Alg emeen
Nieuws- 6n Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderea
Qpenbaar lager Qnderwjjs
No. 3123
Zaterdag 9 Maart 189o
35" Jaargang.
abonnement-
Binnenland.
Een gevaarlijke minnaar.
Per drie maanden binneu Ter Neuzen 1,-. Franco per postVoor
Nederlaud t 1,10. Voor Belsjie 1,40. Voor Amerika 1,824-
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Br.even-
Ousliouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
ter NEUZEN.
Aanvragen om toelating tot de openoare lagere
dagscholen in de gemeente TER NEUZEN kunnen
worden gedaan tot* 10 Maart 1895, ter gemeente-
secretane
Alleen kunnen worden toegelaten kinderen
minstens 6 jaar oud of althans in den loop van
het jaar dien leeftijd bereikende.
Ter Neuzen, 4 Maart 1895.
Burgemeester en Wethouders aldaar,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
a~»olitieli Overzicht.
In Belgie was het gerucht verspreid, dat de
kwestie van het overnemen van den Congo-staat
tot een Miuistercrisis had aanleiding gegeven. De
Ministerieele bladen noemen het onwaar, maar de
radicale houden vol, dat de Minister van buiten-
landsche zaken, om den tegenstand, dien het Congo-
ontwerp bij de katholiekeu vindt, den Koning zijn
ontslag heeft aangeboden. Anderen zeggen, dat
de Ministers het met den Koning eens zijn, dat
het ontwerp onveranderd moet worden gehandhaafd.
Terwijl in Erankrijk nog altijd het zenden van
een paar schepen om de opening van het kanaal
door Sleeswijk bij te wonen, als een zaak van het
lioogste gewicht wordt behandeld, blijft men in
Duitschland er zeer koel ouder. De bladen bepalen
meestal zieh er toe, de telegrammen uit Parijs op
te nemen en een kort overzicht te geven van enkele
Erausclie dagblad-artikelen. Men weet, dat als
is het aangenaam, dat de verliouding tusschen de
twee landen, ten minste uiterlijk verbetert, de
gedachte aan eene revanche in Frankrijk niet zal
worden opgegeven.
Het Hainburgsche orgaan van vorst Bismarck
raad desniettemin aan, tot de politiek terug te
keeren, die de oud-kanselier heeft gevolgd, toen
Jules Ferry in Erankrijk Minister van buitenlandsche
zaken was en die eene toenadering tot Erankrijk
ten koste van Duitschland ten doel had.
Het blad wijst er op, dat Duitschland en Frankrijk
dezelfde belangen hebben en eenzelfden tegen-
stander: Eugeland. Ook in de munt-quaestie be-
hoorde Duitschland niet te veel gewicht te hechten
aan Engelands houding, maar zich te verstaan met
Frankrijk en de Vcreenigde Staten. Dan zou
Engeland, ten opzichte van Indie, in eene moeielijke
positie komen.
FEUILLETQ N
In de Prnische Kamer is Dinsdag nog even de
muntquaestie aangeroerd bij de behandeling van
de begrooting der Staatsinijnen. Tot deze behooren
ook de zilvermijnen in den Harz en te Manstelrl,
die wegens de daling der prijzen steeds minder
opbrengen, zoodat zelf van staking is gesproken.
Dr. Arendt, de bekende bimetallist, vornl daarin
aanleiding er op te wijzen dat in Noord-Amerika
de zilverproductie in 1894 reeds van 63 J tot 48
millioen ons is gedaald, en dat Nevada, voor welker
productie men vooral zoo bevreesd was, in't geheel
niets meer oplevert. De vrees voor te veel zilver
acht hij daarom ijdel. En wat het goud betreft,
beriep hij zich op prof. Snesz, gevoelen, dat de
productie in Zuid-Afrika aan de stijgende behoefte
niet zal blijven voldoen. Men heeft met alluviaal
goud te doen, en in de laatste maanden is de
opbrengst niet gestegen. „Men kan geen goud
telen als aardappelen, die men telkens opnieuw
plant." Er is daarom dringend behoefte aan zil
ver voor het muntwezen, en de Duitsche btaats-
commissie, waarin Dr. A. zitting had en welker
verslag in ruimen kring gelezen behoort te worden,
heeft dan ook de nadeelen der zilverontmunting
crkciid.
Een ander lid, van de gondpartij, deed echter
uitkomen, dat in de Staatscommissie acht voor-
standers en zeven tegeustanders van lietbimetallisme
zitting hebben gehad, maar dat toch geen voorstel
van bimetallistische zijde aannemelijk werd gevonden.
