Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, No. 3051. Zaterdap; 4 Augustus 1894. 34e Jaargang. Gemengde bericbten. Gemeenteraad van TerNeuzen. ijvoegsel van de Ter Heuzensche Courant Te Maastricht is de Aziatische cholera uitge- broken in het noordelijk deel der stad en wel in Quartier Amelie, Haven, Singelweg, Maagdendries en St. Antoniestraat. Enkele der aangetasten hebben geweigerd naar het gesticht Calvarienberg te worden overgebracht. Aangetast werden tot Dinsdagmiddag 17, van wie 8 overleden, terwijl 9 in behandeling blijven. Waaraan de plotselinge inval der gevreesde ziekte in Maastricht wel moet worden toegeschreven altlus vraagt Ons Zuiden. En het blad geeft volgend antwoord 't Is moeielijk zulks te bepalen en dat onderzoek ligt niet op ouzen weg, maar wel zouden wij mogen vragen of de groote onverschitligheid van het volk, het in den wind slaan van alle waarschuwingen van de geneeskundige autoriteiten, niet veel daaraan schuld dragen. Alhoewel herhaalde malen is gewaarschuwd om niet in de Maas of het Kauaal te zwemmen ot te baden, daar deze beide watereu besmet zijn, wordt er toch voortdurend in de Maas gezwouimeu, en Zaterdag en Zondagmorgen zagen wij verschillende personen op de hoogte van de Eaainstraat en het Kauaal zwemmen. En toch is door het bacteriologisch onderzoek bewezen, dat het KaDaal op 1 liter water 1000 en de Maas op 1 liter 8000 cholera-bacillen bevat. Men ziet dus dat het gevaar van besmetting niet gering is. Herhaalde malen is door het gewestelijk bestuur op dit gevaar gewezen en hebben de burgemeesters eene aanschrijvmg daaromtrent ontvaugen. Eveuwel schijuen zeer veel personen geheel on- kundig te zijn gebleven van deze waarschuwing, zoodat zij het gevaar niet kennen. Men verhaalt ons o. a. zonder dat wij voor de waarheid ervan durven instaan dat de werklieden, bezig aan het afgraveu van de Groote Griend, voortdurend Maaswater drinken. Buitendien wordt overal onrijp of halfrijp ooft te koop aangeboden, terwijl de overvloed van pruiinen allicht leidt tot een overmalig gebruik van deze altijd eenigszins gevaarlijke vrucht. Als een voorbeeld hoe somtijds de welmee- nendste raadgevingen van autoriteiten tegeu het gebruik van water uit besmette rivieren worden opgevat en nagekoiuen, meldt een der correspou- denten van het Nieuws het volgende Hinsdag wandelde ik langs den Waalkant en zac eene vrouw uit de rivier de A/V aal water schep- pen. Ik sprak haar aan en herinnerde liaar dat deze rivier onlangs besmet was verklaard, doordat er uitwerpseleu in geworpen waren van ieinand, die aan cholera was overleden, en raadde haar daarom aan het water, volgens voorschrift, eerst te koken. En welk antwoord kreeg ik ,ylk en mijn kerel en mijn keinders zullen het zoo drinkea zoude dan geleuven, as da ge dan de koleera nie kreeg Ouze lieve Heer het ;t waoter zoo gegeven, en zo<5 zuwwe 't zuupeu ook. Denkte nou, da we ons aon de praotjes van heeren en grooteluu zullen steuren Awwe zulle kriegen, of we dan 't waoter gaor of ougaor deur 't kelgat stnren, is iugaol 't eingenste." Een Hollander, een heer van Hulst, die zijne twee dochters te Antwerpeii was komen bezueken, reed met de tram van de tentoonstelling naar hnune wooing. Op zeker oogenblik wilde hij van het voorplatform sprmgen, doch hij viel en zoo onge- lukkig, dat de voettree tegen zijn hoofd terecht- kwam. Met verbrijzeld kakebeen werd de ongelukkige naar het gasthuis gebracht. Een tooneeltje, dat zich op de Antwerpsche tentoonstelling heett voorgedaan, wordt door het Hbl. van Antw. in de volgende beantwoordingen