Gemengde berichten.
Telegrafische berichten.
rechtszaxenT~"
gronden niet in waarde mag verminderen, maar
(evens een veel uitgebreider recht geveude
dania»u den huurder.
Waar dus een erfpachter verbetering aanbrengt,
doe* hij dit niet (tenzij bet liem uitdrukkelijk
is voofgeschreven in de akte) omdat bet zijn plicht
is,'1 in lief belang van den groiuleigenaarhij doet
thit in zijn eigen belang.
tEn, <lat dit werkelijk zoo is, staat, dunkt mij
vast.;* want ik geloof niet dat een enkel erfpachter
zich ooit verplicht heeft gevoeld aan zijn erf ver
betering aan te brengen in bet belang der
gemeente. Is er verbeterd, dan is dat geschied
in eigen belang. "Van die verbetering zijn dan
jaren en jaren lang de voordeelen geplukt met
recht uatuurlijk door den gebruiker en die voor
deelen zullen de kosten zeker wel ruimschoots
dekken, .in aanmerking genomen den lagen efpachts-
canon, welke steeds is betaald.
Be beweriug ,/gij wilt mij meer doen betalen
maar bedfenkt eens boeveel ik het erf heb verbeterd"
kan dan ook m. i. niet veel gewicht in de schaal
leggen.
Be gemeente heeft voor zoover ik weet, nooit
eene veivplichtmg tot verbetering opgelegd.
Ieder erfpachter, die toch vooraf wel wist welk
teriein hij kreeg, kan verbeteren of niet verbeteren
dit was. ^ijn eigen vrije wil.
j(tjoch wil ik het verbeteringsargument niet
geheel Verwerpen, omdat het mogelijk is, dat
Sf een erfpachter zou zijn geweest, die geen erf
pacht zou hebben begeerd en zeker niet had
verbe^frd, indien hij had kunnen vermoeden, dat
ter later zooveel meer zou moeten worden betaald.
Tlians nog een enkel woord over het bezwaar,
op grond van onwettigheid.
?iooals men weet heeft hier te lande voor 1 Octo
ber 1838 het Fransch Burgerlijk Wetboek gegolden,
voor zoover daarin geen wijziging was gebracht
door onze eigen wetten.
Be Fransche wet kende geen erfpachtsrecht.
Daar dat recht hier te lande wel bekend was
en ook telkens werd gevestigd, besloot men, voor
invoeriiig van een geheel Burgerlijk Wetboek, be
palingen in het leven te roepen.
i 'f-.Wij kregen toen de wet van 10 Januari 1824
(Stbl. no. 14) welke werd ingevoerd, ingevolge de
wet van 25 December 1824 (Stbl. uo. 78) den
1 Januari 1825.
t Hie wet bepaalde in art. 2 dat het erfpachtsrecht
voor niet langer dan 99 jaar en voor niet korter
dan 27 jaar mocht worden gevestigd, terwijl in
art/ 14/Werd bepaald ,/wanneer het erfpachtsrecht
door* het verloop des tijds is geeindigd, wordt
hetzelve niet stilzwijgend vernieuwd, doch kan
hetzelve bij voortduring blijven bestaan totweder-
opBtgging toe." Een termiju voor die opzegging
was niet bepaald en van een voor onbepaalden
tijd gevestigd erfpachtsrecht spreekt deze wet met.
Bij de 'herziening der wet had men bezwaren
•tfgin de tijdsbepaling van art. 2 en eveneens tegen
de tijdsbepaling in de wet op het recht van opstal
vborkomende.
1 Men meende dat men de belanghebbenden moest
Vrijlateh Un het bepalen van den tijd. Dientenge-
volge Het'men de tijdsbepaling vervallen en werd
een nieuwe bepaling aangenomen, thans art. 706
van het Burgerlijk Wetboek, luidende //Indien
gteen bijzoftdere bedingen of bepalingen omtrent
het einde van het recht van opstal gemaakt zijn,
zal de eigenaar van den grond hetzelve kunnen
'doen ophotiden, doch niet vroeger dan na verloop
Van dertig jaren, mits ten rninste een jaar te voren
aan dengene, die het recht van opstal heeft, bij
behoOrlijk exploit aanzegging doende."
