Gemengde berichten.
op de wetten enz. voor Gelderland enz.", ^Bestuur
en administrate der gemeenten in Nederland",
z/Staatsrecht en staatsinrichting van Nederland",
n/Klapper op de staatsrechterlijke en andere wetten,
besluiten enz., betreffende het administratief bur-
gerlijk bestuur in Nederland" (te samen met H.
Verwoert), //Enschede's ontstaan, bloei en ver-
woesting", „Geschiedeni3 der broederschap van het
gemeene leven", ,/Gedenkschrift van het Blauw-
beenfeest" en meer anderen.
Hartman was indertijd redacteur van het tijdschrift
Niewenhuizen, De stem uit Montfoort, van de
Apeldoornsche courant, van het jaarboekje Erica en
thans nog hoofdreaacteur van het te Goes ver-
schijnend Tijdschrift ter beoefening van het adminis
tratief recht enz. Yoorts leverde hij, onder het
pseudoniem tfH. van de Veluwe", bijdragen in
tijdschriften over letterknndige en philantropische
onderwerpen en in de laatste jaren meest over
administratief recht.
De bezwaren die tegen de te's Hage plaats ge-
had hebbende herstemming worden geopperd, zullen
volgens het Vad. geen vernietiging ten gevolge
hebben. Wei hebben er ook volgens dit blad bij
de opening der stembriefjes vergissingen, onop-
lettendheden plaats gehad, die men wel in een
boerendorp, maar niet in de residentie zou verwachten.
Intusschen maken die de meerderheid niet onzeker.
Telt men bij elkander de stemmen, op de beide
candidaten uitgebracht, de bianco briefjes en het
van onwaarde verklaarde briefje, dan komt men
tot een getal van 5879, terwijl er bij telling ge-
bleken waren te zijn 5887 briefjes. Waar de 8
overige gebleven zijn, is een raadsel. Doch aan-
genomen, dat er 8 stembiljetten weggeraakt zijn,
die alle den naam van Bevers inhielden, dan had
toch nog de heer Pijcacker een onbetwiste meer
derheid van 3 stemmen.
TER \EbZEN, 1 Juni 1894.
Gedurende de eerste helft der maand Mei
zijn door het postkantoor alhier, de volgende onbe-
stelbare brieven verzonden, aan de adressen van
Ruiter, EnkhuizenJ. Goethals, Gend.
Onder zeer veel blijken van belangstelling
herdacht op 29 Mei de heer J. A. Fleischer, onder-
directeur bij de Rijks telegraaf te Amsterdam, den
dag, waarop hij voor 40 jaar zijne ambtelijke
loopbaan begou.
De heer Fleischer werd te Hulst geboren en
vervulde, voor hij bij de Rijks telegraaf in dienst
trad, in de gemeente Hontenisse de betrekking van
onderwijzer.
Tot onderwijzer te Huibergen is benoemd
de heer A. Eggermont met acte als zoodanig te
Lamswaarde (Hontenisse.)
Bij koninklijk besluit is aan de volgende
gemeenten boven en behalve de bijdrage bedoeld
bij art. 45 der wet op het lager onderwijs, een
subsidie verleend, als achter elk is gemeld. Clinge
4800, Hengstdijk 750, Philippine 1200,
Retranchement f 700, Stoppeldijk f 1950 en
Zuiddorpe f 1030.
Axel, 29 Mei. In de heden gehouden vergade-
ring van den polder Beoostenbleij benoorden werd
tot dijkgraaf van dien polder herbenoemd de heer
P. Koster alhier.
Koewacht. Voor de vacante betrekking van
onderwijzer aan de openbare school aan den Ouden
Molen hebben zich op eene jaarwedde van 550
gulden slechts twee sollicitanten aangemeld en voor
onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de
school te St. Andries 3 sollicitanten.
Op het eind dezer maand hoopt de heer A.
