Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 3043.
Zaterdag 7 Juli 1894.
34e Jaargang.
Binnenland.
Gemengde berichten.
Tot lid van de Eerste Kamer in Friesland
(vacature Mr. Eysinga) is met 30 van de 46 stemmen
wekozen de heer Mr. W. A. Bergsma. De heer
0. Q. van Swinderen had 10 en de heer Huber
3 stemmen.
Uit 's Gravenhage wordt aan De Tijd het
volgend verhaal gezonden
Nu de stukken betreffende de ontbinding der
Tweede Kamer bekeud zijn en de houding van
den Minister Tak door zeer velen wordt toegejuicht,
meeu ik toch ter wille van de waarheid u het
navolgende te moeten berichten.
Toen in de zitting van Donderdagmiddag het
amendement-De Meyier, waarover den volgenden dag
gestemd zou worden, behandeld was, was de Minister
Tak nog volstrekt niet overtuigd van de onaan-
nemelijkheid van dat amendement in het kadar der
wet. Doch des avonds ontviug hij bezoek van
eenige politi»ke vrienden, waaronder de heer Kerdijk
die hem op heftige wijze zijne weifeleude houding
tegenover het amendement verweten. Zij verklaar-
den zefs voornemens te zijn tegen de wet te stemmen,
indien dat amendement werd aangenomen.
Het liep zelfs zoo bar, dat bij het heengaan de
heer Kerdijk weigeide den Minister de hand te
reiken. Het was nu een moeilijk geval voor den
heer Tak. Wanneer zich bij de bekende bestrijders
nog zijn politieke vrienden voegden, wat zou er
dan van de wet worden
Hij besloot toen tot het navolgende hij zond
een telegram aan den hoofdinspecteur der belastingen
te Amsterdam, waaibij hij hem vroeg hem onmid-
dellijk op te geven hoeveel kiezers in Amsterdam
minder zouden komen, indien het amendement-De
Meyier werd aangenomen. De inspecteur zat met
het antwoord, dat dadelijk daarop moest gegeven
worden, deerlijk in den brand en vroeg raad aan
den hoofdcontroleur ten uwent, den heer Knotten-
belt. Na eenig overleg besloten zij naar hun beste
weten er een slag in te slaan en telegrapheerden
terug //tien duizend."
Dit antwoord en het bezoek der politieke vrienden
heeft hoogstwaarschijnlijk het gevolg gehad, dat,
toen den volgenden dag het amendement—De Me\ ler
was aangenomen, de Minister de geheele wet
introk.
In de Maandagnamiddag belegde vergadering
van den gemeenteraad te Zierikzee waren afwezig
7 leden en dus 6 present, Aan den heer 8. J.
Ochtman was een schrijven ingekomen, waarbij
deze, wegens gezondheidsredenen, ontslag neemt
als lid van den raad, ten gevolge dan ook, dat hij
gedurende 8 maauden de vergaderingeu niet heeft
kunnen bijwonen. De voorzitter zegt o. a., dat
de heer Ochtman gedurende ongeveer 14 jaar een
ijverig lid van den raad is geweest, met betuiging
verder, dat het de raad zeer spijt dit zijn genomen
besluit te hebben moeten vernemen.
Namens Burg, en Weth. deelde de voorzitter
mede, dat de verkiezing van een raadslid in deze
vacature is bepaald op 31 Juli a. s. Wegens
onvoltalligheid der vergadering kon de benoeming
van leden voor het stembureau voor die verkiezing
niet plaats hebben.
De vergadering werd daarop door den voorzitter
gesloten, onder mededeeling, dat eene raadsver-
gadering zoude worden uitgeschreven tegen Diusdag-
namiddag.
In de vergadering van Dinsdag waren afwezig
4 leden (1 vacature). De notulen van het ver-
handelde in de vorige 5 vergaderingen werden
gelezen en goedgekeurd.
Verschilleude ingekomen stukken en voorstellen
werden voor kennisgeving aangenomen of goed
gekeurd.
Tot leden van het stembureau voor de verkiezing
van een raadslid werden benoemd de heeren Do
Crane en De Vos.
