Gemengde berichten.
Yolgens berichten uit de Betuwe (Gelderland)
is van de appelen een enorm gewas te wachten,
zoowel van de gewone als de fijnere soorten.
Daar ook in het buitenland, vooral in Frankrijk
en Belgie een groote oogst van appelen staat te
voorzien, kan men an deze vrncht lage prijzen
verwachten.
Het perengewas zal een kleine oogst geven en
daardoor zullen de prijzen tamelijk hoog zijn.
TER NEUZEN, 26 Juli 1895.
De verplaatsing van den klerk der posterijen
l9te kl. J. P. le Roy van Ter Neuzen naar Ouden-
bosch is ingetrokken.
Bij koninklijk besluit zijn benoemdtot
dijkgraaf voor den Philippinepolder de heer E.
Cuelenaeretot plaatsvervangend dijkgraaf voor
den Sluispolder de heer J. Sandee en tot gezworen
van den Willem-Leopoldpolder (Ned. ged.) de beer
L. Leenhouts de Vlieger.
Wij vernemen dat er dit jaar geen aanbe-
steding zal kunnen plaats hebben van degedeeltelijke
indijking van het verdronken land van Saeftingen.
Er moeten nog zooveel onderliandsche acten ge-
paseerd worden dat men voor een besteding in dit
jaar niet tijdig gereed zal komen. De Minister wil
de besteding nu doen plaats hebben in hetnajaar
van 1896.
Yoor menigeen in deze streken is het te betreuren
en velen hadden reeds gerekend om gedurende den
winter daar werk te vinden en voor zich en hunne
gezinnen brood te verdienen.
Koewacht. Door de gemeenteraad is verleden
Woensdag met algemeene stemmen benoemd tot
onderwijzer aan de openbare school te St. Andries
de heer A Hamerlinck alhier. De benoemde was
de eenige sollicitant.
St. Jansteen. Dicht bij Keinseke (Belgie) is
zekere V. d. K., uit Stekene door den trein over-
reden na zich moedwillig op de rails geworpen
te hebben en gedood.
Kloosterzande. Woensdag hield in het ver-
sierde schoollokaal het onderwijzersgezelschap in
het arrondissement Axel, alhier de jaarlijksche
feestvergadering, die niettegenstaande het eenigszins
ongunstige weder en de moeilijke ligging van
Kloosterzande voor velen toch door 42 leden
werd bijgewoond. De voorzitter, de heer Baron
Collot d'Escury, die juist 12) jaren geleden als
zoodanig in functie trad, opende de vergadering
met een hartelijk welkom aan alien, die ter
vergadering verschenen waren en legde, als naar ge-
woonte in zijn openingswoord - telken jare - nadruk
op een gewichtig punt, dat in de onderwijzerswereld
aan de orde van den dag is, thans nl. op de
beweging in den lande ten gunste eener pensioen-
regeling voor onderwijzerswebuwen en weezen.
De schoolopziener verklaarde zich ingenomen
met het desbetreffend streven der onderwijzers en
van vele mannen buiten het onderwijs staande,
beloofde daaraan zijn steun en voile medewerking
en sprak de hoop uit, dat men spoedig slagen
mocht.
Na afdoening van eenige huishoudelijke zaken
werd de vergadering geschorscht om de in een aan-
grenzend schoollokaal tentoongestelde teekeningen
van de leerlingen der teekenschool te bezichtigen.
De opgehangen teekeningen waren van drieerlei
aard in zooverre zij betrekking hadden op bouw-
kunde, plaatteekenen en teekenen naar de natuur
en maakten door netheid van afwerking een bepaald
gunstigen indruk, waarmee ik de vervaardigers,
alsmede de heeren Luijten en Baron Collot d'Escury
(broeder des schoolopzieners) respectievelijk leeraar
en beschermheer der inrichtig van harte feliciteer.
In de vergaderzaal weergekeerd wachtte den heer
schoolopziener eene verrassing.
