ZEET1JDINGEN. Van 23 tot en met 25 October. a Van 23 tot en met 25 October werden langs de Oostsluizen alhier 62 binnenvaartuigen op- en 60 afgeschutlangs de Westsl. 5 op- en 1 afgescliut. van den toestand hebben verzocht, en stelt mitsdien voor, dat de Raad instemming zal betuigen met het verzoek, daar dit een goeden indruk geven zal. Z. h. 9. aldus besloten. e. Een adres van Th. M. Fermont waarin deze den Raad op verschillende gronden verzoekt hem vergunning te willen geven tot het verkoopen van sterken drank in het klein. Pe Voorzitter deelt mede dat het verzoek aan den Raad geen zin heeft, daar vergunning boven het maximum (dat voor Ter Neuzen verre is overschreden, er zijn 51 vergunningen, terwijl er volgens de wet slechts 30 zouden mogen zijn) in buitengewone gevallen slechts wordt verleend bij Ron. besl., gehoord Ged. Staten, op voorstel van den Raad. In Sluiskil, waar 5 vergunningen zijn is dit buitengewoon geval niet aanwezig. Er zijn door Burg, en Weth. reeds pogingen aan- gewend om een vergunning te verkrijgen langs het kanaal van Ter Neuzen naar Sluiskil, waar zicli volgens spreker eerder zoo'n buitengewoon geval zou voordoen, doch Ged. Staten hebben standvastig geantwoordneen. Om voor Fermont vergunning te verkrijgen daartoe is dus in't geheel geen kans. Men zou dan buitendien moeten beginnen met te verzoeken het aantal vergunningen voor Ter Neuzen op 52 te brengen en het zou dan nog de vraag zijn of Ged. Staten de vergunning die er bij komt aan Fermont zouden verleenen. Na eenige discussie, waarbij de heer Donze zegt, dat hij bij eenige kans van slagen gaarne zou zien, dat er pogingen werden aangewend om vergunning te verkrijgen, en na het antwoordt van den Voorzitter, dat daar geen denken aan is, wordt besloten aan belanghebbende mede te deelen dat de Raad niet in zijn verzoek kan treden. f. Een verzoek van den Raad van Zuiddorpe om adhaesie te verleenen aan hare adressen aan H. M. de Koningin-Regentes en aan de Prov. Staten van Zeeland. (Dit adres is in zijn geheel opgenomen in ons no. van Zaterdag jl.) Het Dag. Best, stelt voor adhaesie te verleenen en wel met een gemotiveerd adres in dezen zin Aan H. M. de Koningin-Regentes! Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Raad der gemeente Ter Neuzen dat hij volkomen instemt met het onder dagteekening van 24 September jl. aan Uwe Majesteit gericht verzoeksehrift van den Raad der gemeente Zuiddorpe, houdende >ootmoedig doch dringend verzoek, dat Uwer Majesteits Regeering met die van Belgie in overleg trede en eene zoodanige overeen- komst treffe, dat de invoer van varkens en rundvee, zoo niet uit geheel Nederland, dan toch uit de gemeenten van het 4e en 5e district van Zeeland weder zoo spoedig mogelijk en zonder groote bezwaren voor den landbouwer en veefokker in Belgie worde toegelaten dat Zeeuwsch-Vlaanderen, als door den breeden Scheldestroom van het overige Nederland gescheiden en langs de landzijdc aan Belgie grenzende, vooral in menig opzicht zelfs schier uitsluitend met Belgie handelsbetrekkingen onderhoudt, ten- gevolge waarvan tot dusver, door verbod van invoer van vee en landbouwvoortbrengselen uit Nederland in Belgie en ook door aan dien invoer groote bezwaren in den weg te leggen, Zeeuwsch-Vlaanderen buitengewoon zwaar wordt getroffen; dat voorzeker gerechtvaardigd is het verlangen dat die hardheid voor deze streken zooveel mogelijk worde wegge- nomen dat met het oog op de uitstekende betrekkingen tusschen Nederland en Belgie er, wegens de ligging van Zeeuwsch- Vlaanderen, door Belgie toch wel in zou kunnen worden toegestemd, zooveel mogelijk ontheffing te verleenen van maatregelen van verbod en belemmering, als voren bedoeld, bij invoer van vee en landbouwvoortbrengselen, waarvan bij den invoer afdoende wordt bewczen dat zij zijn geteeld in Zeeuwsch-Vlaanderen en niet daar buiten zijn geweest en dat de gemeenteraad van Ter Neuzen, overtuigd dat Uwe Majesteit de belangen van Zeeuwsch-Vlaanderen mede zeer ter harte gaan, Haar hoogst eerbiedig verzoekt, tot voor- meld einde Hare krachtige tusschenkomst te willen verleenen. 