Alg emeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. No. 3036. YVoensdag 13 Juni 1894. 34e Jaargang. BEKENDMAKING. abonnement Oe Burgemeester der gemeente Ter Neuzen 1^xjili7eton Binnenland. Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerita 1,82$. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushonders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. maakt bekend, dat eene Openbare Vergadenng van den Gemeenteraad is belegd, tegen Vrijdag den 15 Juni 1894, des voormiddags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 12 Juni 1894. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN BOVEN. JPolitieli Overzicht. In de oplossing van de ministerieele crisis in Hongarije, zooals die nu als definitief vaststaand wordt gemeld en in de beeindiging van de kabinets- crisis in Italie, zooals die waarschijnlijk wordt geheeten, zijn vele punten van overeenkomst op te merken. Het nieuwe kabinet, welks samenstelling heden in het officieele orgaan van Hongarije. den volke zal worden kond gedaan en tot welks vormiug Wekerle in den namiddag van Zaterdag van den Keizer-Koning de formeele opdracht heeft gekregen, bestaat in hoofdzaak uit dezeltde elementeu als het vorige bewind onder Wekerlede uitgetredenen konden niet gerekend worden de kern van het kabinet te vormen. Czaky, de titularis van eere- dienst, was reeds lang regeeringsmoede en wordt vervangen door baron Eotvos, een zuiver liberaai, zoon van Jozef Eotvbs, die in 1848 Minister van eeredienst wasgraaf Bethlen, de eigeulijke bewerker van de mislukte proefnemiugKhuen- Hedervary, wordt vervangen door graaf Alexander Apponyi," een neef van den bekenden leider der nationale partij Minister a latere, ter vervanging van den ziekelijken graaf Luawig Tisza, is geworden graaf Julius Andrassv, een zoon van den bekenden Minister van buitenlandsche zaken. Deze combinatie is als geheel niet zoo wonder verrassend, doch Szilagy's optredeu na de onderhandelingen, mon- deling en schriftelijk vele dagen achtereen gevoerd, wekt euorme seusatie. Na de aanbieding om vrijwillig terug te treden en daardoor de vorming van het nieuwe bewind en het welslageri van een zoo belangrijke zaak mogelijk te maken, had men Szilagy op den achtergrond doen treden. Zijn herrijzenis wekt niet alleen verbazing, doch ook onrustte lang is er gedraald door den Keizer- Koning met de formeele opdracht aan Wekerle en te herhaaldelijk is 't betoogd, dat Szilagy zoo weinig persona grata was ten hove, om zijn optreden nu eeuigszins hooger te schatten dan een ^politieke noodzakelijkheid". Als zoodanig schijnt de monarch de zaak ook opgevat te wenschen, atgaande op zijn uitlatingen ter onderdrukking van alle vreugdebetoon en de regeering harerzijds heeft den tijd tot juichen ook nog lang niet gekomen 't gejubel zou te spoedig gevolgd kunnen worden door geweeklaag en rouwvertoon. Heel vroolijk zijn dan ook eigenlijk de vooruitzichten niet en na de mislukte poging van graaf Khuen,na Banffy'sbesliste weigering om als kabinetsformeerder op te treden en na 's keizers oorspronkelijke weigering om zijn goed- keuring te hechtsn aan een bewind-Wekerle. Met Szilagy als Minister van justitie, maakt de nieuwe combinatie daD ook wel den indruk aangenomen te zijn bij gebrek aan beter in afwachting van een gunstigen ommekeer in de omstandigheden. Op heftigen tegenstand in het Huis van Magnaten kan Wekerle weer staat maken zelfs de mogelijkheid op een tweede verwerping van de wet, regelend het burgerlijk huwelijk, bestaat wel kans en dns zou elke manifestatie en ovatie spoedig kunnen blijken ontijdig te zijn geweest. Behoort dus de ministerieele crisis in Hongarije alweder tot het verleden, minder gelukkig is men in Italie. Daar houden de moeielijkheden aan, en er valt nog geen touw vast te maken aan de ver- schillende berichten betreffeude de vermoedelijke oplossing