De houding der regeering had veel ongerustheid
gewekt, vooral omdat Duitschland het imtiatief
tot de conferentie wil nemen.
Men ging verder op de zaak niet in, nu de
zaak bij de regeering aanhangig is. Eenige con-
servatieve afgevaardigden keurden echter de houding
der regeering goed, vooral in het belang van den
landbouw.
De hooge verwachtingen der Polen m de eerste
dagen der regeering vail den jongen Keizer van
Rusland, door het ontslag van generaal Goerko
opgewekt, zijn teleurgesteld. Zijn opvolger in het
gouverneurschap, graaf Schoewaloff, is geen barbaar
als Goerko, maar de algemeene politiek is niet
veranderd en aan de Polen wordt geene enkele
concessie van eenig belang gedaan. De lager
Russische ambtenaren zoo wordt uit Petersburg
aan een Berlijnsch blad geschreven wisten na
Goerko's val niet nit welken hoek de wind zou
waaien en temperden hnn grooten Russischen ijver,
maar nu zijn zij overtuigd, dat alles blijft, zooals
het geweest is en gaan zij weder voort op den ouden
weg. Het eenige onderscheid is, dat zij zich minder
openlijk laten omkoopen, want zij weten, dat Schoe
waloff het niet wil dulden ekonomisch en finan-
tieel is de toestand van Polen droevig. Handel
en landbouw staan stil. De emigratie, die in de
twee laatste jaren aauzienlijk was verminderd,
neemt weer grooter omvang aan.
De laatste telegrafische berichten luiden als volgt
Shanghai, 7 Maart. Maandagavond is de stad
Newcliang na een wanhopig gevecht door de Japan-
ners genomen.
Shanghai, 7 Maart. Het gevecht bij en in
Newchang duurde van den morgen tot elf uur
's avonds. De Chineezen verdedigden zich in de
huizen en in de straten met groote hardnekkigheid.
Hnn verliezen bedragen 1880 dooden en gewonden,
600 gevangenen, 18 kanonnen en een hoeveelheid
krijgsvoorraad.
De Japanners hebben 200 man aan dooden en
gewonden verloren.
De Japansche troepen, die ten noorden van de
golf van Pet-Chi-Li in Hait-Cheng hun winter-
kwartieren hadden betrokken, hebben den strijd
hervat. In weinige dagen heeft generaal Nodzu
het Chineesche leger twee malen verslagen en de
steden Liao-Yang en Niut-Chwang ingenomen.
Indien de Japanners op die wijze voortgaan, zal
j ook de provincie Liau-Tong weldra geheel in
hunne handen zijn.
Het is niet te verwonderen, dat China thans
ernstig naar den vrede begint te verlangen. Li-
Hung-Chang, die den Keizer van den werkelijken
toestand op de hoogte heeft gebracht, en die van
den Zoon des Hemels uitgebreide volmacliten
heeft verkregen, is van Peking te Tien-Tsin aan-
gekomen en zal zich daar naar Japan insehepen.
Hij wordt vergezeld van den heer Pethick, den
Amerikaanschen gezant te Peking, die als zijn
raadsman en tolk zal optreden. Te Hiroshima zal
de oud-Minister der Vereenigde Staten, Foster,
zich bij hen voegen.
Er zal geen wapenstilstand worden gesloten voor
de vredesonderhandelaars elkander ontmoet hebben.
In de Tweede Kamer werden gisteren de be-
raadslagingen voortgezet over de motie-Gerritsen,
betreffende loon en arbeidsdnur.
De heer Drucker verdedigde uitvoerig de motie,
die geen maatregel van wetgeving eischt, maar
enkel, dat de overheid, als werkgever optredende,
doe wat een goed patroon doct. De maatregel is
noodig, want de toestand van den werkman voldoet
nog lang niet aan de eischen der encycliek van
paus Leo XIH. Door aanneming der motie zal
het loon verhoogd worden, maar ook het misbruik
voorkomen, dat een werk goedkoop wordt aange-
nomen ten koste van het arbeidsloon.
Het werk zal niet duurder worden, want de
prodnctiviteit neemt toe bij korter werktijd. De
argumenten van den heer Michiels bestrijdt. hij
uitvoerig en hij betoogt, dat als de Staat zish
niet stoort aan overeenkomsten met patroons, de
goede bedoeling wordt verijdeld. De motie is een
bescheiden stap tot de sociale bevrediging.