De vice-voorzitter, de heer De Vries, hoofd
eener school te Zaamslag, trad bij den lessenaar
en herdacht het koperen jubile van den voorzitter
en was zeker de tolk van al zijne ambtgenooten,
toen hij den heer Collot d'Escury schetste als een
ijverig ambtenaar, een betrouwbaar raadsman en
humaan superieur. Ten slotte bood hij den jubilaris
De aanwezigheid van vrouw Hinrik in de familie
van Eijckens bracht weliswaar een persoon meer
in de kost, maar onthief de jonge vrouw van het
ruwste werk en veroorloofde haar des te meer tijd
voor haar borduurwerk te gebruiken en op deze
wijze het kleine inkomen te vermeerderen, waarvan
zij thans moesten leven. En dank haar omzich-
tigheid en de bijna ziekelijke gierigheid der dienst-
bode kwam men er door. Vrouw Hinrik maakte
zich ieder stuk brood, dat zij at, tot een verwijt
als zij des avond de kleine dienstbodenkamer
binnentrad, die men voor haar gehuurd had, stak
zij niet eens een stukje kaars aan. Weldra nam
zij nog in het huis de bediening van verscheidene
gehuwde lieden op zich en van tijd tot tijd liet
zij het een of ander groot geldstuk in de tafellade
harer ineesteres glijden en ontkende dan ten stelligste,
iets er van te weten. Slechts voor haar kleinen
Adi werd zij een ware verkwiststerzij ging nooit
met hem uit, zonder hem wat snoeperij of een
klein stuk speelgoed te koopen, want Adriaan was
haar trots, haar afgod. Als de vierkante Vlaamsche
met haar ,/Adi" aan de hand trotsch en gelukkig
over de straat ging, dan kon geen koningin zich
met haar meten. En toen zij in den tuin der
Tuilerien eens twee dames er over hoorde spreken,
namens de vereeniging eene pendule aan als een
blijk van waardeering en hoogachting.
Blijkbaar getrotfen verklaarde de heer school
opziener zeer ingenomen te zijn met het geschenk
en het dankbaar te aanvaarden, dankbaar niet om
de stoffelijke waarde van het prachtige en uit-
stekend gekozen voorwerp maar vooral om de
goede bedoeling, waarmede het de onderwijzers
ongetwijfeld aanboden.
Daarna nam de heer Vooren uit Ter Neuzen
ret woord om in eene kernachtige improvisatie
,/Heengegaan ook gemist?" na een inleidend
woord, waarin hij de geest des tijds kenschetste
de nagedachtenis te eeren van den hooggeachten
en onvergetelijken vader des schoolopzieners, wien
men op dezelfde plaats, als waar thans de onder
wijzers bij een waren, een achtste eeuw geleden,
eene hulde bracht als deze. Op de vraagook
gemist antwoordde de heer Vooren dan ook
met een Voorzeker er bijvoegende gelukkig
zijn zij, die na hun verscheiden gemist worden.
Dit gedeelte der vergadering werd bijgewoond
door eenige familie-leden van den jubilaris, die
blijkbaar diep bewogen waren door het gesprokene.
De voorzitter dankte daarna ook namens de familie
voor de hulde aan de nagedachtenis van zijn
onvergetelijken vader gebracht.
Hierna brak het gezelschap op om een bezoek
te brengen aan de woning en den tuin van den
heer schoolopziener door dezen daartoe welwillend
uitgenoodigd. In het prachtige huis, waar zij
werden onthaald en in den heerlijken tuin brachten
de onderwijzers omstreeks een half uur door, waarna
zij zich onder leiding van hun voorzitter en ver-
gezeld door diens beide broeders en zwager, den
heer Quarles van Ufford, naar het hotel van den
heer P. J. Yerbist begaven waar alien zich aan
een gezelligen disch vereenigden en waar men in
de vroolijkste stemming tot laat in den avond
feest vierde.