vermeld Zooals men weet gaan de zaken van majoor Gordon, met zijne Indianen, Eoodhuiden en cowboys, niet schitterend, integendeel. Wat er de oorzaak van is zullen wij niet bespreken, doch altijd is het zeker, dat Pawnee Bill's troep voor leege bauken speelde, terwijl de buren huune vensters, die op het terrein uitzagen, voor germgen prijs verhuurden Wat er van de betaling der zware kosten kwam, kan men wel eenigszins gissen. In alle geval was de deurwaarder Van Roy gelast, Dinsdag beslag te leggen op de paarden en het materieel. Dit was reeds in de buurt bekend en er stond dan ook op het bepaalde uur eene aanzienlijke groep volk voor de poort. Ook zegt men dat eenige cowboys er reeds met eer. aantal paarden van door waren getrokken in de richting der Hollandsche grens. Toen de deurwaarder en zijn helpers, vergezeld van de politieagenten Lefever, Peeters en Ven ter plaatse kwamen, ontstond er, zooals te begrijpen is, eene woeling, doordien de cowboys beweerden, dat de paarden de hunne waren, en niet aan majoor Gordon behoorden, dat dus de inbeslagneming niet wettig was. Zij brachten zelfs papieren voor, om hun gezegde te bewijzen. De aanwezige bedienden sprongen te paard en vluchtten met al wat zij konden meenemen. Een der cowboys, zekere Hooker, viel de agenten aan en had het voornamelijk op Peeters gemunt. De andere agenten kwamen bunnen kameraad ter hulp, terwijl de cowboys Shotel en Dixon hunnen makker bijstonden. Lefever kwam met bebloed gelaat uit den strijd. Hooker kon vluchten en de twee anderen werden aangehouden. Intusschentijd had de politie der vierde wijk versterking bekomen bij de gendarmerie en de soldaten der St. Joriskazerne, die nu gelast werden de ingangen van het terrein en de stallen van den Belle-Vue met de nog overblijvende paarden te bewaken. Dit overschot is niet groot. Het bestaat uit nog 13 paarden, 1 bulfel en 1 ezel. In de buurt denkt men dat heel het spel eene comedie is, om reclame te maken. Dat zou echt Amerikaansch zijn, maar of men daarmede volk naar de vertooningen zou lokken, is eene andere zaak. Zitting van Dinsdag 31 Juli 1894. Voorzitter de heer J. A. van Boven. Aanwezig de heeren Jac. de Feijter, Joz. de Feijter, Tazelaar, Wieland, Visser, Van der Hooft, De Koeijer en Donze. Afwezig de heeren Moes en Nelemans met en de heer Harte zonder kennisgeving, terwijl de heer Van IJsselsteijn had te kennen gegeven in het begin der vergadering verhinderd te zijn, (een vacature). Na opening der vergadering leest de secretaris de notulen der voorgaande, welke worden goedgekenrd. De Voorzitter zegt, dat de heer Moes er op had gerekend, dat de vergadering des Maandags zou worden gehouden en daardoor zich voor heden ergens ander9 verbonden te hebben hij had echter medegedeeld, het plan te hebben om voor te stellen aan den Minister van Waterstaat te verzoekon eene nieuwe brug te leggen over den Westelijken kanaalarmde heer Moes was van meening, dat de beste plaats zou zijn aan de telegraafloods hoewel hij de voorkeur gaf aan een brug reeht tegenover de Vlooswijksche straat, zal dit groote bezwaren ondervinden, omdat het kanaal daar een sterke bocht maakt. Eenige gedachtenwisseling heeft plaats over de al of niet mogelijkheid, dat een dusdanig verzoek zal worden inge- willigd, waarna besloten wordt de zaak aan te houden totde heer Moes aanwezig is, opdat deze dan zelf de zaak kan inleiden. De Voorzitter deelt hierna mede dat van den heer Mr. J. P. Dronkers is ontvangen een schrijven gedateeid Ter Neuzen 12 Juli, ontvangen 18 Juli, waarin deze te kennen geeft zijn ontslag