegenheid wordt te baat genomen om
zoo mogelijk de vriendschapsbanden aan te halen
en misverstanden uit den weg te ruimen. Ondanks
de sterk nitgesproken voorkeur die Rusland aan
Frankrijk geeft, kan het czaarenrijk zich verzekerd
houden van Duitschlands steun, als het meent
dien noodig te hebben.
Gedaclitig aan het woord, dat //kleine gescbenken
de vriendscbap onderhouden", heeft de Keizer
thans zijn adjudant, majoor Von Moltke, naar
St. Petersburg gezonden om aan den Czaar een
brief te overliandigen, en tevens Z. M. een schilder-
FEUILL KTO N
Naar het Hoogduitsch van
Jenny Hiesch.
7)
Meluik, die een paar keeren voor twee of drie
dagen op reis ging zonder ecliter in betere stem
ming weer tliuis te komen, bad slechts bij eene
enkele gelegenheid door een stekelige opmerking
laten bemerken, dat hij Gertrude's doen en laten
naging, doch overigens was bij van tactiek veran-
derdbij liet bet voorkomen of hij de geheele
zaak als kinderspel beschouwde, dat de moeite
niet was er ernstig tegen op te treden. Op zijn
aanstoken had Melitta meermalen getracht Gertrude's
dagelijksche eenzame wandelingen in het bosch
te verijdelen, door haar te vragen om samen te
wandelenmaar dikwijls was zij te traag om deze
list ten uitvoer te brengen. Na een wandeling
van nauwelijks een half uur zonk ze op een bank
neer en gaf het op, haar onvermoeide zuster bij
te blijven.
In de tweede helft van Juni deed Melnik een
reisje van eenige dagen naar Berlijn en Hamburg.
Hij keerde in een vreemde, zeer ongewone stemming
terugzwijgend en in nadenken verzonken liep
bij in liuis rond en eindelijk nam hij Gertrude
ter zijde.
//Ik vrees, dat je me nietzultgelooveu, Gertrude,"
zeide bij zonder veel inleiding, //maar eindelijk
moet ik bet je toch zeggenGeorge Eltester
bedriegt je."
stnk te brengen, door Keizer Wilhelm vervaardigd
en een allegorisehe voorstelling gevend van de
z/onderdrukking der beschaafde Europeesche staten
door het gele ras".
Het is niet het zenden van den adjndant met
een schrijven, nocb het aanbieden van een geschenk
wat de algemeene aandacbt trektdoch wel bet
onderwerp, de voorstelling, door Keizer AYilhelm
op het doek gebracht.
Uit Konstantinopel komt bericht, dat de scbepen
der groote mogendheden, welke zich gewoonlijk in
de Turksclre wateren ophouden, voor Galata zijn
komen ankeren, om in geval van nood aan
de vreemdelingen tot toevluchtsoord te kunnen
dienen.
Het is vooral de Britscbe gezant Sir Philipp
Currie, die aanhoudend bij de Porte blijft aan-
dringen zoowel op afdoende maatregelen tot be-
scherming der Armeniers te Konstantinopel, die
hunne woningen nauwelijks durven verlaten uit
vrees voor mishandeling, als op het ten nitvoer
leggen der voor Klein-Azie toegezegde hervor-
mingen.
De correspondenten van //Standard" en //Daily
News" te Konstantinopel gaan voort telegrammen
te zenden over den ernstigen staat van zaken.
Het schrikbewind duurt voort en elken nacht
worden in de voorsteden Armeniers vermoord, zoo
goed als onder de oogen der politie. Ruim duizend
Armenische manuen en vrouwen vertoeven nog in
de Christen-kerken, waar zij door giften van brood
in het leven worden gehouden. De handel staat
geheel stil. Na zonsondergang durven alleen de
Europeanen zich op straat te vertoonen.
In de dorpen aan beide zijden van den Bosporus
worden mede voortdurend geweldenarijen bedreven.
