Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, No. 3178. Zaterdag 20 Juli 1895. 35e Jaargang. Gemengde berichten. xv. EEN ONGELUKKICE. Van de 20.623 kiezers, die Amsterdam telt, kwamen Woensdag voor de verkiezing van den gemeenteraad 9654 op. Te Rotterdam 8660 van de 8137. En dat niettegenstaande er drukte ge- noeg gemaakt was. De herkiezing van den heer J. van Wer- meskerken tot lid van den gemeenteraad te Krorn- inenie zal een staartje hebben, das meldt men. Als laatste knaleffect, hebben de bestrijders van den beer v. W. den kiezers een strooibiljet gezonden onderteekend door de raadsleden, A. Schut, J. Booy, Jb. van Vliet en D. van Leyden, waarin dezen hun voornemen te kennen geven eenparig hun mandaat ter beschikking van de kiezers te zullen stellen indien de heer v. W. herkozen wordt. Edochde heer Van Wermeskerken is herkozen. Dit jaar zal voor den Engelschen landbouwer onder de slechte jaren meetellen. In bijna alle gewassen zal de oogst van 1895 ver bij die van 1894 achterstaan. Alleen aardappelen staan in sommige graafschappen beter dan verleden jaar om dezen tijd. Het gras is echter nu niet de helft van toen. BRIEVEN UIT DE MAASSTAD." FEUILLETON. 2) Ook deze directeur bleek juist gezien te hebben. Sedert Felix geregeld de voorstellingen bijwoonde maakte de schouwburg oneindig betere zaken. Zijn vroolijk gezieht animeerde de geheele omgeving, het publiek laehte weer, en de directeur, die een weinig bijgeloovig was, begon Felix Wanbof reeds als zijn goeden engel te beschouwen. Maar eens op een avond maakte een blijspel fiasco, op welks succes men zeker gerekend had. Dien avond was Wanbof niet in den schouwburg geweest. Zijn schuld was het //Waar zat je gisteren vroeg hem den volgenden avond de directeur op ver van vriendelijken toon. Felix vertelde toen, dat den vorigen dag zijn vrouw was gestorven en dat hij zoo bedroefd was geweest, dat hij onmogelijk Maar de directeur liet hem niet uitspreken. //Bedroefdriep hij. //Maak dat aan anderen wijsBedroefd met zoo'n geziehtJe hebt je ontslag Felix had al lang gedacht, dat het hem in den laatsten tijd bijzonder goed was gegaan en dat hij in lang niet was ontslagen. De zaak overviel hem dus niet. Het ongeluk daarbij en de zorg om niet te verhongeren haddeu hem verstompt. Hij wist niet beter of 't behoorde zoo. Maar onder alle ellende had hij zijn lach behouden. Alleen had die, in plaats van het goedige, langzamerhand iets hards en spottends gekregen. En zoo schreed Felix Wanbof voort op zijn lijdensweg, als laehte hij over zijne eigene ellende. Bij de begrafenis zijner vrouw had hij kennis gemaakt met een doodgraver. Hij was nog al vertrouwelijk met hem geworden zelfs, en had hem ook van zijn ongelukslach verteld. z/Ja," had toen de doodgraver gezegd, //ik weet wat de menschen waard zijn, en uw geval is duidelijk. Ge kunt het afleeren, ge kunt het ook niet afleeren. In het laatste geval moet ge danser worden, die hebben een lachend gezieht noodig, maar anders kunt ge van alles worden. Ga hij den begrafenisdienst bijvoorbeelddaar nemen ze alles aan, en doodgraver is ook nog zoo'n kwaad ambacht niet." Felix rilde. Dan wilde hij 't nog maar liever met dansen probeeren. Maar de balletmeester bracht hem aan 't verstand, dat men om een goed danser te zijn, niet alleen lachen moet en dus een mond hebben, maar ook dansen en dus vlugge beenen, en zoo besloot Felix dan tot den begrafenisdienst. Eerst echter had hij't ook nog als besteller, postbode, conducteur, copii'st, ja