Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. S CHUTTER I J. No. 3026. Woensdag 9 Mei 1894. 34e Jaargang. BEK ENDMAR1NG. Binnenland. ABONNEMENT-. Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Bargemeester en Wethouders van TER NEUZEN herinnereu belanghebbeuden, dat zij zich ter iu- schrijving voor de schutterij moeten vervoegen op de gemeente-secretarie tusscheu 14 dezer en 1 Juni a.s. en dat zij, die in gebreke blijven dit te doen, ambtskalve ingeschreven, zonder lotmg ingelijfd en bovendien tot geldboete moeten ver- wezen worden. Ter Neuzen, 1 Mei 1894. Burgemeester en Wethouders aldaar, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. De gewone jaarlijksche te ZUIDDORPE zal plaats hebben op Doilderdag 17 Mei 1894, van 8 tot 12 ure. Zuiddorpe, 5 Mei 1894. De Burgemeester, A. VAN HAELST. folitieli Overzicht. Men heeft tot heden in Frankrijk nooit een inkomstenbelasting aangedurfd, hoe zonderliug het ook schijnt, en zelfs de tegenwoordige Minister van financien, de beer Burdeau, heeft den knoop niet durven doorhakken. Wei heett hij bij de onlangs door hem ingedieude begrooting verschillende belastingwijzigiugen voorgesteld, welke men eene voor- bereiding tot een inkomstenbelasting zou kuuneu noemen, maar zij waren dan ook mets meer. Nu is echter door de budgetcommissie uit de Kamer van afgevaardigden een kloek besluit ge- nomen; zij heeft namelijk een sub-commissie van 7 leden benoemd en aan deze opgedragen een onderzoek in te stellen omtrent een rijksinkomsten- belasting, die in de plaats zal kunnen treden van de minder verreikende voorstellen van den Minister. De sub-commissie zal moeten nagaan, hoeveel de eventueele inkomstenbelasting zal moeten opbrengen als zij alle bestaande directe belastiugun moet ver- vangen en hoe zwaar de heffing zal moeten zijn, als men haar verdeelt naar de verschillende bronnen van inkomsten over vijf rubrieken uit ongebouwde eigendommen uit gebouwen uit roerend kapitaal en schuldvorderingenuit handel, nijverheid en bedrijven en uit vaste bezoldigingen, peusioenen enz. En zulks met inachtneming van verlichtiugen voor de kleiue inkomsten, vrijstellingen, enz. Bovendien zal de sub-commissie nagaan, welke der bestaande directe belastiugen geheel of ten deele, voorloopig of voorgoed, naast zulk een inkomsten belasting kunnen worden gehandhaafd. Bij gebrek aan een rijken schat belangrijke ge- beurteuissen op politiek gebied, gelegeuheid schen- kend tot breedvoerige beschouwiugen en welover- wogen voorspellingen, zijn 't de redevoeringen van de leidonde staatslieden, welke in de behoefte aan politiek nieuws moeten voorzien. De laatste helft der vorige week is geheel gewijd aan de betoogen van een Crispi (den premier van Italie), een Blanc (minister van buitenlandsche zakeo), een Rosebery (minister—president van Groot-Brittannie en Ierland), en een Chamberlain (leider der liberale unionisten van Engeland). Baron Blanc is in zijn beweringen en uitleggingen in Italie's Kamer, opgevolgd door den premier Crispi en T geen deze zeide was eigenlijk veel belang- rijker of eigenlijk minder bekend dan T geen de titularis van buitenlandsche zaken had gezegd. Crispi zeide, dat hij de aanvallen van de radicale oppositie niet onbeantwoord kou laten, te duidelijk heeft men gezegd, dat zijn redevoering, te Palermo in 1892 uitgesproken, gericht was tegen de triple- alliantie en dat zijn betoog van 21 April 1.1. in de Kamer er een nadere bevestiging van was. Deze meeuing weerlegde de premier evenals verschillende onjuiste voorstellingen omtrent Italie's politiek in 't Oosten en ten aanzien van de kansen op oorlog zeide hij, dat Italie door een enkele overwinning al zijn natuurlijke grenzen zou terugkrijgen, wat doelt op Nizza en Savoye zoowel als op Irient en Triest. Oumiddellijk voegde Crispi er bij, dat de nationaliteitenvraag geen groote rol meer speelt in 't leven der volkeren zooals in 't jaar vijftig of zestig. Op Crispi volgde Blanc weder, die de politiek in verbaud bracht met de economie en er nadrukkelijk op wees, dat de Frausche Republiek Zwitserland behandelt zooals zij Italie doet, terwijl toch de Zwitsersche Bond niet dezelfde bondgenooten heeft. Baron Blanc was in zijn voorspellingen ten aanzien van Italie's toekomst heel optimistisch, hij achtte het hoogste punt der ellende gekomen en sprak zelfs van verbeteringen in de haudeisbetrek- kiugen met Frankrijk. Met Blanc's redevoering waren de debatteu over de begrooting vau buiten landsche zaken gesloten. Lord Rosebery heeft een redevoering gehouden te Manchester, welke gelden kan en wellicht ook gelden moet als een rectificatie van zijn v6or eenige dageu uitgesproken betoog, bedoelende een ver- zoening met de liberale unionisten, door welke speech hij den voorstanders van home-rule voor Ierland geen pleizier heeft gedaau. Rosebery hield eigenlijk een lofzang op zijn eigeu bewind en op dat van zijn collega's wier daden hij hoogelijk prees, terwijl hij eindigde met