Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Verkoop Plantsoen, Het Kaphout No. 3096. Zaterdag 5 Januari 1895. 35e Jaargang. feuilleton Binnenland. Vlissingen in 1809. ABONNEMENT:1 Per drie maanden binnen Ter Neuzen I,—, franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32*. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elkenregel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. ■tit ^r^rschijnt naandae-, Woensdaff- en Vrijd»ffav..nd bij den ultgever I». J. VAX PB A M 1» K te Ter Menxen. De Burgemeester van SAS VAN GENT, zal op Donderdag den 24«*» Januari 1895, des voormiddags te 10 uur, in het openbaar verkoopen der langs den Westdam en op de algemeene begraafplaats te Sas van Gent staande tronken. Inlichtingen omtrent den verkoop zijn te be- komen ter gemeente-secretarie. Sas van Gent, den 3 Januari 1895. De Burgemeester voornoemd, JOH. VERSCHAFFEL. Jr*olitieli Overzicht. Bij de gebruikelijke Nieuwjaarsreceptie, welke de vorsten en staatshoofden van Europa ook dit jaar hielden en die, uit den aard der zaak, wel een officieel maar geen eigenlijk politiek karakter dragen, was, zooals gewoonlijk, belangrijker hetgeen werd verzwegen dan hetgeen werd gezegd. Zoo verklaarde de koning van Italie in vleiende bewoordingen aau de voorzitters van Senaat en Kamer, dat hij in de moeielijke tijden, welke het koninkrijk beleeft, rekent op den steun van beide lichamen. Wat echter meer dan deze woorden, die slechts woorden waren, opviel, was de buiten- gewoon hartelijke wijze waarop Z. M. den beer Crispi ontving. Men maakt daaruit op, dat de koning er niet aan denkt, Crispi te laten schieten, en dat vermoedelijk de Kamer zal worden ontbonden. Keizer Frans Jozef liet zich op zijne receptie te Buda-Pest niet veel uit over de ministerieele crisis in Hongarije, uoch over de richting, welke hij denkt in te slaan. Algemeen echter houdt men het er voor, dat de vriend en geestverwant van dr. Wekerle baron Banffy, thans voorzitter van het Huis van afge- vaardigden, met de vorming van een nieuw kabinet zal worden belast, in welk geval eene eerlijke uit- voering van de met zoo veel moeite en strijd ver- kregen kerkelijk-politieke wetten is verzekerd. De receptie van president Casimir Perier, op welke de pauselijke nuntius als doyen van het corps diplomatique het woord voerde, kenmerkte zich door niets. Het waren de gewone phrasen van vriendschap, vrede, trouw en onwankelbare liefde jegens elkander, die men te hooren kreeg, en waarvan niemand dupe is. De toespraak, welke Z. H. de Faus tot het college van kardinalen hield, bepaalde zich uit- sluitend tot kerkelijke aaugelegenheden. Wat Keizer Wilhelm bij deze ongezochte gelegendheid om zich voorbij te praten heeft gezegd, is nog niet bekend. Er worden echter allerlei geruchten verspreid, te onwaarschijnlijk, en te onbeduidend bovendien, om er notitie van te nemen. Dit staat wel vast, dat Z. M. geen toespraak heeft gehouden, waaraan bijzondere politieke betee- kenis moet worden gehecht. De Koning van Wurtemberg heeft ter gelegenheid van Nieuwjaar aan Keizer Wilhelm een hartelijk telegram van gelukwensching gezonden, waarin hij zijnen oprechten dank betuigt „voor de onvergetelijk schoone dagen", die hij in de Oost- en W estpruisen heeft doorgebracht, en den wensch uitspreekt, dat het nieuwe jaar den Keizer en het vaderland dagen moge brengen, die rijk aan zegen zijn, en hem het genoegen mogen verschaffen den Keizer opnieuw persoonlijk te ontmoeten. Keizer Wilhelm betuigde zijnen oprechten dank voor het telegram, welks inhoud hem „met waar- achtige vreugde had vervuld" en verklaarde, dat ook hem de dagen van trouwe kameraadschap onvergetelijk waren, en ook hij op een weerzien in het nieuwe jaar hoopte. Volgens een telegram van Reuter aan de St. James's