B. Plassaert alhier een zeldzaam feest te vieren.
Hij zal alsdan 50 jaar bestuurslid zijn van den
polder Oud-Beoostenbleij. In Juni 1844 tot
gezworene gekozen vervulde hij die een kleine
30 jaar en is nu ruim 20 jaar dijkgraaf van ge-
noemden polder. Naar wij vernemen zullen de in-
gelanden dien dag niet onopgemerkt laten voorbijgaan.
langs het voorhoofd, waarop, ondanks de koude,
groote zweetdroppels parelden.
z/Neem me niet kwalijk, mevrouw. Ik kwam
zoodra ik hoorde schellen," antwoordde Valentine
beleefd, maar koel.
Mevrouw Rechling antwoordde met een grimlach
en een beleedigend schouderophalen. Zij drong
het meisje voor zich uit de kamer in, waar zij
zonder complimenten op de sofa plaats nam.
Valentine stond daar en wist niet wat zij er van
denken moest. Gedurende het jaar, dat zij bij
mevrouw Rechling in betrekking geweest was,
was zij aan menige wonderlijke eigenaardigheid dier
dame gewoon geraakt, maar zij kon niet begrijpen,
wat dit bezoek en zulk een handelwijze te beduiden
hadden.
vNu, dat had u zeker niet gedacht, dat ik zelf
komen zou begon mevrouw Rechling en zette
daarbij een gezicht, dat, naar zij meende, veel
waardigheid toonde.
//Die eer heb ik inderdaad niet verwacht, me
vrouw
tfNeen, een eer wilde ik u daarmee niet aandoen,"
viel mevrouw Rechling haar in de rede. //Het is
alleen aan mijn domme goedhartigheid te wijten,
dat ik hier kom en de zaak niet dadelijk aan de
groote klok heb gehangen."
Valeutine keek haar met groote oogen verwonderd
aan. Wat bedoelde die vrouw eigenlijk Zij
deed haar best om den loop van haar gedachten
Nieuwvliet. De heer C. Spoelstra, candidaat te
Nootdorp, heeft voor het beroep naar de Nederd.
llerv. gemeente alhier bedankt en het beroep naar
Zoeterwoude aangenomen.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-reclitbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 1 Juni
het volgende vonnis uitgesproken
P. A. A., oud 40 j., sjouwerman te Ter Neuzen,
is wegens mishandeling veroordeeld tot f 5 boete
of 5 dagen hechtenis.
Bij bevelschrift der bovengenoemde rechtbank
van den 28en Mei is naar de openbare terecht-
zitting dier rechtbank verwezen
P. V., oud 69 jaren, geboren te Hontenisse,
burgemeester van en wonende te Graauw, ter zake,
dat de beklaagde als burgemeester van en voorzitter
van den raad der gemeente Graauw op 23 Februari
jl. aldaar in de vergadering van dien gemeenteraad
bij de benoeming van een hoofd van de openbare
lagere school in die gemeente, waartoe onder anderen
waren voorgedragen M. L. de Keijser en J. J.
V iegman, bij het openen der zeven stembriefjes
door de leden van den raad voor die benoeming
ingeleverd, opzettelijk valschelijk en in strijd met
de waarheid heeft voorgelezen vier stembriefjes
met Jen naam van Wiegman en drie stembriefjes
met den naam van De Keijser, terwijl in werkelijk-
heid slechts drie stembriefjes met den naam van
Wiegman en daarentegen vier stembriefjes met den
naam van De Keijser waren ingevuld, zoodat hij
beklaagde een stembriefje, dat den naam van
De Keijser bevatte, opzettelijk valschelijk en in
strijd met de waarheid heeft voorgelezen, dat het
bevatte den naam van Wiegman, weshalve niet de
voorgedragene Wiegman, maar de voorgedragene
De Keijser als hoofd van bedoelde school door den
raad was verkozen
dat hij alzoo opzettelijk valschelijk en in strijd
met de waarheid als voorzitter in die vergadering
heeft medegedeeld, dat de voorgedragene Wiegman
door den raad tot hoofd van bedoelde school was be
noemd en dit besluit, dat hij wist in strijd met de
waarheid te zijn, opzettelijk valschelijk heeft doen
opnemen in de door hem geteekende notulen van
bedoelde raadsvergadering, door zulks in die notulen
te doen vermelden als volgt
8° wordt door den voorzitter namens het
,/dagelijksch bestuur voorgesteld over te gaan tot
n de benoeming van een hoofd aan de openbare
nlagere school dezer gemeente, ter voorziening
fin de vacature, ontstaan door het op eigen ver-
fZoek verleenen van eervol ontslag aan den heer
fW. Jansen, die met ingang vau 1 Januari jl.
