Algemeen
Mienws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
PUBL1CATIE.
No. 3162
Donderda^ 13 Juni 1895.
35e Jaargang;.
iif DlTBmi
Binnenland.
ABONNEMENTt
Per drie maandeD binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekcnd.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en roeer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
Burgemeester en Wetliouders van TER NEUZEN
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen,
dat in de week tusschen 17 en 24 dezer in deze
gemeente zal plaats hebben de jaarlijksche collecte
ten behoeve van het fonds tot aanmoediging en
ondersteuning van de gewapende dienst in de
Nederlanden, welk fonds uitsluitend strekt tot
ondersteuning van al de verminkten in eenigerlei
strijd, waaronder ook die in Nederlands Overzeesche
Kolonien of Bezittingen en noodigen tevens
uit om door eene milde bijdrage dat fonds tot
vervulling van het edele doel van zijne besteinming
te helpen in staat stellen.
Ter Neuzen, 11 Juni 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Folitlek Overzicht.
Er moet iets zijn voorgevallen, dat opnieuw eene
min of meer gespannen verhouding tusschen Keizer
Wilhelm en Bismarck heeft in het leven geroepen,
en daarmede schijnt in verband te staan het bezoek
aan den oud kanselier van den Minister van Oorlog,
generaal Bronsart von Schellendorff. Aanleiding
tot dit vermoeden is het feit, dat Bismarck Zondag-
voormiddag, dadelijk nadat de Minister vertrokken
was, bij de ontvangst van de centrale commissie
van den Bund der Landwirthe eene redevoering
hield, waarin hij zich z6o scherp uitliet als hij,
na zijne verzoening met den Keizer, nog geen enkele
maal heeft gedaan. In het hijzonder keerde hij
zicli tegen de geheele politiek der handelstractaten
en zeide o. a. //Als ik indertijd, toen ik nog
lid van den Rijksdag was, van mijn mandaat gebruik
had gemaakt en in den Rijksdag vrijuit had
gesproken, zou men te Berlijn hebben kunnen
uitroepenRichter en Bebel zijn toch nog heel
wat betere menschen dan die Bismarck
De oud-kanselier waarschuwde verder tegen het
verkiezen van ambtenaren tot leden van den Rijks
dag, en scherp geeselde hij het //Streberthum" in
de Duitsche ambtenaarswereld. ,/Onze ambtenaren,"
zeide hij, „hebben meestal meer de belangen van
hunne eigen carriere dan die van het vaderland
voor oogen." De Ministers noemde hij „de hommels,
die ons regeeren, maar niets voorbrengen dan
wetten." Er moest een einde worden gemaakt
aan dat wetten maken zonder „aar en halm," en
FEUILLETON.
TWEEDE DEEL.
38)
XII.
Dagen en weken waren na de opzienbarende
voorvallen, welke geheel Helgoland in beroering
hadden gebracht, vervlogen. Niemand betreurde
het verschrikkelijk einde van den afschuwelijken
moordenaar, niemand behalve Stieglitz, die het
zoover had weten te brengen, dat de jonge Dremser
door de rechtbank werd vrijgesproken, omdat
zijne volkomen onschuld daghelder was gebleken.
Natuurlijk had mevrouw Dremser na afloop
van het geding en het herstel van haren zoon
mets^ spoediger te doen dan terug te keeren naar
Hamourg, met de blijde zelfvoldoening, dat uit
de booze historie toch dit goede gesproten was,
een vroeger vriend van hare lieve Elma, dien zij
reeds als toekomstig schoonzoon met moederlijke
oogen had gadegeslagen, tot't meisje teruggebracht
te hebben. Inderdaad was Leopold Hegedorff
door Elma's moedige daad zoo getroffen, dat zijn
hart wederom tot haar neigde, nadat hij van Rosalie
de ondubbelzinnige verklaring had ontvangen, dat
hij op Eeodora's hart nimmer kon hopen. Hegedorff
zei het eiland en al zijn drukte spoedig vaarwel,
om zijn oude liefde te volgen, waarmede hij tot
jroot hartzeer van den rentenier Wegener, weldra
Voor het altaar knielde.
n W aar is toch onze kleine prinses vroeg de
ankier. ,/lk heh haar waarachtig nog niet eens
Soeden dag gewenscht. Kom, Wilhelm
men moest daar tegenover de strijdleus stellen
wvoor halm en aar." Eindigend met een //lioeh"
voor den Keizer, liet Bismarck er invloeien //het
zou beter zijn, als de Keizer in het geheel geen
geld uit de schatkist ontving, maar voor zijne be-
hoeften moest zien rond te komen met de opbrengsten
der domeinen."