Gazette heeft de Russische regeering besloten, de Pamir-kwestie op te lossen. Zij heeft belangrijke concessies aan Groot-Britannie toege- staan. De grens zal, volgens Reuter, zoo geregeld worden, dat de Chitralweg en de weg bekend onder den naam generaal Jonoff'sweg aan Engeland zullen komen. Deze laatste is, naar men zegt, de eenige goed begaanbare weg op de Pamirhoogvlakte. De Chineesche regeering heeft bij het begin van den oorlog met Japan verzuimd een der groote latente hulpbronnen van het Hemelsche rijk te exploiteeren om de schatkist te vullen, en misschien ook zou ten gevolge van de schraap- zucht der Chineesche ambtenaren de schatkist daarvan geen voordeel hebben gehad. Het Rijk moest zich toen in het buitenland geld zien te verschaffen, maar voerde, zooals men zich herinneren zal, de onderhandelingen over de uitgifte van de laatste leening op zoo ongewone wijze, dat de Londensche bankiers, die op zich hadden genomen de leening te plaatsen, het beter achtten zich verder met deze onderneming niet in te laten. Het gevolg is niet uitgebleven. Een Reuter- telegram meldt, dat het China aan de benoodigde geld en ontbreekt om een flink leger te organiseeren tot bestrijding der Japanners. Het plan daartoe is dus voorloopig opgegeven, zoodat de strijd zal voortgezet worden met de slecht bewapende, onge- oefende benden, die of pas aangeworven of overge- oleven zijn van de verslagen afdeelingen. Bij circulaire van 31 Dec. 1894, stelt de Commissaris der Koningin in Zeeland de burge- meesters in deze provincie in kennis met de beschikking van den Minister van binnenlandsche zaken, waarbij bepaald is, dat de kenteekeneu gebezigd om hoeven, erven, stallen of weiden aan te wijzen, waar zich door besmettelijke ziekte aangetast of daarvan verdacht vee bevindt of bevonden heeft, zullen bestaan uit borden van ruw hout, die den vorm hebben van een rechthoek, waarop in zwarte verf de naam der ziekte te plaatsen en daarboven ingeval de districts-veearts dit noodig acht, de woorden „verdacht vee". Deze borden moeten minstens 21/3 meter boven den beganen grond aan daartoe geschikte voorwerpen of aan te plaatsen houten palen worden vast- gehecht. De beschikking is op 1 Januari 1895 in werking getreden. Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben tot provinciaal veearts der 3' klasse benoemd den heer W. F. Hilwig te Bergen op Zoom en hem tot staudplaats aangewezen de gemeente IJzendijke, terwijl zijn dienstkring zal omvatten de gemeenten IJzendijke, Schoondijke, Waterlandkerkje, Biervliet, Hoofdplaat en Breskens. Onder de militieplichtigen, behoorende tot deze provincie en de lichting 1894, die in dat jaar achterbleven van de oproeping ter inlijving, komen o. a. voor Izaak Cuvelier, geboren te Oostburg, 15 Dec. 1874, veldarbeiderFredrikus Matthijs, geboren te Retranchement, 18 April 1874, veldarbeider; Petrus August Antheunis, geboren te IJzendijke, 22 October 1874, veldarbeider en Dominicus Franciscus Heireman, geboren te Philippine, 20 Februari 1874, landbouwerskuecht, die alien het jaar of eenige jaren te voren naar Noord-Amerika vertrokken. Uit Weltevreden ontving de Tel. het volgende telegram Generaal Vetter is hier aangekomen. Hij werd verwelkomd door den Gouverneur- Generaal. Men zal zich herinneren, dat voor enkele dagen (op 27 Dec. '94) hier te lande het bericht is ontvangen dat de Gouverneur-Generaal de Lombok- expeditie heeft ontbonden verklaard een heuglijke tijding, welke als het einde van den met succes bekroonden krijg is te beschouwen. De terugkeer van generaal Vetter mag een be- vestiging van dit bericht geacht worden, nu hij immers als zijn voomemen had te kennen gegeven de expeditie tot een goed einde te willen brengen, ofschoon het om gezondheidsredenen wenschelijk ware geweest