BIJVOEGSEL
Ter Hetizsnschs Courant.
Binnenland.
Gemengde berichten.
Zaterdag 6 October 1894. No 3069.
In de vergadering van den geneeskundigen
Raad voor Zeeland en westelijk Noord-Brabant,
onder voorzitterschap van dr. A. v. d. LoefF, werd
o.m. medegedeeld, dat de te Vlissingen en Ter Neuzen
voorgekomen gevallen van cholera asiatica blijkbaar
uit Antwerpen zijn overgebracht. Dat in Zeeland
geen andere soortgelijke gevallen zijn voorgekomen,
maar wel in drie gezinnen in Westelijk Noord-
Brabant.
l)e kogels van de nieuwe geweren, die men
voor ons leger wil aanschaffen, gaan afgeschoten
op een afstand van 100 meters door een blok
vurenhout van 1,10 meter, en op 900 meters nog
door hout van 27 duim.
Op korte afstanden kunnen door een enkelen
kogel 4 achter elkaar staande manschappen buiten
gevecht gesteld worden.
Een in de richting staande infanterisl wordt met
het 6,5 m.M. geweer hinnen 600 M. steeds ge-
troffen, wanneer de schutter slechts horizontaal voor
zich uit schiet.
De snelheid van vuren kan tot 20 goed gerichte
schoten per minuut opgevoerd worden.
Het mindere gewicbt der mnnitie geeft het
voordeel, dat de soldaat 160 patronen van dit
geweer zal kunnen medevoeren, tegen 100 van
het thans in gebruik zijnde.
Men schrijft de nit Haarlemmermeer
Hoe ver de voorschriften in zake besmettelijke
veeziekte zich nitstrekken, blijkt uit hetvolgende:
Onder het rundvee van een veehouder te H.
werd mond- en klauwzeer geconstateerd het vee
werd gemerkt en de borden geplaatst. Nu heeft
deze zelfde veehouder in een andere gemeente op
ruim twee unr afstand van zijn woning ook nog
jong vee loopen, dat echter met zijn aangetaste
runderen nog nooit in aanraking is gekomen, terwijl
hij of zijn knechts in geen weken daarbij zijn
geweest; doch ook dit vee werd verdacht verklaard
en de wettelijke bepalingen werden daarop toegepast.
Is het wonder dat de ontevredenheid onder de
boeren groot is vraagt de Telegraaf.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank te Middclburjr.
De rechtbank heeft in hare zitting van 5 Oct.
het volgende vonnis uitgesproken
J. K., oud 46 j., metselaar te Ter Neuzen, is
wegens diefstal veroordeeld tot 1 maand gevau-
genisstraf.
Uit Beilen wordt aan de Asser Ct. gemeld,
dat zeker persoon, wonende te Hijken, zich Vrijdag
jl., terwijl hij bezig was den schoffel te scherpen
bij het plaggensteken, de rechter wijsvinger heeft
afgesneden.Hij had zich dezer dagen voor het
Ned. Oost—Indisch leger laten engageeren en was
Donderdag met zijn handgeld ad 300 met verlof
thuis gekomen.
Dat bij een werkstaking de zaken bij een
dagblad wel eens in de war loopen, blijkt o. a. uit
de volgende adv. in een der bladen
,,Waschvrouw, waarvoor wordt ingestaan, denzelf-
den prijs. Buitenland 5 c. per KGr. hooger.
Overtuigt u van de glanzige en fijne qauliteit
en vraag monster a 1.40 nette verpakking."
In verband met de beslissing, genomen op
de te Zwolle gehouden landelijke meeting tot op-
heffiug van het privaatbezit, heeft de heer Van
Kol (een der vele sprekers) gote'egrafeerd aan de
firina, die Van Kol's, gedurende zijn ambachts-
loopbaan opgespaarde, nogal belangrijke kapitalen
administreert, om die te verdeelen onder de op-
gezetenen van die gewesten, waar hij als ingenieur
van den Waterstaat heeft werkzaam geweest.
Een nieuw spelletje van de jeugd om
een fim straaltje petroleum door een brandenden
lucifer te blazen, waardoor een vuurstraal ontstaat,
veroorzaakte te 's Gravenhage een ongeluk, dat
betrekkelijk nog goed afliep. Een juffrouw werd,
hetzij met moedwil of bij ongeluk, getroffen door
den vuurstraal en haar haren en wenkbrauwen
geraakteu dientengevolge in brand. Een flinke
jongen trok fluks zijn boezeroen uit, wierp dit de
juffouw over het hoofd en voorkwam daardoor
grooter onheilen.