'tWelk doende enz. De heer Moes zag liever het adres in zijn geheel ondersteund. De Voorzitter merkt op, dat zulks gedaan wordt door te zeggen tint de Raad met hot adres volkomen instemt," terwijl er nog motieven aan zijn toegevoegd. Belgie kan toch de voortbrengselen uit Zeeuwsch-Vlaanderen wel toelaten, terwijl het ook niet te veel gezegd is dat Zeeuwsch-Vlaanderen ge'isoleerd ligt. De heer Moes spreekt, doch is onverstaanbaar. De Voorzitter meent, dat de heer Moes misschien denkt dat het adres wordt verzwakt. Spreker acht het echter zeer wenschelijk een gemotiveerd adres te zenden, daar dit bewijst dat men van het belang van het verzoek overtuigd is en het niet maar eenvoudig steunt.} De heeren De Koeijer en Wieland kunnen zich er mede vereenigen. Z. h. s. wordt besloten de adressen aan H. M. de Koningin- Regentes en de Provinciale Staten aldus te verzenden. g. een schrijven van het bestuur der brandweer, waarin het voorstelt twee annihilators te plaatsen te Sluiskildit voorstel wordt gedaan in verband met reeds vroeger gevoerde besprekingen over het aanschaffen van bluschmaterieel voor Sluiskil, wat steeds op de kosten afstuitte, doch op de voor- gestelde wijze wel geen bezwaar zal opleveren. Er zal ook op deze wijze voldoende in materieel worden voorzien, als men bedenkt dat een gemeente op Vlieland, met een bevolking van 700 zielen slechts een annihilator als bluschmaterieel bezit. Het Dag. Best, kan zich met het voorstel geheel vereenigen en stelt daarom voor te beslniten, dat er te Sluiskil 2 anni hilators zullen worden geplaatst. De Voorzitter zegt verder, dat er voor het huis van bewaring er ook een is aangeschaft en de proeven daarmede genomen, voldeden uitmuntend. De heer Donze heeft vroeger als lid van het bestuur der brandweer ook reeds meermalen gezegd, dat hij het beter vond, dat spuit C naar Sluiskil werd gezonden. Hij vindt het personeel der brandweer voor Ter Neuzen wel wat overdreven, als dat werd ingekrompen, zouden er bij de oefeningen een aantal kwartjes worden bespaard en het zou op die wijze voor de gemeente nog voordeel opleveren. Men houdt hier dan nog twee spuiten, benevens de vrijwillige brandweer en de militairen. De Voorzitter betoogt, dat spuit C niet goed werkt wat nog niet is kunnen verholpen worden. Buitendien heeft men nu wel de vrijwillige brandspuit maar de gemeente is ook al veel uitgebreid. De heer Donze merkt op dat men door al de spuiten bij gelegenheid van brand niet meer weet waar men staan moet. Wat het mankeeren van spuit C betreft, misschien weet de heer Tazelaar, met wie hij er vroeger meermalen over sprak, daarop wel een middel. De heer Tazelaar zegt dat spuit C meermalen niet kon worden gebruikt, o. a. ook bij den brand bij Huijssenin Sluiskil zou men de spuit dus ook niet kunnen gebruiken, tenzij er een nieuwe aanjager" werd aangeschaft, waarvan de kosten hooger zullen zijn dan van 2 annihilators. Naar aanleiding van hetgeen is opgemerkt dat Ter Neuzen uitbreidt, acht hij het ook niet dienstig om het bluschmaterieel te verminderen, daar de tijd niet verre meer is dat hetopmeor dan een plaats zal moeten worden geplaatst, teneinde spoedig bij de hand te kunnen zijn. De heer DonzeDie annihilators hoever strekken die De Voorzitter zegt dat die uitmuntend dienst doen om een begin van brand te stuiten, en de branden bij Bolier, Alex, de Koning en Bavihre zouden, had men spoedig met eon annihilator bij de hand geweest, niet die uitbreidir/g hebben verkregen als thans het geval is geweest. Indien de Raad het wenscht zou er nog