hat hij reeds eerder Lombok had verlaten. Het telegram zegt niet, dat de troepen ook zijn teruggekeerd. Waarschijnlijk is de opperbevel- hebber vooruitgereisd en zullen de anderen ook wel spoedig volgen. Zooals men weet, blijven voorloopig twee bataljons op Lombok. Omtrent de ramp te Schevingen houden de mededeelingen steeds aan. Zoo heeft de gep. dir. off. v. gez. B. G. van der Hegge Zijnen, die over bovenstaand onderwerp reeds het een en ander in 't midden had gebracht, van een zeer ontwikkeld inwoner van Scheveningen het volgende vernomen, dat hij in het Vad. publiek maakt Een zeer voorname reden, waarom het weer- standsvermogen der duinen, en bijgevolg ook het strand, afneemt, bestaat in de schelpvisscherij. Herhaaldelijk worden daardoor 5 vierk. meter en meer schelpen van de zeekust weggehaald. Wanneer men nu (hetgeen een axioma is denk maar aan de koraalriffen en eilanden) nagaat, dat, als die laag schelpen onaangeroerd blijft, langzamerhand, door den invloed van lucht, zonnewarmte, zeewater, rotting der in die schelpen aanwezige organische zelfstandigheden, euz. een scheikundige verandering ontstaat, waardoor zij tot een lijmachtige, taaie weerstandbiedende, het rulle zand bedekkende laag wordt, die bij hoog water de duinen bespoelt, daaraan blijft kleven en ze meer weerstandbiedend maakt, dan is het duidelijk, dat door het beletten van de vorming van die laag de duinen minder weerstandbiedend moeten worden, omdat de kanten alleen uit mul zand bestaan. De heer Zijnen kan zich met die redeneeriug volkomen vereenigen. De schelpenvisscherij on- middellijk aan de kust zou dus verboden moeten worden. De strandhoofden te Terheiden zijn hoofdza- kelijk zooals zijn zegsman hem mededeelde daardoor noodig geworden. HOOFDSTUK II. HISTORISCHE NOVELLE noon GEORGE KEPPER. 16) Deze dag, de 28 Juli, liep zonder ongeval af. Schoon Van Praet zijn meer ernstige opvatting van de zaak voor zijne vrouw verheelde, begafhij zich naar zijn kamer en sloot de deurhij scheen nu overtuigd te zijn, dat er ernstige gebeurtenissen te wachten waren. Hij opende een secretaire en zocht zijne papieren bij een geen lade bleef onaan geroerd. Hij had de klep laten vallen, en voor het meubel plaats genomenalle lichtvaardigheid was verdwenenhij besefte thans den geheelen omvang van de beproeving, die de stad te wachten stond. Eiiulelijk opende hij eene lade met afzon- derlijke sluiting, die weinig scheen gebruikt te wordenhij woelde in de papieren, welke daarin lagen zoolang hij bezig was deze te rangschikken, was de laatste zweem van tevredenheid verdwenen. Bij het geringste gedruisch kon hij een onwille- keurige beweging niet bedwingen hij haastte zich, het stuk uit te zoeken, dat hij noodig had, waarna hij dit vernietigde, de lade sloot, en de overige papieren bij elkander voegde. In gedachten ver- zonken, sloot hij de secretaire en stond op, om zijne minder aangename overpeinzingen te ver- drijvenmaar nog een geruimen tijd duurde het, vodr hij het vertrek verliet en de huiskamer durfde binnentreden. En gij spot met mijne liefde En lacht mij vriend'lijk aan!..." Bellamy. Niettegenstaande men van verschillende zijden de onrustbarendste vermoedens hoorde opperen, had men geen reden om zich al dadelijk aan wanhoop over te geven en velen waren van oordeel, dat het geval misschien met een loos alarm zou afloopen. Ten minste de familie Dumont trok zich de om- standigheden niet bijzonder aan, maar wachtte den avond van den 28en eenige gasten, die evenmin zich lieten weerhouden, een aangenamen avond door te brengen. Of waren de jonge officieren zoo gaarne bij den heer Brand, omdat men daar altijd een aardig gezichtjen ontmoette Dien avond toch be- hoorde Fraw;oise tot de genoodigdenook zij had geen oogenblik geaarzeld, om van de