Gewoonlijk gaat van Janmaat den roep van
goedhartig en gulheid uit en zeker niet onverdiend.
Wie zich echter eergistermiddag in de Conrad-
straat te Amsterdam bevond bad zich naar
men meldt kunnen overtuigen dat onzen kolo-
nialen ook kunnen geven van hun schraal deel en
dat het spreekwoord „de deugd wordt beloond"
nog wel eens bewaarheid wordt.
Drie kolonialen, de kwartiermuts eenigzins
opzijde, kregen den inval varkenskoppen te koopen.
Zwaaiende, met de begeerde koppen, ongeveer als
een Indiaan met een scalp, wildeu zij den winkel
verlaten, toen een arme drommel, 'n werklooze, de
zotien van Mars om een bete voedsel verzocht.
Er werd niet veel gesproken, maar de vrager
was het volgend oogenblik in het bezit van een
der koppen.
Do<;h er volgde meer, de spekslagersknecht was
namelijk tot de ontdekking gekomen dat een der
militairen een rijksdaalder te veel had betaald en
was eerlijk genoeg het geld terug te geven.
Zooveel deugd moest beloond worden en na om
den slager een krijgsdans te hebben uitgevoerd
verliet het drietal met den knecht den winkel,
om hem in de dichtsbijgelegen tapperij het loon
zijner deugd uit te betalen.
Als een bewijs hoe verregaand somtijds de
spot wordt gedreven met alle vermaningen en
wenken op geueeskundig gebied, diene het volgende
Een Rijks—veearts hield in Noord-Holland een
inspectie over het vee, lijdende aan mond- en klauw
zeer. Hij waarschuwde op eene hofstede de boerin
voorzichtig te zijn met het gebruik van de melk
en die als voorzorgsmaatregel in ieder geval te koken.
De boerin keek hem lachend aan en zei, dat zij
wel wijzer zou zijn. Zij geloofde niets van al die
kunsteu, want dan zou haar zoontje zeker reeds
lang ziek zijn. En wat bleek nu De kleine
deed vaak zijn maal met brokken roggebrood, die
uit den bek vielen der lijdende dieren en meestal
met slijm waren overdekt.
#Ocb, hij houdt er zoo van", zeide de waardige
moeder, //en, ziet ge wel, hij groeit als 'n kool".
Een ontzettende misdaad werd in den nacht
van Vrijdag op Zaterdag te Ausath, in de nabijheid
van Crefeld, gepleegd. Drie mannen drongen in
de woning van de familie Riitters, die een bakkers-
winkel hondt, door. Twee broeders, 58 eu 60
jaar oud werden door messteken gedood. De vier
overige familieleden werden alien zwaar gekwetst
en Zaterdag stierf reeds een er van, een jong
rneisje. Een buurman, die de ongelukkigen te
hulp wilde Snellen, gleed op de met bloed overdekte
trap uit en brak een been. De misdadigers hebben
de vlucht weten te nemen.
BRIEVEN UIT DE MAASSTAD.
Earner van Koopliandel en Fabrieken
te Ter Nenzen.
Vergadering van Donderdag 4 Oct. 1894.
Voorzitter den heer H. G. E. van IJsselsteijn.
Verder aanwezig de heeren Van Rompu, De
Jonge, Van de Velde en Schalk.
Afwezig de heer Hamelink met en de heer
Tholens zonder kennisgeving.
Na opening der vergadering leest de secretaris
de notulen der vorige zitting, welke worden
gearresteerd.