te nemen als raadslid. Voor kennisgeving aangenomen. Naar aanleiding van dit ontslag deelt de Voorzitter mede dat de nieuwe verkiezing is bepaald op 14 Augustus en herstemming zoo noodig op 28 Aug. Verder doet de Voorzitter mededeeling van ingekomen stukken alseenige brieven van Ged. Staten houdende goed- keuring van genomen raadsbesluiteneen idem tot goed- keuring van het kohier van den hoofdelijken omslagmede deeling van Ged. Staten, dat de schovsing van art. 1 b der verordening op het bouwen enz. tot 1 December is verdaagd, benevens een uittreksel van het desbetreffend kon. besl.idem van hetzelfde college, dat aan de gemeente Ter Neuzen voor behoorlijke inrichting van haar lager onderwijs wordt verleend een buitengewoon subsidie van f 1680verslag van den toestand der provincie Zeelandverslag van den toestand der gemeente Goeseene beschikking van den Minister van Financien, op het adres van het gemeente-bestuur, waarhij o. a. wordt verzocht afsehaffing der watertollen op het kanaal alhier, daar de scheepvaart op Gent, als daarvan vrijdom genietende, een groot voordeel op onze plaats heeft, en door de achter- uitgang gedurende 1893 is bewezen, dat voorziening in het belang der haven noodzakelijk is. De Minister deelt mede, dat afsehaffing van die tollen over het geheele land worden overwogen en in afwachting daarvan geen uitzonderingsbepalingen voor het kanaal alhier kunnen worden voorgesteld. Daar de overige in het adres aangehaalde punten niet tot zijn Departement hehooren, heeft de Minister het gesteld in handen van den Minister van Waterstaat. Nog wordt overgelegd het proces-verbaal van de opname der boeken en de kas van den gemeente-ontvanger, welke in orde zijn bevonden de ontvanger was zelts f 780,80 in voorschot. Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Daarna stelt de Voorzitter aan de orde het benoemen van het stembureau voor de a. s. gemeenteraadsverkiezing waarvoor volgens rooster in aanmerking komen de heeren Wieland en Visser. De heer Donze vindt den vastgestelden datum zeer onge schikt als vallende den dag dat de briefjes geopend worden samen met het festival. Hij geeft in overweging om de verkiezing 8 dagen uit te stellen. De Voorzitter zegt, dat bereids de kennisgevingen zijn gedruktwil de Baad echter liever de verkiezing 8 dagen later houden, dan heeft hij er niets tegen, ofsclioon hij het niet noodig acht, daar de opening toch vroeg afgeloopen is, De heer Donze stemt toe, dat het openen vroeg genoeg afgeloopen is, hetgeen echter na het openen kan plaats hebben is niet vroeg afgeloopen. De heer Jac. de Feijter, door den Voorzitter naar zijn meening gevraagd, ziet er geen bezwaar in om de verkiezing op den gestelden dag te laten doorgaan. De Voorzitter zegt dat het Dag. Best, in de gegeven om- standigheden meende de verkiezing zoo spoedig mogelijk te moeten uitschrijven en er nog navraag gedaan is of er soms dien dag belangrijke verkoopingen of iets anders plaats hadden, daar in zulke gevallen velen afwezig zijn. De heer Van IJsselsteijn merkt op dat 8 dagen later de Koninginnen naar Walcheren komen en er dan vermoedelijk veel ingezetenen afwezig zullen zijn, wat door den Voorzitter wordt beaamd. De heer Joz. de Feijter gelooft dat de heer Donze er meer op doelde dat door den uitslag der verkiezing de gemoederen in gisting kunnen komen, vooral met gelegenlieid van het lestival. De Voorzitter begreep dit ook maar ziet er geen bezwaar in. De heer Wieland denkt dat het de eerste maal toch maar een schifting der candidaten zal zijn. De heer Van IJsselsteijn meent, dat