#als zoodanig benoemd is te Hontenisse" enz.
z/Alvorens tot stemming over te gaan benoemt
fde burgemeester tot stemopnemers de heeren J.
vvan Damme en P. A. van de Voorde. Voor deze
//benoeming werden door den raad ingeleverd zeven
//briefjes, welke door den voorzitter werden geopend,
z/luid voorgelezen en door de stemopnemers nagezien
tfen aangeteekend.
fDe uitslag vau deze benoeming was, dat op
fden heer J. J. Wiegman vier en op den heer
,/M. L. de Keijser drie stemmen waren uitgebracht,
weshalve de heer J. J. Wiegman met volstrekte
//meerderheid van stemmen tot hoofd der school is
hbenoemd, op eene jaarwedde van /900" enz.;
welke notulen in de daaropvolgende vergadering
van dezen raad op 1 Maart jl. gehouden, werden
voorgelezen en goedgekeurd
dat hij vervolgens opzettelijk valschelijk en in
strijd met de waarheid, dewijl hij wist, dat niet
J. J. Wiegman, maar wel M. L. de Keijser tot
hoofd van bedoelde school was benoemd, namens
Burg, en Weth. van Graauw bij brief van 28
Februari jl. aan den waarnemenden districtsschool-
opziener in het district Middelburg te Graauw
heeft geschreven of doen schrijven
„Wij hebben de eer U WelEdGestr. te be-
/irichten, dat op 23 dezer tot hoofd der school door
te raden, en meenende dat haar woorden doelden
op haar verhouding tot Koenraad Rechling, ant
woordde zij gO, mevrouw, u behoeft niet bang
te wezen, dat mijn vader zijn toestemming zal
geven tot mijne verloving met een jonkman, wiens
moeder haar goedkeuring daaraan niet wil schenken."
Tbans sloeg mevrouw Rechling de handen in
elkaar en riep//Hedat is niet onaardig ver-
zonnen. Ge zet nog een hooge borst en spreekt
van een verloving. Aan zulk een dwaasheid denkt
mijn Koenraad niet meer dit goede is er ten-
minste uit voortgekomen."
Het was of een tweesnijdend zwaard door Valen
tine's hart ging. Had Koenraad werkelijk nu reeds
toegegeven om van haar af te zien, en was zijn
moeder gekomen om dezen triomf te verkondigen
en zich te verlustigen in haar smart Zoo iets
was van de hardvochtige, onbeschaafde vrouw te
verwachten, maar nietzooveel laffe wankelmoedigheid
van haar zoon I In haar gedachten vergaf het
jonge meisje den geliefde reeds het onrecht, dat
hij haar had aangedaan. Koel, bedaard antwoordde
zij//Ik begrijp u niet, mevrouw."
fWerkelijk niet?" vroeg mevrouw Rechling met
een honenden lach. //Sedert eergisteren schijnt ge
moeielijk van begrip te zijn geworden. Ik zal
daarom duidelijker zeggen wat ik meen."
z/Daarmee zult ge mij verplichten, mevrouw
Rechling Wat verlangt u van mij
z/Nu ben ik die voorname manieren zat 1" viel
z/den gemeenteraad is benoemd de heer J. J.