Woensdagavond omstreeks zeven uur is een
conducteur van den Groningschen excursietrein
op de spoorbrug bij Nijmegen van de zij plank
gevallen. Een been werd verbrijzeld, het andere
zwaar verminkt. De man is in zorgwekkenden
toestand naar het R. K. ziekenhuis gebracht.
Uit Maassluis wordt bericht, dat men thans
zekerheid heeft omtrent het vergaan van den logger
M A 31, genaamd //Rotterdam", schipper H. de
Vos, die den 7 Mei 11. vertrokken is naar zee ter
haring- en beugvaart, met eene bemanning van 13
koppen. Volgens mededeeling van schipper De Ligt,
van den Vaardingschen logger //Maria", werden op
16 Mei ter hoogte van Doggersbank deze zelf, 2
bomrnen en de //Rotterdam" door een geweldige
grondzee overvallen. Van de //Maria" werd alles
aan dek weggespoeld, de bomrnen bleven behouden,
doch de //Rotterdam" werd niet meer gezien.
Door dit onheil wordt Maassluis zwaar getroffen,
want 5 wed uwen en 17 weezen blijven achter.
Betreffende de inbraak ten huize van den
heer Johs. van Wotki aan den Stationsweg no. 2,
te Rotterdam, verneemt men nog het volgende
Eergistermiddag om 6 uur heeft de politie naar
verschillende plaatsen, waar zij de wetenschap
daarvan noodig oordeelde, bericht gezonden van
den effectendiefstal met Vermel ding voor zoover
mogelijk, van de verschillende geldswaardigestukken
en de nummers ervan.
De reeele waarde der ontvreemde papieren be-
draagt circa f 33,000, waaronder f 8000 aan
Engelsche, Portugeesche, Russische, Belgische,
Oostenrijksche en Ilollandsche effecten en f 25000
aan stukken op naam.
De politie is de vermoedelijke daders, naar wij
vernemen, reeds op het spoor. De heer P. W.
Roemer, photograaf wonende op den Stationsweg
had den dag te voren in zijn woning aan den
arbeid, twee individuen langs het raam zien gaan,
die sprekend geleken op twee misdadigers, welke
hij indertijd in de gevangenis heeft gephotografeerd.
Begrijpelijkerwijze trok die gelijkenis zijn aandacht
zoo, dat hij naar het "raam liep waar hij uit hun
mond deze woorden opving //denk er goed am,
u...i i.
dat de eenige goede kleeding voor kleine jongens
een fluweelen pakje was, werd zij door het idee
fixe aangegrepen, dat Adriaan tot elken prijs in
fluweel gekleed moest gaan. Zij werkte dag en
nacht, breide, naaide, deed diensten voor alle par-
tijen in de buurt, kroop feitelijk voor de oude
vrijgezellen, bij wie zij den boel opruimde, om
een extra drinkgeld te vragen, en wierp eindelijk
op zekeren avond met een verstoord gelaat en
hoogrood van verlegenheid een stuk fluweel op de
tafel en zeide //Daar is nu het fluweel voor het
pakje van onzen Adi."
Mevrouw Van Eijckens keek verbaasd, bijna
ontsteld van haar werk op en zag nu eens de
stof, dan weer de meid aan. Wat heb je daar
toch?" Toen rees Hinrik bijna heftig op. //Nu
wij kunnen toch ons kind niet laten rondloopen
als een bedelaarsjongen. Iedere fatsoenlijke knaap
heeft een fluweelen kieltje en ge doet mij
werkelijk leed, mevrouw, als ge dat nog niet
weetDaarna verliet zij boos de kamer, en
toen Pauline haar naijlde, vond zrj de trouwe
dienaresse op de trap van haar dakkamertje zitten,
het helderwitte, stijve schort over het hoofd
geslagen, terwijl zij hartroerend zat te snikken.
(Wordt vervolgd.)
het tweede huis aan den Stationsweg van avond
De heer Roemer ontgaf zich de beteekenis dier
woorden. Maar toen hij den volgenden dag van
de inbraak hoorde ging hem een licht op en waar-
schuwde hij de politie.