Deze bepaling is ook toepasselijk verklaard voor
erfpaeht m art. 783 van het B. W.
Bij'/de wet van 19 December 1833 (Stbl. no. 65)
■werd bepaald dat de nieuwe bepalingen omtrent
opstal en erfpacht zouden gaan gelden den
1 Januari 1834.
De thans in ons Burgerlijk Wetboek voorkomende
bepalingen omtrent opstal en erfpacht gelden
dus sfedert 1 Januari 1834.
In' art; 3 der wet van 16 Mei 1829 (Stbl. no. 29)
ogewijeigd bij de wet van 3 December 1837 (Stbl.
no'. '78), dat is de wet op den overgang van de
i wroegere tot de nieuwe wetgeving is bepaald.
z/De rechten uit overeenkomsten voortvloeiende,
wqrden geregeld door de wetten welke inwerking
waren toen die overeenkomsten zijn gesloten."
niUit het bovenstaande volgt, meen ik
dat erfpacht vo6r 1 Januari 1825 zonder tijds
bepaling gevestigd niet kan worden opgezegd
dat erfpacht gevestigd tusschen 1 Januari 1825
en 1.1 Januari 1834 met bepaling van tijd tot
verloop van dien toen overeengekomen tijd blijft
gelden en daarna in stand blijft tot de opzegging
erf zonder bepaling van tijd minstens 99 jaar,
gefeketld van den dag waarop het is ingegaan,
-)i vbortduurt
dat i erfpacht na 1 Januari 1834 gevestigt
zonder bepaling van tijd, dertig jaren na den
aanvang van het recht kan worden opgezegd.
Voor zoover ik weet dagteekenen de uitgiften
ip 'erfpacht (wellicht met een enkekuitzondering)
eerst van 1838 of later. Zooals uit de notulen
vjap,. mdsvergaderingen uit dien tijd blijkt, wilde
men, gevolg gevende aan aanschrijvingen van den
districtscoinmissaris, de gemeente uitbreiden. Daar-
toe zijn toen zelfs teekeningen en plannen ver-
vaardigd en men is ook in onderhandelingen
getreden over aankoop van grond. De kosten der
uitbreiding moesten hoofdzakelijk gevonden worden
uit nieuwe belastingen, waarvan de ontwerpen in
de notulen zijn te vinden.
In eene raadsvergadering, ik ineen van 1840,
werd geklaagd, dat er zich nog geen enkel liefhebber
om te bouwen had opgedaan en kort na dien
vinden wij melding gemaakt van uitgiften in erf
pacht aan een drietal personen.
De wettige bevoegdheid van het gemeente-
bestuur tot opzegging van bijna alle bestaande
erfpachten, zal, hoop ik, thans door ieder worden
erkend.
Kan een erfpachter aantoonen of zelfs maar zeer
waarschijnlijk maken, dat het gemeentebestuur
tegenover hem geen wettige bevoegdheid tot ver-
hooging der erfpacht heeft of dat die verhooging
van hem een bijzonder groote onbillijkheid zou
zijn, dan zal uatuurlijk de gemeenteraad terstond
bereid bevonden worden in een nader onderzoek
te treden.
Maar dan dient men niet tot grondslag te nemen
de meeningen van personen, die ook weer alles
van ,/hooren zeggen" hebben. Aan zulke getui-
genissen kan, zooals van zelf spreekt, in deze geen
waarde worden gehecht.
Ter Neuzen, 31 Januari 1895.
VAN DER MOER.
TER NEUZEN, 1 Februari 1895.
