Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
■I
No. 3080.
Woensdag 14 November 1894.
34® Jaargang.
(ieinengde berichten.
RECHTSZAKEN.
Arroudissements-reclitbaiik te Miiidelburff.
De rechtbauk heeft in hare zitting van 13 Nov.
de volgende vonnissen uitgesproken.
1°. J. a. C., oud 49 j., nerbergier, 2°. EL. d.
C., oud 21 j., onderwijzer, beiden te Westdorpe,
zijn wegens mishandeling veroordeeld ieder tot f 10
boete of 5 dagen hecktenis.
L. J. E., oud 33 j., koopman te St. Jansteen,
is wegens huisvredebreuk veroord. tot f 5 boete
of 5 dagen hecht.
D. W., oud 61 j., bierhuisbouder en horlogemaker,
te Sas van Gent, is wegens inisbaudeling veroord.
tot f 5 boete of 5 dagen kecht.
Zaterdag is ter besloten zitting van bovenge-
noemde rechtbank de zaak bekandeld tegen den aldaar
wonenden en gedetineerden 32jarigeu muziekonder-
wijzer J. 11. C. W., beklaagd van het plegen van het
strafbaar feit, bedoeld bij art. 245 van het wetboek
van strafreckt, (onzedelijke handelingen met een
minderjarig meisje). Van wege het openbaar
ministerie werden 6 getuigen gekoord.
De vordering van het 0. M. strekte tot veroor-
deeling van beklaagde tot eene gevangenisstraf van
drie jaren, met mindering van den in hecktenis
doorgebrachten tijd en ontzetting van burgerrechteu.
Uitspraak op 20 November a. s.
Door H. M. de Kouingiu-Regentes is een
ruim gedeelte bijgedrageu in de reiskosten van een
gezin, dat wegens armoede uit Amerika naar
Rotterdam is terug gekomen.
Het voornemen bestaat, de rijksveldwaehters
te platteulande van rijwielen te voorzien.
Bij eene verkooping van houtwaren te Olst,
in Overijsel, viel een stapel zware planken omver,
waarbij een aantal omstanders er onder geraakten
en ernstig getroffen werden. Twee personen werden
levenloos, twee stervende, die kort daarop overleden
en vijf minder gekwetst van onder de planken te
voorschijn gehaald.
Dezer dagen werd te Haarlem een kindje,
van vier jaren door diphtheritis aangetast. Aauvau-
kelijk meende de geneeskundige, dat door hot
verrichten van eene operatie geuezing kon worden
verkregen, doch op verzoek des vaders is het
nieuwe middel, een inspuiting met „serum toe-
gepast, met dit gelukkig gevolg, dat thans alle
gevaar gewekeu is.
Ook te Leeuwarden is bet heiiserum in een
paar gevallen met schitterenden uitslag toegepast,
alsook te Meppel bij een kind dat keelziekte had.
De kantonrechter te Schiedam veroordeelde
jl. Douderdag den veehouder B. v. d. V. aldaar,
wegens niet tijdig aangifte en afzoudering van
runderen aan mond- en klauwzeer lijdende, tot 2
boeten van 25 en verbeurdverklaring der
waarde ad 830 van de in beslag genomen
runderen.
Woensdagmiddag ongeveer 4 uur verliet de
vleeschhouwer L. Greiner te Enkkuizen met een
vrij aanzienlijke som geld bij zich, zijn woning
om met iemand. met wie hij zaken deed, af te
rekenen. Sedert hij zijn woning verliet, vernam
men niets rneer van hem, totdat Donderdagmorgen
zijn lijk werk gevonden in de Zuider-Boerenvaart,
voorover liggende, met een touw strak om den
hals getrokken en met eene woude aan het achter-
hoofd. Het touw was met twee slagen om den
bals g ebonden en in den nek vastgeknoopt, 7,60
stijf, dat men er geen vinger tusschen kon krijgen,
Het geld, dat de verslagene bij zich had toen
bij zijne woning verliet, was verdwenen. Zijne
ledige portemonnaie met vier ceuten en een kuoop
van zijn slagersjas vond men op eenigen afstand,
waar de misdaad dus waarsckijnlijk heeft plaats
gehad. Daar is de heer Greiner ongetwijfeld over-
vallen en eerst later naar de vaart gesleurd, waar
zijn lijk werd aangetroffen.