men de verkiezing gerust kan laten doorgaan als de Voorzitter als hoofd der politie er ook geen gevaar in ziet. Verder geen bezwaren meer geopperd wordende gaat men over tot het benoemen van een stembureau, waartoe met algemeene stemmen worden benoemd de heeren Wieland en Visser en de overige leden tot plaatsvervangers. Alsnu wordt door den Voorzitter aangeboden de gemeente- rekening over 1893. Deze bedraagt f 49,812,57} in ont- vangsten en 49,832,61 in uitgaven, alzoo een nadeelig slot van f 20.03}. Onder de ontvangsten komen o. a. voorbatige sloten van vorige dienstjaren 1861,21, opbrengsten van gemeente- eigendommen en bezittingen 1405,64 opcenten van's Rijks directe belastingen 9121,20*vergoeding door het rijk voor gewone kosten onderwijs 4974,01}; schoolgelden lager onderwijs 2229,75. hoofdelijke omslag 14409,70}, ver- gunningsrechten f 1387,50, hondenbelasting 448, uitkeering van het Rijk van vier vijfde gedeelten van de opbrengsten der rijksbelastingen op het personeel 9083,33}. Onder de uitgavenjaarwedden enz. van het gemeente- bestuur 4760,jaarwedden en kosten van het lager onderwijs 19678,43}, renten en aflossingen 3951,25, straatverlichting 1182,41, geneeskundige dienst/ 2127,45}, politie, waaronder gezondheidspolitie en straatreiniging, 4191,18. De rekening wordt gesteld in handen eener commissievan onderzoek, waartoe de Voorzitter benoemt de heeren Tazelaar, Wieland en Visser. Do Voorzitter merkt hierbij op dat wat nog niet is voor- gekomen thans is geschied, n. .1 dat de rekening sluit met een tekort. De batige sloten van vroegere jaren zijn gebruikt, waarom het noodig zal zijn, ook met het oog daarop dat de ontvanger reeds in voorschot is, een tijdelijke leening ad 3000 te sluiten voor kasgeld. Op andere jaren is om dezen tijd reeds geld ontvangen van de opbrengst van het personeel, wat nu niet het geval is, daar de biljetten nog niet eens zijn uitgereikt. Tegenwoordig kan men bij de Nederlandsche Bank goedkoop eene leening sluiten tegen 3 pCt. waarom hij voorstelt het daartoe noodige hesluit te nemen. Z. h. s. aangenomen. De rekening van het burgerlijk armbestuur over 1893, bedragende 4749,90 in ontvangst en 4745,17} in uitgaaf, wordt gesteld in handen eener commissie, bestaande uit de heeren Wieland, Visser en Van IJsselsteijn, daar de heer Tazelaar, als Voorzitter van het armbestuur, hierin geen zitting kan nemen. Eveneens wordt in handen der eerstbenoemde commissie gesteld de rekening der commissie van beheer over den grindweg Ter NeuzenHoek over 1893, bedragende f 1165,42 in ontvangst en 1173,08 in uitgaaf. benevens de begrooting voor 1895, ten bedrage van 1080,— in ontvangsten en uitgaven, waarvan Ter Neuzen een derde en Hoek twee derde te dragen heeft. Ingekomen is een adres van Susanna van Malen, waarin zij te kennen geeft, aanzegging te hebben ontvangen vanwege het gemeentebestuur om te komen betalen de kosten voor het vernieuwen van het erfpachts-contract (nog wel een notarieel) voor den grond die zij van de gemeente in erfpacht bezit dat zij echter niet bij machte is die kosten te betalen, waarom zij verzoekt van betaliDg te worden vrijgesteld. De Voorzitter zegt, dat de wenschelijkheid is uitgesproken om bij het vernieuwen der contraeten notarieele acten te vorderen, teneinde daardoor tot een zuiveren toestand te geraken. Hier doet zich echter het geval voor, dat de betrokkene werkelijk onmachtig is de kosten te dragen, waarom Burg, en Weth. voorstellen in dergelijke gevallen de kosten ten laste der ge meente te nemen de opbrengsten toch worden ook hooger, daar