De voortzetting der behandeling van het primitiet
kohier van den hoofdelijken omslag voor 1894
werd aangehouden daar niet alle tegenwoordig
zijnde raadsleden genegen waren om daartoe over
te gaan.
De gemeenteraad van Veere heeft, naar
aanleiding vau het vroeger gemelde adres van
gemeenteuaren, oin het bod van den heer Melders
van 5056 M2. gemeeutegrond aan te nemen, be
sloten hem den grond voor 526 te gunuen.
Het vooruitzicht bestaat dus dat men de fabnek
spoedig zal zien verrijzen.
Dertig Amsterdamsche diamantslijpers zullen
met hunne gezinnen naar N.-Amerika vertrekken.
Ten vorigen jare was de trek uit Friesland
naar Amerika verbazeud groot, dit jaar evenwel
uiterst gering, omdat de berichten zoo onguustig
lniden. Tot staving dier berichten dient het feit,
dat achtereenvolgens velen op Frieschen bodem zijn
teruggekeerd, en wat blij zijn, zich weer in 't
moederland te bevinden. Dolgaarne, zoo zeggen
degenen die terugkwamen, zouden honderden huis-
gezinnen wel weer naar hun oud vaderland weder-
keeren, maardaartoe ontbreekt hun het geld.
In snel toenemende mate vertoont zich tegen
woordig in Friesland de aardappelziekte. Overal
is men op den akker bezig dezen met bouillie
bordelaise te besproeien, welker toepassing thans
zeer algemeen is geworden.
In kopervitriool, het hoofdbestanddeel der pap,
worden daar tegenwoordig aanzienlijke sommen
omgezet. Het is den handelaars bijna onmogelijk
in alle aanvragen der landbouwers te voorzien.
He oud—commissaris van politie Tuinenburg,
de gevluchte president van den Algem.-Nederl.
Politiebond, heeft aan den officier van justitie te
Amsterdam geschreven, dat hij de fondsen van den
Bond in een ijzeren kistje had gesloten, en dit te
Utrecht in een der grachten had geworpen (wat
niemaud gelooft,) daarbij voegende, dat men naar
hem niet behoefde te zoeken, daar men zelfs zijn
lijk niet zoude viuden.
Bij het Maandagavond gewoed hebbende
onweer werd een maaier in een hooilaud nabij
Oestgeest door den bliksem getrofifen. De straal
doorboorde den rand van zijn strooien hoed en
zengde 's mans haren. Na eenigen tijd bewuste-
loos gelegen te hebben, kwam de man weder
bij en bleek geen verder letsel bekomen te hebben.
Te Deventer woedde Dinsdagmiddag tusschen
een en twee uur een hevig onweder, vergezeld van
een hevigen regen met hagel. De bliksem sloeg
in het dak van een huis aan de Eendrachtstraat
in de Voorstad. De schilderijen en spiegel vielen
van den wand, een kast werd aan splinters gestagen
en de vloer gedeeltelijk opgebroken. Persooulijke
ougelukken hadden niet plaats en brand werd niet
veroorzaakt.
Te Groningen sloeg de bliksem in den molen
van den heer W. Dooijes, waardoor deze in brand
geraakte. De brandweer heeft door krachtdadig
optreden den molen voor geheelen ondergang behoed.
Te Aduard zijn twee arbeiders, beiden vader3
van gezinnen, door den bliksem gedood.
Te Zuidhorn sloeg de bliksem in een bakkers-
winkel, waarbij hij geen brand veroorzaakte; daar-
entegen werd eene kleine woning, die eveneens
getroffen werd, een prooi der vlammen.
Talrijk zijn de gevallen waarbij paarden gedood
of boomen getroffen werden.
Te Amersfoort sloeg de bliksem in een huis op
den Tepelenberg. Ofschoou er geen brand ver
oorzaakt is, leed het huis toch aanmerkelijke schade,
doordat 4 muren gebarsten zijn en de schoorsteen
door het dak op den zolder terecht gekomen is.
Ook in de school te Hoenderloo is de bliksem
ingeslagen en zijn de ruiten en het plafond ver-
nield. In een kamer van de woning van den
onderwijzer is een ruit vernield en het behangsel
beschadigd, terwijl in de keuken de muren mede
beschadigd zijn.