Al die scherpe uitlatingen zijn voor de verhouding
tusschen keizer en oud-kanselier zeker niet zonder
beteekenis te achten.
De Standard ziet in de henoeming van Said
pacha tot grootvizier een bewijs, dat de regeering
van Turkije een toegevender houding aanneemt in
de quaestie van Armenie. Indien het hervormings-
plan voor Armenie, zegt het conservatieve blad,
niet geheel wordt aangenomen, volgt daaruit nog
niet, dat vijandelijkhedpn tegen Turkije onvermij-
delijk zijn. Er kunnen nog andere middelen worden
aangewendde instelling van eene permanente
Europeesche commissie in Armenie, de terugroeping
der Engelsche, Fransche en Russissche ambassa-
deurs uit Konstantinopel. Engeland wenscht niet
minder dan vroeger de integriteit van het Otto-
maansche rijk, welks ontbinding den vrede van
Europa zou in gevaar brengen, maar in het uiterste
geval zou Engeland daarvoor niet terugdeinzen.
Indien het voortbestaan van dat rijk onmogelijk
werd, zou zijne vreedzame verdeeling door de
mogendheden veel waarschijnlijker zijn dan een
algemeene oorlog.
Men zegt, dat het hericht, dat Rusland ten
behoeve van China op de Fransche markt eene
leening giiig sluiten voor de Duitsche regeering
eene onaangename verrassing was, te onaangenamer
na de eerlijke ondersteuning, die Duitschland aan
Rusland in het Oosten heeft verleend. Het heeft
alien schijn, alsof de Russische diplomatie der
Duitsche te slim is geweest en na van den
Duitschen bij stand te hebben gebruik gemaakt,
tot hare eerste liefde, Frankrijk, terugkeert.
De Mosk. Wjedamosti, een blad, dat met hooge
regeeringspersonen in betrekking staat deelt den
tekst mede van een memorandum, dat de Japansche
gezant den koning van Corea heeft overreikt en
meent, dat Japan dien koning reeds als zijn vazal
behandeltja, dat het schijnt, alsof Japan bereid
was, om Corea oorlog te voeren met Rusland.
Dan zegt het blad
Wij geven Japan de verzekering, dat de hoop,
dat Rusland dan alleen zou staan, ijdel is en dat
het altijd een trouwen bondgenoot zal hebben aan
Frankrijk. Hetzelfde moeten wij zeggen van
Duitschland, dat zeker niet vroeger zal terugtreden,
z/Het arme meisje is door de kwaadsprekerij
als van een adder gestoken," antwoordde Rosalie
op ernstigen toon//booze tongen hebben haar
het hart vergiftigd. Zij wil hare kamer slechts
verlaten, papa, om met u huiswaarts te keeren."
z/Dien braven Wegener zoo te beschimpen, 'tis
schandeik vergeef het Dremser niet licnt."
De goedige bankier klopte aan de kamerdeur.
z/Feodora Mijn beste riep hij/,wat een
gezicht voor een jong, levenslustig meisje Kom,
zeg den ouden Erstein eens goeden dagWil
mijn wit zwaantje het kopje in de veeren steken
om de nijdige kraaien en hun valsch gekras
Zie, kind een onderduikelen in den vloed van
het gevoel van eigenwaarde en der eere reinigt u
van alle modder des lasters, welken geen mensch
op aarde ontgaan kan. Ge zijt intusschen reeds
gewroken, beste meid
Daar stond de lieve Feodora, als de zachte
teedere lotusbioem, zoo schoon, zoo onbevlekt,
zoo rein.
Wilhelm Tauffer als van een zonnestraal verblind,
trad onwillekeurig een schrede terug en maakte
vervolgens een eerbiedige buiging, als voor een
hooger wezen.
z/Zie, Feodorasprak de bankier ernstig en
liefderijk, //iedereen moet er op voorbereid zijn,
belogen en belasterd te wordendoch onthoud dit
heel uw leven wee doen dat kan u de lasteraar
maar werkelijk schande breugt de eigen schuld
alleen."
z/Kijk dezen vreemden heer met zijn gebronsde
gelaatskleur eens goed aan," voer de trouwe bankier
voort, //zijn naam is Wilhelm Tauffer, te Hamburg
aan de Elbe geboren en getogen, ja, ja en
dan wanneer de onafhankelijkheid van Corea een
feit zal zijn.
In een officieel rapport van Kahajama, den
Japanschen gouverneur van Formosa, wordt de
ondergang dier eendaags republiek beschreven.