hoe en waar al niet beproefd, maar nergens hield hij het uitzijn ongeneeslijke vroolijkheid en de lichtzinnigheid, die op zijn gezieht de menschen voorloog joegen hem overal van daan. Toen hij zich bij den begrafenis-inspecteur aan- meldde, sloeg deze van verbazing de handen in elkaar. //Ge ziet er veel te vroolijk uit," riep hij. //Desnoods zouit ge bij een begrafenis als z/lachende erfgenaam" kunnen dienst doen, maar als drager of aanspreker nooit. Ik moet met inijne lieden de smart, het medelijden voorstellen, begrijpt ge 't Is wel ongelukkig, dat ik er zoo vroolijk uitzieantwoordde Felix Wanbof, yinaar het gaat me tegenwoordig zoo miserabel, dat ik het lachen wel spoedig verleeren zal, en ziek voel ik mij ook." 349'te ST AATSLOTERIJ. Er was iets in den toon en in de stem van den man met bet rroolijke gezieht, dat den inspecteur roerde en tot medelijden stemde. ,/We kunnen het immers altijd eens probeeren," zeide hij. //Ik heb meer vroolijke gezichten ge- fatsoeneerd, en 't zou me verwonderen als ik't met u ook niet opknapte. Trek dat pakje maar eens aan Felix hulde zich in den mantel van een drager en zette den steek op het hoofd. z/De vroolijke bruilofstgast" op en top riep de inspecteur lachend. Wat zouden mijn dooden wel zeggen Neen vriendje, zoo gaat het niet En nu begon hij Felix in de treurigheid te drillen en hem te oefenen in de melancholie van het vak. Het kleed werd dichter toegeknoopt, de steek meer in de oogen gedrukt, de gang ge regeld naar het tempo van een treurmarsch. Felix begreep dat alles vlug en goed, maar zijn gezieht bleef onvatbaar voor alle lessen. z/Wat duivelriep de inspecteur, //wees dan toch treurig //Dat ben ik immers antwoordde Felix, wien 't weenen zeer na stond, wat er echter bij hem altijd uitzag als wilde hij in lachen uitbarsten. z/Waarom lacht ge dan toch altijd zoo zei de inspecteur. //Lach ik zei Felix met een diepen zucht. z/Nu dan mond samengeknepen oogen naar den grond in 't algemeen meer gebogen houding o, 't is die verwenschte knevel We zullen de tang eens aanleggen." De tang werd gebracht en de punten van den knevel, die lichtzinnig ten hemel streefden, werden naar beneden gedraaid. Felix zag er nu inder- daad een tikje minder vroolijk uit. Het was helaas ook maar een tikje. ZEETIJDINGEN. Van 17 tot en met 18 Juli. Van 17 tot en met 18 Juli werden langs de Oost- sluizen alhier 38 binnenvaartuigen op- en 24 afge- schut; door de Westsluizeu 1 op- en 1 afgeschut. z/In 's hemelsnaam dan," zei de inspecteur, »we zullen het probeeren. Maar doe uw best en houd u goed Na de eerste begrafenis, waarbij Felix dienst deed een neef begroef zijn schatrijken oom, naar wiens dood hij met hart en ziel verlangd had kwam er bij de directie eene klacht in over het //in het oogloopeud, ja onbehoorlijk uiterlijk" van een der dragers. z/Ge ziet, dat het niet meer gaat," zeide de inspecteur tot Felix. Tot mijn leedwezen moet ik u ontslaan z/Ja, het gaat niet meerdacht ook Felix. Dien gruwelijken tweespalt tusschen zijn inner- lijken mensch, die zoo droevig was, en zijn uiter- lijken mensch, die er zoo vroolijk uitzag, kon hij niet langer verdrageu. Wanneer het leven, dat is wanneer zorg, nood en honger, den aaugeboren lach niet konden genezen, was er immers wel een ander middel. De verstootene en verlatene dacht erustig aan zelfmoord. Onnoodigerwijze echter. De dood voorkwam zijn plan. \oor hem was de zieke, levensmoede man een gemakkelijke buit. Op een