Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
No. 3178.
Zaterdag 20 Juli 1895.
35e Jaargang.
Gemengde berichten.
xv.
EEN ONGELUKKICE.
Van de 20.623 kiezers, die Amsterdam telt,
kwamen Woensdag voor de verkiezing van den
gemeenteraad 9654 op. Te Rotterdam 8660 van
de 8137. En dat niettegenstaande er drukte ge-
noeg gemaakt was.
De herkiezing van den heer J. van Wer-
meskerken tot lid van den gemeenteraad te Krorn-
inenie zal een staartje hebben, das meldt men.
Als laatste knaleffect, hebben de bestrijders van
den beer v. W. den kiezers een strooibiljet gezonden
onderteekend door de raadsleden, A. Schut, J.
Booy, Jb. van Vliet en D. van Leyden, waarin
dezen hun voornemen te kennen geven eenparig
hun mandaat ter beschikking van de kiezers te
zullen stellen indien de heer v. W. herkozen wordt.
Edochde heer Van Wermeskerken is
herkozen.
Dit jaar zal voor den Engelschen landbouwer
onder de slechte jaren meetellen. In bijna alle
gewassen zal de oogst van 1895 ver bij die van
1894 achterstaan. Alleen aardappelen staan in
sommige graafschappen beter dan verleden jaar om
dezen tijd. Het gras is echter nu niet de helft
van toen.
BRIEVEN UIT DE MAASSTAD."
FEUILLETON.
2)
Ook deze directeur bleek juist gezien te hebben.
Sedert Felix geregeld de voorstellingen bijwoonde
maakte de schouwburg oneindig betere zaken. Zijn
vroolijk gezieht animeerde de geheele omgeving,
het publiek laehte weer, en de directeur, die een
weinig bijgeloovig was, begon Felix Wanbof reeds
als zijn goeden engel te beschouwen. Maar eens
op een avond maakte een blijspel fiasco, op welks
succes men zeker gerekend had. Dien avond was
Wanbof niet in den schouwburg geweest. Zijn
schuld was het
//Waar zat je gisteren vroeg hem den volgenden
avond de directeur op ver van vriendelijken toon.
Felix vertelde toen, dat den vorigen dag zijn
vrouw was gestorven en dat hij zoo bedroefd was
geweest, dat hij onmogelijk Maar de directeur
liet hem niet uitspreken.
//Bedroefdriep hij. //Maak dat aan anderen
wijsBedroefd met zoo'n geziehtJe hebt je
ontslag
Felix had al lang gedacht, dat het hem in den
laatsten tijd bijzonder goed was gegaan en dat hij
in lang niet was ontslagen. De zaak overviel hem
dus niet. Het ongeluk daarbij en de zorg om niet
te verhongeren haddeu hem verstompt. Hij wist
niet beter of 't behoorde zoo. Maar onder alle
ellende had hij zijn lach behouden. Alleen had
die, in plaats van het goedige, langzamerhand iets
hards en spottends gekregen. En zoo schreed Felix
Wanbof voort op zijn lijdensweg, als laehte hij over
zijne eigene ellende.
Bij de begrafenis zijner vrouw had hij kennis
gemaakt met een doodgraver. Hij was nog al
vertrouwelijk met hem geworden zelfs, en had hem
ook van zijn ongelukslach verteld.
z/Ja," had toen de doodgraver gezegd, //ik weet
wat de menschen waard zijn, en uw geval is duidelijk.
Ge kunt het afleeren, ge kunt het ook niet
afleeren. In het laatste geval moet ge danser
worden, die hebben een lachend gezieht noodig,
maar anders kunt ge van alles worden. Ga hij
den begrafenisdienst bijvoorbeelddaar nemen ze
alles aan, en doodgraver is ook nog zoo'n kwaad
ambacht niet."
Felix rilde. Dan wilde hij 't nog maar liever
met dansen probeeren. Maar de balletmeester bracht
hem aan 't verstand, dat men om een goed danser
te zijn, niet alleen lachen moet en dus een mond
hebben, maar ook dansen en dus vlugge beenen,
en zoo besloot Felix dan tot den begrafenisdienst.
Eerst echter had hij't ook nog als besteller, postbode,
conducteur, copii'st, ja hoe en waar al niet beproefd,
maar nergens hield hij het uitzijn ongeneeslijke
vroolijkheid en de lichtzinnigheid, die op zijn gezieht
de menschen voorloog joegen hem overal van daan.