uitnoodiging gebruik te maken. Maar hoewel de gastvrouw het onmogelijke deed om zoo min mogelijk over het alom gevreesde onheil te spreken, onmerkbaar kwam telkens het gesprek daarop terug en te vergeefs trachtte men minder bezorgd te schijnen dan men werkelijk was. Ver- sohillende officieren van het garnizoen waren ge- vraagd de dreigende houding der Engelsche vloot, die onophoudelijk vermeerderde, was echter oorzaak dat zij zeer tegen hun zin hadden moeten bedanken, zoodaf men zelfs de eer miste, den divisie-generaal Monnet op de soiree te aanschouwen. Monnet, die het bevel in Vlissingen voerde, zag de zaak ernstig in, en had besloten, den volgenden dag de Nationale garde in oogenschouw te nemen; die bedrijvigheid van den generaal verminderde natuur- lijk de vrees niet. Evenwel waren de toebereidselen der vloot niet van dien aard, dat dezen avond reeds een algemeene wapening werd noodig geacht, zoodat twee officieren bij de familie Brand tegenwoordig waren. De oudere schudde onophoudelijk het hoofd en sprak met de grootste bezorgdheid over de toekomst de jongere gaf om Engelschen, gastheer, noch wapenbroeder, en was in druk gesprek met een krullekopje, dat antwoord op den naam van Framjoise gaf. Zoo druk hadden zij het, dat de gastvrouw reeds voor de tweede maal liaar echtvriend veelbeteekenend aanzag. Er waren nog drie jonge dames, die zeer ont- sticht. waren over de vrijmoedigheid van het tweetal, dat al heel weinig notitie van het overige gezel- schap nam, en goed beschouwd hadden die dames zoo geheel en al geen ongelijkwant de wijze, waarop onze krijgsman zijne schoone het hof maakte en de ongedwongen wijze, waarop zij met hem lachte en snapte, was wel een weinigje onbeleefd tegenover anderen. Vooral ook de bijzonder oude luitenant, die met zijn rosachtige knevel een zeer militair voorkomen had, wierp meermalen met al het gewicht zijner tallooze dienstjaren een door- borenden blik op zijn jongen collega, welke blik dan door de kleine heks beantwoord werd op een wijze, die hem ernstig er aan deed denken, liaar arrest op te leggen. Daar wenken noch fluisteren eenigen invloed op hen had, besloot men ten laatste, ze maar te laten doorpraten, en verdiepte zich verder in het alge meene gesprek. Welk een contrast vormde dit met de schersende taal van het meisje. //Hoe komt het, dat ge hier zijt, terwijl al de officieren rond loopen, alsof het land in gevaar is," vroeg Franc;oise. wIk had een reden, waarom ik liever hier wilde wezen," gaf hij ten antwoord. z/Zeker ter eere van die jonge juffrouw," zeide zij met het meest effen gezicht, terwijl zij wees op een dame van middelbare jaren met geplakt haar en grauwe oogen, die juist op den bewegelijken gastheer gevestigd waren. z/Moeten we weer een complimentje maken z/Neen, houd dat maar voor je," liet zij er snel op volgen. z/Dat was ik ook voornemens." z/Heb je niets anders te zeggen z/Ja, heel veel 1" z/Ga je gang dan maar." z/Dat gaat zoo gauw niet, en ik weet ook uiet, of u dat wel zou aanstaan, juffrouw Framboise z/Dat zou best kunnen gebeuren, luitenant Henri. - Is het zoo naar je zin voegde zij er onge dwongen bij. z/Wanneer ge goed vindt, dat ik je bij den naam noem, zal ik niet laug tegenspartelen," zeide Henri. vWie zegt dat Haar glimlach maakte, dat hij in die vraag niets zag als een herstel van de aanmoedigende woorden, die haar ontvallen waren, en die voorzeker door het aanwezige personeel sterk gegispt zouden zijn geworden, wanneer dit het niet zoo volhandig had gehad met zwaarmoedige veron- derstellingen, die maar al te veel waarheid zouden bevatten. //Zoo spoedig heb ik nog nooit iets zien terug- trekken. Gij neemt een vergunning terug, voordat TER NEIIZENSCHE C011A1VT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1895 | | pagina 1