De heer Greiner had, voor zoover men kan
nagaan, geen vijanden, zoodat men veronderstelt
dat de dader alleen door geldzucht tot zijn misdaad
is gedreven.
De justitie van Alkmaar heeft, echter voorloopig
zonder resultaat, eenige personeu in verhoor ge
nomen.
Dezer dagen werd door een jachtopziener
van Gangelt (L.) een rots-arend bemachtigd, die
een vlucht had van twee meter. Sedert eenige
dagen had men hem in het Gangelter-broek be-
merkt, alwaar hij reeds verschillende eenden en
ganzen geroofd had, zonder dat men hem onder
scbot had kunneu krijgeu. Om hem macktig te
worden, had men eene gans vergiftigd, die hij ge-
dood had doch acbterliet toen hij verjaagd werd.
's Anderendaags kwam hij opnieuw op de achter-
gtlaten prooi af, nam de gans tusschen zijue scherpe
klauwen, verdween ermee in eene eenzame vlakte
en peuzelde ze daar gedeeltelijk op. Denzelfden
dag nog had genoemde jachtopziener het genoegen,
dezen zeldzamen roover te bemachtigeu.
Een onaangenaam voorval overkwam Zondag
een Ilaarlemschen predikant, die een preekbeurt
te Noordwijkerhout zou vervullen. Vertrouwende
op een gezegde van een couducteur dat de trein,
die tegen 9 uur van Haarlem in de richting-Haag
vertrekt, te Piet Gijzenbrug stopte, had hij in dien
trein plaats genomen. Toen deze (een sneltrein)
niet te Piet Gijzenbrug stilkield, bracht de predikant
de noodrem in werking en nadat de trein tot
stilstand was gebracht, verzocht bij te mogen
uitstappen. Dit werd hem echter niet toegestaan
hij moest tot Leiden doorgaan en bovendien werd
proces— verbaal tegen hem opgemaakt.
De reizigers, die Vrijdagmorgen met den
trein van 7 uren 58 uit Brussel naar Antwerpen
vertrokken, zijn ten prooi geweest aan eenen licht
te begrijpeu schrik, veroorzaakt door het. plotseling
stilhouden van den trein, een oogenblik nadat deze
het station van Mechelen uitgereden was. De schok
was zoo hevig, dat de conducteurs, de machinist en
de stoker op den grond sprongen en een onderzoek
aan de remtoestellen deden. Zij vouden niets
verdachts en men reed voort. Een kwartier later
volgde een nieuwe schok, en opnieuw stond de
trein sfil, op korten afstand van Dnffel. Nu spron
gen de reizigers mee uit de waggons en ditmaal
onderzocht men de rijtuigeu ook van biuuen. En
wat vond men? Een jongen van 15 jaar, ver-
scholen in het hokje van den laatsten waggon,
bij de draaikruk van het remtoestel, die zich
amuseerde met dit van tijd tot tijd te doen werken.
Hij verklaarde, in 't geheim, zonder door iemand
gezien te worderi, van Aarlen gekomen te zijn,
om Antwerpen te zieu. Hij had gedurende den
nacht in een wachthuisje te Brussel geslapen, zegt
hij.
Moskou had zich voor de plechtige overbrengiug
van het lijk van den Czaar in rouwkieed gestoken.
De huizen waren voor een groot deel van rouw-
versieriugen voorzien, op verschillende plaatsen met
het portret van Alexander III in rouwlijst. Een
eigenaardig effect maakten de reusachtige banen
zwart doek, die van Monoinachmutsen neerdaalden,
als een onzaggelijke weduwesluier op de met wit
zand bestrooide straten. Tot middernacht werd
doorgewerkt aan de versieringen. Vensters, waar
de stoet voorbij zou trekken werden tegen hooge
prijzeu verkuurd.