der crisis. Zanardelli, die, gelijk men weet, aanvankelijk genoemd werd voor een portefeuille, moet hebben geweigerd tot de ministerieele combinatie toe te treden, aangezien Crispi te kennen zou hebben gegeven, dat hij niet wil scheiden van Sonnino, den Minister van financien in het kabinet, dat ontslag heeft genomen. Bevat dit laatste waarheid, dan blijkt op de meest overt uigende wijze, dat het er Crispi niet om te doen is geweest zich van Sonnino te ontdoen, gelijk verondersteld is, en wordt het tevens waarschijnlijker dan ooit, dat er op ontbinding der Kamer wordt aangestuurd. Of het moest zijn dat de regeering water in haar wijn wil doen Volgens een te Rome loopend gerucht is zulks niet onmogelijk. Het heet daarin, dat het kabinet weder in de Kamer zal verschijnen, onder mede- deeliug dat de koning weigert het ontslag aan te nemen. Het kabinet zou dan afzien, in de eerste plaats van de voorgestelde grondbelasting, en in de tweede plaats van de door Crispi gevraagde benoeming eener commissie van achttien leden, welke voor- stellen zou doen betreffende de noodig geachte her- vormingen in de staatshuishouding. Meer dan een gerucht is dat echter nog niet. Bij de moeielijkheden ten opzichte van Afrika schijnen nu voor Frankrijk ook verwikkelingen met Siam, het nog niet lang geleden door hen be- dwongen land, te dreigen. Een depeche uit Bangkok brengt namelijk het bericht, dat de Siameesche overheid heeft geweigerd een wandarijn, Phrayot genaamd, die van moord op een Franschen inspecteur wordt beschuldigd, voor de rechtbank te dagen. De Fransche regeering had reeds vddr eenigen tijd aan de Siameesche regeering doen weten, dat het noodzakelijk was Phrayot gerechtelijk te ver- volgen. De Siameezen vreesden echter, dat de Franschen zich meester zouden maken van Phrayot en hem aan boord van een kanonneerboot zouden brengen. Zij weigerden daarom aan het verlangen der Fransche regeering te voldoen, tenzij ze de ver- zekering ontvingen, dat dit plan niet bestond. Het komt er nu maar op aan of Frankrijk het overeenkomstig zijn gezag acht zich aan het stellen van voorwaarden te onderwerpen. De zaak wekt te Bangkok groote agitatie. Ofschoou ook daarginds de zomerwarmte zich nog wachten laat, luiden de berichten uit Tarasp (Zwit- serland), omtrent het verblijf van H.H. M.M. de Koninginnen zeer gunstig. De Vorstinnen rijden dagelijks uit en de jonge Koningin wandelt veel. Reeds de ontspanning, die in het achterwege blijven van allerlei lessen is gelegen, schijnt op de jeugdige Vorstin een heilzamen invloed uit te oefeneu. Het plan bestaat bij H. M. de Koningin-Regentes, om tot 15 Juli in Zwitserland te blijven en dan, na een Sdaagsch oponthoud in Duitschland, (voor- namelijk te Weimar bij de Groothertogelijke familie), naar Soestdijk terug te keeren. Daar zal H. M. den geheelen zomer verblijf houden tot September, wanneer het Hof, iu verband met de opening der nieuwe zitting van de Staten-Generaal, naar de residentie komt. Einde September zal het lustslot het Loo worden betrokken, waarschijnlijk tot de laatste dagen des jaars. In de gemeente Barendrecht, waar het eerste geval van pokken in November 1893 voorkwam, zijn in het geheel 82 gevallen aangegeven, waarvan 44 bij personen, die langer dan 5 jaren geleden waren gerevaccineerd. Van deze laatsten zijn 79 pCt. genezen en 21 pCt. overleden, terwijl bij de niet-gevaccineerden 48 pCt. genazen en 52 pCt. zijn overleden. Er werden 145 vaccinaties en revaccina- ties verricht. Te 's Gravenzande zijn van 2629 Mei 3 nieuwe gevallen voorgekomen. Te Rotterdam zijn in de week van 27 Mei tot 2 Juni 31 nieuwe gevallen aangegeven. Te IJselmonde breidt de ziekte zich zeer uit en komen vele sterfgevalleu voor. Te Hilversum kwamen ook weer gevallen voor. In de laatste week van Mei zijn in Noord-Brabant voorgekomen 2 gevallen te Werkendam, 2 te Capellen