het in plaats van 2 cent minstens 8 cent per Meter wordt. De heer Wieland erkent, dat de belanghebbende hier bedoelt, onmachtig is; zijn er later anderen die ook in dat geval meenen te verkeeren, dan kunnen ze zich ook tot den Raad wenden, opdat die er over beslisse. Meerdere leden zijn ook van meening dat het de beste weg is aldns te handelen. Z. h. s. wordt besloten het verzoek van adressante in te willigen. De Voorzitter zegt, dat er ook belanghebbenden geweest zijn die grond voor stoepen in erfpacht hadden of vraagden, en er tegen opzagen om voor 5, 6 of 7 meter grond f 15 a 16 voor eene uotarieele acte te betalen en de grond dan niet wilden hebben. Hij vindt dit ook nog al bezwarend en meent dat het niet noodig is om voor het in erfpacht geven van grond voor stoepen eene notarieele acte beslist te vorderen wanneer be langhebbenden er niet in wilden toestemmen kon men zich volgens hem wel met eene onderhandsche acte levreden stellen. Ook kon het dan in zulke zaken wel aan Burg, en Weth. worden overgelaten, naar omstandigheden te handelen. Z. h. s aldus besloten. Namens het Dag. Best, stelt de Voorzitter voor een Raads- besluit te nemen waarbij verboden wordt het bouwen op of over riolen. Deze bepaling zou eigenlijk thuis behooren in de bouwverordening. De kwestie omtrent de verordening is echter nog hangende, en hij acht het ook niet noodig hiervoor straf- bepalingen vast te stellen, daar het genoegzaam indruk maakt, dat het bij raadsbesluit is verboden. Z. h. s. aldus besloten. Mededeeling wordt gedaan van eene ingekomen circulaire van wege het Bestuur der Nederlandsche protectionistische landbouw- vereeniging, Daarin wordt verzocht om steun te verleenen door het betuigen van adhaesie aan het door genoemd bestuur bij de beide Kamers der Staten-Generaal ingediend adres, tot het verkrijgen van schaalrechten op granen, om daardoor te bewerken dat de graanprijzen stijgen, wat moet leiden tot verbetering van den kwijnenden toestand waarin de landbouw verkeert. De Voorzitter 9telt namens het Dag. Best, voor deze stukken terzijde te leggen. Eerst is een dergelijk adres verzonden aan de Koningin-Regentes, wat tot nog toe zonder gevolg is gebleven en nu wenden ze zich tot de beide Kamers der Staten-Generaal ze zeggen dat de zaak urgent is. Zooals de leden weten is aan het vorig adres adhaesie verleend (met 7 tegen 5 stemmen). De heer Visser noemt de heweringen der circulaire sterk overdrevenvooral waar ze schrijven dat, wanneer de tarwe met 3 per hectoliter werd belast, verscheidene landbouwers jaarlijks hun inkomen met 650 zouden verhoogd zien. Buiten dien, Ter Neuzen heeft het grootste belang bij den vrijhandel, daar we daaraan het vele werk te danken hebben door den vrijhandel hebben we hier den grooten houtaanvoer. De Voorzitter beaamt dit en herinnert, dat hij ook de vorige maal dit standpunt heeft verdedigd. Ter Neuzen heeft eene zeer exentrieke ligging. daar schier uitsluitend met Belgie wordt gehandeld en deze streken dus de eerste nadeelen zouden onder vinden van het protectionisme, daar represaille-maatregelen er het gevolg van zijn. Gaan we dus nu zelf petitioneeren, dan zouden we later, als we er de nadeelige gevolgen van onder vinden, aan de Regeering moeilijk tusschenkomst ten onzen behoeve kunnen vragen. We stellen ons met het door den heer Visser gesorokene op het goede standpunt. Het doet spreker genoegen, niets te hooren over opslag van brood voor den minderen man, want dat is een ondeugdelijkargument, daarin de goedkoopte der levensmiddelen de welvaart voor den minderen man niet