,/Wiegman te Zwolle.
z/Uwe missive d.d. 16 Februari jl. n°. 16s had
,/hiertoe betrekking.
//Burgemeester en wethouders van Graauw,
#(Get.) Verhagen, Burgemeester.
f (Get.) P. A. Baart, Secretaris."
dat hij een en ander heeft gedaan met het
oogmerk om die stukken als echt en onvervalscht
te gebruiken, terwijl hij zelf daarvan heeft gebruik
gemaakt met het oogmerk om ze als echt en
onvervalscht te doen doorgaan, door bedoelden
brief aan genoemden district,sschoolopziener toe te
zenden, terwijl uit vorengenoemd gebruik nadeel
kon ontstaan, dewijl daardoor de werkelijk door
den raad tot hoofd van voornoemde school benoemde
niet als zoodanig kan optreden.
Dinsdagavond te 8f uur had in de R. K.
kerk der parochie St. Anthonius, te Breda, een
plechtig lof plaats, bij gelegenheid van het Mei-feest.
Verscheidene honderden personen vulden den tempel
en het altaar schitterdc in eene zee van gas- en
kaarslicht tusschen veelkleurige kunst en natuur-
bloemen. Het blijkt, dat spoedig verscheidene
toehoorders het dreigende brandgevaar zagen, ont-
staande door de nabijheid der bougies bij de kunst-
bloemen.
Zoo o. a. viel een nog niet uitgebrand stuk
kaars op het altaarkleed en werd uitgedoofd door
een der kapelaans.
Plotseling verrees eene krachtige vlam en stond
de geheele versiering in lichterlaaie. Eene paniek
bleef niet uit.
Honderden menschen verdrongen zich naar de
uitgangen, struikelden over de stoelen, het gegil
van personen, wier zenuwen niet tegen dergelijke
schokken bestand zijn, vermengde zich met het
geroep van brand en het mag een wonder heeten,
dat het geval geene meer ernstige gevolgen had
dan menige lichte kwetsuur.
A1 wat brandbaar was, werd op het altaar ver-
nietigd en de materieele schade is vrij groot.
Te Sliedrecht was Maandagmiddag het onder
wijs nauwelijks aangevangen, of school no. 1 werd
bestormd door vaders en moeders, die als om strijd
hunne kiuderen kwamen opeischen en niet ver-
langden dat deze zoudeu worden gerevaccineerd.
Als een loopend vuurtje had zich namelijk aan het
boveneinde dier gemeente het gerucht verspreid dat
de beide geneesheeren voor dat doel in de school
waren.
Ofschhpn het onderwijzend personeel met over-
tuiging beweerde, dat van gedwongen vaccinatie
geen sprake kon zijn, en aan sommigen een kijkje
in de lokalen werd toegestaan, bleven de elkaar
opzweepende ouders bij hun eisch volharden en
drongen zij eindelijk met geweld naar binnen.
Het hoofd der school zag zich nu genoodzaakt
tegen wil en dank vacantie te geven.
Schijnbaar ongeloofelijk en tochwaar
heid Naar men verneemt bestaat bij een gedeelte
van de leden den Nieuwe of Literaire Societeit
de Witte het voornemen ernstige pogingen in
het werk te stellen om den heer Pierson, die daar
als lid voorhangt, te doen deballoteeren wegens
ja dat raadt men niet uit duizend de vermogens-
en de bedrijfsbelasting
A1 klinkt dit schijnbaar ongeloofelijk, toch ver-
zekert men, dat de toeleg bestaat en men weet,
de ondervinding heeft het geleerd dat „de Witte"
soms andere dan literaire verrassingen bereidt.
In zijn brief uit de residentie aan de Zw. Ct.
zegt de schrijverHoe het er, na afloop der
Pinksterdagen zou uitzien in de hoofden der
kellners en tramconducteurs Ik vroeg het aan
een en hij antwoordde „Hoe het er uitziet weet
ik niet, maar ik heb een gevoel of er mieren door
mijn hersens loopen."