Hierna doet de Voorzitter mededeeling van de
ingekomen stukken
1°. Eene beschikking van den Minister van
Financien op het adres der Kamer, o. a. ver-
zoekende afschaffing van alle scheepvaartrechten
op het kanaal alhierde Minister deelt mede
dat in afwachting van de plannen die in over-
weging zijn tot afschaffing dier tollen door het
geheele rijk, in de heffing voor het kanaal alhier,
geene verandering kan worden gebracht. Daar
de verdere punten van het adres behoorden tot
het departement van Waterstaat, is het door
Z. Exc. naar dat departement verzonden.
2°. Een schrijven van A. Dieleman, koopman
in aardappelen te Axel, aan de Kamer ver-
zoekende pogingen in het werk te stellen om
den willekeur der Duitsche douanen tegen te
gaan. De aardappelen die naar Duitschland
vervoerd worden, moeten n.l. begeleid zijn van
een verklaring dat in de streek van herkomst
de Colorado kever niet aanwezig is. Nu zijn
door adressant eenige wagons aardappelen naar
Keulen verzonden, niet vergezeld van een cer-
tificaat, welke zonder aanmerking werden door-
gelaten, terwijl eene latere zending is aange-
houden. Het komt adressant vreemd voor dat
de eene bezending xoel en de andere niet wordt
doorgelaten, en het laatste zal hem een groot
ver lies berokkenen.
De heer Schalk zegt dat de wet in Duitschland
eischt dat die artikelen vergezeld gaan van een
certificaat van oorsprong, af te geven door het
consulaat. Nu zou dat voor plaatsen als b.v.
Axel en Hulst nogal bezwarend voor de handelaars
zijn om zoo'n certificaat te komen halen telkens
als er een wagon geladen is, waarom voor die
plaatsen kan worden volstaan, met een verklaring
van den burgemeester, wat niets kost. Nu
kan het gebeuren dat er wel eens een bezending
zonder certificaat wordt doorgelaten, maar de
wet eischt het toch en spreker meent dat het
voor de handelaars maar het beste is om alles
zoo te laten, daar hij anders de mogelijkheid
voorziet, dat alle bezendingen voortaan van
conmlaire certificaten moeten zijn voorzien.
De Voorzitter stelt voor, om aan adressant
in dien zin te antwoorden, terwijl hij verder
opmerkt, dat deze nog van geluk mag spreken
dat ook de eerste bezending niet is aangehouden.
Aldus wordt besloten.
3°. Eene circulaire van de Ned. kolonie te
Hamburg, waarin den steun der Kamer verzocht
wordt, aan het door die kolonie aan de Tweede
Kamer gericht adres, verzoekende te bewerken
dat te Hamburg een geboren Nederlander als
consul-generaal worde benoemd. Dit verzoek
wordt gegrond op de omstandigheid, dat vele
andere bij name genoemde rijken zulks ook
hebben gedaan en dat het verder ten zeerste
is in het belang der Ned. kolonie, daar niemand
beter dan een Nederlander voor hare belangen
kan zorgen.
Op voorstel van den Voorzitter werd besloten,
met het oog op de billijkheid van heU verzoek,
adhaesie te verleenen. De heer Schalk hield
zich buiten stemming.
4°. Een schrijven van de K. v. K. te
Bergen op Zoom, benevens een afdruk van het
door die Kamer aan den Minister van Financien
verzonden adres, betreffende de geheimhouding
der kohieren van de bedrijfsbelasting. De Kamer
van Bergen op Zoom acht de geheimhouding
niet voldoende gewaarborgd, daar de inspecteurs
enz. zelf klerken aannemen, die met de kohieren
bekend geraken, terwijl zij niet onder eed staan
en hunne betrekkingen uit den aard der zaak
veelal slechts tijdelijk zijn. De Kamer verzocht
den Minister hiertegen maatregelen te nemen
en vraagt ondersteuning van haar adres.
De Voorzitter is van meening dat hetgeen
in het adres gevraagd wordt onmogelijk is. De
Minister kan zich met al die mindere schrijvers
die voor het werk worden vereischt niet in
betrekking stellen. Buitendien ziet hij in het
openbaar worden der kohieren geen bezwaar.
Bij de patentbelasting waren de kohieren ook
openbaar.
De heer Schalk stemt hiermede in, zeggende
dat die van den hoofdelijken omslag ook openbaar
zijn.
De heer Van Rompu wijst er op dat de
aanslag bij de vermogens- en bedrijfsbelasting
op eigen aangifte berust en wordt het kohier
openbaar, dan wordt men door het gemeente-
bestuur naar dien maatstaf in den hoofdelijken
omslag aangeslagen.
De heer Schalk zegt, dat die eigen aangifte
toch niets beteekent. Dat wordt eenvoudig
gesohrapt en men wordt aangeslagen buiten
aangifte.
Op voorstel van den Voorzitter wordt het
schrijven voor kennisgeving aangenomen.