Reeds vroeg in den morgen was een talrijke
menigte op straat en hadden vele uieuwsgierigen
post gevat. De straatlantaarns bleven bran den
en staarden droevig door een sluier van krip. De
weg werd afgezet door rijen inilitaireu, waarachter
met versteenend geduld de menschenmenigte
wachtte.
Zoudagmorgen kwam de rouwtrein aan het
station en de stoet vormde zich. De gouverneur
van Moskou, de hooge geestelijkheid, de militaire
commandant der stad, de directeur van het keizer-
lijk paleis, de hoogwaardigheidsbekleeders van het
hof, die te Moskou resideeren, nameu geen deel
aan den optocht, maar plaatsten zich bij aankomst
van den stoet op een tribune.
Gemeenteraad van Z a am slag.
ijvoegsel van de Ter Ueuzensche Courant
Zitting van Vrijdag 9 November 1894.
Tegenwoordig al de leden.
De notulen van het verhandelde in de vorige zitting worden,
nadat de vergadering door den Voorzitter was geopend,
gelezen en daarna goedgekeurd.
1. Geschiedt mededeeling van de navolgende ingekomen
stukken
a. Brief van den Commissaris der Koningin, tot toezen-
ding van een uittreksel uit den staat van benoemde zetters
voor de jaren 1895—1898, voor zooveel deze gemeente betreft.
Uit dezen staat blijkt, dat benoemd zijn de hceren J. P.
Geelhoedt en W. de Klerk Jr.
i. Brief van den arrondissements-schoolopziener, ter mede
deeling, dat hij geen bezwaar heeft tegen de regeling der
schooltijden te Othene, dat hij het in deze omstandigheden
de beste oplossing acht en waarin hij het gemeentebestuur in
overweging geeft den raad voor te stellen de jaarwedden van
op te roepen onderwijzers te verhoogen om in de bestaande
vacaturen te voorzien, benevens een schrijven Van het hoofd
der betrokken school, mededeeling hoe de 4 schooltijden
daags door hem zijn geregold.
c. Brief van Ged. Staten ter mededeeling dat zij na de
toelichting door Burg, en Weth. hebben besloten te berusten
in het aan het algemeen burgerlijk armbestuur voor 1895
verleend subsidie.
d. Eene beschouwing van den heer J. H. Jansen, gep.
rijks-ontvanger te Maastricht over ons tarief van invoerrecl.ten.
e. Een adres van Jan de Pooter Janszoon, namens zijne
moeder S. Cornelia, modedeelende dat zij bij nat weder bij
regenvlagen veel last heeft in haar woning van het afvloeiende
water van het plein voor haar woning en verzoekende in den
bostaanden toestand verandering te brengen door het doen
leggen van een goot in de ricliting van het huis van L.
Stoffels.
De Voorzitter deelt mode, dat dit adres onwettig is, om-
dat het door de vronw zelve moest zijn geteekend, wat
veroischt wordt ingevoige de Grondwet (onderteekening uit
naam van anderen zonder overlegging eener volmacht). Hij
st.elt daarom voor het adres ter zijde te leggen, waartoe met
alg. stemmen wordt besloten.
f. Een adres van F. de Ruijter, landbouwer alhier, mede-
deelende dat geen afzonderlijk tarief van los- en laadgeld is
bepaald voor aanvoer van pulp, dat de havenopzichter hem
ten vorige jare 15 centen de 1000 K.G. heeft doen betalen,
daar deze pulp het meest overeenkomende vond met suiker-
bieten, dat, om invoer van beestenvoeder te bevorderen, aan
sommige havens aan den Goeschen wal pnlp is vrijgesteld
van betaling van havengeld, om al welke redenen adressant
verzoekt ook voor de los- en laadplaats aan den Kleine
Huissenspolder dergelijke vrijstelling te verleenen of, moeht
hiertoe niet knnnen worden besloten, dan een matig tarief
te willen bepalen.
