A1 g e m e e d Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen Straatveriichting. No. 3191. Dinsdag 20 Augustus 1895. 35 Jaargnn^. EEN INDIAANSGKE PRINSES. aanbesteden Binneriland ABONNBMENT Voor Per drie maanden binnen Ter Nenzen f 1,Franco per post Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,32£. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. Burgeineester en Wethouders van ZAAMSLAG zullen op Dinsilag den 27 Augustus 1895, voormiddag 9 uren, bij enkele inschrijving, L)e Straatveriichting binnen de kom der gemeente, gedurende den winter van 1895 op 1^96, daar- onder begrepen de levering van petroleum en katoen, het schoon- houden der lantaarns enz. De voorwaarden liggen ter lezing ter secretarie der gemeente, alwaar de inschrijvings-biljetten, behoorlijk gesloten, voor het uur der besteding moeten worden bezorgd. Zaamslag, 16 Augustus 1895. A. RIEMENS, L° Voorzitter. E. H. WORTMAN, Secretaris. Polilieh Overzicht De Belgisclie Kamer van afgevaardigden heeft Vrijdag bij tweede lezing met 81 tegen 52 stemmen en 2 onthoudingen de nieuwe school wet aangenomen. Voor de stemming had de bekende afgevaardigde Woeste eene lange redevoering gehouden tot recht- vaardiging der voordracht, althans trachten te hcuden, want de socialisten maaktea zulk een vervaarlijk leven dat op een gegeven oogenblik de zitting door den President moest worden geschorst. De inter-parlementaire conferentie te Brussel heeft, in hare zitting een voorstel goedgekeurd van de volgende strekking De conferentie verklaart, dat, wanneer eenige staat zijne voortdurende onzijdigheid in den vorm van een grondwetsartikel heeft afgekondigd, deze onzijdigheid behoort te worden erkend door de mogendheden. De leden der conferentie zullen huu invloed aanwenden orn dit beginsel te doen erkennen op eene eerlang te houden bijeenkomst van diplomaten. De conferentie vereenigde zich eveneens met het voorstel van den Engelschman Cremer en den Belg Anspach, om den President op te dragen zicli er van te vergewissen of de Regeeringen of twee of meer leden daarvan geneigd zouden wezen liet initiatief te nemen tot het vestigen van een Hoi tot beslechting van gerezen geschillen langs minnelijken weg. FEUILLETON. Een historische schets. Werkelijk leefden kolonisten en roodliuiden een tijdlang in goede yerstandhouding. De blanken dreven met de Indianen een levendigen ruilhandel en trokken met hen soms vele mijlen landwaarts ter berenjaclit. Die vredestijd zon spoedig een einde nemen. Een der jonge krijgshoofden, die vroeger tegen den vrede zich verzet had, schoot uit een liinder- laag op den Gouverneur, toen die met een aantal kolonisten op jacht was, en kwetste hem door een boogschot. De kolonisten, verbitterd door die verraderlijke handeling, vervolgden. den dader, schoten hem neer en hingen zijn lijk aan een boom op. De Gouverueur Smith werd naar Jamestown gedragen, doch daar zijne wonde niet gevaarlijk was, lierstelde hij spoedig. De wraak der blanken werd spoedig bekend en verbitterde de Oneida's.. Onder de verschillende stammen vormde zich een complot, dat de geheele uitroeiing van de kolonie ten doel had. Men bereidde zich op groote schaal tot den strijd toe en riep alle weerbare manneu op. Ook ditmaal kreeg Pokahontas kennis van de plannen, en zij begaf zich weer, zoo snel hare voeten haar konden dragen, naar Jamestown om den Gouverneur te waarschuwen. Ontniddellijk bereidde Smith zich op krachtdadige verdediging voor, en nauwelijks had hij dit gedaan, ol de vijandelijke scharen naderden reeds. De volgende bijeenkomst (1896) is te Buda- Pesth bepaald. De Koning heeft op een telegram der conferentie geantwoord met het uitspreken zijuer beste wenschen voor het welslagen vau haren arbeid. De conferentie is hierna gesloten. De Zwitsersche stendenraad heeft de handels- overeenkomst met Erankrijk met 26 tegen 10 stemmen goedgekeurd, zoodat deze thans