wel eens een proof kunnen worden genomen. De heer Van der Moer is van meening dat, als die dingen zoo uitstekend werken, het wel van belang is om er voor Ter Neuzen zelf ook een aan te Bchaffen. De heer Nelemans verklaart zich voor het aanschaffen van annihilatorsze kunnen door een persoon worden bediend, terwijl men bij het plaatsen van een spuit ook nog zit met het organiseeren van een personeel. De Voorzitter merkt op dat de een van meening is dat het te Sluiskil zou kunnen, een ander meent weer van niet. De heer Nelemans vraagt wat de annihilators kosten, waarop de Voorzitter de verschillende prijzen meedeolt en zegt dat het aanschaffen van 2 der grootste met bijbehooren /150 zou kosten. En dan nog een voor Ter Neuzen. De lieer Joz. de Feijter zou dit liever willen aanhouden om het bestuur der brandweer er over te hooren. De Voorzitter zegt, dat men zich dan nu kan bepalen tot Sluiskil. Ook daarovor zou de heer Joz. de Feijter het bestuur der brandweer willen hooren, waarop de Voorzitter hem opmetkt dat het aanschaffen voor Sluiskil door het bestuur is voorgesteld. Wat aanschaffing voor Ter Neuzen betreft, daarover zou hij met het bestuur der brandweer spreken. De heer Wieland zou maar bij Sluiskil willen blijven. Nog wordt hierover eenige discussie gevoerd, waarbij de Voorzitter op desbetreffende vragen antwoordt ze zoo mogelijk in het wachthuisje van het spoor te zullen plaatsen, waarvoor de maatschappij wel vergunning zal willen geven, daar het ook in haar belang is omdat hare gebouwen dan ook beschermd kunnen worden voor bediening is bijna altijd iemand daar aanwezig terwijl hij er ook met de onderwijzers aldaar over spreken zal hoe het best in de bediening bij voorkomende gelegenheden is te voorzien. De heer De Koeijer stelt nog voor er voorloopig maar 1 aan te schaffen, De heer Nelemans geeft de voorkeur aan twee, omdat men dan geregeld aan den gang kan blijven, als er een leeg is kan men met de andere werken, terwijl de eerste dan weer wordt gevuld Het voorstel van het Dag. Best, om er twee aan te schaffen wordt aan genomen met 8 tegen 5 stemmen voor de heeren Jac. de Feijter, Van IJsselsteijn, Joz. de Feijter, Harte, Tazelaar, Visser en Nelemans, tegen de overige leden. Op voorstel van het Dag. Be9t. wordt besloten de paarden- en veemarkt op de gewone wijze te doen plaats hebhen. Met algemeene stemmen wordt op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid der keurings-commissie nan den heer C. J. de Nijs, onder dankbetuiging voor de bewezen diensten en als zoodanig met algemeene stemmen henoemd de heer A. Begheijn. thans plaatsvervangend lid. Aan de orde komt de begrooting voor den grind weg Ter NeuzenHoek voor 1895. Namens de commissie van onderzoek adviseert de heer Visser tot goedkeuring, waartoe z. h. s. wordt besloten, eveneens de begrooting voor het bestuur der brandweer. Alsnu komt aan de orde de gemeente-begrooting voor 1895. De heer Tazelaar brengt hierover, namens de commissie van onderzoek rapport uit en zegt dat ten eerste de commissie gaarne gezien had dat in de begrooting was opgenomen een post voor verbetering van de Kerkhoflaan, en zich heeft afge- vraagd of het niet mogelijk zou zijn om zonder het cijfer der begrooting te verhoogen, andere po9ten voor uit te voeren werken zoodanig te wijzigen, dat gelden beschikbaar komen om de hoognoodige verbetering te kunnen uitvoeren ten tweede heeft het de aandacht der commissie getrokken dat de uitgaven voor het onderwijs zoo hoog zijn en het bedrag der school- gelden daareutegen zoo laag ten derde heeft de commissie de vraag gesteld of niet op de leermiddelen kon worden bezuinigd, daar hiervoor jaarlijks een aanzienlijke som wordt besteed en ten vierde wil de commissie er op wijzen, dat niettegenstaande de uitbreiding van het onderwijs slechts hetzelfde bedrag