In den Palenteinschen polder onder Zegwaart,
is de 13jarige zoon van C. de Munnik, die van het
land, waarheen hij een paard had weggebracht,
terugkeerde, doodelijk door den bliksem getrolten
en als 't ware geheel verbrijzeld opgenomen.
Onderstaand bericht, aan de N. Gron. Ct.
ontleend, dient aan de vergetelheid ontrukt omdat
eenmaal de nazaat wete, welke tropische hitte de
eerste Julidagen van 1894 heeft geheerscht
^Tengevolge van de ondragelijke hitte zijn
Maandagavond in eene boot,liggendeiu hetBoterdiep
te Groningen, eenige schapen gestikt. Bij onder-
zoek bleek, dat het vet dezer Hooglandster schapen
ges molten was
'tSchijut wel, dat het optrekken naar
meetings in de open lucht, misschien de laatste
jaren nergens meer in de smaak vallende dan in net
oostelijk deel der provincie Groningen, niet juist
om het doel, waarom deze bijeenkomsten belegd
waren n.l. de grootste verwachtingen van den
socialistischen heilstaat te hooren verkondigen,
geschiedde, maar meer, om er eens uit te gaan en
omdat dat nu eenmaal mode geworden was. lhans
is het nieuws er al af. Te Appingadam, waar voor
Zondag jl. een »groote" meeting aangekondigd was,
is onaanks het schoone wedeT, het ufeest eigenlijk
totaal verongelukt, daar gebrek aan publiek. Niet
meer dan een lOOtal belangstellenden waren
opgekomen, om de 4 apostels der meuwe leer te
hooren en terwijl het bij een vorige gelegenheid,
in Juli 93, nog noodig geacht werd een talrijke
politiemacht de orde te doen handhaven, was thans
geen enkel gladgeknoopt ridder aanwezig. Alles
heeft zijn tijd.
Yolgens een inzender in het Nieuws, mag
men niet te veel op de hulp van het zoogenaamd
Hollandsch comite1' te Antwerpen vertrouwen.
Op zijn verzoek om een billijk hotel voor hem en
zijne vrouw kreeg hij van den 2den secretaris A an
Marie een aanwijzing voor het hotel van den heer
Dijksterhuis, Keizerslei 4, Antwerpen, met de
mededeeling, dat aldaar nette kamers beschikbaar
waren met een of twee bedden a f 2,50 en f 3,
en de prijs van het diner niet hooger was dan
f 0,80 of 1.
„Met het oog op de enorme drnkte raden wij u
in uw belang aan, aldus schreef genoemde heer
Van Marie verder, ons van te voren van uw komst
te verwittigen, waarna wij de kamer of kamers
gereed houden. Vooral wanneer men zich van
onze tusschenkomst bedient, heeft men op zeer
billijke behandeling te rekenen."
En nu het resultaat
Ik vond het Holl. comite zeer welwillend en
verzochl dus ommegaand zoo vriendelijk te willen
zijn een kamer met een bed, a f 2.50 alzoo, be
schikbaar te houden. Ik ging naar Antwerpen
de hotelhouder Dijksterhuis had mijn naara op een
stukje papiereen kamertje, zes hoog, achter, was
open. Dit is echter minder. Eenige dagen genot
op de tentoonstelling en bij 't scheiden van de
maikt eenige nachten logies h.... fr. 10 —fh
per nacht op de rekening 11
Maar 't Hollandsch comite, en de verbinteuis
van den heer Dijksterhuis met dat comite?
z,Kan me allemaal niet schelen, ik heb met
Van Marie niets te maken", sprak op den brutaalsten
toon de hotelhouder. Mij bleef dus over te betalen.
Zoeken naar den heer Van Marie het Hollandsch
comiteniet te vinden, wel een paar andere
Hollanders, die op dezefde manier in een ander
hotel zijn beetgenomen.