haar laatste stadium heeft doorloopen om kracht van wet te verkrijgen. De plebiscitaire cornites van het departement van de Seine hebben liet gewone jaarlijksch banket van 15 Augustus onder eerevoorzitterschap van prins Victor Napoleon en onder het werkelijk pre- sidentschap van den heer Cuneo d'Ornano, gehou den, die omringd was door de voornaamste leden der partij. De Salon des Families, waar bet banket plaats had, heeft er zelden meer luisterrijken in zijn zalen gezien. Zoowat een duizend gasten zaten aan en de tafels waren uit de groote zaal ook in de gangen en den tnin aangericht. Aan het dessert las de vicepresident der comites, de heer Turpeaud, een brief voor van prins Victor Napoleon waarin deze verklaart //niet het hoofd eener partij, maar de vertegenwoordiger eener zaak te zijn". Telegrammen uit Rouaan, Marseille en Bordeaux van de partijgenooten aldaar werden eveneens voorgelezen. De heer Cuneo d'Ornano hield een redevoering, waarin hij den roem der Napoleons zong, welke volgens hem niet alleen grootsche heriuneringen hesteudigen, maar tevens trouw gebleven zijn aan den geest der Revolutie. Verscheidene toasten werden nog uitgebracht en een telegram van hulde werd aan prins Victor aan het einde van het banket gezonden. Uit Ajaccio wordt geseiiul, dat ter gelegenheid van den Napo leons dag, in de keizerlijke kapel een mis werd gelezen. Men weet, dat de moeder des keizers daar rust. Kransen en bloemen waren op het graf nedergelegd. Veel dames, maar weinig heeren woonden de plechtigheid bij. Een banket had plaats na afloop van den dienst. De beraadslagingen over het adres van antwoord op de troonrede zijn in het Britsche Lagerhuis voortgezet met de verdere behandeling der ver- inelde amendementen der lersche afgevaardigden Redmond en Dillon ten gunste van Home Rule en andere lersche verlangens. Beide amendementen zijn met groote meerderheid (het een met 257 tegen 123, het andere met 243 tegen 113 stemmen) verworpen. Van regeeringswege werd, in antwoord op eene Hun wachtte een warme ontvangst, toen zij de wallen bestormden. Een regen van kartetsen viel midden onder hen neer en dunde hunne rijen. Aan beide kanten streed men met ware doods- verachting, doch de goede wapeneu der kolonisten, die uit Engeland dood en verderf verspreidende veldslangen en scheepskanonadcn hadden ontvangen richtten geduchte vernielingen onder den vijand aan. Eindelijk achtte Smith den tijd gekomen om een uitval te wagen, en dat gaf altijd den blanken een belangrijk voordeel op de roodhniden. Het kamp der Indianen werd bestormd, en al de wig wams gingen in vlammen op. Te midden van het rumoer van den slag werd Smitli gekwetst, zonder dat zij ne landgenooten het beinerkten, en onder begunstiging van de nachte- lijke duisternis verdween hij op geheimzinnige wijze van het slagveld. De kolonisten hielden hem ten slotte voor dood en beklaagden zijn verlies, doch lieten den moed niet zinken. Zij joegen de In dianen met onverzwakten ijver op de vlucht, tot- dat ook deze veldtocht als geeiiuligd kon beschouwd worden. De Oneida's hoorden later, dat de blanken den Gouverneur vermisten en zijn lijk niet konden vinden. Powhattan verzonk daarover in diep ge- peins, vooral omdat bij diezelfde gelegenheid ook Pokahontas verdwenen was. In stilte zond hij naar alle richtingen spionnen uit, en spoedig werd zijn vermoeden bewaarheid. Een der spionnen had Pokahontas bespied, toen zij 's naclits uit eene bron in het woud water schepte. Hij had haar behendig gevolgd en daarbij ontdekt dat het meisje in een rotsspelonk sloop, waarvan de ingang onder lange struiken verborgen was. vraag, door vice-Minister Curzon verklaard, dat de Erausch-Chineesche handelsovereenkomst nog niet geratifiiierd is, maar dat, zoo dit noodig blijkt, natuurlijk stappen zullen gedaan worden om er voor te zorgen, dat Engeland's belangen hierbij geen schade lijden, of dat inbreuk