5°. Een schrijven van de K. v. K. te Schiedam,
verzoekende adhaesie aan haar adres aan H. M.
de Koningin Regentes, waarin zij zich verklaren
tegen het invoeren van beschermende rechten
op granen, daar men hierdoor geen verbetering
zal krijgen in den kwijnenden toestand van de
industrie en landbouw. De Kamer wijt dien
stand van zaken aan het meer en meer afschaffen
van indirecte en het invoeren van directe be-
lastingen, en het aannemen van het goud als
waardemeter. Zij dringt verder aan om te
onderzoeken de mogelijkheid om verbetering te
krijgen door het invoeren van indirecte belastingen
en het aannemen van de dubbele standaard
(goud en zilver) daar de Kamer van meening
is dat het geld dan een vaste waarde zal behouden.
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aan
genomen.
Verder zijn ingekomen statistieke opgaven,
verslagen van Kamers van Koophandel, enz.
De secretaris doet mededeeling dat bij Konink-
lijk besluit van 10 Aug. zijn vastgesteld de
vereischten voor de kiezers voor leden der Kamer
van Koophandel. Het is verder de taak van
het gemeentebestuur om in November de kiezers
op te roepen.
Bij de rondvraag vestigt de heer Van Rompu
de aandacht op de tegenwoordige dienstregeliug
der lijn Gent-Ter Neuzen. Hij stelt voor om
aan de maatschappij te verzoeken den trein van
8 uur 's avonds uit Gent weder te laten loopen
hij meent dat dit meer in het belang van het
publiek zou zijn dan die van 5 uur. Als men
nu b. v. naar Sas van Gent moet, is men genood-
zaakt om te 12 uur te vertrekken en is dan
's avonds om 8 ure pas thuis.
De heer De Jonge is van meening dat de
trein van 5 ure 't meest gebruikt wordtdit
met het oog op de graaumarkt te Gent.
De heer Van Rompu zegt, dat die des Vrijdags
toch rijdt en dat de laatste trein voor velen
gemakkelijk is.
De Voorzitter merkt op dat men nu b. v. niet
naar Charleroi in een dag heen en weer kan.
De heeren Schalk en Van de Velde zijn van
meening dat het onbillijk is om dien trein van
de maatschappij te vergen, met het oog op het
geringe aantal passagiers dat er gebruik van
maakt, waartegen de heer Van Rompu aanvoert
dat als met het oog op de passagiers moet
gereden worden, althans van hier tot Selzaete,
men het wel met een halve trein per week
kan doen. Verder zegt hjj, dat het gedurende
VAN DE
Rotterdam, 5 October 1894.
Het overlijden van een onzer eminentste landgenooten, die
gedurende een lange reeks van jaren mijn stadgenoot was,
van den bescheiden en knappen kunstenaar Charles Rochussen
is, ook in dit blad, reeds vermeld. Ik gevoe] desniettegen-
staande behoefte in mijn kroniek nogmaals van dit verscheiden
melding te maken om er aan vast te knoopen de mededeeling
van enkele persoonlijke herinneringen die bp den edelen
mensch Rochussen een gansch eenig licht werpen, ik gevoel
behoefte te trachten den lezer te do en gevoelen, althans te
doen begrijpen mijne diepe vereering voor den uitstekenden
grijsaard. En daarmede wil ik dezen brief aanvangen.
Jarenlang heeft Charles Rochussen geleefd in de stad waar in
meening en begrijpen uitsluitend domineeren de zaken die
den handcl betreffen, alleen voor zijn kunst, die hij lief had
en die hij beoefende niet voor den winst, niet voor de roem,
maar omdat hij niet anders kon, met andere woorden omdat
hij in de daad, tot in hart en ziel kunstenaar was. Getrouwd
is hij nooit geweest, in de eenzaamheid van zijn eigen steminig-
karaktervolle binnenkamer leefde hij tevreden in zijn kunst,
gelukkig in zijn weldoen. Alleen in het laatst van zijn leven,
toen al de vrienden, die hem tot heden bezochten en zijn
stille uurtjes verlevendigden, hem begonnen te ontvallen,
begon hem dat alleen leven te drukken.
