Aig emeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 3073. Zaterdag 20 October 1894. 34e Jaargang. O M H O O G! Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elkenregel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Bij deze couraiit behoort een bijvoegsel. PolHiek Orerzicht. In Belgie houdt men zich natuurlijk nog steeds bezig met den uitslag der verkiezingen, de eerste, die na de invoering van het algemeen kiesrecht werden gehouden. De katholieken hebben in de Kamer de meer derheid behouden, terwijl de liberalen en de radi- calen een aanzien'ijk gedeelte hunner zetels moesteu afstaan aan de sociaal-democraten, die tot dusver nog niet in de Kamer waren vertegenwoordigd. Dit is het hoofdkenmerk van de verkiezingen, dat na de talrijke herstemmingen wel in enkele onder- deelen gewijzigd, maar in hoofdzaak niet meer veranderd kan worden. Wellicbt zal toch deze uitslag nog ernstige gevolgen hebben voor het katholieke kabinet-De Burlet, dat nu aan het bewind is. Ofschoon de katholieken de meerderheid behielden, leden hun candidaten toch de nederlaag in die districten, waar de strijd hoofdzakelijk werd gevoerd over de vraag, of men het protectionisme verlangt dan wel den vrijen handel. De beslissing dezer vraag viel niet gunstig uit voor den heer De Burlet, den bekenden voorstander van bescherming. Van- daar dan ook, dat de leider Woeste te Aalst slechts met eene geringe meerderheid werd gekozen, en dan nog wel op eene zoodanige wijze, dat zijne verkiezing onmiddellijk voor ongeldig werd verklaard. Gisteren kwamen de Ministers te Brussel bijeen, teneinde, onder voorzitterschap van Koning Leopold te beraadslagen, over hetgeen hun, met het oog op den uitslag der verkiezingen, te doen staat. Naar alle waarschijnlijkheid is geen definitief besluit genomen, voordat ook de uitslag der herstemmingen bekend zijn. Evenwel wordt nu reeds te Brussel het praatje verspreid, dat de heer De Burlet als Minister-president zal aftreden en weer zal worden vervangen door den vorigen Minister Beernaert. Wat daarvan aan is, kan natuurlijk nog niet worden uitgemaakt. Toch kan men wel aannemen, dat, ondanks de overwinning der katholieken, de vooruitzichten voor de protectionisten in Belgie niet gunstiger zijn geworden. Indien de Belgische regeering door deze verkiezingen genoopt mocht worden haar protectionistische politiek te laten varen, zouden de liberalen ten minste schadeloos worden gesteld voor hun nederlaag. Wat de invoering eener vrijzinnige handelspolitiek betreft, heeft men zeker van den heer Beernaert nog FEUILLETQN 3) Zij hoorde het beven in zijne stem, maar de bitterheid wilde hare ziel niet verlaten. #Gij ziet," ging hij voort, ,/dat ik alles doe, om u voor nog erger te bewaren." yDat zie ik, Heinrich, maar ik kan nu eenraaal in deze ellende niet leven ik kan het niet I Gij zult zeggen, dat ik van huis uit niet anders gewoon was, dan armoede en gebrek. Maar ik ben voor iets anders bestemd, ik gevoel in mij een teugeloozen drang naar licht en leven, glans en vreugde. Ik kan nu eenmaal niet anders Heinrich het is sterker dan ikHet is mij onmogelijk, mij weer in deze armoede te schikken, laat staan tevreden zijn. Toen ik nog pas een kind was, had ik slechts deze eene gedachte Omhoog //Omhoogantwoordde hij. „Meent gij, dat niet ook ik daar naar streef, dat niet ook in mijne droomen dit tooverwoord mij voor de oogen heeft gestaan Ook ik peinsde over het middel, om weer op de hoogte van het leven te komen. In menigen slapeloozen nacht, terwijl gij uwe ontevredenheid versliept, heb ik daarover nagedacht. Ik ben jong, bekwaam in mijn vak, ervaren, werkzaam. Ik heb goede relaties in de handelswereld, mijn naam is onbevlekt gebleven. Waarom zou het mij niet gelukkeu eene betrekking te veroveren, die mij omhoog voert Weet gij, wat mij verlamt ^Gebrek aan kapitaalU ontbreekt het geld, dat gij vroeger lichtzinnig verkwist hebtzeide zij hard. meer te verwachten dan van den heer De Burlet