voor schoolgeld is uitgetrokken dan het vorig jaar nl. f 2250. Verdere opmerkingen maakt de commissie niet daar hiervoor by de behandeling der begrooting de gelegenheid bestaat. De Voorzitter antwoordt, dat wat de Kerkhoflaan betreft er herhaaldelijk beproefd is om verbetering aan te brengen maar dat deze tot dusverre is afgestuit op het niet tot overeenstem- ming kunnen geraken der belanghebbendenbuitendien niets belet den Raad om gelden voor de verbetering te bestemmen de sommen zijn onder algemeene hoofden gebracht en omtrent de bestemming wordt later beslist, de gelden voor gewoon onderhoud kunnen dus voor andere doeleinden worden bestemd dan waarop volgens de memorie van toelichting de raming is gegrond, maar dan moeten natuurljjk andere werken onuit- gevoerd blijven. De verhooging van de kosten voor het onderwijs is een ge- volg van de stijging der bevolkingmen krijgt geen scholen zonder geld en de jaarwedden der onderwijzers zijn door den Raad vastgesteld. De heer Tazelaar merkt op, dat de commissie daarop geen aanmerking maakt maar er op wijst, dat niettegenstaande die stijging de raming van het schoolgeld dezelfde is. De Voorzitter zegt, dat op de schoolgeldheffing het meeste acht wordt gegeven. De staten zijn, ook naar aanleiding van een opmerking van den heer Tazelaar, al eens gedrukt en aan de leden uitgereikt. Het Dag. Best, meende dat misschien andereD met enkele personen beter op de hoogte waren dan zij, doch er is door de leden geen enkele aanmerking gemaakt. Door vermeerdering der bevolking zijn de uitgaven gestegen, terwijl die vermeerdering hijna uitsluitend niet betalenden betreft en hoe gaarne spreker het ook anders zou wenschen, men mag geen hooger schoolgeld heffen dan het onderwijs per kind kost, wat, ook de Minister Lohman, die toch wel gunstig gezind was voor het bijzonder onderwijs, aldns beslistte. De heer Wieland meent, dat de lage opbrengst te wijten is aan de reductie die ook de gegoeden genieten. Iemand die voor f 2000 en f 3000 in den hoofdelijken omslag is aange- slagen zon den kostenden prijs toch wel kunnen betalen, maar die trekken op die wijze nog voordeel van de gemeente. De Voorzitter Dit komt misschien door de reductie voor meerdere kinderen. De heer Wieland: Juist, dat bedoelde ik. Uzult moeten toestemmen dat personen van f 2000 en f 3000 aangeslagen voor een tweede kind ook wel f 12 kunnen betalen. De Voorzitter heeft die vrijstelling ook nooit begrepen. De heer Wieland zegt dat de gemeente zuiver ontvangt ongeveer 2100, de helft daarvan wordt besteedt voor leer middelen. Hij zou de kinderen uit de achterbuurten naar de school willen slepen, maar de gegoeden ook laten betalen. Hij weet nu iemand die voor half geld is aangeslagen en zijn kind bijzondere lessen laat nemen. Als hij die kan betalen, kan hij ook wel vol geld betalen. De heer Van IJsselsteijn meent, dat de heer Tazelaar 2250 voor 4 scholen zeer weinig vindt met het oog op de bizondere school die deze som ongeveer ook ontvangt. De Voorzitter zegt, dat die school ook de betalenden krijgt en de niet betalenden juist naar de openbare school komen. Het doet den heer Tazelaar genoegen dat die school ter sprake wordt gebracht. Die ontvangt met 260 tot 270 kin deren even veel schoolgeld als de 4 openbare scholen. Nu weet hij wel dat de openbare school door iedereen moet kunnen worden bezocht, ook zonder betaling, maar daarin zit hem het verschil toch niethij vraagtbetalen de gegoeden wel genoeg De Voorzitter zal het opnieuw onderzoeken. Hij wijst er op dat op de leermiddelen zooveel mogelijk wordt bezuinigd, nu is het weer f 140 minder dan verleden jaar. De heer Tazelaar zegt, dat daarin ook nogal een aanmer- kelijk verschil zit. Voor de openbare scholen is nu geraamd f 1050. De bijzondere, die behalve leien en pennen, ook alles verschaft, heeft