morgen vond men Felix dood op zijne armelijke legerstede. Nu ging het hem weder zeer goed, zoo goed als vroeger, toen hij nog in de windselen lag en de wereld voor een hemel aanzag Nu was hij dood Maar vergist had hij zich toch. Tegen de aangeboren kwaal vermocht ook de dood niets en zoo lag Felix in zijn doodkist als in zijn wieg, met een lach om de lippen. Alleen de harde, spottende trek was weggevaagd en de goedige trek teruggekeerd. Felix Wanbof laehte tevreden. EINDE. Bijvoegsel van de Ter ITeuzensche Courant. Rotterdam, 18 Juli 1895. De menschen zeggen, en het is mij niet volkomen duidelijk waarom zij het zeggen, dat er in een groote stad een bank van leening noodig is als brood. Ik zie de noodzakelijkheid vol- strekt niet in. We hebben in Rotterdam een heel goed geregeld armbestuur, we hebben partieuliere vereenigingen aan het hoofd waarvan notabelen siaan, die hen, die het hoog noodig hebben, na behoorlijk onderzoek, geld in voorgchot geven, zondcr er rente voor te vragen. Ik kan me enkele tegen- werpingen voorstellen als spoedige hulp in geval van nood, een redding voor den tijdelijk in geldverlegenheid verkeerende, ik moet toegeven dat die tegenwerpingen juist zijn en toch, omdat ik weet dat de voordeelen van een lorn bard niet op- wegen tegen zijn nadeelen, blijf ik volhouden dat een bank van leening er niet wezen moest. Dat zeg ik, nog onder den indruk van wat ik Maandag, bij een belangstellend bezoek, gezien heb. Wij moeten voor den waarljjk onmiddelijk en tijdelijk hulpbehoevende iets beters vinden. Stads voorschots- banken bijvoorbeeld, opgericht op dezelfde wijze als de bovenbedoelde partieuliere vereenigingen, hoofdzakelijk voor lui die zaken doen, en niet voor slordige luie huismoeders en niet voor dronkelappen. De stad neemt thans van ieder panden en pandjes aan wat men haar brengen wil en wat voldoende waarde heeft, wordt geaccepteerd en daar wordt voldoende voorschot op gegeven tegen twaalf procent rente Een hooge rente en een van kleine bedragen aangroeiend groot kapitaal, bijna volkomen zekerheid van geen geld te zullen verliezen die bank van leening is voor de stad nog zoo'n kwaad zaakje niet. Als de interest veel verlaagd en als niet meer van iedereen pandjes werden aangenomen, zou ik me desnoods nog bij het iombardwezen kunnen neerleggen, maar eerst, maar allereerst deze veranderingen. 't Is in elk geval beter dan het vroeger was, vroeger toen nog iedereen vrijelijk den pandjesdienst mocht bedrijven. Het waren meest Italianen, woekeraars uit Lombardijen, die in smalle steegjes, in ellendige benedenkamertjes, hun smerig bedrijf uitoefenden. Van wat zij deden, vond ik een aardig staaltje in een oud stnk op het archief. Een lombardijnach pandjeshuishoudster die notabene voor bijzonder eerlijk en rechtvaardig gold, bctaalde op een ring, ter waarde van taehtig gulden, tien gulden voorschot, voor welk bedrng hij zich een briefje teekenen liet groot f 15 en onder voorvvaarde dat de pandjesgever een gulden per maand rente betalen zou. Dat is, als het pand een kwartjaar bleef, bijna zeven- honderd procent, 't kon schikken. Daar maakt de stad, die eens en voor al deze partieuliere pandjeshuizen afschafte, met haar 12 procent een zeer mooi figuur bij. Zij liet helaas, de vermomde pandjeshuizen, huizen van verkoop met recht van wederinkoop bestaan en zij heeft bier dus op den duur half werk verricht. In bedoelde huizen kan men een horloge ot een ring verkoopen en men heeft het recht na