Naar wij vernemen heeft de R. K. kiesver-
eeniging in het hoofdkiesdistrict Hontenisse, in
hare vergadering van Maandag te Hulst gehouden,
besloten geen eigen kandidaat te stellen, maar die
der arti-revolutionairen te steunen, van welke zijde
wordt genoemd de heer D. J. Oggel, ond-lid der
staten en burgemeester van Axel.
Gisteren werd alhier de, door het bestuur
der vereeniging /,IJsclub Terneuzen", aangekon-
digde wedstrijd voor minvermogenden gehouden.
Aan den wedstrijd namen 86 personen deel.
De le prijs, een wollen deken en 100 K. G.'
kolen, werd gewonnen door F. Eaas2e prijs, 1
ham en 100 K. G. kolen, door L. de Jong;
3e prijs, 1 gestikte deken en 100 K. G. kolen,
door W. Dooms; 4e prijs, eene hoeveelheid spek
en 100 K. G. kolen, door E. Dooms; 5e prijs,
1 broek en 100 K. G. kolen, door I. de Smidt
6" prijs, 1 katoenen deken en 100 K. G. kolen,
door L. den Exter; T prijs, 1 paar schoenen, 100
K. G. kolen en 1 brood door M. Romeijn en
8e prijs, 1 katoenen deken, 100 K. G. kolen en-
2 brooden, door I. de Mul.
Aan de overige deelnemers werd verstrekt
steenkolen, erwten, boonen en brood, terwijl ieder
rijder in de tent op een kop chocolade en een
krentenbroodje werd onthaald.
In 't geheel werden verdeeldpi. m. 5000 K. G.
steenkolen, 160 K. G. brood, 215 liter erwten,
en 100 liter boonen, benevens verschillende klee-
dingstukken en dekens.
Een woord van dank aan de milde gevers is
hier op zijn plaatsaan velen, die het in deze
dagen hard hebben, werd een aangename dag bereid
en voorzeker deed het bestuur der ijsclub een
goed werk reeds zoo spoedig de, in het vorige
jaar uitgestelde, wedstrijd te doen plaats hebben.
Bijgestaan door eene commissie was het mogelijk
alles spoedig uit te voerenhoe die commissie
zich van hare moeilijke taak kweet, daarover hebben
we slechts een woord van lof; all een door hun
optreden was het mogelijk zoo spoedig uitvoering
aan het plan te geven.
Het feest slaagde uitstekend en werd opgeluisterd
door het muziekgezelschap //Apollo", dat na een
wandeling langs de banen gemaakt te hebben zich
opstelde tegen de vestingwal en daar eenige stukken
ten beste gaf, die niet weinig bijdroegen, de feest-
vreugde nog meer aan te //blazen". Hulde aan
//Apollo" werd geroepen toen na afloop der wedstrijd,
het bestuur der ijsclub, de commissie voor de
wedstrijd en het muziekgezelschap sainen waren in
het //Hotel Donze" en waarlijk /Apollo" heeft weer
getooud hart voor een goede zaak te hebben
moge het /Apollo" gegeven zijn nog dikwijls de
feesten der ijsclub op te luisteren.
En hiermede was de dag-ten einde, die, naar
we hopen, aan velen een genoegelijkeu avond
bezorgd heeft.
Het kanaal alhier blijft nog voortdurend,
met medewerking van een daartoe in clienst zijnde
flinke sleepboot, voor de scheepvaart disponibel,
hoewel de vaart tegenwoordig ook op het spoor
alhier niet druk is.
Het beroep van E. de Feijter I'z., te Axel,
tegen het besluit van gedeputeerde staten van
Zeeland tot afwijziug van zijn verzoek om veiv
nietiging der beslissing van ingelanden van den
Buthpolder, tot begrinting van den Doorndijk, is
niet ontvankelijk verklaard.