De keizerlijke garde, pas geland, marcheerde
naar Keloeng. Zij vond onderweg herhaaldelijk
tegenstand. Het weer en de wegen waren slecht
de kanonnen moesten worden gedragen. Bij Zoe<
i-ho werd de vijand met een verlies van 100 man
teruggeslagen, terwijl de Japanners 18 man verlo-
ren. De aanval op Keloeng stiet op een wanho-
pigen tegenstand, maar eindelijk vermeesterden de
Japanners de stad en hare forten. Velewapenen,
munitie en proviand vielen in hunne handen. De
sterkte der Chineezen werd op 6000 man geschat.
De interpellatie in de Kamer van Frankrijk
over de buitenlandsche politiek, waarvan een tele
gram een uitvoerig verslag geeft, is met de zege-
praal der regeering geeindigd.
Met 41 tegen 34 stemmen is in de zitting
der Tweede Kamer van gisteren aangenomen het
wetsvoorstel-Lohman, om het Rijkssubsidie niet te
onthouden aan bijzondere scholen, welker onder-
wijzersgetal tengevolge van onmacht op den daarvoor
bepaalden termijn nog niet voltallig is, nadat de heer
Yermeulen had ingetrokken zijn amendement, dat
bij de beoordeeling van de onmacht door de
Regeering gelet wilde zien op het karakter der
school, omdat de heer De Beaufort (Wijk) dan,
met opoffering zijn Yrijdag ontwikkelde bezwaren,
zijn stem aan het wetsvoorstel weigeren moest.
Ook de voprsteller hestreed het amendement.
Elf liberalen stemden voor de wet.
Daarna kwam in behandeling de motie-Beelaerts
c. s. vragende een wettelijke voorziening tot ver-
krijging van eenheid van tijdrekening.
De heer Beelaerts, de motie toelichtende, wees
op het ongerief van de dubbele tijdrekening en
op de daaruit ontstaande verwarring, waarover
vooral de handelsreizigers klaagden.
De Minister Van Houten verklaarde zich namens
de Regeering voor eenheid van tijdrekening en dus
niet tegen de motie, maar verlangde van de Kamer
aanwijzing van de richting nl. Midden-Europeeschen
of Amsterdamschen tijd, onder opmerking dat de
locale tijd moeielijkheden oplevert voor de spoorweg-
eu postcorrespondentie.
De heer Rutgers bepleitte den Midden-Euro-
verwend Toen hem het allereerste harteleed werd
aangedaan, liep hij weg, de wijde wereld in, de
groote zee over, in plaats van man te zijn en zijn
vaderlijk erfdeel te beschermen en te verdedigen.
Nu, dat was zijn zaakMaar thans, Wilhelm
Tauffer en Feodora Wegenerden mond houden
en het hoofd op, omdat boven ons een doodkranke
man ligt, die voorzeker in zijn leven meer harteleed
heeft geleden dan wij alien te zamen. Kom,
Feodora, den hoed gepakt; we gaan wandelen?"
//0 neen neen
jrDwaas meisje Aan mijne zijde zijt ge bewaard
als in Abrahams schootGaat ge mee,"Wilhelm?
t Zal ook u goed doen Rosalie en madame
Villiers kunnen de wacht houden hij den zieke!"
Weinige minuten later wandelde het drietal op
de hoofdpromenade van Helgoland.
n't Was een prettige wandeling," sprak Feodora
nog dienzelfden avond tot Rosalie; ,/de natuur
lachte op eenmaal weer om mij heen, heerlijker
dan ooit, de menschen waren weer vriendelijk
z/Hoe vindt ge den Amerikaan 't Is papa's
afgod roeger viel hij niet in mijn smaakhij
had mij te veel phantasie- voor een koopman
//O, ik vind hem zeer interessant; de ernst
staat hem goed, en het spaarzaam lachje brengt
een waar zonnestraaltje op zijn gelaat
//Oho, gij vindt dat bronzen gezicht, dat hem
een waar Kabylen uiterlijk geeft, werkelijk behoor-
lijk, ik wil zeggen bekoorlijk
z/Foei, plaaggeest! Is hij dezelfde Tauffer,
van wien ge mij vroeger verhaaldet
z/Het is dezelfde Hij zal wel rijk uit Amerika
teruggekomen zijn anders was hij ginds wel stille-
tjes geblevenwant hier is alles voor den goeden
peesehen tijd als den eenig mogelijken, waarop de
zoozeer gewenschte eenheid is te gronden en ter
beeindiging van het dualisme.