en 1 te 's Gravenmeer. Op 2 Juui werden te Dordrecht en te Apeldoorn ook weer elk een geval aangegeven. Den 8 dezer zijn te Rotterdam weder 4 gevallen van pokken voorgekomen. Te Krimpen a/d IJsel is weder een geval van pokken voorgekomen, het zesde geval in die gemeente. Te Kamerik heeft zich een eerste geval van pokken voorgedaan. Nadat in de gemeente Beemster vier weken ge leden in een zeer kort tijdsbestek vijf gevallen van pokken waren voorgekomen, is na dien tijd geen nieuw geval er bij gekomen. De lijders zijn reeds geheel hersteld. Daar nagenoeg iedereen zich heeft laten vaccineeren en voor ontsmetting bij de aange- taste personen is zorg gedragen, durft men thans de gegronde hoop koesteren, dat de ziekte aldaar geen verderen voortgang zal hebben. In de Amh. Ct. lezen we het volgende De heer Huetink zal in den Haag eene voor- dracht houden voor hen, die niet wijs kunnen worden uit hun inschrijvingsbiljet voor de bedrijfs- belasting. Als de heer Huetink meenen mocht, dat alleen in den Haag zulke personen wonen, dan vergist hij zich men treft ze aan het gansche land door en in zeer grooten getale. Yan ernstige mannen, in zaken tehuis en die geen bezwaar hebben tegen het beginsel der wet, hoorden wij verklaren dat zij het biljet niet begrepen. Ook elders verkeeren velen in hetzelfde geval. Een inzender in het Handelsblad schrijft o. a. Ik heb dezer dagen door een zeer begaafd man hier ter stede, die eerstens groot, knap koopman is, en die verder in allerhande stedelijke en andere betrekkingen is werkzaam geweest en nog is, en dien men gerust een der knapste mannen onzer stad kan noemen, hooren verklaren „ik zie geene kans mijn biljet in te vullen". Eu nu vraag ik, als zulk een man die verklaring moet afleggen, hoe moet het dan gaan met de vele meer gewone alledaagsche stervelingen, die op geen vademen na de ontwikkeling hebben van den persoon in kwestie Mevrouw Rechling lichtte het hoofd een weinig op en riep VergiftJa, ja, ik ben vergiftigd Nu weet ik hetZij heeft mij vergift gegeven Ik moet sterven ,/Oh neen zei de dokter geruststellend, doch zijn gelaat was met deze woorden in tegenspraak. Haast u, breng spoedig koffie of citroenzuur," beval hij de keukenmeid, scheurde meteen uit zijn notitieboek een blaadje, schreef daarop een recept en gaf het Louise met bevel dit onmiddellijk naar den apotheker te zenden. Hij boog zich weer over de zieke heen, de strakke glatis van haar onnatuurlijk uitziende oogen was nog sterker geworden. #Niet sterven, niet sterven smeekte zij. „Red mij, red mij 1" Daar overkwam haar iets vreemdszij kon met meer goed zienalle voorwerpen schenen zich verder en verder van haar te verwijderen, en werden al kleiner en kleiner. Louise kwam terug met koffie. De dokter hield haar het kopje aan den mond, zij trachtte iets te drinken. „Ik kan niet, ik kan niet 1" kermde zij. „Moet ik dan sterven Ik kan nietIk wil nietMijn zoon mijn zoon „Waar is de jonge heer?" vroeg de dokter. ffBuiten op de pannenfabriek," fluisterde Min na. ffMoeten wij hem een telegram zenden P" De dokter knikte, maar toen Minna heen wilde gaan, hield hij haar den arm vast, en meer met de oogen dan met den mond zeide hij »Blijf maar hier, het helpt niets, hij komt toch te laat ffIk zie niets meer," stamelde de zieke. „Er treedt reeds blindheid in," mompelde de dokter, terwijl hij weer aan het ziekbed kwam. ffZoo dadelijk komt er een drank, die u verlichling zal geven," troostte hij haar. ,/Help mij, red mij!" smeekte zij, terwijl zij zijn hjind trachtte te vatten. ffIk mag niet sterven, ik wil niet sterven Zij lag een oogenblik stil en zei toen weer „Oh, waarom heb ik toch gedronken Ik zag, hoe kwaadaardig haar blik was, toen zij me het drinken toereiktehet brandde mij op de tong. Maar ik had zoo'n hevigen dorst (."VVie gaf u te drinken?" vroeg de dokter, wiens haar te berge rees