schuilt, maar wel in het aanwezig zijn van werk. In Amerika is overvloed van graan, het wordt daar verbrand en de schepen vervoeren het als ballastdaar moet het dus zeker wel goedkoop zijn en toch komen dit jaar een massa menschen naar Europa terug. Bij goedkoopte is er geen welvaart, wel bij veel werk. De heer Joz. de Feijter merkt op, dat het in Amerika te zien is dat in de goedkoopte der tarwe de welvaart voor den minderen man niet zit. De Voorzitter wijst op de schippers, dat deze ook al in een geruimen tijd geen geld verdienen, door de lage prijzen der producten. De heer Van IJsselsteijn merkt op dat dit afhangt van vraag en aanboddat de vrachtprijzen zoo laag zijn gedaald omdat er zooveel schepen zijn, er heerscht ook op dat gebied, evenals op vele andere, overproductie. De heer Wieland deelt mede dat in het verslag der Kamer van Koophandel te Rotterdam staat dat de meelfabrieken in 1893 zeer slechte resultaten gaven. Het fabrikaat was lager in prijs dan de grondstoffen. Daarbij hadden de fabrieken grooten strijd te voeren met buitenlandsch meel van mindere kwaliteit. Tengevolge van deze omstandigheden zullen weldra weer een paar fabrieken onder den hamer komen. Dit kan ook niet andei-9, zegt spreker, onze markt wordt met vreemde producten overvoerd, en waar andere rijken bescliermende rechten heffen, laat ons land dat maar zoetsappig geschieden. De Voorzitter wijst er nogmaals op, dat we hier in Zeeuwsch- Vlaanderen wonen en als zoodanig belang hebben bij vrijen handel met Belgie. In Belgie zelf heeft men ook al voorstellen gedaan om bescliermende rechten in te voeren, maar door den grooten tegenstand heeft men tarwe en gerst, waarop ook rechten werden voorgesteld, laten vallen en zich alleen bepaalt tot margarine en haver, benevens eenige zaken van minder be- teekenis. Het belang van den werkman hij herhaalt het eischtgeld verdienenlage broodprijzen zijn alleen in het voordeel van ambtenaren met vaste tractementen en renteniers. De heer Wieland meent dat die toch als het van hen afhing, ook den vrijhandel zouden kiezen uit eigen belang. De Voorzitter kan dit niet toestemmen. Onder de ambtenaren zijn vele verstandige menschen, die toch ook wel weten dater geld moet zijn om hen te betalen en niet zoo bekrompen zijn om hun eigen belang boven het algemeen belang te stellen. De heer Joz. de Feijter zegt, dat de toestand niet zoo kan blijven de landbouwer zal geheel te gronde gaan. Het eenige dat nog wat ophrengt zijn de suikerbietenvallen echter ook deze, d ,n valt alles. De heer Wieland zou gaarne zien dat de landbonw geholpen werd met een kleine belasting op de tarwe, de schatkist zou er ook mede gebaat worden. Hij gelooft dat men toch aan de petroleum ook niet merken kan dat daarvan zoo'n groote som in de schatkist vloeit. Buitendien, hij groote hoeveelheden zegt spreker wordt te Rotterdam meel aangevoerd, zdd goed koop, dat de werklieden naar hij meent er maar een paar cent per baal aan kunnen verdienen. De heer Van IJsselsteijn denkt, dat het vreemde meel en graan toch wel zal komen, daar het bijna om niet als ballast wordt vervoerd. De heer Joz. de Feijter zegt, dat er dan toch baten voor het Rijk uit voortvloeien De heer Jac. de Feijter ziet in heffen van rechten niet anders dan dat dit ten goede zou komen aan den zak van de grond- eigenaars maar niet aan de arme boeren. Bij de lage graan prijzen kunnen de boeren de hooge pacht niet betalen en moet die dus verminderd worden. Komen er hoogere prijzen dan zeggen de eigenaars „nu knn je wel betalen", en de kleine boeren blijven evenver. De