De Voorzitter zegt, dat pulp toch, evenals haver en boonen
onder veevoeder kan gerekend en dus daarmede gelijkgesteld
worden.
De heer de Kraker vindt dit geen verhouding, voor een
voer graan wordt 20 cent betaald, voor pulp 15 cent en dit
laatste heeft weinig waarde,
De Voorzitter is er niet voor het geheel vrij te stellen.
Ook de heer de Kraker vindt dit nog al kras, hij is echter
van meening dat het veel kon verminderd worden.
De heer Dekker zou geen vermindering toestaan, ook
andere producten zijn tegenwoordig weinig waard, zooals
haver, en dan kon daarvoor ook wel minder los- en laadgeld
gevraagd worden, hij deelt verder mede, dat voor haver 1
cent per mud betaald wordt.
De heer de Kraker zegt daarop dat voor een voer haver
van 30 mud dan 30 cent betaald wordt, dus voor een waarde
van 60 terwijl voor een voer pulp van 2000 K. G.
waard tegen 10 francs de 1000 K.G. 20 francs, betaald wordt
15 cent.
Op de opmerking van den heer Geelhoedt, dat nog geen
tarief bestaat, antwoordt de heer Dekker dat de verordening
bepaalt, dat in dergelijke gevallen het tarief genomen wordt,
het meest met de waar overeenkomende.
De heer van de I tee zegt dat 15 cent per voer twee derde
te veel is en dat er ook rekening mee moet gehouden wor
den, dat aanvoer voordeelig is voor de gemeente, daar de
schipper toch ook betaalt, hij zou er voor zijn een losgeld
van 5 cent de 1000 K.G. te bepalen.
De heer Geelhoedt vindt 15 cent per voer nog al kras,
hij meent, dat voor een carousel 20 cent betaald wordt en
deze beslaat nog al veel plaats en hiermede moet ook rekening
gehouden worden, waarop de heer de Kraker mededeelt, dat
het beslaan van plaats in deze gevallen geen reden kan zijn,
daar een carousel dadelijk van den wagen in het schip en
pulp dadelijk uit het schip op den wagen geladen wordt.
Hierna worden eenige tarieven voorgelezen, waaruit blijkt,
dat voor hout wordt wordt betaald 10 cent per voer. Naar
aanleiding van dit tariet zou de heer de Kraker ook voor
pulp 10 cent per wagen voer heffen of, om het onverschillig
te maken hoeveel geladen wordt, 5 cent per 1000 K.G.
De heer van de Ree doet in laatstgemelden zin een voorstel,
wat met algemeene stemmen op 1 na wordt aangenomen.
Tegen de heer Dekker.
g. Brief van Ged. Staten tot terugzending van een exern-
plaar der goedgekeurde gemeente- begrooting voor 1895.
h. Verzoek van A. Klaassen, doodgraver op de algemeene
begraafplaats, om eene verhooging ad 10,van zijne
jaarwedde, daar hij, met ingang van 1 Januari e. k. ingevoige
een vroeger genomen raadsbesluit, belast wordt met meer
werk door plaatsing van paaltjes op de graven, aanteekening
op het register en bijhouding eener kaart.
De heer Geelhoedt beaamt dat adressant door een en ander
meer werk krijgt, waama de Voorzitter vraagt of zijne tegen-
woordige jaarwedde hoog genoeg moet geacht worden om
dat werk er bij te doen.
De heer van de Ree zegt, dat het niet aangaat meerdere
werkzaamheden op te leggen en dan dezelfde jaarwedde
maar te blijven geven, hij is daarom voor inwilliging van het
verzoek.
De heer Dekker denkt, dat plaatsing van paaltjes weinig
docli bijhouding van register en kaart meer werk veroorzaakt.
Met algemeene stemmen wordt het verzoek ingewilligd.
De stukken waarachter niets is vcrmeld zijn, zonder beraad-
slaging voor konnisgeving aangenomen.