Hulst. Toen Dinsdagavond zekere A. v. d. P.
van Hulst per slee uaar St. Jansteen wilde terug-
keeren, giug ziju paard op hoi en had hij het
ongelu'k er Glider te raken, terwijl zijn knecht
tegen een muur werd geslingerd, en, hoewel met
gevaarlijk, toch een bloedende wonde aan 'thoofd
Ijekwam. Eerst den volgenden morgen vond men
het paard, zoo stijf als een paal door de kou, op
de walleu. V. d. P. mocht van geluk spreken,
dat dit voor hem zoo gelukkig afliep, want't scheelde
weinig of hij zat met slee en paard door de groote
ruiten van den prachtigen winkel van den heer Cock.
Uit Borssele is aan de Tweede Kamer
gezonden een adres tot ondersteuning der pogingen
om graanrecht te verkrijgen. Het draagt 32 haud-
teekeuingen van landbouwers.
Yolgens bericht uit Hansweert is er op de
Wester-Schelde, van af Antwerpen tot Bath, alsmede
op de Ooster-Schelde zeer veel drijfijs wat de
stooni- en sleepbooten zeer hindert. De vaart
zal weldra opgeheven moeten worden.
Ook het kanaal door Zuid-Beverland is overdekt
met drijfijs.
's Gravenhage, 1 Eebr, Eerste Kamer. Hoofd-
stuk Justit.ie is aangenomen, nadat de Minister
beloofde vele zakeu in overweging te zullen nemen,
zonder bepaalde toezegging te doen.
Ook Hoofdstuk Binneidandsehe zaken is aan
genomen.
Arrondissemonts-rechthank te Middelhurg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 1 Febr.
het volgende vonnis uitgesproken
In zakeJ. v. d. H., oud 21 j., schippers-
knecht op het aakschip //Nine Anna" gedomicilieerd
te Werkendam, verblijf houdende te Ter Neuzen,
op den 6 November 1894 ter zake van mishande-
lijig bij verstek veroordeeld tot eene maand ge-
vangenisstraf is in verzet dat vonnis bekrachtigd
en beklaagde veroordeeld tot dezelfde straf.
Een hoogst betreurenswaardig ongeval vond
eergister-middag plaats in de nabijheid van Leiden.
Op het Galgewater vermaakte zich een gezel-
sehap, bestaande uit een heer en twee jonge dames,
met schaatsenrijden, toen plotseling een onopge-
merkt wak hen alle drie te water deed gaan.
Spoedig aangebrachte hnlp mocht er in slagen,
twee der drenkelingen op vasten bodem te brengen,
doch alle pogingen faalden om ook de derde, een
zestien-jarig meisje, Van B. genaamd, en wonende
aan den Morsweg, te redden.
Niettegenstaande den geheelen namiddag naar
de vermiste werd gedregd, mocht het niet gelukken
het lijk van dit slachtoffer van het ijsvermaak
boven water te brengen.
In het droogdok op de werf van den heer
De Hoog te Rotterdam is gister een werkman uit-
gegleden van een plank, daarna gevallen en tusschen
ribben beklemd geraakt. Bij aankomst in het
Ziekenhuis was hij reeds overleden.
Door de vorst is nu met alleen in het
noorden, maar ook in het midden en zuiden des
lands de binnenvaart eensklaps zoo goed als overal
gestremd.
De beide Volendammer schippers Jan en
Klaas Mol zitten nog in het ijs. De pogingen
om hen te bevrijden, zijn tot dusver niet geslaagd
maar worden voortgezet.
De toestand wordt hachelijk voor de arme men-
schen, vermoedelijk zitten zij op de zoogenaamde
z/Zuiderdraad" bezijden Harderwijk.
Door de sleepboot, die uitgezonden was om hen
te bevrijden, zijn twee andere schepen naar Amsterdam
gebracht.
Uit Edam is hulp gebracht aan een groote Friesehe
stoomboot, waarop een noodvlag geheschen was.
Het was een vraehtboot van de heeren Matthes
en Van der Elst, te Amsterdam, geladen met
ammoniakwater, van Deventer op Amsterdam
varendei De bemanning is nu te Edam aan den wal.