De daders moeten twee zeer beruchte sujetten
zijn, die eerst kortelings uit de gevangenis zijn
ontslagen. Zij zijn van 30 k 40jarigen leeftijd
en uit het onderzoek ter plaatse ingesteld, is ge-
bleken dat zij met eenige overhaasting zijn te werk
gegaan. Sommige vertrekken in het sousterrain
zijn in het geheel niet door hen bezocht.
Gistermorgen keerde de heer Van Wotki uit
Schlangenbad terug hevig ontsteld zooals vanzelf
spreekt.
Dezer dagen werd gemeld, dat in een boschje
onder de gemeente Haarlemmerliede en Spaarn-
woude een spanen doos was gevonden, waarin zich
het lijk bevond van een kind, dat schijnbaar al
een paar weken dood was.
Nader wordt medegedeeld, dat de doos is ge-
maakt van geel stroocartonpapier en vermoedelijk
een gedeelte was van een grootere doos. Boven
op het deksel was met wit krijt geschreven //Best."
Op eene der lange zijden was met wit krijt aange-
bracht de letter O of anders het cijfer //0." Op
een der korte zijden van die doos was een vierkante
strook wit papier geplaatst en daarop staat //Laag
zijde 1505."
Om de vier verschillende zijden was touw
geknoopt.
Het lijkje van het kind was in een versleten
hemdje gekleed en aan dat hemdje was ter hoogte
van den hals een kantje genaaid of geborduurd.
Een vierkante linnen doek lag over het lijkje en
boven dien doek lagen twee couranten. Op en
rondom het lijkje bevonden zich nog niet lang
verdorde roode en witte rozen en rozeknoppen.
Op de doos waren ook geen sporen aanwezig, die
aantoonden, dat zij al reeds lang op de bewuste
plek gestaan had.
De officier van justitie te Haarlem verzoekt
dringend om inlichtingen en bericht.
Dezer dagen bevond zich een rondreizend
persoon, Roelof Keizer, met zijn zieke vrouw en
twee kinderen in de buurt van Tubbergen (Overijsel).
Hij begaf zich met eenige koopmanschap naar de
R. K. pastorie, doch kon niets verkoopen. Hier-
over naar het sehijnt boos geworden haalde hij
zijn vrouw van de kar en plaatste haar tegen het
hek voor de pastorie, met de woorden tot den
eerw. heer pastoor gericht//Zie zoo, ik heb haar
28 jaar gehad, nu moogt gij haar zoo lang hebben,"
waarop hij zich met de beide kinderen verwijderde
en zijne vrouw in hulpbehoevenden toestand
achterliet. De vrouw is ingevolge haar verlangen
vanwege het gemeentebestuur naar Olst getrans-
porteerd. Van den man en de beide kinderen
heeft men verder niets meer gehoord.
Dezer dagen ontvingen de in Den Haag
wonende ouders van een soldaat, dienende in het
Regiment d'Algerie, dat deelneemt aan de Eranschen
expeditie tegen Madagaskar, een brief, waaraan
wij het volgende ontleeneu
z/Ik ben nog gezond en wel, maar armoede en
gebrek lijd ik veel. Wij zijn elken dag op marsch,
van dorp tot dorp, van stad tot stad en dat onder
een gloeiende zon, dwars door bosschen en rivieren.
Aan schieten ontbreekt het niet. Wij zijn nu
in een groote stad, die wij ingenomen hebben
er zijn veel dooden en gewonden. Het oorlogsleven
is toch goed, gisteren had ik niets te eten, maar
vandaag dubbed, want een mijner kameraden heeft
een kip gekocht voor 7) cent en vet voor 2) cent.