2. Af- en overschrijving van en op posten der begrooting
voor 1894. Op den post nommeren der huizen komt 37,50
te kort en op kosten van den rijkstelephoondienst 20.
Een en ander kan gevonden worden door den post van onvoor-
ziene uitgaven met het totaal bedrag te verminderen.
Burg, en Weth. vragen den Raad of, nu de betrekkingen
van telephoonkantoorhouder en brievengaarder in een lokaal
worden waargenomen met het verstrekken van brandstoffen
en petroleum moet worden voortgegaan, omdat de gemeente
alsdan zou voorzien in hetgeen rijkszaak is.
De heer Geelhoedt vraagt inlichtingen over de kantoorurer.
voor telephoon en posterij. Deze worden rerstrekt door den
Voorzitter; er blijkt uit, dat het telephoonkantoor 2 uur
geopend is per dag, wanneer het voor de posterij gesloten is,
nl. 's avond9 van 57 uur. De heer Dekker denkt, dat het
op die 2 uur zoo nauw niet aankomt. De heer Geelhoedt
zegt, dat de telephonist er toch op kan wijzen dat hij die
uren voor de gemeente werkt, hij zou het billijker vinden dat
slechts een gedeelte der vergoeding werd ingetrokken.
De Voorzitter noemt fen telephoon fen posterij rijkszaak,
zegt dat de telephonist 2000 KG. steenkolon kreeg, komende
op ongeveer f 20, de petroleum laat hij buiten rekening,
die is toch goedkoop genoeg.
De Voorzitter vindt het beter een vaste som als vergoeding
te geven, waarna de heer Dekker voorstelt de jaarwedde van
den telephonist met f 10 te verhoogen en dan geen steenkolen
of petroleum meer te verschaffen. De heer de Klerk merkt
op, dat hij op die 2 uur toch voor geen 10 verstookt.
De heer van de Ree had het gemakkelijker gevonden, dat
alles zoo maar gebleven ware, zooals het was hjj weet ook
niet of de telephonist met een vergoeding van f 10 wel zal
instemmen, had Dekker f 25 genoemd was het iets anders,
dit had bedoelden ambtenaar gemakkelijker te stade gekomen.
Na nog eene gedachtenwisseling tusschen den Voorzitter en den
heer Van de Ree, naar aanleiding van een vraag van laatstge-
noemde of de betrokken ambtenaar zich warmt als brievengaarder
of als telephonist, wordt het voorstel van den heer Dekker
met 4 tegen 3 stemmen aangenomen. Tegen deheeren Van
de Ree. De Kraker en de Voorzitter.
Met algemeene stemmen wordt thans besloten tot boven-
gemelde af- en overschrijving.
3. Burg, en Weth. stellen voor om voorloopig niet over
te gaan tot het aanschaffen van aanvoerslangen ten dienste
der brandweer, doch om in plaats daarvan aan te koopen 6
bendelstukken, welke kosten 1,50 per stuk, dus samen f 9.
Aan de vergadering wordt medegedeeld, dat er 147 M.
aanvoer- en 60 M, persslang aanwezig is, volgens den Voor
zitter genoegzaam om in eventueele behoefte te voorzien, mits
de genoemde bendelstukken worden'aangeschaft, welke moeten
dienen om te lappen. De heer Geelhoedt zegt, dat voor de
aanschaffing van slangen toch een post op de begrooting is
uitgetrokken, hij vraagt of in dezen het advies van brand-
meestor. is- gevraagd, waarop de Voorzitter antwoordt, dat
deze er wel van overtuigd zijn, dat het nog wel kan.
De heer Geelhoedt is er voor, mits de brandmeesters de
verantwoordelijkheid op zich nemen, hebben deze niet gezegd,
dat de slangen nog goed zijn, dan is hij er tegen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel van Burg, en
Weth. aangenomen.
4. Verzoek van C. A. van Vessem, P. C. van Maelsaeke.
L. Willemsen en wed. J. Oppe om vergunning tot het planten
van lindeboomen voor hunne woningen in de zoogenaamde
Stoofstraat.