Ten opzichte van de kellners en hun arbeid zij
hier opgemerkt dat, waar 500 Duitschers, in een
drankloaal bijeen, 500 glazeu bier vragen, van
tien Hollanders, die tegen vier uur in de societeit
mevrouw op ruwen toon uit. //Stel u toch zoo
niet aan, u weet heel goed waarvoor ik kom
„Ik herhaal u, dat ik dit niet weet en verzoek
u, het mij eindelijk te zeggen."
z/Nu, vooruit dan sprak mevrouw Rechling,
die meende, dat zij nu wel voor een oogenblik het
weinigtje, dat zij zich van fatsoenlijke manieren had
eigen gemaakt, terzijde kon zetten. fKort en
bondig juffertje, geef mij terug wat gij ge
wat gij bij vergissing hebt meegenomen."
Valentine deinsde terug. Op zulk een verschrik-
kelijke beschuldiging was zij niet voorbereid. Zij
werd doodsbleek haar oogen werden onuatuurlijk
grootzij wilde spreken, maar het was of haar
keel werd dichtgeschroefd. De stem weigerde haar
den dienst.
Met genoegen zag mevrouw Rechling al deze
teekenen, die zij voor de onbedriegelijkste bewijzen
van schuld hield, en daarom geloofde zij nu op
haar manier, de grootmoedige te kunnen spelen.
Zij zeide daarom op vertrouwelijken toon //Nu,
schrik maar zoo niet, ik zal u niet ongelukkig
maken, hoe kondt ge zoo verblind zijn Ge koudt
toch wel begrijpen, dat het spoedig uit zou komen.
Geef me het ding maar hier, dan blijft alles onder
ons. Ik zou toch niet gaarne al die drukte met
de politie willen hebben."
(Wordt vervolgd.)
zitten, er een klare, een tweede Boonenkamp, een
derde maagbitter een vierde Voorburg, een vijfde
Augostura, een zesde longavita, een zevende citroeu-
en een achtste oranjebitter hestellen, terwijl, indien
de keus van den negeude en tiende beiden op een
Cats valt, de een 'm //slap" en de ander'm ,ystraf"
verlangt.
Gebroeders Dogger, visschers in den Prins
Hendrik polder hebben nabij den zeedijk een reus-
achtigen pijlrog gevangen. Woedend sloeg het
geduchte dier met den gewapenden staart in het
rond. Men wist echter behendig eene aanraking
met de pijleu van den rog te ontgaan en hieuw
dat lichaamsdeel met een scherp voorwerp van het
lichaam.
De rog woog naar gissing 30 halve KG. en was
in het bezit van een grooten lever, waaruit een
flinke hoeveelheid z.g. pijlrogsolie werd verkregen.
Sedert Zondag wordt de onbezoldigde rijks-
veldwachter H., te Vlodrop (Limburg) vermist.
Hij begaf zich dien dag, gewapend met karabijn,
in dienst op de jachtstrooperij in de boschen van
den Graaf Schaesberg. Dinsdag zijn die bosschen
door een 50tal personen doorzocht, terwijl de
kapitein Allard der marechaussee uit Roermond
met den wachtmeester en drie manschappen te
hulpe togen.
Het rusultaat was het vinden van H.'s lijk met
een wond aan het hoofd.
Door de marechaussees is een gevaarlijk strooper,
A. G., wonende te Vlodrop, aangehouden, daar
op dezen zware vermoedens rusten als zoude hij H.
van kant gemaakt hebben.
In Engeland is nu ook een Dowe opgestaan
De man heet Manard en beweert, evenals de
Duitsche kleermaker, een kogelvrij panserkleed te
hebben uitgevonden.
