Algemeen
Nieuws- en Advertentiebiad
voor
Zeeuwsch-Viaanderen,
No. 3095.
Donderdag 3 Januari 1895
35* Jaargang.
I
Binnenland.
feuilleton.
Vlissingen in 1809.
A.BONNEMENT-
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,3,*£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brteven-
bushoaders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elkenregel meer 0,10. Grootere letters
worden uaar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
WoensdaK-
v r ij<l out! bij dea uitgever P. J. V A M 1> B S A te Ter »ea,en.
f 11 h
niet ge
en al m
folitieU Overzicht.
r heeft het jaar dat nu achter ons licht zich
niet gekenmerkt door schokkende gebeurtemssen
en al moet dankbaar worden erkend, dat dekansen
op het behoud van den vrede eer zijn toege-
nomen dan afgenomen, toch is de iJ^gemeene toe-
stand van Europa verre van gunstig, noch sells
h6 Als 'ile"parlementen eenigermate als standaard-
meter van het zedelijk gehalte dervolkerenmogn
worden beschouwd, dan is er ook in dit opzicht
zeker geen reden tot jrnchen over 1894. Uveral
doen zich de zelfde verschijnselen m toenemende
mate voor, die men kan aanduiden met de algemeene
benamingdaling van het staatkundig en
publiek leven. Daarbij algemeene mala,se mhan-
del en nijverheid, met daarmede gepaard gaande
onrustbarende toeneming van het paupensme en
aan den anderen kant steeds hooger opdr, ving
van weelde en steeds stijgende ontevredenheid
waarvan de vele werkstakingen de dreigende
SySr de0 verschijnselen, die, als zoo vele
elementen van ontbinding, ernstig doen yreezen
voor het behoud van Maatschappij en Staat.
In Italie heerscht een verwarde politieke en
oeconomische toestand, die zijn reeds zoo Hyh
prestige nog meer aan het wankelen heeft gebrac t.
In Frankrijk een regeenng zonder de mmste stabili
teit en een volksvertegenwoordiging, die den
vurigsten republikein wel eens de vraag op de
lippen moet brengen, of de tip voor het herste
van het eenhoofdig gezag niet gekomen is te achten.
In Duitschland een Keizer, wien memand ijver en
wilskracht zal ontzeggen, maar die door zijne
doldriftige, wispeltunge handelingen laatstelijk
door zijn onbezonnen op zijde zetten van een man
als Caprivi bij de overgroote meerderheid van
ziin volk meer bezorghenl dan vertrouwen wekt.
In het Oosten, waarheen de blik heel dit jaar
door met groote belangstelling was gewend, is de
toestand nog minder rooskleung De kansen op
herstel van den vrede tusschen den dwerg en den
logeen reus staan verre van gunstig, en welke
toestand zal er geboren worden als het eenmaal
zoo ver is? De worsteliug tusschen China en
Japan, gaande om de opperheerschappij in het
0(~to:i, kan ook voor het Westen zulke ontzag-
liike gevolgen hebben
De commissie, die een onderzoek zal mstellen
naar de gruwelen in Armenie, is met haren arbeid
nog niet begounen, maar intusschen heett de
Turksche Ministerraad de in te voeren hervormmgen
besproken. Men werd het in beginsel eens oyer
let volgende plan. De provincien Lrzerum, V\ ur,
Bitlis en Musch zullen samengevoegd worden tot
een gouvernement, dat geregeerd zal worden door
een door den Sultan voor den tijd van vijf jaren
te benoemen gouverneur. De eerste gouverneur
zou een Mahomedaan zijn. Later zouden ecliter
niet-Arineensche christeuen tot dezen gewichtigen
post worden geroepen. De gendarmerie zal in het
nieuwe gouvernement gerecruteerd worden en onder
het bevel staan van een divisie-comniandant, die
door den Sultan benoemd wordt. De inkomsten
zullen na aftrek van een vastgestelde jaarlijksche
som, te betalen aan het bestuur der Openbare
Schuld en de Tabakregie, ten bate van het gouver
nement worden besteed. De rechters zullen ge-
kozen, de voorzitters der rechtbanken volgens het
bestaande gebruik benoemd worden, terwijl afzon-
derlijke departementen voor openbare werken en
onderwijs zullen worden ingesteld.
In Engeland beginnen eenigen over te helleu
tot de in Frankrijk verkondigde meening, dat de
Franschen bij stilzwijgende overeenkomst in Egvpte
eenige rechten zouden hebben verkregen, die andere
volkeren niet bezitten. Zelfs de Parijsehe corres
pondent van de Times heeft deze opvatting met
zijn gezag gesteund. Hoe ongegrond zij is, blijkt
uit een brief in de Times van „iemand die twintig
jaar in Egypte heeft gewoond."