Burg, en Weth. stellen voor het verzoek in te willigen
onder voorwaarde, dat de boomen worden gepiant op 20 c. M.
afstand van de kantlaag der ter plaatse liggende goot en dat
de verzoekers en hunne opvolgers, wat het snoeien en onder-
houden der boomen betreft, zich zullen gedragen naar de
voorschrifren hun door Burg, en Weth. te geven.
De heer Geelhoedt vraagt of er ook nog andere plaatsen
zijn op het dorp waar de boomen door de belanghebbenden
zelve gesnoeid worden. De Voorzitter antwoordt hierop
bevestigend en noemt de boomen aan den zuidkant van het
dorp bij den Axelschen weg, doch merkt op, dat deze niet
op gemeentegrond staan. De heer Geelhoedt wijst er op dat
de boomen in de Stoofstraat komen te staan op gemeente
grond, zij daardoor eigendom der gemeente worden en de
gemeente dus ook verplicht is ze dan te snoeien. Hij stelt
daarom voor dit voor rekening der gemeente te nemen.
Het voorstel van Burg, en Weth. in dien zin gewijzigd,
wordt met alg. stemmen aangenomen.
5. Het tweede kohier van den hoofdelijken omslag, dienst
1894, waarop voorkomen 7 belastingschuldigen, wordt on-
veranderd, zooals het door Burg, en Weth. is opgemaakt,
vastgesteld op een totaal bedrag van f 946 j
6. Met alg. stemmen wordt besloten den tuin bij het
gemeentehuis onderhandsch, onder de door Burg, en Weth.
te stellen voorwaarden, te verhuren aan Krijn Dees voor een
som van f 10,zulks voor het jaar, ingaande 1 Januari 1895.
7Lezing wordt gedaan van het navolgende
Burgemeester en Wethouders stellen voor
1°. dat de Raad in beginsel besluite
a. tot het vervangen der grindbaan in den Kleine Huissens
polder van af den dijk van den Groote Huissenspolder tot
bij de keibaan aan de losplaats, door eene keibestrating ter
breedte van 3 Meters
b. tot overname van den Groote Huissenspolder van den
onderhoudsplicht van den Noordoostelijken oprit tegen het
Noordwestelijk einde der polderstraat, beginnende aan het
verlengde der beide assen van de wederzijdsche bermslooten
en eindigende aan de bestaande keibaan bovendijks, zulks
teneinde deze keibaan tot aan het begin van den oprit te
verlengen
2°. dat de Raad hen uitnoodige eene begrooting van
kosten dezer keibestrating door een deskundige te doen
opmaken.
Burg, en Weth. zijn tot hun voorstel gebracht uit over
weging, dat de grindbaan in het poldertje met de tegen-
woordige hoeveelheid, 200 M3. onderhoudsgrind, niet in be-
hoorlijken staat is te houden wegens het drukke verkeer in
de laatstje jaren, voor den vervoer der suikerbiet, naar de
losplaats, zoodat een vrij wat beduidender hoeveelheid grind
meer dan tot dusverre zal vereischt worden om de baan
bruikbaar te houden.
Daarop is nagegaan wat de grindbaan thans aan onderhoud
kost en, voor zoover dit door hen kan geschieden, hoeveel
voor de bedoelde keibestrating zou kunnen benoodigd zijn.
Voor koopsom van de grind is gemiddeld gedurende de
laatste 5 jaren betaald f 1,91 per M3., voor vervoer wordt
steeds betaald f 0,50 en voor werkloon aan het spreien van
den grind en het aanheelen van slagsporen kan worden
gerekend f 0,25, dus te zamen f 2,66 per M3.
Over 200 M3. bedraagt de koopsom, het vervoer en ver-
werken enz. van den grind f 532,
In 1893 werd betaald voor werkloon aan het
onderhoud der baan tijdens het leveren der
suikerbieten46,984
Alzoo is het jaarlijksch onderhoud der grindbaan
te stellen op578,984
Op de kasdastrale kaart gemeten is de grindbaan in den
Kleine Huissenspolder lang1650 M.