worde gemaakt op vroeger met Engeland aangegane overeenkomsten. De leden van het Lagerhuis, die voorstanders zijn eener munthervorming, hebben eene vergadering gehouden, waarin besloten is een groep te vormen, die er naar streven zal eene internationale confe rentie bijeengeroepen te krijgen, om te onderzoeken welke maatregelen op muntgebied moeten worden genomen om te voorzien in de euvelen, die ontstaan uit de zilverprijs-ftuctuatien en het steeds grooter wordend waarde-verschil met het goud. Het is nog eene heele scene geweest in de zitting van Donderdag, eer de lersche afgevaar digde Tanner, door den speaker geschorst, omdat hij zijn collega Harrington een leugenaar genoemd had, en dit niet wilde intrekken, de zaal verliet. Eerst wilde hij niet gaan, maar toen geweld zou aangewend worden ging hij dan eindelijk, woedend uitroepend //Eigenlijk verlaat ik dit smerige huis met meer genoegen dan ik er inkwam (groote opschudding). Vervolgens (op Chamberlain wijzend) riep hij driemaal met een stentor-stem //Judas en verliet toen het huis, de leden, die hem in den weg kwamen, hardhandiglijk wegduwend. Wanneer Dr. Tanner gelijkt op het portret, dat de Westminster Gazette van hem geeft, is het geen Apollo. lletzelfde blad heeft ook een ondeugend, maar aardig spotprentje op Keizer Wilhelm, „die altijd iemand moet alarmeeren of verrassen", en die voorgesteld wordt 's morgens om drie uur aan zijne grootmoeder Victoria die verschrikt door het reetje van de deur kijkt de verrassing be- reidend van eene aubade met trom-geroffel. Over het algemeen was de pers ditmaal over Keizer Wilhelm niet zeer eerbiedig. In de Soer. Ct. vinden wij in eene corres- pondentie uit Den Haag, geschreven onder den indruk van den tocht van de Koninginnen in Noord-Brabant en Limburg, het volgend karakte- ristiek trekje van onze Koningin verhaald. Tijdens haar verblijf te Londen werd o.a. aan de jonge Koningin voorgesteld de attache van de Hollandsche legatie v. B., gehuwd met een telg uit een der oud-adellijke familien van Erieschen Toen de aanvoerder dit vernam, begaf hij zich terstond met een aantal krijgslieden naar de aan- geduide plaats en drong het hoi binnen. Hier vond hij op een zacht bed van mos den gekwetsten Gouverneur, dien Pokahontas verpleegde. Het arme Indiaansche meisje verschrikte hevig toen liet gebeurde ontdekt werd. Powhattan en zijne krijgslieden lieten hun krijgsgeschreeuw hooren toen zij het offer ontdekten, waaraan zij hunne wraak konden koelen. De gekwetste werd nit het hoi gesleept en aan den folterpaal gebonden. Reeds zwaaide men bloeddorstig met de tomahawks en hield men de piilen op de bogen gereed als voorbereiding tot erger folteringen, toen op dat gevaarvol oogenblik Pokahontas door den kring barer bloeddorstige landgenooten heenbrak, op den geboeiden Gouverneur toeliep, hare armen om hem heensloeg, en vol geestdrift uitriep dat de tomahawk eerst haar hoofd moest verpletteren, voordat hij het hoofd van den Gouverneur zou aanraken. Deze heldhaftige daad der liefde is later in liederen bezongen, in schilderstukken, door de etsnaald en zelfs in mariner vereeuwigd, en ook de wreede Indianen werden er door verteederd. Powhattan dacht in sombere stilte een oogenblik na, doch gaf toen bevel de boeien te slaken. Den volgenden dag liet hij den Gouverneur naar Jamestown brengen en bedong als losgeld twee kleine kanonuen en een molensteen. In 't vervolg kwam Pokahontas dikwijls in de stad, waar zij altijd met zeer veel onderscheiding ontvangen werd door de kolonisten, die wel wisten hoeveel zij aan haar te danken hadden. Haar liefde voor Edward Smith was geen ge- heim meer. De Gouverneur was door de zorg voor stam. Uit het onderhoud vernemende, dat v. B. twee kinderen had; gaf Kunfrrgtli Wiihelmina den wensch te kennen, later met die kinderen eens kennis te maken, waarop de heer v. 11., zeer ge- vleid, haar de bijzonderheid