Je blijft langzamerhand zoo alleen staan in de wereld, zei
hij mij vaak en hij herhaalde het met nadruk toen ik hem
op zijn tachtigsten verjaardag, zijn laalste helaas, geluk kwam
wenschen en de hoop nitspreken op een nog lang en gelukkig
leven. Je blijft zoo alleen staan, alles wat je lief was
ontvalt je. De nieuwe stroomingen in de begrippen van
onzen tijd gaan mij voorbij, een heel eind van mij af en
dan vraag ik mijzelve wel eensbehoor ik, met mijne op-
vattingen, die mij heilig zijn en die ik nooit verzaken wil,
nog wel tot deze dagen, ben ik als kunstenaar, en misschien
ook als mensch, niet te oud geworden
Er ligt een oneindige weemoed in deze woorden van den
voortreffelijken grijsaard, woorden die hun oorsprong vonden
vooral in het feit dat zijn medekunstenaars, vooral dejongeren,
duidelijk toonden aan zijn raad geen behoefte meer te hebben,
dat zij hem in algemeene zaken zelfs volstrekt niet meer
raadpleegden. Dat was dom, onhandig en ondankbaar van
die medekunstenaars, want tot op den laatsten dag is Rochussen
gebleven de uitstekende raadsinan, de vlugge heldere kop
die dadelijk alles overzag, die dadelijk alle feilen ontdekte.
Ik, die de eer had te behooren tot de bevoorrechte jonge-
lieden die hij ontving, ik heb altijd, zelfs nog een week voor
zijn dood verbaasd gestaan over den rijkdom van kennis die
in dat oude hoofd was, over de aangename wijze waarop hij
zijn ideen mededeelde. Nooit verliet men hem zonder iets
te hebben geleerd. In de kennis van de Yaderlandsche ge-
schiedenis vooral stond hij groot en eenig, naast Van Lennep
en Tergouw zal in de toekomst zijn naam genoemd worden
als die van den besten hisloriekenner van zijn tijd.
Hij was edel, hulpvaardig, welwillend en bescheiden.
Er zijn staaltjes van zijn voortreffelijke eigenschappen die
weinigen bekend zijn, er is niets indiscreets in, als ik die,
nu bij dood is, mijn lezers mededeol.
Hij had 12 ridderorden en hij droeg die nooit, zelfs niet
den er van, eerst na zijnen dood heeft zijne familie die ge-
vonden.
Vroeger, in zijn beste dagen, kwamen er vaak ouders bij
hem met hunne kinderen om die goeie meneer Rochussen
»te vragen" wat hij er van dacht, as ze den jongen schildcr
maakten. Met een ongeloofelijke welwillendheid en mot eon
onbegrijpelijk geduld want geduld was nooit een zijner
deugden, hij kon zich soms om een kleinigheid verbazend
driftig maken zette hij zich aan tafel, liet den adspirant
schilder toekenen en kladden, prees zijn aanleg. roemde zijn
toekomstals de jongen schilder werd en raadde den ouders
hem daartoe in de gelegenheid te stellen. Hoe dikwijls hij
die taak heeft overgenomen,dat wist hij zelve en dat mag
ook geen publieke zaak worden. In dezen had hij echter
wel eens het gebrek van zijn deugd hij mistte den moed,
den ouders het ontbreken van talent bij hun zoon mede te
deelen dat zou zoo honds geklonken hebben en zoo
raadde hjj een wijding aan de sch'ilderkunst niet af, waar dit
feitelijk z\jn plicht zou geweest zijn.
Niemand was voor jonge collega's hulpvaardiger dan hij.
Prullen heeft hij in zijn leven gekocht, alleen om don maker
niet te ontmoedigen, beginners heeft hij als groote artiesten
betaald, omdat hy iets goeds zag in hun werk en omdat
hij geloofde hen een aansporing te moeten geven »'kweet
bij ondervinding wat dat waard is" placht hij te zeggen.
Rochussen had vele vrienden in zijn lang leven. De diersto
was hem Mr. J. van Lennep. Och, als hjj 'tover »Jaap"
had raakte hij niet licht uitgepraat. Zooals men weet heeft
by Van Lennep's werken ge'illustreerd en de dagen die
daaraan vooraf gingen, de dagen waarin hij met Jaapsamen
was rekende hij tot de gelukkigste van zijn leven. Hij
was zoo vroolijk, die beste kerel, en hij wist zoo veel. Kareltje,
Kareltje heeft hij me dikwijls gezegd, wat vind ik het leven,
als we zoo gezelligjes met onze kunst en onze wetenschap
samen zijn, toch gezond prettigHeel wat anders nietwaar
dan de tegenwoordige meeningen over het leven en het
bestaan. Ach, de ouden van mijn tijd, als daar waren
Potgieter, Bakhuijzen van den Brink, Tergouw, Van Lennep,
Vosmaer en anderen waren zoo vrij en zoo gelukkig in het
leven. Tollens ook, Tollens was de boezemvriend van mijn
vader, een norsche ruwe man, die Tollens, 'k heb heel wat
opstoppers van hem gehad, maar hij had een verbazend
vroolijken kijk op het menschenleven. Zoo hoort het ook,
men wordt er oud van.