minstens zooveel tijd. twee jaren meen ik, het stuk tegen een bepaalde prijs ik meen 150 pot. van de inkoop- som, terng te koopen. Dat is niet anders dan pandjeshuizerij. Ik kom daar nader op terug, want ik geloof in het bezit, te zullen komen van gegevens, die mij in staat stellen een helder licht op deze in duisternis bloeiende zwendelarij te kunnen werpen. Zoo iets moet aan de kaak gesteld worden. Maar ik kom tot mijn lombard-gesehiedenis nu eerst. Maandag is de drukke dag van pandjes brengen Als ik goed zien wilde. had de directeur mij gezegd, moest ik dus des Maandags komen. Ons lombardgebouw is een groot somber grijssteenenhuis met getraliede ramen, dat een onaangename indruk maakt. Er is iets naars en iets droevigs in, iets echt bank van leeningichtigs. Langs een hooge steenen trap, komt men in een soort portaaltje en vandaar, door een snel toevallende klapdeur in een groote zaal, in tweeiin gescheiden door een groote toonbank. Dat is de zoogenaamde inbrengzaal voor de hoofdbank. In de zijvleugels van het huis zijn kleinere bijbanken, waar hoofdzakelijk pandjes in ontvangst genomen worden die maar een week zullen duren. De bank wordt om negen uur geopend en reeds om acht nur staan buiten de menschen met grootere en kleinere pakken in lange, dichte rijen. Ik maakte eerst kennis met de heeren die de pandjeswaarde te beoordeelen hebben. Het zijn echte ambtenaartvpen, schrale mannen met brillen op, die hier, om hun straatjas te sparen, wit- linnen kantoorjasjes dragen. Zij zijn in hun »vak" vergrijsd en zij weten juister de waarde van een goud of een zilver horloge, of een pak hemden en lakens en kamgarens pakken van alle vreemde menschen, dan gij en ik de waarde van het eenvoudige paar schoenen dat wij aan onze eigen voeten dragen Om negen uur liep de smalle ruimte aan de andere zijde van de toonbank vol. Het waren meest druk-kwekkende achterbuurtvrouwen met een groot pak onder den eenen en een nog niet gespeend kind onder den anderen arm. Zij vulden de ruimte met haar gillende kljfstommen. Houdt je bekken achreeuwde de ambtenaren links en rechts. Moel hou^en jij, of je gaat er uit, versta je. Even wordt dan het rumoer een zacht gehons. maar lang zamerhand steekt het dondertje weer op, tot de ambtenaar opnieuw een liefelijkheid gerocpen heeft. Een vrouw die nummer een was, had haar pak op de toonbank gelegd en het losgeknoopt. Er zat een slordig gevouwen manspak in. Zoo vrouw Jansen, zei de ambtenaar, is daar jo mans pakkie weer tot Zaterdag Hoeveel wou ie er op hebben. Nou, dat weet u toch ook wel, zei zij, met een schorrc stem. Ik kom het elken Maandagmorgen brengen. Ja dat weet ik. En vindt je man dat goed Me man weet er niks van Die komt nooit in de kast kijken als Zondags, als ie het aan moet hebben. Laatst komt ie onverwachts thuis en hij most zijn pak hebben voor een begrafenis. Toen was het er niet. Sjonge, sjonge, wat hebben we toe' gevochten. Twee blanwe armen heeft ie me geknepen. Wil u ze eens zien. Niet? Nou anders met plezier hoor Ik heb er van de vorige week een daalder op gehad. Die kan je nou weer krijgen, maar 't zal niet lang meer duren hoor, het pak wordt oud Ik hob ze geteld, waarde lezer, twee en dertig vrouwen van precies dezelfde soort, kwamen in geregelde rij achtcr deze eerste vrouw. Zij alien brachten het Zondagsche pak van haren man weg om het dan de volgenden Zaterdag, als de man zijn geld had thuisgebracht weer te lossen. Van het lommerdgeld moeten zij de huishuur