De heer Hintzen bestreed de motie als volstrekt
niet onschuldig, als men let op de beweging tot
loonsverhooging, waarvan zij het gevolg is. Men
wil door de motie de uitvoerende macht aan banden
leggen. Misbruiken zijn niet voldoende gebleken
en hooger loon van overheidswege zal zeer schadelijk
zijn voor de kleine bazen en juist werkstakingen
provoceeren, zooals te Amsterdam is geschied.
Verder betoogde de heer Hintzen, dat de prijs
van 23 cents ongemotiveerd is, dat de Amsterdamsche
raad zonder industrieele kennis handelde, dat de
werklieden uit andere onbeschermde vakken zullen
overgaan naar de beschermde, dat men werklieden
zal samenpakken in enkele plaatsen. Hij acht de
motie onaannemelijk om hare gevolgen.
De heer Heldt bestreed de bedeukingen tegen
de motie van de heeren Michiels en Hintzen. In
strijd met den heer Michiels verzekerde hij, dat
bij de patroons van alle godsdiensten, ook Katho-
lieke, de loonregeling vaak nog zeer veel te wenschen
overlaat, dat het regelen van vraag en aanbod niet
enkel loonregeling kunne beheerschen.
Het ontwerp houdende nadere bepalingen omtrent
de heffing van invoerrechten naar de waarde, is
aangenomen met eenparigheid van stemmen zonder
nadere wijzigiugen.
Door Gedep. Staten van Zeeland is aan de
hesturen der waterkeeringen van de calamiteuze
polders of waterschappen in deze provincie ter
invnlling toegezonden een staat betreffende het
tekort 1894/95, waarin nauwkeurig moeten worden
opgegeven de ontvangsten en uitgaven over het
geheele dieustjaar, derhalve ook hetgeen nog te
ontvangen of nog te betalen is. Is echter het
bedrag van een post van ontvang of uitgaaf nog
niet met zekerlieid bekend, dan moet het zoo juist
mogelijk worden geraamd, waarvan aan de keerzijde
van den staat melding is te maken.
Het bedrag van Teeds verleeude tegemoetkoming
door het Rijk en de Provincie behoort in den
staat niet te worden opgenomen.
De vorige week zijn uit Ierseke niet minder
dan 2000 balen mosselen verzonden vertegen-
woordigende eene waarde van f 6000.
4)
Acht weken waren sedert den aanval verloopen.
In het prachtige huis van den staatsraad was een
groot gezelschap bijeen, want de verloving van
freule Melanie met den ridder De Ronac zou lieden
officieel bekend gemaakt worden. Heerlijk weder
begunstigde het feest, en de beminnelijke bruidegom
straalde evenals de geheele natuur in gelukzaligheid.
Vtrgenoegd liep Joviu rond en ontving inees-
muilend de gelukwenschen der gasten. Eensklaps
werd hij door eenen bediende naar buiten geroepen.
Hij gehoorzaamde en vond in eene voorkamer den
prefect van politie van Lyon, den heer Urbain,
die hem Half medelijdend, half bespottenrl aanzag.
#He, komt gij thans eerst riep de intendant
vroolijk nit. Ik had u toch tijdig uitgenoodigd.
„Heer staatsraad, ik kom, naar ik hoop, waar-
schijnlijk nog vroeg genoeg", antwoordde de prefect
van politie. ,/IIet spijt mij zeer, dit feest te moeten
verstoren. Is de verloving reeds voltrokken
„Nog niet. Maar het zal terstond geschieden."
,/IIet zal niet geschieden, heer staatsraad. Weet
gij, wie eigenlijk deze heer De Ronac is
//Ik begrijp u niet, heer prefect."
„Het is de beruchte roover Jean Pelissier, die u
bestolen heeft en nu ook uwe dochter rooven wil.
Het is een outvluchte gevangene."
//M aar dat is ongelooflijk
„Het is toch zoo, heer staatsraad ik heb de
hewijzeu."
groote hemel, welk eene verwarring Ik kan
het nog altijd niet gelooveu. Hoe komt gij bij
deze verschrikkelijke bewering, heer prefect?"
„Zeer eenvoudigEr waren twee personen bij
den aanval."
„Ja. Den een schoot ik in het been.
„Gelukkig, moogt gij zeggen. Want aan deze
omstandigheid hebt gij en uwe dochter het te danken,
dat gij lieden niet in een verschrikkelijk ongeluk
geraakt."
„Ik begrijp dat alles niet," murmelde de intendant,
terwijl hij zich het angstzweet van het gelaat wischte.