De toestand moet zeer hachelijk wezen.
Daily News" meldt, dat de Armenische pa
triarch een lijst der vermisten heeft opgeinaakt en
dat die reeds 400 namen bevat
Het Britsch Parlement is andermaal verdaagd,
en wel tot 23 December.
Zondag was het de vierde verjaardag van het
overlijden van den Ierschen volksleider Parnell.
Hij bleek nog niet vergeten te zijn, want duizenden
maakten dien dag een bedevaart naar het kerkhof
te Glasnevin, waar zijn overschot rust.
Naar men verneemt, zon het in de bedoeling
der regeering liggen het tijdstip van invoering
van den Midden-Europeeschen tijd te bepalen op
z/Dat is niet waar riep zij uit.
z/Ik had dit antwoord verwacht," antwoordde hij,
z/en daarom breng ik je bier de bewijzen," en
hij legde een pakket brieven op de tafel.
Waarlieb jedie vandaan vroeg zij wantrouwend.
//Zou je dat niet weten vroeg hij en toen
zij de oogen neersloeg en kleurde vervolgde hij
z/Dezelfde hand, die ongeteekende brieven aan je
heeft geschreven, heeft dit ook aan inij gedaan.
Jij hebt ze vol verachting ter zijde gelegd, inaar
ik heb in overleg met je voogd een onderzoek
ingesteld, en bier zijn de resnltaten. Het is
George Eltester niet om jou, maar om je vermogen
te doenhij paait allerlei slag van volk met het
vooruitzicht op zijn huwelijk met jou. Verder
wil ik op dit oogenblik niets zeggen, lees deze
brieven en overdenk dan eens, wie bet werkelijk
goed met je voor heeft."
En Gertrude had gelezen. Met gloeiend hoofd
en brandende, droge oogen had zij gelezen, wat
haar hart brak en haar bloed deed stollen. George
dien zij beminde en onbeperkt vertrouwde, in
haar oog een voorbeeld van deugd en rechtschapen-
heid, George had haar ellendig bedrogen.
Aan een meisje te Berlijn, dat hij gednrende zijn
studietijd te Eberswalde leerde kennen, had h:j
brieven geschreven, die voor Gertrude diep krenkend
waren. En nu had hij weer een andere liefdes-
betrekking aangeknoopt, aan zijn eerste geliefde
zond hij het geld niet, dat hij haar had toegezegd
en uit wraakzucht had deze daarop aan Gertrude
en aan mijnheer Von Melnik brieven geschreven,
waarin de vroege rninnaar in al zijn slechtheid
werd afgemaald. Melnik had het spoor der
schrijfster gezocht en gevondeu, voor eene aan-
Mei 1896, opdat dit samenvalle met den aanvang
van den aanstaanden zomerdienst der spoor-
wegen.
Bij de indiening van de gewone jaarlijksche
begrooting voor het domeinfonds over 1896, door
den Minister van Einancien, wordt o. a. het vol-
gende medegedeeld
De met de Prinsen van Aremberg uit te voeren
bedijking van scborren op het verdronken land van
Saftingen, omvat eene oppervlakte van ongeveer
579 H. A., waarvan pi. m. 512 H. A. eigendom
van den Staat. In dat werk is begrepen een
nieuwe haven voor de visschers van Clinge, en
de verbreeding van de uitwateringssloot, met aan-
koop van grond in den Van Alsteinpolder, waarop
de nieuwe polder zijn water zal lossen. De kosten
worden geraamd op pi. m. f 320,000 waarin
de staat zal deelen pi. m. 282,000. PerH.A.
beloopen de begroote kosten alzoo 560, .terwijl
de in te dijken gronden over het algemeen van
betere kwaliteit zijn dan de in 1894 verkochte
gronden in den Brakman, die pi. m. 1280 per
H. A. hebben opgebracht. Dit werk zal eerst in
het voorjaar van 1897 worden aangevangen, om
in den herfst van dat jaar voor de eerste maal
opgeleverd te worden.