betalen. Dat slag van wijven zijn onze beste klanten vertelde de ambtenaar mij. Ik ben zoo vrij dat een schandaal te vinden. Aan deze smerige onvrouwlijke sloddervossen ver- dient de stad geregeld twaalf procent, neen veel meer, want voor de bedragen, uitgegeven voor slechts een week is een tarief bepaald, te zamen veel meer rente opbrengend, dan 1 cent per gulden en per maand Van nu tot elf uur en toen van ecu tot vier uur bleef een geregelde loop van deze menschen voortdurcn. Andere typen gingen er doorheen. Een half dronken man die een oud zilveren horloge op de toonbank legde. Met schorre stem vroeg hij een gulden er op. Achter hem stond een vrouw, zijn vrouw, half schreiend zij trok hem aan zijn jas en ze zeiOch Janus, doe het nou toch niet 't is alles wat ik nog van mijn vader overheb en wat moet jij met dat geld doen, Je hebt toch vandaag al jenever genoeg gedronken. De man draaide zich om en hief zijn hand op, maar de bearnbte zei »geen kunsten hier hoor of ik lant de politie haien Dat bracht de man tot bezinning. Hij liet den arm zakken en wende zich weer tot den ambtenaar, Een gulden" zei hij nogmaals. Och meneer, doe het toch niet, jammerde de vrouw. maar de ambtenaar kon niet anders doen dan zijn plicht. Hij gaf het geld. Een winkelier in kleeren kwam daarna. Hij had een groot pak nieuwe jassen en broeken bij zich. Hij vroeg zooveel als het kan", en met hunkerende oogen volgde hij de taxeerende inspectie van den ambtenaar, waarschijnlijk had hij een wissel te betalen. Vervolgens een verloopen Duitscher. Hij was van nacht door hem onbekende »dames" van al zijn geld beroofd, alleen zijn ring had men hem gelaten. Die kwam hij nu beleenen om reisgeld te hebben. Een meisje van een jaar of achttien kwam achter hem. Zij bracht wat verschoten oud linnengoed, hemden en bedde- tijken, waar de ambtenaar met heel veel moeite tien stuivers op gaf. Achterecnvolgens had dit meisje het geheele huis- houden hier gebracht. Want vader was ziek, al vele weken achtereen, en er moest toch gegeten worden door hem en door haar en door de zusjes en broertjes. Moeder was al vele jaren dood. Zoo heb ik geregeld de ellendige menschen uit het groote Rotterdam zien voorbijgaan. Veel waren er voor wie de lczrnmerd een laatste en uiterste redding was. Maar de meesten kwamen hier uit luiheid, liebzucht, genoodzaakt door een onbehoorlijk beheer van hunne zaken. Daarom vind ik, dat hoe eer hoe beter, aan dit misbruik van wat misschien goed bedoeld is, een einde moet worden gemaakt. D. Trekking van Woensdag 17 Juli. lste klasse. 3de lijst. Prijzen van f 100 en daarboven. No. 7909 1500. No. 16167 400. No. 17198 200. No. 972 1642 7641 8867 8015 15097 17123 19199 100. Prijzen >au f 20. 15 1952 72 1984 85 1991 101 2050 115 2068 144 2151 189 2340 194 2603 209 2616 248 2631 425 2946 514 2957 526 2975 553 3030 559 3032 562 3039 572 3049 575 3051 650 3075 656 3088 697 3112 704 3126 794 3154 815 3171 817 3259 942 3390 999 3434 1002 3435 1026 3500 4589 4610 4631 4642 4659 4714 4718 4843 4877 4903 4970 5004 5017 5040 5061 5112 5132 5154 5178 5181 5223 5233 5290 5379 5422 5436 5446 5464 5478 6512 6533 6564 6630 6674 6702 6705 6722 6788 6821 6822 6869 6875 6929 6944 6969 6993 7000 7034 7060 7141 7163 7171 7196 7230 7257 7287 7291 7380 8659 8672 8792 8802 8843 8845 8909 8939 8959 8989 9001 9131 9166 9403 9436 9451 9525 9547 9564 9604 9609 9616 9645 9691 9718 9768 9830 9937 9968 11085 11104 11164 11206 11229 11239 11273 11291 11298 11304 11306 