De opmerkingen van dezen schrijver maken des
te meer indruk, daar hij niets vertelt, dat niet
reeds algemeen bekend is en vast staat.
Zoo is bijv. niet waar, dat Frankrijk Egypte
heeft vrijgemaakt van het Turksche beheer. Het
verdrag van 1840 dat Mehemet Ali en zijn op-
'Tolgers feitelijk onafhankelijk maakte, werd onder-
teekend door Groot-Britannie, Oostenrijk en Rusland
tegenover FrankrijkEvenmin is de opmerking
van het Journal des Debats juist, dat frankrijk
op het oogenblik financieele en industrieele belangen
leeft in Egypte, die veel grooter zijn dan die van
andere volkeren. Met betrekking tot het aautal
inwoners nemen de Franschen eeret de derde plaats
in. Ten opzichte van den in- en uitvoerhandel
is Engeland nuinmer een, met een waarde van
10,719,000, Frankrijk eeret nummer vier met
1,829,000. Engeland's belang bij het Suezkanaal
is bekend, maar een paar getallen zijn niet over-
bodig. In 1893 voeren door het kanaal Engelsche
schepen met een gezamenlijke tonnenmaat van
5,752,934 tons, terwijl Frankrijk het slechts bracht
tot 461,197 tons.
Het is volkomen waar, dat Engeland zich
verbonden heeft onder zekere omstandigheden
Egypte te ontruimen, maar even waar is, dat
Frankrijk teu opzichte van Tunis dezelfde ver-
plichting heeft. Het verdrag van 1881 bepaalt,
dat de bezetting van Tunis zal ophouden, zoodra
de Fransche en de Tuneesche militaire overheid
beiden erkennen, dat het plaatselijk bestuur zoodanig
is, dat er voldoende waarborgen bestaan voor de
handhaving der orde. Volkomen hetzelfde is het
geval met de bezetting van Egypte door Engeland.
11ISTO RISC11E NOV ELLE
door
GEORGE KEPPER.
15)
Intusschen was Franchise weldra naar beneden
gegaan en met welgevallen zag zij, dat de bezig-
lieden harer moeder geeindigd waren en dat er
visite was; Van Praet had namelijk een kenms
medegebracht en zat vergenoegd aan de groote
ronde tafel. Frangoise drukte hem op de wang
een kus, die menig wanhopig vrijer den man zou
hebben benijd.
„Waar zijt ge al dien tijd geweest? vroeg hij
zonder eenige bedoeling, met een eenigzins ransch
accent dat weinig met zijn naarn overeen kwam,
nadat Hubrechtse, zoo was de gast genaamd, van
zijn stoel opgevlogen was, om een sierlijke buiging
voor haar te maken.
„Ik heb wat gelezen," was het antwoord.
Waarom kreeg Frangoise zoo'n kleur?
Zij had immers gelezen in haar eigen hart.
„En de wasch voor mij gelatenzeide hare
moeder, met den vinger dreigende.
„Daar heeft zij gelijk aan," betuigde Hubrechtse
gulhartig; voor die aanmoediging oogstte hij niet
den minsten dank in. Frangoise kwam op de
vensterbank zitten en het gesprek, een oogenblik
door haar afgebroken, werd voortgezet.
„Dus je zoudt het werkelijk denken?" vroeg
van Praet, terwijl hij zijn vriend ongeloovig aanzag
De heer Staalman sprak in de Tweede Earner
„De regeenng verleent pensioen aan ambteuaren
en officieren, waardoor die heeren in staat blijven
hunne gezinnen te onderhouden, terwijl de oude,
afgesloofde arbeider in dienst van het Rijk grijs
geworden een luttel sommetje ontvangt, waarvan
hij op zijn ouden dag slechts gebrek kan lijden."
Patrimonium schreef Zaterdag jl.
„Het trok onze aandacht, dat in vele kringen,
ook in die der arbeidere, het feit wordt besproken
der pensioenen, toegekend aan onze staatsambtenaren.
Wat doet de Staat voor zijn ambtenaren, die
hem soms maar zoo kort hebben gediend, wat doet
hij voor ons, arbeidere zoo vraagt men.
Maar geheel ten onrechte. Men meent dat de
pensioenen worden gekweten uit 'sRijks kas, maar
dit is niet zoo. In rechtstreekschen zin kost het
den Staat geen cent.