Door het hoofdbestuur der schippersveree-
niging Schuttevaer is bepaald, dat de eerstvolgende
algemeene vergadering te Middelburg zal worden
gehouden.
De Commissaris der Koningin in Gelderland
heeft verlof gegeven aan den heer W. F. d'Harvant,
te Lobit, om te vervoeren twee partijen dynamiet,
elk groot 70,000 K.G., van Herwen-en-Aerdt naar
Rilland-Bath (Zeeland) langs Rijn, Waal, Hollandsch
Diep, Volkerak enz., en wel de eerste partij met
de schippers J. Derksen en H. van Lier en de
tweede partij met de schippers W. Ilietbrink en
J. Velenturf, in hun overdekte zeilschepen //Broeder-
trouw" en //Bertha Maria", //Johanna Jacoba"
en //Piet Hein".
De vergunningen tot vervoer blijven geldigtot
en met 10 October.
In zake de mishandeling van den lljarigen
knaap J. Robbemond, tot 9 Sept. jl. verpleegd
op de Weesinrichting te Neerbosch, en thans ver-
blijf houdende ten huize van zijne moeder te
Nijtnegen, kan gemeld worden, dat de moeder en
haar zoontje deze week door den rechtercommissaris
bij de rechtbank te Arnhem, zitting houdende in
het liuis van bewaring te Arnhem, zijn gehoord.
zienlijke som, gelds had hij George's brieven van
haar gekoclit en nu legde hij die in de handen
van zijn schoonzuster, die aan de ongeteekende
brieven geen waarde had toegekend en van meening
was, dat alles slechts verzonnen werk van Melnik was.
Maar al te gaarne zou zij dit ook nu gedaan
hebben, maar voor haar lagen de brieven, in het
haar zoo goed bekende handschrift van George
daar lag voor haar een brief van haar voogd, van
den consul Bauer te Hannover, die slechts met
moeite zijn toestemming had gegeven tot haar
verloving met George maar die toch nooit zijn
hand zou leenen tot eenig bedrog. Zeer terecht
vermoedde Melnik, dat Gertrude in hem alleen
geen vertrouwen zou stellen en daarom had hij
den consul meegenomen naar Berlijn. Deze laatste
had de brieven aangekocht en zond ze nu met
een begeleidend schrijven aan Gertrude. Zij
kon niet meer twijfelen. De slag was gevallen,
vernietigend als een hagelslag, die den rijpenden
oogst vernielt.
Of Gertrude den trouweloozen jonkman had
afgeschreven, of zij hem nog had gesproken en
hem zijn ontrouw had verweten, daarover
konden Melnik en zijn vrouw geen zekerheid er-
langen. Toen Melitta met haar daarover wilde
spreken had zij het gesprek afgebroken en verzocht,
dien naam nooit meer in haar tegenwoordigheid
te noemen, en liaar eigenlijk meer zichzelven
beloofd, dat zij nooit meer een woord met George
Eltester zou wisselen. Op Melitta's vraag //Wat
zij met die brieven gedaan had," antwoordde zij
z/dat ze die in het vuur geworpen had, maar zij
had daarbij een gevoel gehad of dit volstrekt niet
noodig geweest ware, om ze tot asch te verteren,
Ten huize van de weduwe Robbemond ligt een
onderteekend schrijven van den commissaris van
politie, den heer J. Witt, ter inzage, waarin die
ambtenaar, bij zijn verzoekom een //visum repertum"
aan den geneesheer der moeder, spreekt van erger-
lijke mishandelingen van dien knaap op de Wees
inrichting van den heer J. van 't Lindenhout,
terwijl de commissaris van politie verder constateert,
dat de sporen dier mishandeling, ten dage der
aanklacht, nog maar al te duidelijk zichtbaar
waren.
Naar de moeder verklaart, lijdt haar zoontje
sinds de ondervonden mishandeling in het begin
van September aan lioofdpijn en duizeligheid.