11324 11394 11441 11583 11614 11619 11624 11626 11646 11666 11784 11807 11950 12009 12022 12081 12088 12126 13673 13707 13832 13841 13842 13858 13969 13980 14065 14179 14184 14217 14238 14241 14255 14264 14446 14547 14561 14602 14607 14613 14663 14690 14738 14746 14798 15008 15018 16016 16079 16181 16182 16251 16321 16405 16433 16469 16601 16673 16770 16836 16859 16895 16903 16905 16948 16977 17017 17315 17353 17484 17492 17516 17591 17610 17627 17643 19025 19032 19042 19046 19066 19074 19119 19150 19256 19314 19395 19403 19423 19458 19546 19563 19604 19727 19799 19821 19861 19867 19933 19959 19968 19989 20002 20078 20083 1057 1082 1087 1100 1105 1144 1168 1177 1216 1236 1268 1272 1320 1351 1356 1382 1383 1600 1603 1650 1760 1762 1763 1885 1900 1906 3637 3687 3709 3737 3760 3796 3844 3853 3884 3890 3925 3946 4011 4019 4194 4202 4205 4264 4270 4286 4301 4352 4374 4454 4474 4507 5485 5502 5510 5531 5592 5604 5718 5787 5794 5S19 5821 5828 5857 5894 6087 6250 6273 6274 6318 6327 6346 6355 6377 6385 6473 6479 7434 7481 7524 7546 7579 7618 7906 7907 7916 7921 8049 8106 8145 8241 8266 8301 8350 8390 8422 8429 8475 8524 8583 8618 8623 8652 9969 9993 10061 10084 10092 10134 10338 10390 10421 10424 10458 10478 10488 10496 10511 10558 10611 10613 10630 10666 10697 10850 10962 10969 11037 12154 12171 122S1 12376 12404 12449 12489 12534 12562 12689 12713 12931 13020 13049 13061 13066 13225 13318 13382 13457 13503 13551 13581 13658 13671 15036 15109 15110 15116 15152 15282 15340 15363 15513 15519 15537 15544 15609 15647 15648 15729 15774 15784 15789 15790 15871 15913 15975 15986 15990 17648 17668 17PS2 17709 17797 17818 17819 17826 17986 18084 18125 18198 18242 18346 18446 18510 18639 18666 18735 18761 18817 18933 18936 18960 18990 20140 20156 20165 20184 20297 20356 20372 20375 20379 20481 20491 20514 20523 20525 20592 20621 20642 20728 20764 20775 20789 20809 20920 20947 20968 In de vorige lijst stond 7875 m. z. 7825, 18627 m. z. 18629. Trekking van Donderdag 31 Mei. lste klasse. 4de lijst. Prijzen van f 20. 112 2724 4086 6522 8527 12653 14526 16805 18634 114 2784 4565 6874 9044 13156 14832 17210 18762 228 2831 4591 6902 9383 13193 14913 17388 18861 478 2900 4616 6960 9461 13534 14987 17525 18962 565 3137 4717 7101 9591 13688 15206 17656 19318 1139 3286 4795 7102 9783 13762 15255 17772 19636 1485 3447 4807 7148 10427 13785 15623 77911 19917 1504 3504 4862 7758 11918 13810 15953 18218 20155 1826 3825 5385 7978 11962 13954 16208 18430 20607 2027 3970 6009 8407 12025 14204 16567 18492 20752 2220 4005 6055 8454 12289 14483 16703 18503 20904 2612 2 VLAG. 17 18 17 13 17 18 Eng. 8.8. Fra. s.s. Eng. s.s. idem Eng. s.s. idem idem idem Eng. s.s. Deens. s.s. Eng. s.s. Eng. s.s. idem Duits. s.s. Eng. s.s. idem Duits. s.s. NAAM. M3. Van en naar. Lading. Vunr Ter Keuieu Antiquari 2915 I Leith HypoliteWorms 2746 Antwerpen Kirkheaton 1401 Goole Majorca 3278 Jacobstad Van Ter Xeuieni Viscount J Seaham Castlereagh 1882 Harbour Ann Webster 2241 Londen G. M. B. 1684 Grimsby Kirkheaton 1401 [Goole Voor Cient t Edith I 1722 Londen Erik 3813 Libau Sea Gull 2100 Londen Van C>ent i Don Avocet Wega Ibis Spindrift Fohr Deens. s.s. Svend 2658 3260 2331 3024 2003 2235 3794 Blyth Goole Antwerpen Rendsburg Antwerpen Londen Hamburg stukg. ledig kolen hout ledig stukg. ledig idem stukg. hout stukg. stukg. idem ijzergrond stukg. idem ledig idem jnwatiCTC—inwwK ja—t—n u—mmumw—w—

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1895 | | pagina 5