Toen hij zich bij den begrafenis-inspecteur aan-
meldde, sloeg deze van verbazing de handen in
elkaar. //Ge ziet er veel te vroolijk uit," riep
hij. //Desnoods zouit ge bij een begrafenis als
z/lachende erfgenaam" kunnen dienst doen, maar
als drager of aanspreker nooit. Ik moet met
inijne lieden de smart, het medelijden voorstellen,
begrijpt ge
't Is wel ongelukkig, dat ik er zoo vroolijk
uitzieantwoordde Felix Wanbof, yinaar het
gaat me tegenwoordig zoo miserabel, dat ik het
lachen wel spoedig verleeren zal, en ziek voel ik
mij ook."
349'te ST AATSLOTERIJ.
Er was iets in den toon en in de stem van
den man met bet rroolijke gezieht, dat den inspecteur
roerde en tot medelijden stemde.
,/We kunnen het immers altijd eens probeeren,"
zeide hij. //Ik heb meer vroolijke gezichten ge-
fatsoeneerd, en 't zou me verwonderen als ik't met
u ook niet opknapte. Trek dat pakje maar
eens aan
Felix hulde zich in den mantel van een drager
en zette den steek op het hoofd.
z/De vroolijke bruilofstgast" op en top riep
de inspecteur lachend. Wat zouden mijn dooden
wel zeggen Neen vriendje, zoo gaat het niet
En nu begon hij Felix in de treurigheid te
drillen en hem te oefenen in de melancholie van
het vak. Het kleed werd dichter toegeknoopt,
de steek meer in de oogen gedrukt, de gang ge
regeld naar het tempo van een treurmarsch.
Felix begreep dat alles vlug en goed, maar zijn
gezieht bleef onvatbaar voor alle lessen.
z/Wat duivelriep de inspecteur, //wees dan
toch treurig
//Dat ben ik immers antwoordde Felix, wien
't weenen zeer na stond, wat er echter bij hem
altijd uitzag als wilde hij in lachen uitbarsten.
z/Waarom lacht ge dan toch altijd zoo zei
de inspecteur.
//Lach ik zei Felix met een diepen zucht.
z/Nu dan mond samengeknepen oogen
naar den grond in 't algemeen meer gebogen
houding o, 't is die verwenschte knevel
We zullen de tang eens aanleggen."
De tang werd gebracht en de punten van den
knevel, die lichtzinnig ten hemel streefden, werden
naar beneden gedraaid. Felix zag er nu inder-
daad een tikje minder vroolijk uit. Het was helaas
ook maar een tikje.
ZEETIJDINGEN.
Van 17 tot en met 18 Juli.
Van 17 tot en met 18 Juli werden langs de Oost-
sluizen alhier 38 binnenvaartuigen op- en 24 afge-
schut; door de Westsluizeu 1 op- en 1 afgeschut.
z/In 's hemelsnaam dan," zei de inspecteur, »we
zullen het probeeren. Maar doe uw best en houd
u goed
Na de eerste begrafenis, waarbij Felix dienst
deed een neef begroef zijn schatrijken oom,
naar wiens dood hij met hart en ziel verlangd
had kwam er bij de directie eene klacht in
over het //in het oogloopeud, ja onbehoorlijk
uiterlijk" van een der dragers.
z/Ge ziet, dat het niet meer gaat," zeide de
inspecteur tot Felix. Tot mijn leedwezen moet ik
u ontslaan
z/Ja, het gaat niet meerdacht ook Felix.
Dien gruwelijken tweespalt tusschen zijn inner-
lijken mensch, die zoo droevig was, en zijn uiter-
lijken mensch, die er zoo vroolijk uitzag, kon hij
niet langer verdrageu. Wanneer het leven, dat
is wanneer zorg, nood en honger, den aaugeboren
lach niet konden genezen, was er immers wel een
ander middel.
De verstootene en verlatene dacht erustig aan
zelfmoord.
Onnoodigerwijze echter. De dood voorkwam
zijn plan. \oor hem was de zieke, levensmoede
man een gemakkelijke buit. Op een morgen
vond men Felix dood op zijne armelijke legerstede.