Met belangstelling wordt nu het verder verloop
dezer treurige zaak tegemoetgezien.
Over de oorzaak en de aanleiding eener
werkstaking bij den heer Regout te Maastricht
wordt aan het hoofd van de //Limburger Koerier"
geschreven
De oorzaak is, natuurlijk, gelegen in de algemeene
ontevredenheid onder de werklieden, die hoofd-
zakelijk aan herhaalde loonsverminderingen moet
geweten worden, terwijl insgelijks de regeling van
de ziekenkas geenszins de onverdeelde goedkeuring
der werklieden schijnt te kunnen wegdragen.
Wat was nu de aanleiding?
Een nieuwe aangekondigde loonsvermindering,
waardoor een gedeelte der glasblazers getroffen
werd, maar waardoor zich alien bedreigd achtten.
Gerust kan men beweren, dat de algemeene opinie
voor de getroffenen is, en deze zal waarschijnlijk
niet veranderen voor en aleer de noodige ophel-
deringen zijn gegeven, die duidelijk moeten aan-
toonen, dat het goed recht aan den kant van den
patroon is.
De houding der stakers is tot op het oogenblik
even kalm als ernstig.
Als bewijs, dat de beweging der glasblazers
goed georganiseerd is, kan worden medegedeeld,
dat door het comite een streng toezicht over de
stakers wordt gehouden.
Alle dronkenschap is ten strengste verboden.
Bij overtreding wordt alle geldelijke steun ontzegd,
zoodat optreden der politie geheel overbodig is.
Dat ook de sympathie van het publiek aan de
zijde der stakers is bewijst wel een inteekenlijst,
tot hunne ondersteuning geopend. Als eerste
inteekenaar komt daarop een R, K. geestelijke
voor.
Door den Commissaris der Koningin zijn twee
glasblazers in audientie ontvangen, die Z. E. de
oorzaak der werkstaking hebben medegedeeld.
want het papier had als helsch vuur in haar
lianden gebrand."
Met een wilskracht, die men van haar leeftijd niet
zou hebben durven verwachten, bad Gertrude elke
uiting van haar vlijmende smart onderdrukt. Haar
wangen waren iets bleeker dan gewoonlijk, liaar oogen
doffer, haar lippen trokken soms zenuwachtig,
maar zij lachte en schertste als altijd. Zij speelde
met de kinderen, die zeer aan liaar liingen, zij
las, zij werkte aan haar borduurwerk, maar haar
piano had zij niet meer opengedaan en men hoorde
haar niet meer zingen.
Hare gewoonte om verre wandelingen te maken
liet zij ook niet varen, ofschoon Melitta, op aan
stoken van haar man, getracht had liaar hiervan
terug te houden. Melnik scheen te vreezen, dat
zijn schoonzuster nu een ongeluk mocht overkomen,
en liet het daarom niet aan rechtstreeksche en
zijdelingsche waarscliuwingen ontbreken. Doch
Gertrude sloeg er geen acbt op en Melitta liet
liaar begaan. Het lag nu eemnaal in liaar aard
zich niet in een strijd te wagen met zulk een
wilvast persoontje als haar zuster was.
En nu was de vrees van mijnheer Von Melnik
op treurige wijze werkelijkheid geworden.
//Gertrude von Kauffel is verdwenen," ging het
van mond tot mond. In Malente en Gremsmiihlen,
te Plon en te Eutin, aan het Kellermeer en aan
het Dijkmeer sprak men er over. En overal stelde
men de vraag//Is zij verongelukt Is zij het
slachtoffer van een misdaad geworden Of heeft
zij de hand aan ziclizelve gestagen
Niemand wist liierop te antwoorden.
\Kl ZEISCHE COIRHT.
Hif verscliijnt nnamlaa-, Woenstlasr- en Vrijilasavoml l»'.l rten uilgever
A I¥ IS E te Ter Semen.