Manard geeft voorstellingen te Londen, in gezel-
schap van zijne dochter, die het //voorrecht" heeft
bij die gelegeuheden het kogelvrije pantser te dragen,
waarop dan de vader als een tweede Wilhelm Tell
zijn geweer afschiet.
Maandagavond heeft echter dat spelletje een
hoogst treurige wending genomen. Het was in den
Cautenbury Music Hal. Manard schoot weder op
zijn dochter, toen deze na het derde schot neerviel.
De vader had zijn kind een kogel in den hals ge-
jaagd, op een plaats, welke niet werd beschermd
door het pantser
De toestand van het meisje is gelukkig niet
Wat Dowe betreft, deze laat nu in het Alhambra
te Londen op zich schieten het publiek heeft er
ten laatste in bewilligd. Een paar kogels drongen
wel een eind in de kogelvrije stof, welke zijn borst
bedekte, maar hadden geen uitwerking op zijn
persoon.
De president der Frausche Republiek heeft
een 10-jarig meisje uit Indianapolis, Jenny Carey,
met het Legioen van Eer begiftigd als belooning
voor het redden van een trein, die een groot aantal
bezoekers naar den tentoonstelling van Chicago
moest brengen.
Te Muckford zag het kind, dat een houten brug
over een ravijn, waarover de trein moest gaan, in
brand stond. Zij liep toen den naderenden trein
tegemoet, trok haar jakje uit en verwittigde, door
daarmede te wuiveD, den machinist van het dreigend
gevaar.
Onder de 700 reizigers, die in den trein zaten,
bevonden zich vele Franschen, die de aandacht op
het flinke kind hebben gevestigd.
De jongelieden op rijwielen, die den open-
baren weg tot hunne renbaan plegen te maken,
hebben het in Engeland niet zoo geheel naar hunnen
zin. Maaudag weder werd aan eenen dezer knapen,
die te Londen eenen voetganger overhoop reed,
door den rechter op gepaste wijze namelijk
door de hem gestelde keus tusschen 40 sh. boete
met kosten, of zeven dagen tuchthuisstraf aan
het verstand gebracht dat het roekeloos moles-
teeren van medemenschen toch niet jnist binnen
het begrip van gezonde lichaarasbeweging behoort
te vallen, of, althans, dat bij een dergelijk soort
van //sport" het genoegen wel wat al te zeer aan
bene zijde is.
In de beide provincien van Sardinie en
Cagliari doen de bandieten weer van zich spreken.
Aan hun schrikbewind en hun straffeloos moordeu
was men wel reeds gewend, maar toch was er een
zekere stilstand te bemerken, totdat de gevreesde
Sedda en Derosas e. a. hunnen afschuwelijken
veldtocht weer opendeu. Zij //werken" altijd
volgens een vast systeem. Tot de gewone struik-
rooverijen dalen zij niet af, maar zij leggen den
rijken bewoners eene schatting op. Wanbetalers,
spionnen of verklikkers sterven een wissen dood,
en zoover gaat hunne stiptheid, dat zij, bij ver
gissing eene verkeerde doodende, onmiddellijk
bekend maken eene dwaling te hebben begaan.
Eigenlijk zijn het dus nette lui. Maar de aange-
wezen slachtofl'ers die het gewoonlijk wel weten,
zijn soms zoo bevreesd, dat zij er de voorkeur aan
geven het eiland te verlaten. Deze bedreigden
gaan alleen over dag uit en kiezen omzichtig hun
weg. Begeven zij zich na het Ave Maria op straat,
dan omhult de mantel en de kap hen geheel, en
aan hunne zijde blinkt de loop van het geweer,
den onafscheidelijken metgezel. De bandieten,
die afgelegene schuilhoeken bewonen, zijn van eene
ongewone driestheid en handigheid. Tegenover hen
zijn de carabinieri machteloos en dezen laten
dikwijls het leven op dit onbekende veld van eer.
Bij de laatste botsing met de roovers ontkwam