Het was Dinsdagmiddag te Monster zoo kalm
mogelijk, en zonder het deerlijk gehavende voor-
malige telegraafkantoor in de Heerenstraat aldaar,
en de verbrijzelde ruiten van het daarnaast gelegen
brandspuithuis, zou men zich moeilijk een denkbeeld
kunnen vormen van de ongeregeldheden, die het
requireeren van militairo macht, gedurende een
drietal dagen, noodig schijnen te maken. Trou-
wens het was nu op het midden van den dag,
zoodat bijna de geheele bevolking aan den veldarbeid
is. 's Avonds worden echter de hoofden bij elkaar
gestoken en moet de politie, versterkt door de
rijksveldwacht en een detachement huzaren uit
den Haag ter sterkte van 15 man sameu-
scholingen beletten. Langzamerhand beginnen de
gemoederen te bedaren, maar nog steeds is men
heftig verstoord op de gemeenteraadsleden, die men
als de oorzaak beschouwt van de verplaatsing van
het telegraafkantoor, temeer daar de meeste van
die ledeu te Poeldijk wonen en het gemis van de
draadgemeenschap niet zoo schijnen te gevoelen
als de bewoners van Monster.
Nu eerst begint men daar te gevoelen van hoeveel
waarde het telegraafkantoor voor den handel te
Monster was. Behalve tijdverlies, moet men nu
ook nog bodeloon betalen. Eenige handelaren te
Monster moeten dan ook reeds pogiugen in het
werk hebben gesteld om het kantoor terug te
krijgen en zich vereenigd hebben om een perceel
aan te koopen en voor het rijk beschikbaar te
stellen. De burgemeester der gemeente, die bij
de standjes van Zaterdag op Zondagnacht ziek was,
is weder hersteld en vertoonde zich Maandag weer
in het openbaar. De schade aan zijne woning,
die zich bepaalde tot eenige ingeworpen glasruiten,
is reeds hersteld.
Maandag- en Dinsdagavond hield men zich kalm
en men vleit zich de verdere handhaving van orde
en rust weer aan de politie te kunnen overlaten.
Mr. Lamberts Hurrelbrinck, de verdediger
van den bekenden De Jong, die nog altijd in het
huis van bewaring op de Weteringschans te Amster
dam in preventieve hechtenis zich bevindt, totdat
zijn zaak door den Hoogen Raad zal zijn behandeld,
heeft van zijn client een brief ontvangen, het
dringend verzoek behelzende „voor de gerechtigheid"
toch eens even bij hem aan te komen en hem niet
zoo hopeloos te laten zitten.
Op zich zelf zou de inhoud van dezen brief
niet vermeldenswaard zijn, ware het niet, dat op
een der zijden 16 maal, boven en naast elkaar de
naam H. de Jong is geschreven en daarboven
de nagebootste handteekening van den heer Hurrel
brinck.
Ook heeft De Jong zijn verdediger het voorstel
gedaan, hem een biografie van zijn twaalfde jaar
te leveren. Mr. Hurrelbrinck had dan slechts een
boek daarover te schrijven, hetwelk een enorm
succes zou hebben. De winst zou tusschen beiden
verdeeld worden.
Gelijk zich verwachten liet, heeft Mr. Hurrelbrinck
het aanbod afgewezen.
Op een omvraag dezer dagen gedaan aan de
beetwortelsuikerfabrikanten in Belgie naar de opper-
vlakte die door hen dit jaar met beetwortelen is
beteeld geworden, alsmede naar het aantal her-
zaaiiDgen hebben van de 111 in Belgie bestaande
fabrieken 95 geantwoord. Deze 95 fabrieken hebben
dit jaar met bieten beteeld 59,115 hekiaren tegen
48,781 hektaren in 1893. Over de 111 fabrieken
berekend zullen dit jaar in Belgie met beetwortelen
beplant zijn 69,360 hektaren. Ongeveer 7,2 pCt.
is herzaaid geworden wegens slechte opkomst van
het gewas.
De Fransche officieren, die wegens spionnage
te Glatz gevangen hebben gezeten en door keizer
Wilhelm begenadigd zijn, hebben na hun aankomst
te Parijs verhaald, op welke wijze hun het besluit
van den keizer is medegedeeld. De commandant
der vesting trad Zondagochtend vroeg hunne kamer
binnen en zeide #Mijn vrienden, kijkt deze telegram-
men eens in, die ik aan uwe gezinnen ga zenden
Hunne verbaasde oogen lazen daarop deze woorden
#Z. M. de keizer begenadigt de beide 1 ransche
gevangenen".