Wat is 't geval
Er bestaat een peusioenfonds. Dat fonds staat
onder een afzonderlijke administratie. De baten
van dit fonds worden gevonden uit de korting op
't traktement van elken Staatsainbtenaar. En die
korting is, vooral de eerste jaren, soms niet gering.
Welnu, 'tis uit dit fonds dat die uitkeeringen
worden gevonden.
Bij slot van rekeuing is het dus van de trakte-
menten der ambtenaren zelven, dat straks hun
't pensioen wordt uitgekeerd."
Patrimonium heeft blijkbaar meer kennis van
de publieke zaak dan de heer Staalman. Dat is
jammer voor een Kamerlid.
Aldus het dagblad „de Nederlander".
Er lieerschte Maandag aan het strand te
Scheveningen groote bedrijvigheid bij de vloot,
waar men met kracht aan het werk is gegaan om
langs de duinhelling eenige slagen aan te brengen
om de schuiten omhoog te trekken, ten einde
geleidelijk aan het repareeren te beginnen.
De experts van de assurantiemaatschappijen
hebben ook de werkzaamheden van het opnemen
der schade voortgezet.
Het laat zich aanzien dat omtrent de schade-
berekening en de daarop gegronde uitkeeringen
volkomen overeenstemming zal tot stand komen
tusschen de maatschappijen en de verzekerden.
De Vereeningiug van Nederlandsche Steen-
fabrikanten heeft zich met een adres tot de Koningin
gewend, met het verzoek te willen bevorderen,
dat binnen een niet ver verwijderd tijdstip de indijking
en droogmaking der Zuiderzee, overeenkomstig de
plannen door de Staatscommissie opgemaakt, tot
wet worde verheven en de uitvoering van Staatswege
geschiede.
De Vereeniging meent dat het kapitaal daarvoor
benoodigd juist nu in ruime mate en tegen een
zeer matige rente op de geldmarkt aanwezig is,
wat het best zal blijken, zoodra door de Nederlandsche
Regeering tot bereiking van dat doel eene Staats-
leening zal zijn uitgeschreven.
Het door den westelijken storm hoog opgezette
water van het avondgetij Zaterdag 1.1. was den over-
stroomden Annapolder bijna noodlottig geworden.
Op twee plaatsen dreigde de noodkade voor het
opdringende water te bezwijkengelukkig editor
heeft men ze weten te behouden. Den geheelen
nacht van Zaterdag op Zondag heeft men er dan
ook bij gewaakt.
Een ploeg van ruim 60 man geeft den geheelen
Zondag op tij gewerkt ter verzwaring en bekleeding
van den dijk, zoodat thaus 't gevaar voor doorbraak,
behoudens buitengewone omstandigheden, geweken is.
De duiker, ter lengte van 12 M. en ter breedte
van 4 d.M. werkt sedert Zaterdagmorgen goed,
zoodat het water Zondagmiddag reeds een d.M.
gevallen was. Toch staat er nog veel water in
den polder. Het huis op de hofstede staat droog,
de schuur niet.
De waterstaat doet al het mogelijke, om zoo
spoedig mogelijk den polder van den grooten water-
jast te bevrijden. (G. Ct.)
Zooals gemeld is hebben de heeren A.
Yolker Lz. te Sliedrecht en P. A. Bos te Gorin-
chem concessie gevraagd voor eene gedeeltelijke
indijking van de Lauwerzee.
Uit de toelichting bij de aanvrage blijkt, dat
door het ontwerp voor de verschille' ie afwaterende
landstreken boezems binnen de sluizen worden
gevormd, bedragende bij hoogen wateretand 150
H. A. voor den polder van Oost- en Westdongeradeel,
640 H. A. voor de provincie Friesland en 1200
„Het zijn natuurlijk niets als vermoedens, maar
men is liier over 't algemeen lang niet gerust."
,/Wat is er," viel Fran^ise in„is er iets ge-
beurd
„Neen, gelukkig nog niet," gaf Hubrechtse ten
antwoord, „maar men mompelt hier van een landing
der Engelschen."
,/Wat zouden die hier komen doen?" vroeg
zij onbezorgd.
,,Jou meenemen," antwoordde de moeder.
Daarop zou wel eenige kans kunnen bestaan,'
zei Hubrechtse met innige overtuiging.
wKom, 't zal zoo'n vaart niet loopen," mompelde
Frantjoise, alsof zij in de verborgenheden der
Europeesche kabinetten was gewijd. Hubrechtse
schudde ongeloovig het hoofd en dronk zijn glaasje
madera ledig met een geziclit, alsof dit het laatste
zou zijn, dat hem ooit zou verkwikken.