Nu ging het hem weder zeer goed, zoo goed
als vroeger, toen hij nog in de windselen lag en
de wereld voor een hemel aanzag Nu was hij
dood Maar vergist had hij zich toch. Tegen
de aangeboren kwaal vermocht ook de dood niets
en zoo lag Felix in zijn doodkist als in zijn wieg,
met een lach om de lippen. Alleen de harde,
spottende trek was weggevaagd en de goedige trek
teruggekeerd. Felix Wanbof laehte tevreden.
EINDE.
Bijvoegsel van de Ter ITeuzensche Courant.
Rotterdam, 18 Juli 1895.
De menschen zeggen, en het is mij niet volkomen duidelijk
waarom zij het zeggen, dat er in een groote stad een bank van
leening noodig is als brood. Ik zie de noodzakelijkheid vol-
strekt niet in. We hebben in Rotterdam een heel goed geregeld
armbestuur, we hebben partieuliere vereenigingen aan het
hoofd waarvan notabelen siaan, die hen, die het hoog noodig
hebben, na behoorlijk onderzoek, geld in voorgchot geven,
zondcr er rente voor te vragen. Ik kan me enkele tegen-
werpingen voorstellen als spoedige hulp in geval van nood,
een redding voor den tijdelijk in geldverlegenheid verkeerende,
ik moet toegeven dat die tegenwerpingen juist zijn en toch,
omdat ik weet dat de voordeelen van een lorn bard niet op-
wegen tegen zijn nadeelen, blijf ik volhouden dat een bank van
leening er niet wezen moest. Dat zeg ik, nog onder den
indruk van wat ik Maandag, bij een belangstellend bezoek,
gezien heb. Wij moeten voor den waarljjk onmiddelijk en
tijdelijk hulpbehoevende iets beters vinden. Stads voorschots-
banken bijvoorbeeld, opgericht op dezelfde wijze als de
bovenbedoelde partieuliere vereenigingen, hoofdzakelijk voor
lui die zaken doen, en niet voor slordige luie huismoeders en
niet voor dronkelappen.
De stad neemt thans van ieder panden en pandjes aan wat
men haar brengen wil en wat voldoende waarde heeft, wordt
geaccepteerd en daar wordt voldoende voorschot op gegeven
tegen twaalf procent rente Een hooge rente en een van kleine
bedragen aangroeiend groot kapitaal, bijna volkomen zekerheid
van geen geld te zullen verliezen die bank van leening
is voor de stad nog zoo'n kwaad zaakje niet.
Als de interest veel verlaagd en als niet meer van iedereen
pandjes werden aangenomen, zou ik me desnoods nog bij het
iombardwezen kunnen neerleggen, maar eerst, maar allereerst
deze veranderingen.
't Is in elk geval beter dan het vroeger was, vroeger toen
nog iedereen vrijelijk den pandjesdienst mocht bedrijven.
Het waren meest Italianen, woekeraars uit Lombardijen, die
in smalle steegjes, in ellendige benedenkamertjes, hun smerig
bedrijf uitoefenden. Van wat zij deden, vond ik een aardig
staaltje in een oud stnk op het archief. Een lombardijnach
pandjeshuishoudster die notabene voor bijzonder eerlijk en
rechtvaardig gold, bctaalde op een ring, ter waarde van
taehtig gulden, tien gulden voorschot, voor welk bedrng hij
zich een briefje teekenen liet groot f 15 en onder voorvvaarde
dat de pandjesgever een gulden per maand rente betalen
zou. Dat is, als het pand een kwartjaar bleef, bijna zeven-
honderd procent, 't kon schikken. Daar maakt de stad, die
eens en voor al deze partieuliere pandjeshuizen afschafte, met
haar 12 procent een zeer mooi figuur bij.
Zij liet helaas, de vermomde pandjeshuizen, huizen van
verkoop met recht van wederinkoop bestaan en zij heeft bier
dus op den duur half werk verricht. In bedoelde huizen kan
men een horloge ot een ring verkoopen en men heeft het
recht na minstens zooveel tijd. twee jaren meen ik, het stuk
tegen een bepaalde prijs ik meen 150 pot. van de inkoop-
som, terng te koopen. Dat is niet anders dan pandjeshuizerij.
Ik kom daar nader op terug, want ik geloof in het bezit, te
zullen komen van gegevens, die mij in staat stellen een helder
licht op deze in duisternis bloeiende zwendelarij te kunnen
werpen. Zoo iets moet aan de kaak gesteld worden.