jaarlijks slechts ongeveer f lOOnoodig. De heer Van IJsselsteijn meent dat dit wel ligt aan de kinderen. De heer Tazelaar Dat zoo zeer niet, maar er wordt meer zorg gedragen voor de boeken. De heer Wieland merkt op gelezen te hebben, dat men ergens progressieve schoolgeldheffing ging invoeren. De Voorzitter zegt, dat getracht zal worden er iets op te vinden. Hij deelt verder mede eenige wijzigingen die in de ontwerp-begrooting moeten worden aangebracht. De ontvang- sten moeten o. a. met f 450 worden verhoogd, eene bijdrage van het Rijk voor onderwijzers, waarop niet gerekend wa9. In verband daarmede moet de aan te vragen subsidie worden verminderd en zal moeten bedragen f 2900. Eenige discussie wordt hierover gehouden tusschen den heer Wieland, die liever geen subsidie zou willen vragen en den Voorzitter en den heer Visser, die van meening zijn dat de gemeente recht heeft op subsidie, daar dit jaar weer f 4000 te weinig van het personeel is genoten in vergelijking met de vroegere regeling. Alsnu wordt begonnen met het artikelsgewijze behandelen der begrooting. Hoofdstuk I, afd. 1 art. 8. De heer Visser vraagt of het tractement van den klerk Koene niet kan gebracht worden op f 250. f 200 is zeer weinig voor het dienstdoen van 's morgens 9 tot 's avonds 7 ure, op bedoelden post is er buitendien ruimte voor gelaten. De heer Donze vraagt of de jaarwedde van den griffier niet zou kunnen worden verhoogd. De Voorzitter antwoordt dat alle jaarwedden kunnen worden verhoogd. Het is echter eigenaardiger dat voorstellen daartoe van wege het Dag. Best, uitgaan en hij vindt dat het bespreken van tractementen een zeer teer punt is, wat in eene besloten zitting thuis hoort. Ook de heer Moes zou dat liever in een besloten zitting behandelen. De heer Van der Moer meent, dat de werkzaamheden van den griffier voornamelijk bestaan in het bijhouden der registers van den burgerlijken standhij vraagtis dit toeval of instructie De Voorzitter zegt, dat dit altijd zoo is geweest,'s morgens komen de aangiften welke 's middags worden uitgewerkt. In groote plaatsen staat een groot personeel de ambtenaars van den burgerlijken stand ten dienste. De heer Van der Moer heeft alleen de vraag gedaan om te doen uitkomen, dat, hoewel het er niet staat, er toch meer dan f 100 (aan den ambtenaar uit te keeren) voor den burgerlijken stand wordt betaald. Afd. 2, art. 7. De heer Van der Moer vindt de post uitgetrokken voor druk- en bindwerken nog al hoog. De Voorzitter zegt, dat dit te wijten is aan de omstandig- heid, dat er meer dan vroeger wordt gedrukt, o. a. de memorie van toelichting op de begrooting en het gemeenteverslag, waar van geen baten terug komen. De heer Van der Moer zou gaarne zien, dat er meer publiciteit aan werd gegeven, dat het gemeenteverslag voor ieder te verkrijgen is. Hoofdstuk V, afd. 1, art. 1. Straatverlichting. De Voorzitter zegt, dat er een verandering zal moeten worden gebracht in de belooning der lantaarnopstekers van wege het vermeerderen der lantaarns. De heer Wieland vraagt of ze 't met hun heiden wel kunnen. Er zijn nu 114 lantaarns, ze moeten dus 57 maal de leer op en nu komen er nog lantaarns bij. Men zou er nu beter een meer kunnen aanstellen dan ze nu op te slaan en later weer te verminderen. De Voorzitter dankt voor de opmerking. De heer Donze geeft in overweging om een practiseh werk- tuigje aan te schaffen voor het aansteken der lichten, deze zijn bij Dutry-Colson te Gent verkrijgbaar. Met lucifers ver- oorzaakt het dikwijls veel moeite. De Voorzitter zal er onderzoek naar doen. De heer Van der MoerWie geeft er last tot het opsteken der lantaarns P De VoorzitterIk. De heer Van der Moer wil dan in overweging geven om er wat meer te laten aanstekenin de Nieuwstraat althans kan het dikwijls zeer donker zijn, wat tengevolge heeft dat men tegen menschen of boomen aanloopt, wat zelfs nog aanleiding kan geven tot vechten. De Voorzitter zegt, dat er van de 106 bij nacht en donkere maan 72 brandenbuitendien meent hij dat men 's nachts eigentlijk geen licht noodig heeft. 