„De Engelschen hebben reeds lang het oog op
deze streken," verzekerde hij/,dat bouwen van
schepen in Antwerpen bevalt ze niet en denk je,
dat ze zoo dom zijn, om niet te begrijpen dat de
Dokhaven hier uitmuntend geschikt is, om de
voltooide schepen te bewaren tot de geheele vloot
gereed zal zijn."
Welke vloot? Je spreekt, alsof hier een ver-
bazende macht bijeen is."
„Geloof je dan, dat Napoleon ooit een landing
in Engeland opgeven zal."
„Gekheid, daaraan heeft hij nooit gedacht"
„Wanneer je zooveel hadt gezien als ik, zouje
andere spreken antwoordde Hubrechtse, terwijl
hij met een besef van onschatbare ondervinding
het hoofd schudde. Een onbeschrijfelijke glimlach
kwam bij die woorden op de lippen van zijn gast-
lieer, doch verdween even suel weer. Hubrechtse
haalde de schouders op en dacht er het zijne van.
Toch was hij zoo ver niet van de waarheid, en
men was in Vlissingen al sedert lang beducht
voor een aanvalde omstandigheden zouden leeren,
hoe juist die vrees was en hoe onbedachtzaam
sommigen de zaak beschouwd hadden. In elk
geval, de Regeering had reeds hare zorg daaraan
gewijd en al in het jaar 1803 er aan gedacht,
Vlissingen te versterkenmen was intusschen
langzamerhand gewoon geraakt aan de schermut-
selingen der Engelsche kruissers met de kleine
oorlogsbodems, die Vlissingen binnen zeilden.
„Dus je denkt, dat wij hier gevaar loopen?"
vroeg Van Praet, na een oogenbik zwijgens.
„Ik kan er ook weinig van zeggen, maar ik
ben er bang voorwant toen ik van morgen naar
de societeit ging, zag ik Engelsche vaartuigen
voor de stad kruisen."
„Aan dat schouwspel zijn wij al gewend, zou
ik meenenop die wijze zouden wij elken avond
met den doodschrik op het lijf naar bed kunneii
gaan. Wat zeg jij er van, Fraiigoise ver-
volgde Van Praet, terwijl hij zich tot zijne
dochter wendde.
,,Ik had maar liever, dat zij ons met rust lieteu."
Dat geloof ik graag, beste meiddaarin zal
iedereen 't wel met je eens zijn. Kom, schenk
eens in."
„Spot er maar mede," sprak de bezorgde moeder,
„ik geloof wel dat er reden is voor de ongerustlieid,
welke hier overal heerschtwant gisteren nog was
ik bij de dames Dubois."
„0 ja, die moet je er maar bij halendat zijn
de gvootste oude wijven, die er rondloopen."
„Je moet me nu eens niet kwalijk nemen,"
meende Hubrechtse, ,/inaar je neemt de zaak wel
wat licht op er zal toch van al, wat er gesproken
wordt, wel iets waar zijn," vervolgde hij, terwijl
hij aan zijn grooten neus trok.
„Ja," zei Fraiigoise, „daar heb je den burge-
meesterdie zegt toch ook, dat er best wat
gebeuren kan."
Dan hadden zij het immers al lang gedaan,
domme meid
„We leven toch maar in een treurige tijd,"
zuchtte zijne vrouw, en ze had zoo geheel en al
geen ongelijk. „lk heb altijd wel gedacht, toen
zij die Fransche heeren het land in haalden, dat
wij last van hen zouden hebben."
Een donkere tint kwram over het gezicht van
Van Praet, doch hij bedwong de geheime gedachte,
welke daartoe aanleiding scheen te geven, en ging
voort,Zoudt ge denken dat je andere van al, wat
in de laatste jaren geheel Europa beroerd heeft, niets
zoudt bespeurd hebben. Nog liever onder een
man als den keizer te vechten, dan tegen hem te
woretelen tot nog toe hebben alien daarvan berouw
geliad," sprak hij met eenigen trots.
„Ik vind dat je dien geweldiger erg ophemelt
meende Hubrechtse.
„Verdient hij dat niet? Laat eens ieinand hem
de helft nadoen.
„Het is waarlijk gelukkig, dat uiemand hem
de helft nadoet," zei Frangoise lacliend.
„Ja, zeker gelukkig stemde hare moeder in.
„Je komt hier, geloof ik, een aanslag op onze
vroolijkheid maken," merkte Van Praet aan, die
nog altijd een ongeluksprofeet in zijn bezoeker
wilde zien.
TER NEWS CHE COURANT.