Na die mededeeling noodigde de commandant
de beide officieren bij zich te dejeuneeren, wat zij
diep bewogen aaunamen. Het dejeuner was, gelijk
zich denken laat, zeer vroolijk bij het dessert bood
de vrouw van den gouverneur haren beiden gasten
een bloem aan.
Bij het vertrek uit de vesting riepen alle aan-
wezige officieren, die zich op de wallen hadden
opgesteld, den Franschen een donderend Hoch toe.
Caserio, de moordenaar van Carnot, is eer-
gisteren geconfronteerd met den wapenhandelaar
Guillaume uit Cette, bij wieo hij zijn dolk had ge-
kocht, Guillaume herkende den misdadiger terstond.
Bij een nienw verhoor in het kabinet van den
rechter van instructie Benoit verklaarde Caserio,
dat hij nooit berouw zal hebben over zijn misdaad.
Na die verklariug lachte de man luidkeels.
Hij weigerde verder te antwoorden en zeide,
dat hij slechts voor de jury zal spreken.
De instructie is thans bijna geeindigd.
Er wordt nog ijverig onderzocht, of Caserio
inderdaad geen medeplichtigen heeft gehad, gelijk
hij heeft beweerd.
Een onderzoek is ingesteld om uit te maken
of Santo Caserio in eenige verbinding heeft gestaan
met de anarchisten, die te Londen zoo gastvrij
geherbergd worden. Men heeft evenwel geen enkel
bewijs gevonden, waaruit bleek, dat Santo te
Londen geweest is of ook maar bekend zou zijn
bij de aldaar vertoevende anarchisten. Tevens is
evenwel aan het licht gekomen, dat de dood van
Carnot een punt schijnt uitgemaakt te hebben van
de geloofsbelijdenis van anarchisten van alle
nationaliteiten. Men heeft bij hen manifesten
gevonden, overvloeiende vau haat jegens den ver-
moorden president, die in enkele daarvan Carnot le
Tueur genoemd werd.
Londen is dicht bezaaid met clubs, waar zeer
vooruitstrevende leerstelliugen verkondigd worden.
Deze zij u echter alle bij de politie bekend, men
weet hun ledental en de betrekkingen met ge-
vaarlijke anarchisten, die tot sommige clubs behooren.
Londen telt 20 clubs, die meer dan 2000 leden
hebben, waarvan gemiddeld een vierde gedeelte
samengevat wordt onder den naam van anarchisten.
Deze verschillen echter onderling veel in meening,
slechts een klein gedeelte van hen prediken geweld.
In den nacht van Maandag op Dinsdag heeft
te Antwerpen een hevige brand gewoed in de stapels
hout, gelegen in den polder Ferdinand tusschen de
dokken en de Schelde. Vijf loodsen, een oppervlakte
beslaande van meer dan een halve hectare, werden
een prooi der vlammen. Gelukkig was de wind
westelijkindien hij in tegenovergestelde richting
had gewaaid, zou het over meer dan 50,000 vier-
kanten meter opgeslageu hout verloren zijn geweest.
De brandweer was machteloos tegen de vuurzee
en moest zich bepalen tot het redden van de
omringende loodsen. Het verbrande hout was het
eigendom van Adolf Verspreeuwen, Fiere en Aan
Huffelen de aangerichte schade wordt op 150,000
fr. geraamd en was gedeeltelijk door verzekering
gedekt.
IN GEZONDEN STUKKEN.
Mijnlieer de Redacteur I
Mag u vriendelijk worden verzocht het volgende
wel een plaatsje in uw geacht blad te willen geven
Het in het vorig nummer uwer courant opgenomen
verslag van de laatst gehouden vergadering van
den gemeenteraad van Zaamslag heeft, voor zooveel
het handelt over de kwestie van de haven aan
de Griete, waarover zoo geheel verschillend wordt
geooraeeld, bijzonder veler aaudacht getrokken.
Het debat over deze zaak is steeds zeer geanimeerd
geweest, doch was immer edel van aard. Van het
van de Ter ITeuzensche Courant.