Deze tweede bandiet heette Paul Thuriot," ver-
klaarde de prefect van politie. //In het woud
kon hij niet verderzijne wonde hinderde hem te
zeer. Toen schoot Jean Pelissier hem verraderlijk
overlioop en vluchtte met den buit naar Lyon
waar hij daarna als ridder De Ronac optrad en in
uw huis kwam.
ffMaar hij heeft toch goede papieren, welke hi]
mij toonde."
„Het zijn valsche papieren! Hoor verder.
Zijn medeplichtige was niet dood, ofschoon de
moordenaar dit meende. Twee dagen later kwam
een kolenbrander met zijnen bond door het woud.
De bond speurde den zwaar gewonde op, in wien
de medelijdende kolenbrander nog leven ontdekte.
Met behulp van anderen, die hij ter plaatse riep,
bracht Hij hem in zijne hut, waar hem de eerste
hulp verleend werd. Later bracht men hem in
het hospitaal te Nevers. Daar lag hij verscheidene
weken. Zoo lang hij lioopte te zullen genezen,
zweeg hij over den aanval, zeker met het voor-
uemen, later den kameraad te Lyon weer op te
zoeken en hem geld af te persen. Toen hem
echter na de amputatie van het gewonde been
werd verklaard, dat het koud vuur steeds verder
ging en er geen redding was, liet hij een magistraats-
persoon roepen en legde eene volledige bekentenis
af. \Veinige dagen daarna stierf hij onder vreese-
lijke pijnen. Op znlk eene wijze zijn de misda-
digers ontdekt. Ik ontving de bewijzen met de
opdracht, Jean Pelissier, alias ridder De Ronac,
te arresteeren, juist op het oogenblik, toen ik mij
gereed maakte om gevolg te geven aan uwe uit-
noodiging. Mijne verbazing was niet gering. Ik
wil thans den doortrapten booswicht zelfs arres
teeren, en zoo mogelijk zonder opzien te verwekken."
,/0 zuchtte de intendant. ,/Als alles waar is,
ben ik voor mijn geheele leven geblameerd."
„Wees bedaard, heer staatsraadIndien de
verloving reeds voltrokken ware, zou het ongeluk
zooveel te grooter zijn. Ik verzoek u thans den
ridder De Ronac te roepenIk zou den gasten
gaarne een pijnlijk tooneel willen besparen."
Dagobert Jovin wankelde in de zaal op den
bruidegom toe, wien hij toefluisterde dat iemand
hem dringend wenschte te spreken. Eenigszins
ongerust volgde hem de gewaande ridder.
In de voorkamer kwam de profect van politie
hem tegemoet en zeide op gedempten toon //In
naam der wet neem ik u gevangen, Jean Pelissier
Gij wordt van diefstal en moord beschuldigd
Pelissier deiusde doodsbleek terug. //Dit is
zeker een waanziimig misverstand," stamelde hij.
z/Ik ben de ridder Camille de Ronac, ik
ffGij zijt de roover Jean PelissierMannen
arresteert hem
Twee bij de deur staande politieagenten naderden.
Men hoorde het geknetter van wapens en hand-
boeien.
Met een wilden sprong was Jean Pelissier bij
het geopende venster, om naar beneden te springen.
Maar ook daar beneden waren gewapende mannen
geposteerd En het schavot in't vooruitzicht
Toen haalde hij, voordat de politieagenten het
konden beletten, een klein pistool te voorscliijn
en schoot zich een kogel door het hoofd. Dood
zonk hij op het tapijt neer.
De prefect van politie boog zich over het lijk
en verwijderde jas, vest en overhemd.
z/Ziet gijzeide hij.
Daar vlamde het roode brandmerk der schande
op den linker schouder van den doode. En de
bevende intendant Dagobert zag met ontzetting,
dat hij werkelijk met eenen vroeger veroordeelde
te doen had gehad.
Dit zonderlinge voorval baarde veel opzien te
Lyon. De schoone Melanie ontving van alle zijden
oprechte gelukwenschen dat hare verloving met
zulk eenen gevaarlijken minnaar nog in het laatste
oogenblik gelukkig verijdeld was. Een groot ge-
deelte van het gestolen geld werd in de woning
van den valsche ridder De Ronac in beslag genomen
en aan de schatkist teruggegeven, waardoor ook
de intendant Jovin gerechtvaardigd was, ofschoon
de wijze, waarop het geld teruggevonden werd,
hem weinig vreugde bereidde.
E I N D E.
Hit Iliad verscliijn* Jlaandaa-, IVin-n»il"S- ri Viii—S| 1 "T
J. V A W HE S A 1%' H E te Ter llieuzen.