van ontzetting. „Zij zij ze heeft mij het halssnoer ontstolen en mijn zoon Zij wil alles hebben. Maar dat duld ik nietZij zal niet op mijn graf dansen Mijn zoon zij Valentine heeft mij vermoord Haar stem verzwakte, m3ar men kon bemerken, dat haar gedachten nog helder waren. Zij zag zichzelve in de lijkkist liggen, haar zoon stoud er bij te schreien doch daar keerde hij zich om en wendde het oog op het meisje, dat met gehuichelde tranen in de oogen en een triomfeerend lachje om de roode lippen binnentrad. Zij had haar doel bereiktalles, wat mevrouw Rechling bezeten had, behoorde nu aan haar toe. Zij outving dat alles uit de hand van haar verblinden zoon, die de moordenares van zijn moeder als meesteres zijn huis binnen voerde. „Ik wil niet sterven 1" kreet zij nogmaals Weg, weg, laat mij er uit. Ik moet naar het gerecht. Zij moeten haar gevangen zetten, haar laten onthoofden 1" 0 Mevrouw," vroeg de dokter bedaard, „van wie spreekt u toch „Van Valentine mijn gezelschapsjuffer zij heeft mij vergift gegeven in bessensap Zij stamelde, doch sprak toch met vaste over- tuiging. Dokter, zij spreekt wartaal," fluisterde Minna, en Louise knikte ten teeken van haar instemming met die meening. „Neen, haar verstand is nog helder," antwoordde de dokter vol afgrijzen. Op dit oogenblik trad de huisknecht binnen met het geneesmiddel, dat de apotheker had gereed ge- maakt. De dokter roerde het in een glas water en liet de zieke drinken. Met angstige blikl keken de omstanders toe. Op zijn gelaat was duidelijk te lezen, dat hier alle menschelijke hulp te vergeefsch was. Zij snheen nu kalmer, maar dit duurde niet lang. Nog eenmaal richtte zij zich op. »Mijn zoon," kermde zij, //mijn Koenraad Valentine heeft mij vergiftigd." Zij keek wild iu het rond, terwijl haar handen in zenuwachtige trekkingen over de dekens heen en weer vlogen. ,/Geloof het niet, dokter," fluisterde Louise, „de julfrouw is een engel," doch hij gaf haar een wenk om te zwijgen, de laatste oogenblikken naderden. Plotseling verdwijnt de roode kleur van de waugeD der zieke, zij wordt doodsbleek. Koenraad Koenraad stamelt ze nauwelijks hoorbaar. Haar hoofd zakt naar achter. Haar ledematen trillen, haar lippen trekken aanhoudend. Nu volgt een zucht een uitrekken van het lichaam mevrouw Rechling is dood. De keukenmeid knielt en mompelt een gebed onwillekeurig volgt Minna haar voorbeeld. Met gevouwen handen staat de dokter aan het hoofdeinde, de huisknecht aan het voeteneinde van het sterfbed. Zij gevoelen alien de majesteit van den dood, die in dit plechtig oogenblik alle gedachten aan andere dingen doet ophouden. Voor haren ondergang breekt de zon nog eenmaal door de wolken en zendt haar gouden stralen door het hooge venster in de sterfkamer. Zij speelt op het Saksisch porceleinen servies op de tafel, op de kristallen flacons van de toilettafel, en op het veelkleurige Turksche tapijt, dat den vloer bedekt. Haar stralen geven een bedrielijken schijn van leven aan de trekken van de ontslapen eigenares van al het schoons hier. De arme beklagenswaardige daar ligt zij den laatsten adem heeft zij uitgeblazen en niemand was daar om haar de oogen te sluitea dan haar dienstboden en de dokter, die haar behandelde. Dokter Schmidtlein was de eerste, die zijne ge wone gemoedsgesteldheid herkreeg. Hij liet zich een wit linneu doek brengen, bond die om mond en kin der doode, drukte haar de oogen toe en bedekte haar gelaat met een sluier. Vervolgens wenkte hij den huisknecht en de beide meisjes hem in de aangrenzende kamer te volgen. In de nabijheid der doode wilde hij de zaken niet aau- roeren, die besprokeu moesten worden. ^Wanneer kan mijnheer Rechling hier zijn?" luidde zijn eerste vraag. TER NEIIZEISCHE (01R4VT Oit bind verscliijnt llinsilat;- en Arijclaifavonit AAA D E S A A n E te Ter Aeuzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 1