heer Wieland wijst den heer Jac. de Feijter er op dat deze er nu ondervinding van kan hebben dat hij van het zaad onlangs voor hem gedorsehen, thans misscbien f 5 of f 9 per hectoliter kan krijgen, tegen f 12 a f '3 in vroegere jaren. De heer Jac. de Feijter beaamt dithij weet ook niet waar het heen moet, het kan onmogelijk zoo blijven, maar schaal rechten zullen volgens hem den toestand van den armen boer toch niet verbeteren, daar hij dan meer aan den grondeigenaar moet betalen. De heer Wieland Maar dan kan hij toch betalen. De heer Jac. de Feijter zegt, dat de pachten steeds worden opgedreven. De heer Wieland vraagt: aan wie daarvan de schuld Over eenigen tijd heerschte er malaise in de landerijen, maar kom nu eens op de verkoopingen en verpachtingen De Voorzitter zegt, dat invoering van beschermende rechten gewoonlijk stijving der rijkskas ten doel heeft. Om de geheele zaak te overzien is moeilijk daar er honderden belangen bij betrokken zijn. In Zeeuwsch-Vlaanderen echter heeft men belang bij den vrijhandel; omdat wij dien genieten, zijn, met het oog op den handel met Belgie, hier de landerijen zoo hoog in prijs hij andere plaatsen vergeleken. De heer Wieland zegt Dat komt daardoor dat de omstan digheden ons hebben geleerd, liever zekerheid van z'n geld te hebben met een klein pereentje, dan groote percenten met geen zekerheid. De Voorzitter schrijft naar aanleiding van de inlichtingen die hij daaromtrent verkreeg den hoogeren prijs foe aan den vrijen handel op Belgiemocht men een ander regime invoeren dan zou dit ook zeker op de landprijzen influenceeren. Het Dag. Best, acht het daarom voor onze plaatst gewenscht de stukken terzijde te leggen. De heeren Joz. de Feijter en Wieland zijn daar niet voor. De heer Tazelaar zou het nog willen aanhouden met het oog op het gering aantal aanwezige ledende zaak vereischt toeh geen haast. De heer Van IJsselsteijn merkt nog op dat de Kamers toch vacantie hebben. Z. h. s. wordt daarna besloten de zaak aan te houden. De Voorzitter stelt thans aan de orde het behandelen der ingekomen reclames op den hoofdelijken omslag. In afwijking met vroegere jaren achtte het Dag. Best, beter niet met de behandeling te wachten tot de termijn van 3 maanden na de uitreiking is verstreken, maar deze dadelijk behandelen, daar eene beslissing dan veel te lang uitblijftook wil het Dag. Best, deze in openhare zitting behandelen. De heer Van IJsselsteijn is tegen openbare behandeling, tenzij men ook het kohier in openhare zitting behandeld onderscheid maken gaat niet. De Voorzitter zegt, dat het Dag. Best, openbare behandeling wenschte om reden de reclamanten dan met de gronden in kennis komen, waarop de reclames al of niet worden afge- wezen. De heer Wieland vindt het verkeerd, dat men bij afwijzende bcschikkingen de reden daarvan niet meedeelde. De Voorzitter zegt, dat dit in vele gevallen moeilijk is; wenschen de leden echter geheime behandeling, dan kon men wachten tot op het eind der zitting. De heer Van IJsselsteijn merkt op, dat men het met het laatste punt der agenda, de brief van den heer Grenu, gelijktijdig in besloten zitting kan behandelen. De Voorzitter en meerdere leden wenschen dien brief in openbare zitting te behandelen. Wordt alzoo overgegaan tot het behandelen van het reeds vroeger vermeld adres van den heer A, C. N. Grenu, waarin deze naar aanleiding van het Raadsbesluit d.d. 4 Mei aan den Raad voorsteltom aanvankelijk de eerste straat tusschen de z. g. Slijkstaat en de verbindingsweg tusschea

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 5