Nog in leven zijn zeer weinige vrienden Schimmel,
Mesdag, Israelsen zij hadden hem lief met groote warmte.
Men had den kleinen zenuwachtigen Israels aan het graf
moeten zien, nijdig telkens een traan wegpinkend, en den
grooten breeden Mesdag, het hoofd gebogen, bijtend op zijn
onderlip om te kunnen begrijpen hoe het heengaan van
vriend Rochussen hen smartte.
Rochussen was niet alleen een menschenvriend, hij was ook
een dieren vriend, dagelijks toefde hij uren in de Diergaarde,
met groote zakken brood en kaakjes bij zich, voedend de
beesten, die hem alle kenden. Daarom stelde Willem van
Zuijlen voor, het voorstel blijft toch wat dwaas, een buste
van Charles Rochussen in de diergaarde te zetten.
Eindig ik mijn korte beschouwing met den wensch dat,
welke plaats de nakomelingschap ook aan zijne werken toe-
kenne, de herinnering aan den edelen mensch Rochussen en
aan den eerlijken serieusen kunstenaar Rochussen levendig
moge blijven
De verloopen week heeft voor mijn kroniek van gebeurte-
nissen in rechtszaal, in raadzaal en op straat niets opgeleverd
dat een uitgewerkte vermelding waardig is. Het verhaal van
bnitengewone diefstallen, vechtpartijen enz., bevatten deze
kolommen reeds.
De werkstaking der sigarenmakers blijft voortduren, zonder
de minste hoop op een spoedig einde, die der timmerlieden
wordt krachtig voorbereid en er is nu zelfs ook sprake van
een strike onder de typografen in navolging van die te
Amsterdam.
Zaterdagmorgen zijn van hier een tweehonderdtal kolonialen
naar Batavia vertrokken. Dit vertrek geschiedde tot op deze
dagen zonder formaliteitenonder toezicht van een paar
dienderssedert de treurige gebeurtenissen op Lombok even-
wel, pleegt men er een plechtigheid van te maken.
Dan komt de schutterij en de weerbaarheid onder de wapenen
met de bij die korpsen behoorende muzikanten, zij begeleiden
de jonge mannon naar de »Indische boot" en scharen zich
daar om de toespraken van den kolonel van het werfdcpot
te Harderwijk aan te hooren. De plaatselijke bladen geven
zeer serieuse verslagen van dergelijke plechtigheden, spreken
zelfs van geestdrift, van getoonde vaderlandsliefde enz. Ik
vind dat alles niet goed, de in dezen gevolgde methode is
niet de ware, men behoort, als men lieden die ten strijde
trekken uitgeleide doet, geen comedie te spelen.
En dat gebeurt, zoo zelfs dat het de eerlijk denkende lui
in hooge mate ergert. Of is het niet ergerlijk dat de kolo
nialen gedwongen worden te roepen lcve de Rotterdamsche
weerbaarheid" of »leve de gemeente Rotterdam" of dergelijke
dwaasheden, zooals dat Zaterdagmorgen geschiedde. En dan
die toespraken, o. a. een van den kolonel van onze schutterij
een beste brave man die in jenever handelt, die veel verstand
van spiritus heeft, maar van goed militairisme bitter weinig
snapt.
't Is alles een onedele comedie. De meeste toesehouwers
spraken er aldus van, en 't is noodig dat er in de pers eens
op gewezen wordt.
Geen toespraken van lui, die gewoon zijn kurken te keuren
of krenten te wegen. geen »dappere broeders" uit den mond van
iemand die geen ander vuur geroken heeft dan het haardvuur.
Een man als Jhr. de Casembroot, die door zijn verleden in
Indie prestige heeft, spreke den krijgers kort en krachtig toe
een enkel »leve de Koningin, leve het vaderlanden dan,
torwijl de menschen op den wal een »leve de Iadische
soldaten" aanheflfen, een groet van het moederland, beginne
de reis. Maar hier geen leugen en geen comedie. Dat is
onwaardig.
D