Maar ik kom tot mijn lombard-gesehiedenis nu eerst.
Maandag is de drukke dag van pandjes brengen Als ik
goed zien wilde. had de directeur mij gezegd, moest ik dus
des Maandags komen.
Ons lombardgebouw is een groot somber grijssteenenhuis
met getraliede ramen, dat een onaangename indruk maakt.
Er is iets naars en iets droevigs in, iets echt bank van
leeningichtigs.
Langs een hooge steenen trap, komt men in een soort
portaaltje en vandaar, door een snel toevallende klapdeur in
een groote zaal, in tweeiin gescheiden door een groote toonbank.
Dat is de zoogenaamde inbrengzaal voor de hoofdbank. In
de zijvleugels van het huis zijn kleinere bijbanken, waar
hoofdzakelijk pandjes in ontvangst genomen worden die maar
een week zullen duren.
De bank wordt om negen uur geopend en reeds om acht
nur staan buiten de menschen met grootere en kleinere pakken
in lange, dichte rijen.
Ik maakte eerst kennis met de heeren die de pandjeswaarde
te beoordeelen hebben. Het zijn echte ambtenaartvpen, schrale
mannen met brillen op, die hier, om hun straatjas te sparen, wit-
linnen kantoorjasjes dragen. Zij zijn in hun »vak" vergrijsd en zij
weten juister de waarde van een goud of een zilver horloge,
of een pak hemden en lakens en kamgarens pakken
van alle vreemde menschen, dan gij en ik de waarde van het
eenvoudige paar schoenen dat wij aan onze eigen voeten
dragen
Om negen uur liep de smalle ruimte aan de andere zijde
van de toonbank vol. Het waren meest druk-kwekkende
achterbuurtvrouwen met een groot pak onder den eenen en
een nog niet gespeend kind onder den anderen arm. Zij
vulden de ruimte met haar gillende kljfstommen.
Houdt je bekken achreeuwde de ambtenaren links en
rechts. Moel hou^en jij, of je gaat er uit, versta je.
Even wordt dan het rumoer een zacht gehons. maar lang
zamerhand steekt het dondertje weer op, tot de ambtenaar
opnieuw een liefelijkheid gerocpen heeft.
Een vrouw die nummer een was, had haar pak op de
toonbank gelegd en het losgeknoopt. Er zat een slordig
gevouwen manspak in.
Zoo vrouw Jansen, zei de ambtenaar, is daar jo mans
pakkie weer tot Zaterdag Hoeveel wou ie er op hebben.
Nou, dat weet u toch ook wel, zei zij, met een schorrc
stem. Ik kom het elken Maandagmorgen brengen.
Ja dat weet ik. En vindt je man dat goed
Me man weet er niks van Die komt nooit in de kast
kijken als Zondags, als ie het aan moet hebben. Laatst komt
ie onverwachts thuis en hij most zijn pak hebben voor een
begrafenis. Toen was het er niet. Sjonge, sjonge, wat hebben
we toe' gevochten. Twee blanwe armen heeft ie me geknepen.
Wil u ze eens zien. Niet? Nou anders met plezier hoor
Ik heb er van de vorige week een daalder op gehad.
Die kan je nou weer krijgen, maar 't zal niet lang meer
duren hoor, het pak wordt oud
Ik hob ze geteld, waarde lezer, twee en dertig vrouwen
van precies dezelfde soort, kwamen in geregelde rij achtcr
deze eerste vrouw. Zij alien brachten het Zondagsche pak
van haren man weg om het dan de volgenden Zaterdag, als
de man zijn geld had thuisgebracht weer te lossen. Van het
lommerdgeld moeten zij de huishuur betalen.
Dat slag van wijven zijn onze beste klanten vertelde
de ambtenaar mij. Ik ben zoo vrij dat een schandaal te
vinden. Aan deze smerige onvrouwlijke sloddervossen ver-
dient de stad geregeld twaalf procent, neen veel meer, want
voor de bedragen, uitgegeven voor slechts een week is een
tarief bepaald, te zamen veel meer rente opbrengend, dan 1
cent per gulden en per maand
Van nu tot elf uur en toen van ecu tot vier uur bleef een
geregelde loop van deze menschen voortdurcn.
Andere typen gingen er doorheen.