Even boven een vuurtje en de kip is klaardat
smaakte lekker, hoor, want ik had in geen vijf
dagen vleesch gegeten. Ik moet met potlood
schrijven, want inkt en behoorlijk schrijfpapier
is bijna niet te krijgen. Een enveloppe maak ik
zelf en voor het adres zal ik mijn sergeant-majoor
om inkt vragen."
Het Czaar Peterhuisje te Zaandam zal een
belangrijke verandering ondergaan. Zooals bekend
is werd het huisje, dat met de naaste omgeving
eigendom is van het Russische vorstenhuis
reeds eenige jaren geleden, onder leiding van den
architect Salm, te Amsterdam, omgeven door een
houten huis, nadat het geheel was opgevijzeld en
met zware balken en stangen in zijn verband werd
gehouden. De omstandigheid, dat er in de laatste
jaren in de onmiddellijke nabijheid verschillende
houten woningen zijn verrezen, heeft het gevaar
voor brand vermeerderd en zoo is de Russische
consul-generaal te Amsterdam, die met het toezicht
op het kostbare gedenkteeken is belast, er op
bedacht geweest de beveiliging van het historische
gebouwtje te verbeteren. Het houten foudraal
zal dus door een stevig steenen gebouw worden
vervangen.
Te Meppel ging een voor eenige dagen met
groot verlof gezonden tamboer met de schutterij
aldaar ter oefening mede. Al spoedig bleek dat
de man, hoe bekwaam ook, zijn taak als tamboer
nu niet ernstig opvatte en haar meer als een grap
beschouwde. Althans hij gedroeg zich zoo, dat
de commandant den sergeant-tamboer voor het
inrukken order gaf, den man te verzoeken bij hem
te komen.
Dit werd door den tamboer geweigerd hij wilde
zich verwijderen, sloeg met zijn trom om zich
heen, verwondde deze en gene, en politie en mare-
chaussee zagen zich genoodzaakt tusschen beide
te komen.
Het gevolg was,' dat het zeer talrijk aanwezig
publiek, niet wetende wat er aan de hand was,
van alle zijden opdrong, de handhavers der orde
op alle mogelijke wijze belemmerden en het noodig
bleek hen uiteen te drijven, waarbij deze en gene
natuurlijk nog al een gevoeligen klap opliepde
tamboer vond, te midden van de verwarring, ge-
legenheid zich uit de voeten te maken. Daarna
bleef het den geheelen avond zeer levendig op
straatmarechaussee, gemeente- en rijkspolitie
surveilleerden voortdurend, en eerst nadat drie
personen tijdelijk waren opgeborgen, verliep de
menigte tegen een uur of elf.
Onder de aan wal gebrachte passagiers van
het gezonken Italiaansche stoomschip Maria P. is
een echtpaar, dat zijn drie kinderen verloren heeft.
z/Bij het hooren van het geweld der aanvaring."
zoo verhaalde de man, //nam ik twee mijner kin
deren op den arm; mijn vrouw droeg het derde;
wij snelden naar het dek en sprongen met elkander
in zee. De kinderen belemmerden mij in mijne
bewegingen en ik voelde mij zinken. Toen ik
weder boven water kwam waren de kinderen weg.
Mijn vrouw had zich aan een stuk hout vastgeklemd
en hield zich daarmee drijvend tot wij door een
reddingboot opgenomen werden."
Voorts is er bij de geredden een knaap van 8 j
jaren, die de eenig overgeblevene is van een gezin
van 7 personen.
De kapitein van de Maria P. sprong, toen hij
zag dat zijn vaartuig reddeloos verloren was, in
zee en werd later in een boot opgenomen.
Naar aanleiding der door het Handelsblad
beweerde overrompeling van de Tersch el linger
sleepboot Adsistent door de visschers van Paeseus
en Moddergat, wordt het volgende uit Moddergat
aan den Staudaart geschreven, dat wij, gedachtig
aan het //hoor en wederhoor", hieronder mede-
deelen
Zondag 14 Juli strandde in de nabijheid van
Engelschmansplaat het Noorsche schip Talisman
(geen stoomschip), beladen met hout. De reddings-
boot van Schiermonnikoog, getrokken door de
sleepboot Adsistent, was spoedig ter plaatse; maar
even later was de reddingsboot van Moddergat er ook.