die steeds tot de toougevende leiders der protectio nisten heeft behoord. De regeering van Engeland heeft met hare poging om de groote mogendheden tot een tusschenkomst in den strijd tusschen China en Japan te bewegen fiasco gemaakt en hierdoor aan haar prestige niet weinig afbreuk gedaan. De haar vijandige Times schrijftDe Britsche regeering schijnt niet in staat te zijn geweest eene enkele mogendheid te vinden, die haar voorstel wilde aannemen. Zij heeft zich geheel onnoodig eene deemoedigende nederlaag op dan hals gehaald, die het Engeland moeielijker maakt tusschen beide beide te komeu, wanneer eene gunstige gelegenheic zich daartoe aanbiedt. Zij heeft een fout begaan, die zoo erg is, dat zij bijna ongelooflijk schijnt Het besef, dat vermaningen vruchteloos zouden zij a en een gemeeuschappelijke dwang gevaarlijker zou wezen dan de oorlog zelf, verklaart voldoende de weigering der mogendheden, het Britsche voorstel in overweging te nemen. Er zijn evenwel ook velen, die een tusschenkomst ten gunste van China verlangen. De Saturday Review meent, dat een nederlaag van China het sluiten van een tractaat met Frankrijk over de grenzen van Siam onmogelijk zou maken en Frankrijk gelegenheid zou geveu, zich buiten Tonkin uit te breiden. Het blad gist, dat Rusland, Frankrijk en Duitschland het eens zijn geworden en Engeland slechts onder ongunstige voorwaarden zouden toelaten met hen samen te gaan. Bij tijds moeten maatregelen worden genomen tegen moge- lijkheden, die voor Engeland een ramp zouden kunnen worden. De Japansche leger-aanvoerders hebbeu inderdaad hun operatie-planuen met goed gevolg geheim gehouden. Terwijl allerlei geruchten in omloop waren over de plaatst, waar de Japansche transportschepen, die voor eenigen tijd uit Hiroschima vertrokken, haar troepen aan wal zouden zetten, werd in het geheim een legercorps van 15000 man geland in de nabijheid van Port-Arthur, de Chineesche haven, aan de golf van Petchili. Deze troepen, aangevoerd door den bekenden generaal Yamagata, den over- winnaar van Ping-Yang, hebben in de nabijheid der haven eene sterke positie ingenomen en wachten slechts op een gunstig oogenblik om Port-Arthur aan te vallen. De Japansche vloot bevindt zich in de nabijheid, teneinde het legercorps tegen een aanval van de zeezijde te beschermen. Aldus word aan de New-York Herald uit Shangai z/Neen" hernam hij thans eveneens bits, »gemis aan kapitaal kunnen door vlijt, bekwaamheid en werkkracht ruimschoots vervangen worden. Uwe liefde is het wat mij ontbreekt, uw goede moed dat zijt gij 1" z/lk stamelde zij eenigzins opgewonden. z/Ja gij Indien gij moedig met mij het onvermijdelijke woudt dragen, indien gij mij door uwe liefde kracht poogdet te geven, zou het anders kunnen worden. Maar uw wanhoop is voor mij een onuitgesproken verwijt, herinnert mij aan mijn ongeluk, maakt mij het leven tot een last, verlamt mijne hoop, mijue werkkracht. Gij zijt het, Ernestine, die mij belet, vooruit te gaan nu weet gij alles Hij had zijn hoed genomen en was gegaan. Gelijk zoo dikwijls, gelijk altijd, bleef zij alleen in hare schamele woning achter. En de lentezon, die haar in 't gezicht lachte, scheen den spot met haar te drijven. Zij weende. Heinrichs beschul- digingen hadden haar diep getroffen hoe meer zij de waarheid zijner woorden gevoelde, des te droef- geestiger werd hare gemoedsstemming. Zij ging naar het venster en zag op de groote binnenplaats neer. Daar was een arbeidersvrouw bezig met het ophangen der wasch. In den korf zat een klein kereltje te wachten, totdat zijne moeder kwam, om zich door hem een der klem- loutjes te laten geven, waarmede hij speeldetwee andere kinderen een meisje en een jongen, hielpen de moeder ijverig mee. Thans betrad een arbeider, blijkbaar de vader, de binnenplaats. En toen hij de groep zag, lachte hij luid en met hem lachte de vrouw, lachten de beide schelmen, lachte het deine kereltje in zijn korf het was hartver- gemeld. Blijkt dit