't Kan wel eens voorkomen dat het wat donker is doordat er eens een uitwaait of ook wel dat b.v. Zondags de opstekers er eens wat later bij zijn, maar er wordt door de politie goed op toegezien. De heer Van der Moer vraagt om er goed op toe te zien, want 'tis soms meer dan erg; al branden er 300, als men er dan nog geen licht vau heeft is men er niets mee vooruit. Hij wil geen schitterende verlichting maar zou toch liever wat meer betalen voor een goede verlichting. Hoofdstuk VII, afd. 5, art. 1. Toelagen aan de muziek- gezelschappen Het Dag. Best, adviseert op het adres der fanfarenvereeniging „Samenwerking", om subsidie te verleenen ook aan dit gezeb schap, of in 't geheel niet, maar is voor subsidieering. De Voorzitter zegt, dat het jammer is dat de gezelschappen niet samenwerken, men kon dan hier subsidieeren en ook op Sluiskil. Hij wijst er op dat „Apollo" echter al jaren lang hestaat en dat kan worden gerekend als behoorende tot de gemeente. In Hulst genieten de gezelschappen geen subsidie maar naar spreker meent, heeft de Raad van Hulst eene flinke som toegestaan voor eene nieuwe kiosk. Als muziekgezel- schappen zich uitbreiden hebben ze veel geld noodig daar ver- scheidene instrumenten benoodigd zijn, waaronder dure. De heer De Koeijer meent, dat de zanggezelschappen toch ook wel wat zouden willen hebben en misschien spoedig met een verzoek zullen volgen. De Voorzitter brengt nog in 't midden dat Apollo" een oude gevestigde vereeniging is, en dat, hoevele vereenigingen er ook zijn ten onder gegaan, .Apollo" zich steeds heeft staande gehouden. De heer Van der Moer is van gevoelen dat ieder gezelsehap evenveel recht heeftjonge gezelschappen zouden volgens hem echter nog eerder moeten gesteund worden dan oude, vooral daar .Apollo" onder een machtige bescherming staat, wat met de anderen niet het geval is. Als er toelage verleend wordt dan wil hij alien evenveel geven. De heer Wieland heeft er vroeger voor gewaarschuwd ware de Raad er toen niet toe overgegaan om subsidie te verleenen dan zouden we nu niet voor 't geval zitten. De heer Van der Moer stelt voor om eerst uit te maken of al of niet subsidie zal worden verleend en dan later hoeveel en aan wie. De heer Moes zal tegenstemmen met 't oog op de financien. Ze moeten zichzelf maar helpen. De heer Visser zal er voor stemmen. omdat wanneer er een muziekuitvoering wordt gegeven ieder er van profiteert en vooral den mindere man, die er niet aan kan betalen maar toch van genieten. Er komen er zelfs wel luisteren die tegen het verleenen van subsidie's zijn. De 36 leden kunnen het allemaal toch niet doen. De heer Nelemans kan zich daarbij wel aansluiten. Er komen verschillende dagen, zooals b. v. Koninginnedag, dat een muziek uitvoering, zij het dan ook van minder gehalte, zeer op prijs wordt gesteld, en de mindere man waardeert datenkel met het oog op zulke gelegenheden wil hij subsidie verleenen, er zou voor de minderen op 't laatst niets meer overschieten dan de kermis om zich te amuseeren. De heer Moes zegt, dat er met den minderen man geschermd wordt maar dat de bplangstelling toch zoo groot niet is wat blijkt nit het feit dat er maar 36 contribueerende leden zijn. De heer Harte merkt op, dat de menschen toch niet ge- dwongen kunnen worden om te betalen. Met 7 tegen 6 stemmen wordt besloten subsidie te verleenen. Voor stemden de heerenJac. de Feijter, Van IJsselsteijn, Harte, Visser, Nelemans, Donze en Van der Moer; tegen de heeren Joz. de Feijter, Moes, Tazelaar, Wieland, Van der Hooft en De Koeijer. Burg, en Weth. stellen voor de verleende toelagen te