Een half dronken man die een oud zilveren horloge op de
toonbank legde. Met schorre stem vroeg hij een gulden er
op. Achter hem stond een vrouw, zijn vrouw, half schreiend
zij trok hem aan zijn jas en ze zeiOch Janus, doe het nou
toch niet 't is alles wat ik nog van mijn vader overheb en wat
moet jij met dat geld doen, Je hebt toch vandaag al jenever
genoeg gedronken.
De man draaide zich om en hief zijn hand op, maar de
bearnbte zei »geen kunsten hier hoor of ik lant de politie
haien Dat bracht de man tot bezinning. Hij liet den arm
zakken en wende zich weer tot den ambtenaar, Een gulden"
zei hij nogmaals. Och meneer, doe het toch niet, jammerde
de vrouw. maar de ambtenaar kon niet anders doen dan zijn
plicht. Hij gaf het geld.
Een winkelier in kleeren kwam daarna. Hij had een groot
pak nieuwe jassen en broeken bij zich. Hij vroeg zooveel
als het kan", en met hunkerende oogen volgde hij de taxeerende
inspectie van den ambtenaar, waarschijnlijk had hij een wissel
te betalen.
Vervolgens een verloopen Duitscher. Hij was van nacht
door hem onbekende »dames" van al zijn geld beroofd, alleen
zijn ring had men hem gelaten. Die kwam hij nu beleenen
om reisgeld te hebben.
Een meisje van een jaar of achttien kwam achter hem.
Zij bracht wat verschoten oud linnengoed, hemden en bedde-
tijken, waar de ambtenaar met heel veel moeite tien stuivers
op gaf. Achterecnvolgens had dit meisje het geheele huis-
houden hier gebracht. Want vader was ziek, al vele weken
achtereen, en er moest toch gegeten worden door hem en
door haar en door de zusjes en broertjes. Moeder was al
vele jaren dood.
Zoo heb ik geregeld de ellendige menschen uit het groote
Rotterdam zien voorbijgaan. Veel waren er voor wie de
lczrnmerd een laatste en uiterste redding was. Maar de meesten
kwamen hier uit luiheid, liebzucht, genoodzaakt door een
onbehoorlijk beheer van hunne zaken. Daarom vind ik, dat
hoe eer hoe beter, aan dit misbruik van wat misschien goed
bedoeld is, een einde moet worden gemaakt.
D.
Trekking van Woensdag 17 Juli.
lste klasse. 3de lijst.
Prijzen van f 100 en daarboven.
No. 7909 1500.
No. 16167 400.
No. 17198 200.
No. 972 1642 7641 8867 8015 15097 17123 19199 100.
Prijzen >au f 20.
15 1952
72 1984
85 1991
101 2050
115 2068
144 2151
189 2340
194 2603
209 2616
248 2631
425 2946
514 2957
526 2975
553 3030
559 3032
562 3039
572 3049
575 3051
650 3075
656 3088
697 3112
704 3126
794 3154
815 3171
817 3259
942 3390
999 3434
1002 3435
1026 3500
4589
4610
4631
4642
4659
4714
4718
4843
4877
4903
4970
5004
5017
5040
5061
5112
5132
5154
5178
5181
5223
5233
5290
5379
5422
5436
5446
5464
5478
6512
6533
6564
6630
6674
6702
6705
6722
6788
6821
6822
6869
6875
6929
6944
6969
6993
7000
7034
7060
7141
7163
7171
7196
7230
7257
7287
7291
7380
8659
8672
8792
8802
8843
8845
8909
8939
8959
8989
9001
9131
9166
9403
9436
9451
9525
9547
9564
9604
9609
9616
9645
9691
9718
9768
9830
9937
9968
11085
11104
11164
11206
11229
11239
11273
11291
11298
11304
11306
11324
11394
11441
11583
11614
11619
11624
11626
11646
11666
11784
11807
11950
12009
12022
12081
12088
12126
13673
13707
13832
13841
13842
13858
13969
13980
14065
14179
14184
14217
14238
14241
14255
14264
14446
14547
14561