bericht juist te zijn, dan zullen de Chineezen in het noorden weldra tusschen twee vuren komen, want het hoofdcorps der Japanners is nu bij de Yaloe-rivier aangekomen en wacht daarop de aankomst der kanonnen, om de Chineezen, die aan de overzijde der rivier gelegerd zijn, aan te fasten. Port-Arthur is een sterke plaats, maar de ver- sterkingen, waardoordeze haven wordt verdedigd,zijn in de eerste plaats aangelegd tot het afweren van een aanval van den zeekant. Aan de landzijde zijn ook forten gebouwd. Evenwel zijn natuurlijk deze forten niet zoo sterk, daar aan een aanval over land eerst in de laatste plaats werd gedacht. Bovendien wordt Port-Arthur verdedigd door 7000 Chineesche soldaten. De verovering van deze haven zal der- halve den Japanners zeker niet zoo gemakkelijk vallen als de bestorming der schansen, welke de Chineezen inderhaast bij Ping-Yang hadden opge- worpen. De ambtenaren bij de posterijen en de telegrafie mogen dit jaar met buitengewone belangstelling het voorloopig verslag der Tweede Kamer te gemoet zien, over hoofdstuk IX der Staatsbegrooting (Waterstaat, Handel en Nijverheid). Naar men verneemt, wordt aan dit verslag een nota toegevoegd, door den heer Mr. H. Goeman Borgesius in de door hem gepresideerde 4e afdeeling der Kamer voorgelezen, waarin op zakelijke gronden wordt aangedrongen op een reorganisatie dier ambtenaren, in verband met een verbetering van de positie der klerken en een gewenschte afschaffing der surnumerairs, der jongelieden, die na afgelegd examen in afwachting eener benoeming tot commies, in dienst worden gesteld, zonder eenig salaris. Dit heeft tot gevolg, dat de hoogere betrekkingen bij beide takken van dienst, alleen openstaan voor zulke jongelieden, wier ouders in de gelegenheid zijn ze nog gedurende eenige jaren op hun kosten te laten leven. Het huldeblijk der werklieden aan den afge- treden Minister Tak van Poortviiet werd Zondag dezen aangeboden. Vele belangstellenden waren in het gebouw der 's Gravenhaagsche Ambachts- vereeniging samengekomen om daarvan getuigen te zijn. De voorzitter der werkliedenvereeniging z/Ontwikkeling", de heer Coeland, hield eene toe- spraak tot den oud-Minister en herdacht de politieke gebeurtenissen, die oorzaak waren van zijne aftreding. Na hem betrad de heer De Clerq, voorzitter van scheurend, hoe vroolijk deze familie daar beneden was. Ook de zon straalde nog altijd ongestoord in de armoedige kamer; het was alsof alles er alleen was, om Ernestine te doen gevoelen, hoezeer haar man gelijk had. Als zij met hem en het kind uitgegaan ware, vriendelijk, blijmoedig, als hij weer een tevreden, gelukkig gezicht gezet, als hij gelachen had, evenals die arbeider daar beneden, als hij dankbaar, teeder gestemd ware hoe schoon 1 Maar, ging zij voort, dat zou niet lang duren. Gesteld, dat zij vandaag met hem was gegaan, dan zouden zij des avonds dezelfde ellende in huis teruggevonden hebben. Yermoeid en hongerig zou zij het huiswerk hebben moeten verrichten, om morgen een nieuwen dag van ellende tegemoet te zien. Neen, neen, het was onverdragelijk 1 En vermoeid en verdrietig kwam Heinrich dien avond tehuis. Hij had vandaag te vergeefs gewerkt. Terwijl hij daar nu zat, hongerig en toch zonder genot zijn avondmaal verteerend, kwam het berouw bij hem op. Alleen het regelmatige ademen van ret kind verbrak de stilte. En terwijl beiden onwillekeurig naar het zachte geluid luisterden, was let alsof een onzichtbare band zich tusschen hen cnoopte alsof beiden raadden wat in den ander thans omging. En Heinrich zeideGij hadt van middag gelijk, Ernestine; gij hadt gelijk, wij conden en mochten niet uitgaan, zooals daglooners, voor wie het een lichte last is, des Zondags hun rind te dragen, omdat zij op werkdagen geheel andere lasten hebben te torschen. Gij zijt nog te jong, zijt te schoon, om reeds te ontberen, en men kan niet van u verwachten, dat gij de ellende met berusting draagt. Van eene vrouw moet men de smidsgezellenvereeniging ,St. Eloy" het spreek- gestoelte en betoogde de noodzakelijkheid der uit breiding van het kiesrecht, teneinde de gewenschte verbeteringen tot stand te brengen. IS a het huldelijk beschouwd te hebben eu daarvoor zijn dank te hebben betuigd, hield de heer lak eene rede, waarin hij o. a. ook de kalme en bezadigde houding der werklieden prees, gedurende en na afloop der kiesrechtvoorstellen en erkende, als zijne overtuiging, de rechtvaardigheid der uitbreiding van het kiesrecht, waardoor ook de werkman zijne belangen kan doen wegen bij het bepalen der algemeene richting van het landsbestuur. Hij spoorde aan, als rustige burgers eendrachtig samen te werken, om die uitbreiding te verkrijgen, ter bevordering van de verbetering der maatschap- pelijke toestanden en versterking van het volksleven langs ordelijken weg. Na een slotwoord van den heer Coeland ging men uiteen. De landbouwers in de omstreken van Breda hebben veel last van een soort kleine witte slakken, welke op het groenland met millioenen voorkomen. Een koolblad op zoo'n land geworpen, wemelt in een oogenblik van dit goedje. Geheele akkers zijn kaal gevreten, zoodat vele boeren niet durven beginnen met het zaaien van koren. Een spoedig invallende vorst zou aan deze plaag een einde kunnen maken. Een W oensdag uit Batavia ontvangen telegram luidt Nieuwe benting opgeworpen, ten oosten van Mataram, bewapend met 6 kanonnen van 12 c.M. Hevige regens beletten de operaties tegen den vijand, men wacht intusschen op hulp der Sasaks. Uit een brief van een sergeant opgenomen in de Purmerender Ct. gedateerd Ampenan 4 Sept. De Biliers schieten met de nieuwste geweren en patronen zonder kual, men hoort anders niet dan psssst. Alls ging op de vlucht met achterlating van de dooden en gewonden en het geld der kwartier- meesters. Voor de eigen oogen had men gezien hoe de gewonden mishandeld en de lijken verminkt werden, zonder dat men er iets aan doen kon. Een sergeant, een goede kennis van mij, vroeg bij het vluchten nog, of men hem dood zou schieten daar hij niet loopen kon, het was te vergeefsch, men liet hem een pot jenever achter, opdat hij zich dood zou drinken, maar juist de vijand was er al, zijn lichaam werd in stukken gesneden, deze met petroleum begoten en verbrand levend en niet verwachten, dat zij door eigen kracht zich opwerkt tot zekere hoogte dat kan alleen de man, terwijl gij in het gunstigste geval in staat zijt, om u omhoog te laten dragen. Ea daarom had ik ongelijk, daarom neem ik mijn verwijt terug. Ik alleen draag de schuld. Ik alleen ben het, die den weg zal moeten vinden, waarlangs gij ten minste uit deze toestand verlost wordt. En ik zal hem vinden 1" Bij zijne eerste woorden was eenige neiging tot medelijden bij haar opgekomen. Als zij hem thans om den hals viel, hem vergiffenis vroeg, hem opnieuw heur hart gaf alles zou nog kunnen veranderen. Maar toen hij in zijnen trot- schen overmoed voortging, toen kwam eene andere gedachte bij haar op. at Zij zou niet in staat zijn, zonder zijne hulp, zekere hoogte te bereiken Zij zou het alleen aan hem verschuldigd zijn, als zij ooit weer kon neerzien op hare tegenwoordice positie? En van dezen dag af was haar gemoedsleven veranderd, ofschoon het uiterlijk on veranderd bleef. Een ander „omhoog" stond thans voor hare ziel, een streven naar ontbering, naar onbaatzuchtige liefde. In haar lot te berusten, goed, vriendelijk, opgeruimd, geduldig te zijn, zelfs in deze armoede haren man gelukkig te maken dat was haar streven. El ken dag en elk uur stond dat als schoone mogelijkheid voor haar geestesoog. Hem met open armen eu met een opgeruimd gezicht tegemoet te Snellen, als hij thuis kwam, tevreden zijn, hem zijn lot te verlichten door het zelf met gelaten- heid te dragen. (Wordt vervolgd) E (01 RAM lilt l>lml verschijnt ISinstlag- en VriJilaKavonil bij «Ien nitgever 1*. J. V A S D G 8 A M O E te Ter tVeuzen. W—P—i—

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 1