De heer Heemskerk sprak voor behoud van den
Amsterdamschen tijd als het meest overeenkomende
met de natuurlijke en plaatselijke gesteldheid en
wilde dus noch Greenwich- noch Midden-Euro
peeschen tijd.
De heer Beelaerts constateerde nog de afkeuring
van den tegenwoordigen toestand en tevens, dat
de motie geen keuze wil doen tusschen aanneming
van eenigen tijd waaromtrent het voorstel blijve
aan de Regeering.
De motie ten gunste der tijd-eenheid wordt
aangenomen met 57 tegen 15 stemmen.
De Kamer keurde ook goed de conclusie ter
tegemoetkoming aan klachten over vertraagde
uitgave van de bijlage der Handelingen van de Staten
Generaal.
Met bijvoeging van een afdruk der circulaire
van den Minister van binnenlandsche zaken aan
de Commissarissen der Koningin, heeft de Com-
missaris der Koningin in deze provincie aan de
verschillende gemeentebesturen eene aanschrijving
gericht in zake het aanvragen van vrijstelling van
militiedienst, welke aanschrijving in hoofdzaak
luidt als volgt:
z/Dit jaar zijn weder vele jongelingen na hunne
inlijving ongeschikt voor den dienst bevonden.
De meesten hunner hadden bij den Militieraad
geene vrijstelling gevraagd wegens gebreken omdat
zij door hun getrokken nummer vrij meenden te
zijn van den dienst. Het behoeft geen betoog,
dat de inlijving van ongeschikte personen nadeelig
is voor den dienst, aan het Rijk veel geld kost
en voor de lotelingen, die tengevolge der afkeu-
ringen later moeten opkomen, groote teleurstelling
baart.
Ten einde een en ander zooveel mogelijk tegen
te gaan, noodig ik u uit ook liierop uitdrukkelijk
de aandacht der betrokken lotelingen te vestigen,
en te bevorderen, dat zij, die wegens ziekelijke
gesteldheid of gebreken vrijstelling verlangen,
gewezen worden op hunne verplichting om voor
den Militieraad te verschijnen. Zoo zij daartoe
wegens ziekte of gebreken niet in staat zijn,
behooren zij daarvan door tusschenkomst van den
burgemeester onder overlegging van een op zegel
geschreveu verklaring van een geneeskundige, kennis
te geven aan den Militieraad, die hen alsdan,
overeenkomstig art. 89 der militiewet, zal doen
onderzoeken op de plaats waar zij zich be-
vinden.
man o p Papa meende, dat ik hem
niet herkennen zou, maar dat viel hem bijster...
tegen
Twee dagen later verliet de bankier met Feodora
Helgoland, zonder Rosalie, zonder madame Villiers,
die als om strijd als pleegzuster van den kranken
Pool optraden, en zonder dat de wandeling
van Feodora en Wilhelm herhaald -was geworden.
Deze hoorde later de tijding van Rosalie, dat Feodora
hem duizend groeten zond en zeer vergenoegd af-
gereisd was, zwaarmoedig aan.
z/Natuurlijk," merkte hij op, /,wat zou die stra-
lende fee ook doen in ons droevig lazareth Zij leeft
en tiert slechts daar, waar licht en vreugde zijn,
en trekt als ik mij niet vergis een zekeren magneet
na, die zich voor hare eer wil opofferen."
U meent den dapperen ridder Hegedorff?"
vroeg Rosalie met een schelmachtig lachje. /;Nu
ja, mogen wij het euvel duiden, wanneer zij haar
hart schenkt aan een mail, die alle beproeviugen
heldhaftig doorstond
//Voorzeker neen, alhoewel
z/Nu, wat alhoewel?"
//Alhoewel ik dien jongen man, hoeveel eer hij
ook waard zij, als Feodora's echtgenoot mij
niet denken kan."
z/Waarom niet? moet ik weer vragen, lieve
vriend Leopold Hegedorff is hupsch, kloek, rijk,
eerzaam vier eigenschappen, die toch wel toe-
reikend zullen zijn tot een gelukkig huwelijk
z/Doet er niet toe zij passen niet voor elkaar
Doch, inderdaad, juffrouw Rosalie," vervolgde hij
met een snelle gedachtenwending, //het verwondert
mij ten zeerste, u nog ongetrouwd terug te zien,
en ik zou het bijna als een leiding des hemels
TER SEI1ZENSCHE COHAIT
den uitgever 1
Hit III ml versrliijnt VI ml ml ay-, Woemtdas- en Vrijdasavnnd hij
J. I A HE SAM HE te Ter Meuzen.
1 1 11 mmmmi