Naar aanleiding van de onlangs gestelde
vraag, of ook dit jaar de examens voor belasting-
commiezen zouden achterwege blijven, deelt men
aan de Arnh. Ct. van //vertrouwbare zijde" mede,
dat deze examens in de eerste jaren niet te wachten
zijn. Door de afschaffing der patenten, vermin-
dering van accijnzen en het feit, dat door de
verhooging van den accijns op het gedistilleerd in
Duitschland de grootste prikkel tot smokkelarij
aan onze grenzen is weggenomen, zal men met
het tegenwoordige ambtenaars-personeel nog lang
kunnen volstaan.
Zieke kindertjes gelukkig gemaakt
Langzamerhand ontdoet onze Koningin zich van
haar speelgOed en op haar eigen verlangen is een
geheele be/ending daarvan naar het stedelijk zieken
huis in den Haag gebracht, voor de kinderkamer.
Aan het station Maas te Rotterdam is een
halve waggon leeggestolen. Een en twintig stukken
katoen zijn door onbekende dieven medegenomen.
Dezer dagen hebben eenige landbouwers
onder Camperland (Noord-Bevelaud) door eene
onbekende ziekte plotseling eenige paarden verloren.
Later verneemt men dat de oorzaak der ziekte
schijnt te liggen in den bedorven toestand (schimmel)
van het klaverhooi.
Een ontzettende zeeramp. Een ramp, zoo
groot dat de kroniekboekeu van de toekomst ervan
zullen gewagen, heeft eergisternacht op de Noordzee
op 30 mijlen afstand van de Hollandsche kust
plaats gehad. Het stoomschip //Elbe" van de
Nord-Deutsehe Lloyd, van Nordenham naar New-
.York, is door aanvaring gezonken.
De //Elbe" is een der beste schepen van de
Lloyd, het is 2810 registertonnen groot en bij
voorkeur gingen de reizigers met de //Elbe" die
beter ingericht was en sneller voer dan de'andere
schepen. Ook thans waren tweehonderd en veertig
passagiers aan boord, makende met de bemanning
van honderd en zestig koppen, een aantal van
vierhonderd opvareiuleu.
Van die alien zijn er, volgens de berichten
slecht twee-en-twintig man gered, drie honderd en
tachtig menschen hebben den dood in de golven
gevonden.
De berichten, zooals dat gewoonlijk bij zulke
gebeurtenissen het geval is, luiden zeer vaag en
spreken elkaar hier en daar tegen.
Een feit is het, dat twee en twintig opvarenden
van de //Elbe" door een reddingsboot te Lowestoff
zijn bimiengebracht, dat zij verklaren in aativaring
te zijn geweest met een hun onbekend schip, dat
de //Elbe" onmiddellijk zonk en dat hun van de
380 reisgenooten niets bekend is. 't Kan bijna
zeker worden geacht, dat die alien zijn verdrouken.
Want de nacht was donker en de woelige zee was
verlaten, terwijl het schip, waarmee de aanvaring
plaats had, dadelijk na het gebeuren van de ramp
was verdwenen, Toevallig was er in de nabijheid
een visscher3chuit, waarvan de bemanning zich de
grootste inoeite gaf om de schipbreukelingen te
redden, men weet met welk gevolg, slechts
22 menschen bracht zij behonden binnen. 't Ge-
beurde bijna nooit, verklaarde de schipper van
de schuit, dat hij dezen weg nam, hij deed
dat omdat de felle tegenwind, waarmee hij te kampen
had, hem belette den gewonen, twee inalen kor-
teren weg naar den Hoek-van-Holland te nemen.