14602
14607
14613
14663
14690
14738
14746
14798
15008
15018
16016
16079
16181
16182
16251
16321
16405
16433
16469
16601
16673
16770
16836
16859
16895
16903
16905
16948
16977
17017
17315
17353
17484
17492
17516
17591
17610
17627
17643
19025
19032
19042
19046
19066
19074
19119
19150
19256
19314
19395
19403
19423
19458
19546
19563
19604
19727
19799
19821
19861
19867
19933
19959
19968
19989
20002
20078
20083
1057
1082
1087
1100
1105
1144
1168
1177
1216
1236
1268
1272
1320
1351
1356
1382
1383
1600
1603
1650
1760
1762
1763
1885
1900
1906
3637
3687
3709
3737
3760
3796
3844
3853
3884
3890
3925
3946
4011
4019
4194
4202
4205
4264
4270
4286
4301
4352
4374
4454
4474
4507
5485
5502
5510
5531
5592
5604
5718
5787
5794
5S19
5821
5828
5857
5894
6087
6250
6273
6274
6318
6327
6346
6355
6377
6385
6473
6479
7434
7481
7524
7546
7579
7618
7906
7907
7916
7921
8049
8106
8145
8241
8266
8301
8350
8390
8422
8429
8475
8524
8583
8618
8623
8652
9969
9993
10061
10084
10092
10134
10338
10390
10421
10424
10458
10478
10488
10496
10511
10558
10611
10613
10630
10666
10697
10850
10962
10969
11037
12154
12171
122S1
12376
12404
12449
12489
12534
12562
12689
12713
12931
13020
13049
13061
13066
13225
13318
13382
13457
13503
13551
13581
13658
13671
15036
15109
15110
15116
15152
15282
15340
15363
15513
15519
15537
15544
15609
15647
15648
15729
15774
15784
15789
15790
15871
15913
15975
15986
15990
17648
17668
17PS2
17709
17797
17818
17819
17826
17986
18084
18125
18198
18242
18346
18446
18510
18639
18666
18735
18761
18817
18933
18936
18960
18990
20140
20156
20165
20184
20297
20356
20372
20375
20379
20481
20491
20514
20523
20525
20592
20621
20642
20728
20764
20775
20789
20809
20920
20947
20968
In de vorige lijst stond 7875 m. z. 7825, 18627 m. z. 18629.
Trekking van Donderdag 31 Mei.
lste klasse. 4de lijst.
Prijzen van f 20.
112 2724 4086 6522 8527 12653 14526 16805 18634
114 2784 4565 6874 9044 13156 14832 17210 18762
228 2831 4591 6902 9383 13193 14913 17388 18861
478 2900 4616 6960 9461 13534 14987 17525 18962
565 3137 4717 7101 9591 13688 15206 17656 19318
1139 3286 4795 7102 9783 13762 15255 17772 19636
1485 3447 4807 7148 10427 13785 15623 77911 19917
1504 3504 4862 7758 11918 13810 15953 18218 20155
1826 3825 5385 7978 11962 13954 16208 18430 20607
2027 3970 6009 8407 12025 14204 16567 18492 20752
2220 4005 6055 8454 12289 14483 16703 18503 20904
2612
2 VLAG.
17
18
17
13
17
18
Eng. 8.8.
Fra. s.s.
Eng. s.s.
idem
Eng. s.s.
idem
idem
idem
Eng. s.s.
Deens. s.s.
Eng. s.s.
Eng. s.s.
idem
Duits. s.s.
Eng. s.s.
idem
Duits. s.s.
NAAM.
M3. Van en naar. Lading.
Vunr Ter Keuieu
Antiquari 2915 I Leith
HypoliteWorms 2746 Antwerpen
Kirkheaton 1401 Goole
Majorca 3278 Jacobstad
Van Ter Xeuieni
Viscount J Seaham
Castlereagh 1882 Harbour
Ann Webster 2241 Londen
G. M. B. 1684 Grimsby
Kirkheaton 1401 [Goole
Voor Cient t
Edith I 1722 Londen
Erik 3813 Libau
Sea Gull 2100 Londen
Van C>ent i
Don
Avocet
Wega
Ibis
Spindrift
Fohr
Deens. s.s. Svend
2658
3260
2331
3024
2003
2235
3794 Blyth
Goole
Antwerpen
Rendsburg
Antwerpen
Londen
Hamburg
stukg.
ledig
kolen
hout
ledig
stukg.
ledig
idem
stukg.
hout
stukg.
stukg.
idem
ijzergrond
stukg.
idem
ledig
idem
jnwatiCTC—inwwK ja—t—n u—mmumw—w—