laten behouden en het gezelsehap te Sluiskil eene toelage te verleenen van f 50. t De heer De Koeijer zou de thans verleend wordende 125 in drieen willen verdeelen. De heer Van der Moer wilde voorstellen aan ieder gezelsehap f 50 te geven. Hij ziet geen reden waarom men 't eene gezelsehap bij 't andere zou voortrekken. Het voorstel van het Dag. Best, wordt aangenomen met 8 tegen 5 stemmen. Voor de heeren Jac. de Feijter, Van IJsselsteijn, Joz. de Feijter, Harte, Moes, Visser, Nelemans en Donzetegen de heeren Tazelaar, Wieland, Van der Hooft, De Koeijer en Van der Moer. Bij Hoofdstuk VIII ontspon zich eene breedvoerige discussie over het aflossen der annuiteitsleening aangegaan met de maatschappij voor gemeentecrediet, naar aanleiding van een vraag van den heer Nelemans of die maatschappij niet zou willen overeenkomen om het kapitaal ineens af te lossen hij zou dit wenschelijk achten met het oog op den tegen- woordigen lagen rente-standaard. De Voorzitter wijst er op dat vroegere pogingen zijn afge stuit op den onwil der maatschappij. De heeren Moes en Wieland denken dat de gemeente er geen voordeel bij zal halen, daar de Maatschappij natuurlijk niet ten onzen pleziere in haar nadeel zal werken. De eerste is er beslist tegen om eenige kosten te maken, de laatste wil eerst eens zien welk antwoord men krijgt. Ten slotte wordt met 7 tegen 6 stemmen besloten de voor eenige jaren afgebroken briefwisseling te hervatten, naar aan leiding van een door den heer Van der Moer van de Maat schappij ontvangen schrijven, die zich in zijn kwaliteit van lid van den Raad reeds tot genoemde Maatschappij gewend had. Voor stemden de heeren Jac. de Feijter, Van IJsselsteijn, Visser, Van der Hooft, Nelemans, Donze en Van der Moer; tegen de overige leden. Alsnu worden behandeld de inkomsten Bij hoofdstuk n vraagt de heer Van der Moer of geen huur zou kunnen worden getrokken van de oude school op de Smidswal. De Voorzitter zegt, dat deze dient voor ziekenzaal, voor repetitien voor »Apollo" en ook voor den ijkmeester. Zijn er echter zieken in dan gaat Apollo" er dadelijk uit. De heer Van der Moer zou dan wenschen dat er vaste dagen en uren voor de repetitien werden vastgesteldnu wordt er onwillekeurig gebruik van gemaaktdan weer eens twee en dan weer zes, tot overlast van de omwonenden. Bij Hoofdstuk III, afd. 4, geeft de heer Nelemans in over weging om zoo mogelijk in 't vorvolg met de kermis de staanplaatsen te verpachten. De Voorzitter zal er op letten. Bij afd. 5, vraagt de heer Van der Moer of de honden- belasting niet wat zou kunnen worden verhoogd. De Voorzitter zegt, dat die al zoo hoog is. De heer De Koeijer meent dat men beter de velocipedes kon belasten. De heer Moes stelt voor om te schrappen de bijdragen voor den geneeskundigen dienst van de kerkgenootschappen. Het R. C. bestuur betaalt toch niet, dus moeten de anderen het ook maar niet doen. De Voorzitter beaamt dat er wel wat voor is te zeggen, maar zou toch liever gewacht hebben tot ze ophielden te betalen. De heer Moes handhaaft zijn voorstel, dat wordt aangenomen met 8 tegen 5 stemmen. Vobr de heeren Joz. de Feijter, Harte, Moes, Wieland, Visser, Van der Hooft, Nelemans en Donze, tegen de overige leden. Door het af voeren van dezen ontvangpost ad 130 werd de te vragen buitengewone subsidie vastgesteld op 3000 en de begrooting met algemeene stemmen aangenomen op een bedrag van 50,950,47^ in balans, met een post voor on- voorziene uitgaven ad f 223,45. Van Ged. Staten is bericht ontvangen dat op hunne reclame tegen den hoofdelijken omslag zijn verlaagd, A. van der Bel van 700 naar 600J. de Zeeuw van 2250 naar f 2100 M. Jurrij van/3500 naar /3250, en niet ontvan- kelijk verklaard als te laat ingekomen de reclames van M. A. Harte en Jac. Leunis Az. De Voorzitter deelt verder mede dat ingekomen zijn een