Naar schatting zal de oprit, aan de zijde van
den Groote Huissenspolder, lang zijn 100
Samen 1750 M.
Bij eene baan9breedte van 3 M. zou mitsdien eene opper-
vlakte van 5250 M3. te bekeien zijn.
De kosten van bekeiing aan de op- en afrit bij de losplaats
welke over de 675 M3, f 2435 hebben bedragen of ongeveer
f 3,60 per M3. tot grondslag genomen, zou de onderwerpelijke
keibestrating, dus met inbegrip van den oprit aan de zijde
van den Groote Huissenspolder, een uitgaaf vorderen van
pi. m. 18900, het vervoer der keien van af de losplaats
en de kosten van opzicht op de uitvoeringnietmedegerekend,
doch, in aanmerking genomen, dat een grooter werk prorato
minder kost dan een kleiner, zullen vermoedelijk de kosten
van het keivervoer over den kleinen afstand, gerekend van
af de losplaats tot het midden van den weg, zijnde 825 M.,
de oprit er buiten gelaten, wel door den minderen prijs der
keien gedekt worden.
Blijkt dat voormelde raming juist of nagenoeg juist is,
dan zullen de renten van het op te nemen kapitaal, aange
nomen, dat de gelden tegen niet minder dan 4 pCt. te
verkrijgen zijn, bedragen ongeveer 756,
Ziet men, dat de grindbaan met met eene hoe
veelheid van 200 M*. grind jaarlijks aan onder
houd kost578,984
Dan blijkt, dat de renten wegens de bekos-
tiging dezer keibestrating slechts meer bedragen
dan het onvoldoende onderhoud der grindbaan
eene som vanf 177,014
Voor welke som een hoeveelheid van ruim 66 M3. grind
kan verkregen worden, doch het zal wel geen betoog be-
hoeven dat eene hoeveelheid van 266 M3. nog niet toereikend
is om de grindbaan in bruikbaren staat te houden in een
tijdperk van het jaar, waarin daaraan het meest behoefte is.
Wat den aflos van het kapitaal betreft, dit kan zoodanig
geregeld worden, dat er mede wordt aangevangen, na afloop
der thans loopende leeningen en bepaald wordt in termijnen,
die niet meer behoeven te bedragen dan thans of later voor
aflos in de begrooting voorkomt, zoodat voor deze bekeiing,
noch wegens renten, noch wegens aflossing hoogere lasten
moeten worden opgelegd.
De Voorzitter zegt, dat de losplaats niet onder de bekeiing
is begrepen, doch, als de leden er niet tegen zijn, dan zou
hij de losplaats er bij doen, 't zij een straat er over in de
lengte of in haar geheel, anders zit men nog met de losplaats
wordt het zoo aangenomen, met de losplaats er bij, dan zou
het er volmaakt goed zijn. De heer Van de Ree kan er
niet mee instemmen dat het dan volmaakt zou zijn, de los
plaats toch is veel te klein. De Voorzitter zegt, dat er nu
over het rijden gesproken wordt en later over 't varen. De
heer Geelhoedt vraagt wat de bedoeling is met de golden
voor den aanleg van den keiweg, moet dit werk met eigen
gelden bekostigd worden dan kan hij wel verzekeren, dat er
van den havenaanleg geen steek terecht komt. Wat, vroeg
hij, moeten ze dan in Middelburg denken f 13000 subsidie
vragen voor een werk, dat zijn rente oplevert, en f 20000
uit eigen zak betalen voor een werk, dat geen rente geeft;
hij noemde dit het grootste contrast dat er is. De Voor
zitter maakt spreker opmerkzaam dat de intrest van de
leening voor den keiweg bestreden wordt door de
besparing van het onderhoud der grindbaan. Ook de heer
Dekker is van dit gevoelen, hij zegt dat de keibestrating in
'tvoordeel is der gemeente en vooral van den landbouw en