De schooner Talisman zat op een gevaarlijken
plaats. Geen der beide reddingsbooten durfde dan
ook in het eerste oogenblik het bedreigde schip
naderen. Om toch al het mogelijke te beproeven,
voer de kapitein der Moddergatsche reddingsboot
met zijn eigen vischersvaartuig een paar malen
langs het schip. De gang naar het schip zou een
moeielijke wezen, maar omdat hem meermalen ter
oore was gekomen, dat zijn boot niemendal betee-
keude, waagde hij het. In de branding wierp hij
het anker uit, en ging nu met de reddingsboot
twee malen onder de boegspriet van den schooner
door. Daar echter de bemanning weigerde het
schip te verlaten, ging men naar de reede terug.
De volgenden morgen ging een der blazen van
M. weer poolshoogte nemen. Deze mocht het ge-
noegen smaken den kapitein en 4 matozen aan
wal te brengen. De stuurman weigerde halsstarrig.
Toch koos hij, toen de anderen vertrokken waren,
eieren voor zijn geld en ging met de boot naar
Schi ermonnikoog.
Van dit alles werd de burgemeester verwittigd.
Deze kwam onmiddellijk naar Moddergat om orde
op zaken te stellen. In overleg met den kapitein
gaf hij last aan de visschers, om de lading aan
onze kust te brengen. Niet denzelfden middag,
maar den volgenden morgen ging de visschersvloot
er heen om te bergen, wat voorloopig geborgen
moest worden.
Pas waren zij met dit eerste, tuigage enz., aan
wal, of daar komt het bericht, dat er een boot
bij de //Talisman" is, die haar op sleeptouw wil
nemen. Onze zeelui lieten dit echter niet begaan.
Zoo snel als het kon, werd er in overleg getreden
met de politie, hoe te handelen. Hun werd aan-
geraden er heen te gaan. Zoo spoedig mogelijk
gingen ze nu de boot opzoeken. En wat zagen
ze Het schip, dat zij voor anker gelegd hadden,
werd meegenomen. De ketting was verbrokeu.
Het hun toevertrouwde werd hun ontvoerd.
De jongste matrozen, die in de voorlioede waren,
en wier bloed het snelst door de aderen vloeit,
sprongen over, om zoodoende den kapitein te nood-
zaken, zijn voornemen te laten vareu. Dreige-
menten werden er gedaan en aan den kapitein op
den man af gevraagd, wie de ketting doorgebroken
had. De gezagvoerder hield zich onkundig, wat
natuurlijk de verstandhouding niet beter maakte.
Toen echter de laatste pramen aankwamen, was de
eerste opwinding al weer bedaardwant van messen,
dreigementen om over boord te werpen, van een
dwangbevel of ingeval van weigering, moord bij
nacht, is den laatst aangekomenen niets bekend.
Alleen, en dit is natuurlijk, werd hem bevolen,
om den schooner te brengen ter plaatse, waar de
sleepboot hem gevonden had. Dit laatste is den
volgenden dag gebeurd en alsof men weer goed
wilde maken, wat men bedorven had, bracht men
de //Talisman" aanmerkelijk dichter aan de kust.
U ziet dus M. H. de R, dat niet door de be-
volking van Moddergat zeeroof is gepleegd. Het
eenige waarin zij te berispen zijn, is dit: dat zij
hunnen geest niet beheerschten, toen een ander
het hun toevertrouwde goed wilde ontnemen.
Eene opmerking zij mij nog veroorloofd.
Zou de berichtgever uit het Handelsblad ook
kunnen vertellen, waarom de boot zoo snel op het
schip afkwam, toen het vastzat, en waarom zij
geen hulp verleende, toen de schooner met de nood-
vlag in top langs de kust laveerde