mededeelde, dat zijne kleinen alleen Eransch en Engelsch spraken en verstonden. //O," zeide de kleine vorstin, het ge- sprek afbrekende, //dan wil ik ze ook niet ontmoeten." Het doet werkelijk goed, van die zijde er op gewezen te zien, dat Hollandsch spreken ook voor adellijke kinderen geen schande is. Uit het verslag omtrent den toestand der visscherijen in de Schelde en Zeenwsche stroomen in 1894 blijkt o. a', het volgende Van het vaste personeel der visscherij-politie werden bevorderd de knecht le kl. A. J. van Gelderen en de knecht 2" kl. K. J. Schipper tot schipper 3" kl. Het personeel bestond op 31 Dec. 11. uit 6 opzieners le kl., 3 schippers le kl., 4 schippers 3e kl., 1 knecht le kl., 4 knechts 2e kl., 1 machinist en 1 stoker. Bij de eerlang in de vaart koming van een zevende zeilvaartuig (hotter), zal alsdan de vloot voltallig zijn en bestaan uit 1 stoomvaartnig en 7 zeilvaartuigen, zullende dan de vacatures moeten worden aangevuld van 2 opzieners, 1 schipper en 5 knechts. Door de beambten, belast met het toezicht op de visscherijen, werden opgemaakt 151 processen- verbaal ter zake van overtredingen van het reglement en van diefstal van visch of vischtuig waarvan 122 door de beambten der visscherij-politie. Omtrent de verwachtingen van den te velde staanden oogst over 1895, in deze provincie, deelt de Staats-Courant het volgende mede Tarwe en rogge. De stand van deze gewassen, hoewel niet zwaar, is voldoende daar de aar goed is ontwikkeld, kan een vrij ruim beschot worden verwacht. Winter en zomergerst vertoonen een goed gewas (de laat gezaaide zomervrucht uitgezonderd) en zullen, ook wat stroo betreft, bevredigende uit- komsten geven. Haver is mede goed ontwikkeld en belooft eene vrij ruime opbrengst. Erwten en stamboonen. Van beide is de stand uitmuntend, zoodat, zonder tegenspoed, een ruim en goed beschot wordt verwacht. Paardeboonen. Deze vrncht is goed in de struik gegroeid met voldoende peulzetting; ofschoon de bladluis hier en daar schade veroorzaakt, kan de uitkomst over het geheel zeer bevredigend zijn. het welzijn zijuer kleine kolonie genoodzaakt zich aan een overigens zeer berispelijke huichelarij schuldig te maken. Hij was gehuwd en had zijn gezin, bestaande uit vrouw en kinderen, in Londen achtergelaten. Dit verzweeg hij voor de //prinses", gelijk ze door de kolonisten genoemd werd, en ter wille van den steun dezer machtige bondge- noote, beloofde hij haar te zullen trouwen. Poka hontas was overgelukkig door dit vooruitzicht maar het zou nooit verwezenlijkt worden. Smith was, ondanks het bedrog dat hij uit staatkundige redenen pleegde, op en top een eerlijk manhet bedrog kwelde hem met den dag pijnlijker. Tot herstel van zijn wonde en ook door de begeerte om zijn gezin weer te zien, besloot hij naar Engeland terug te keeren. Toen hij van Pokahontas een treurig afscheid nam, geloofde het arme kind, dat het maar voor korten tijd zou zijn en dat haar geliefde weldra zou terugkeeren. Eenige maanden later echter werd haar wijs gemaakt, dat Edward Smith op de reis naar Europa was gestorven. Een diepe droef- heid maakte zich sedert van haar meester. Zij kwam na dien tijd niet meer zoo dikwijls in de kolonie als vroegerdat speet de kolonisten zeer, want er waren weer oneenigheden met Pow hattan uitgebroken, en men had nu gaarne de Prinses tot onderpand gehad. Eindelijk gelukte het den gezagvoerder Argall haar aan boord van zijn scliip te lokken, en sedert werd zij in de kolonie min of meer gevangen gehouden, ofschoon zij altijd met zeer veel eerbied behandeld werd. Zij leerde de Engelsche taal, kreeg onderricht in den Christelijken godsdienst en werd Rebekka gedoopt. TER NEIIZENSCDE <0111 Ui 1 i t Mail verscliijnt .liaamlaK-, Woensdaf en Vrijil»s»voiiil l»ij ilea uil^ever B*. J. A W UK I 1 M II E te Ter iVeitzen. snaEsaiai

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1895 | | pagina 1