brief van Ged. Staten waarin zij te kennen geven te berusten in het subsidie voor het Burgerlijk Armbestuur voor 1895; kennisgeving van den Commissaris der Koningin dat zijn benoemd tot zetters voor 's Rijks belastingen de heeren C. van der Hooft en L. de Koeijer. Wordt overgelegd proces-verbaal van de opname der boeken en kas van den gemeente-ontvanger, waarbij alles in orde werd bevonden, en medegedeeld den uitslag van de gehouden aan- besteding van het bestraten der Slijkstraat. Verder zegt de Voorzitter dat, nu ook de heer Grenu zoo flink de bepalingen der verordening makomt, de bijzondere omstandigheden zijn vervallen waardoor art. 1 b. der bouwver- ordening is in het leven geroepen en het Dag. Best, daarom voorstelt dit te laten vervallen, ingevolge het verlangen van Ged. Staten en met het oog daarop, dat de beslissing nog hangende is. Spreker is de verzekering gegeven dat de ver ordening, zooals ze oorspronkelijk was, zeer voldoende is. Met algemeene stemmen wordt dit voorstel aangenomen. Ingekomen zijn eenige provinciale en staatsbladen. Nog wordt besloten in de begrooting voor 1894 onder de ontvangsten op te nemen de 3000 geleend voor kasgold en eveneens die som onder de uitgaven te boeken. Nog is ingekomen een inededeeling, dat het bestuur van Ovezande een veemarkt wil instellen. Voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter doet nog mededeeling van een verzoek van A. van Dale, welke een strookje grond vraagt dat hij tekort komt voor het leggen van een nette stoep voor zijne woning, in verband met het uitvoeren der bestratingswerken in de Slijkstraat. Dit verzoek wordt ter afdoening gerenvoyeerd naar Burg en Weth. De heer Visser vraagt den Voorzitter, of het gerucht waarheid bevat, dat hem ter oore is gekomen als zouden er tusschen het Dag. Best, en het Ministerie van Oorlog onder- handelingen worden gevoerd over afstand van geniegrond aan de gemeente voor bouwterrein. De Voorzitter zegt, dat offideel hiervan nog niets bekend is, maar vraagt, of ieder zich niet zou verblijden indien zulks het geval was. Hij kan voorts niet begrijpen, hoe dat ge rucht verspreid is. Als het echter officieel was dan zou de Raad er natuurlijk mede in kennis worden gesteld. De heer Visser deed de vraag, omdat hij het een publieke zaak acht, vooral van aanbelang voor ondememers van bouw- grond. Dus zegt hij er is niets van aan De Voorzitter: Ja, dat ook weer niet! De heer Van der Moer zou gaarne zien dat er in't vervolg voor het behandelen der begrooting een aparte vergadering werd belegd. Zooals nu, aan't slot van een langdurige zitting wordt ze te snel afgehandeld. De Voorzitter vindt het een vrij eenvoudige zaak daar de leden alien tijd hebben om de begrooting voorafte bestudeeren, maar zal de opmerking bij het Dag. Best, bespreken. Niemand verlangt hierna het woord, waarop de Voorzitter de vergadering sluit. a 3 Q VLAG. NAAM. M3. Van en naar. Lading. Voor Ter i'euzen i 23 Eng. s.s. Osborne 1613 Leith stukg. 24 idem James Grovers 3433 Wyborg hout 25 idem River Derwent 2272 Londen stukg. Van Ter Keuzeni 24 Eng. s.s. Ann Webster 2241 London stukg. 25 Duits. s.s. Kollund 2423 Methil ledig Voor (went 23 Eng. s.s. Rosa 1294 Goole stukg. idem Tormore 4526 Wilmington hout Deens. s.s. Alice 2761 Kopenhagen idem 24 Noor. s.s. Senator 1640 Drammen idem Eng. s.s. Sea Gull 2100 Londen stukg. idem Sea Spray 1579 idem idem 25 Zweed. sch. Ragnar 479 Aguillon gerst Eng. s.s. Anglia 2469 Leith stukg. Van (went 23 Eng. s.s. Rosa 1294 Goole stukg. 24 Deens. s.s. Absalon 4062 Grangemouth ledig Eng. s.s. Leona 1698 Goole stukg. idem Sea Belle 2152 Londen idem idem Shieldrake 3057 Antwerpen idem idem Hebble 2558 Goole idem 25 Duits. 8.8. London 3542 Stettin ijzer Ned. s.s. Prima 1779 Jacobstad chigory

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 6