De geredde passagiers verklaaren, dat de schok
ontzettend was, de voorsteven van het andere schip
drong diep midden in de machinekamer en dadelijk
sloeg de zee in het achterschip. Zeker is geen
enkele eerste-klasse-passagier gered en slechts 5
tweede-klasse-passagiers mochten den dood ont-
komen. Een dezer de heer A. Hoffmann, verhaalde
aan een Engelsch reporter, dat de verwarring aan
boord, dadelijk na den schok ontzettend was. Twee
booten werden neergelaten, een daarvan zonk onmid
dellijk en van de opvarenden dezer boot werd
slechts eene vrouw gered, de andere boot zonk
na verloop van twintig minnten. Wat er toen
gebenrde, is niet te beschrijven, de //Elbe" zonk
snel, op het dek verdrougen zich de menschen,
gillend en schreeuwend
Dat is het laatste, zegt de heer Hoffmann, wat
ik van de //Elbe" vernam, wij zaten met ons
twintigen, heel gevaarlijk in een reddingsboot en
wij dreven zes lange uren rond tot eindelijk de
visshersschuit //Wildflower" ons opnam en aan
land bracht.
In de berichten wordt gemeld, dat het schip,
't welke de //Elbe" aanvoer, de //Crathie" was,
een Engelsch schip, groot slechts 470 ton, dat
op weg was naar Aberdeen. Een der berichten
zegt zelfs
z/Naar het schijnt, heeft de //Crathie", hoewel
ze zelf niet lek was geworden, niet getracht hulp
te verleenen, maar is onmiddelijk naar Maassluis
teruggekeerd. Zoolang evenwel geen nadere bijzon-
derheden bekend zijn, dient men zich van een
beoordeeling der handelwijze van den Engelseheu
gezagvoerder te onthouden."
De //Crathie" is eergistermiddag te vier uur zwaar
beschadigd te Rotterdam voor wal gekomen.
Ook in Belgie vriest en sneeuwt het hard.
Te Wellin ligt de sneeuw 70 centimeters dik
de wilde zwijnen komen tot in de dorpen in bendeu
van 15 tot 20.
Te Manhay heeft mep daarenboven het spoor
gezien van wolven.
In de omstreken van Batznach licht de sneeuw
op sommige plaatsen tot 1,50 meter dik. Het
verkeer is uiterst moeilijk. Het is vele jaren ge-
leden dat er daar zooveel sneeuw is gevallen.
Op den weg naar Houffstize, heeft men Zaterdag
het lijk gevonden van eenen beestenkoopman van
Bizory, die 's Vrijdags beesten had gekocht te
Batznach. Men heeft de dieren hier en daar ge
vonden.
In de omstreken van Bouillon, is het verkeer
naar de omliggende dorpen, geheel belemmerd.
In de omstreken van Aarlen is het Jt zelfde.
Uit Virion wordt nog gemeld Nog nooit heeft
men in deze streek zooveel wilde zwijnen gezien.
De jagers hebben er reeds meer dan 150 gedood.
In een der klopjachten werd een der jagers door
de loodkorrels getroffen.
De redactie van Internationale Gegevens
deelt in het laatste nummer mede, dat dit haudel-
weekblad slechts 34 abounds telt. Dit is zeker
geen grootspraak, een eigenschap van zoovele
couranten, wier aboimementental altijd in de
tienduizenden loopt.
Verwondering wekt de houding van den redac-
teur, die de toekomst desondanks met moed
tegengaat.
Maar bewonderiug heeft men voor de uitgevers,
die onder deze omstandigheden toch de uitgave
voortzetten.
Omtrent den vermoedelijke moord aan den
riugdijk van de Haarlemmermeer, nabij Halfweg,
deelt de Haarl. Ct. mede, dat de dokter, die het
overlijden constateerde, niet heeft opgemerkt, dat
de dood het gevolg was van uitwendig geweld.
De geneesheer, die op uitnoodiging van den bur-
gemeestsr de doodschouw heeft gedaan, vond een
wond aan de linkerborst, die door de kleeren, huid,
,JJij vonnis der aiT. Bechtb. te Zwolle van 11 Dec.
1678 werd beslist dat een opzegging van het erfpachtsrecht
of van bet opatalrecht, dat blijkt reeds voor 1 Januari 18.14
to hebben bestaan en woarbij geen tijd is bepaald geen gevolg
in rechten kan hebben.