een aanval op de onafhaukelijke werkliedenpartij, welker beginselen hij veroordeelde. Over home-rule liet hij zich niet zeer duidelijk uit. Enkele uren nadat Rosebery te Manchester had georeerd, sprak Chamberlain te Birmingham en zijn woorden waren voor de ijveraars voor aansluiting der liberale unionisten bij de regeerings- partij, weinig bemoedigend. Van een dergelijke verbroederiug kan, volgens Chamberlain, niets komen zoolang home-rule niet overboord is ge- worpen en Rosebery is niet de man, die beide fractie tot elkaar zal brengen. Salisbury, de ex- premier, hield een redevoering te Trowbridge en sprekeude over den tegenwoordigen toestand, gispte hij de handelingen der regeering, die er alleen op uit is kleine overwinningen te behalen ter hand- having van een geringe, onbeduidende meerderheid. Een of twee etmalen lang is er in de Engelsche pers een edel vragen- en antwoordenspelletje ge- speeld met betrekking tot William Harcourt's plaunen. Van zijn aftredingsgezindheid om ge- zondheidsredenen of wijl Rosebery's politiek hem te tarn is, gewaagt de een, van zijn aanblijven als Minister van fiuancien tegen alle berichten van tegeuovergestelden ziu in, spreekt de ander en de Daily Telegraph, die op 't oogenblik het laatste woord heeft, weerlegt alle geruchten van af- tredingsplanuen. Mel Gladstone is 't ook zoo gegaau 1 De regeering van Spanje heeft in den Senaat een overwinning behaald, welke de taktiek der conservatieven onder Canovas in een minder gunstig daglicht plaatst. Gebleken is namelijk, dat de conservatieven hetzelfde modus vivendi met F'rankrijk hebben bestreden, dat zij zelve intertijd hebben voorgesteld en dat er dus partij-belastingen voor- zitten bij hun haudelingen. Na breedvoerige dis- cussien over en weer, heeft de Senaat met 136 tegen 84 stemmen, de regeling der regeering goedgekeurd. Men verzekert, dat de heer Roell' nagenoeg gereed is of spoedig zal ziju met de formatie van het kabinet. Genoemd worden als leden van de combinatie de beeren Mr. Patijn, oud-lid der Tweede Kamer, Justitie; Mr. Van Houten, Financien; Jhr. Mr. Roell, Binnenlandsche Zakenkapt.—luit. ter zee Nijgh, Marinegepens. luit.—generaal Schneider, OorlogMr. Sprenger van Eyk, Kolouien. De titularis voor Buitenlandsche Zaken was nog onbekend en die voor Waterstaat moet nog niet vaststaan, ua het bedanken van de heeren Leemans en Van Kerkwijk. Wellicht zou bij verschikking de heer Roell een van beide departementen voor zijne rekeniug nemen. De heer Gleichman heeft bedankt en de oud— gouverneur—generaal Pijnacker—Hordijk moet tot dusver niet zijn aangezocht. De Ministers van binnenlandsche zaken en van financien brengen ter algemeene kennis, dat met ingang van 9 Mei, de in- en doorvoer van lompen, gebruikte kleedingstukken en ongewasschen lijf- en beddegoed uit Clinge (Belgie) verboden is. Bagages door reizigers medegebracht, zijn onder dit verbod niet begrepen. Het rapport der Zuiderzee commissie is ver- schenen. Afzonderlijk beschouwende het door de Zuiderzee-vereeniging voorgestelde plan van inpol- dering met afsluitdijk en dat van iupolderingen zonder zulk een dijk, geeft de commissie aan het eerste plan de voorkeur. Zij stelt echter eenige wijzigingen voor, o. a. verkleining der Zuidweste- lijke en vergrooting der Zuidoostelijke inpoldering met verandering van vorm der Noordoostelijke, vergrooting van het IJselmeer en verbreeding van den waterweg van Amsterdam daarheen tot 5000 M. De kosten worden geraamd op 174^ millioen, be- halve 10 millioen voor de defensie (forten om Amsterdam) en 4^ millioen, ter schadeloosstelling der visscherij. In 33 jaren acht men het werk te voltooien. De jaarlijksche onderhoudskosten worden geraamd op f 2,091,250. Als oogen- blikkelijke werkverschaffing ziet de commissie niet veel heil in het werk, maar wel voor de toekomst door de groote aanwinst van grond. De commissie berekent te zullen winuen een provincie van 190,000 H.A. met een waarde van 325 millioen aan grondbezit. Als slotsom van haar onderzoek heeft de Staats- commissie het volgeude gerapporteerd 1°. dat de vraag, #of een afsluiting en een droogmaking van de Zuiderzee, op een wijze als door de Zuiderzee-vereeniging is voorgesteld, in 's lands belang behoort te worden ondernomen", volgens de meening van een en twintig van de zeven en twintig leden, die over de eindconclusies stemden, bevestigend moet worden beantwoord, behoudens de wijzigingen in haar verslag aan- gegeven. De leden Mees, Van Nierop, Rahusen, Veegens, FEUILLETON 29) Zoo waren er eenige uren verloopen, toen de pastoor kwam mededeelen, dat de moleuaar over laden was. j- i Een ongewone ernst was op zijn eerwaardig gelaat te lezen, toen hij tegen de boeren zeide, dat de misdadiger nu voor den hoogsteu Rechter stond, als berouwhebbend zondaar was gestorven, om het loon voor zijne daden te ontvangen. Hij vermaande hen om in christelijke liefde den doode te vergeven, wat hij misdreven had, en heriunerde hun, hoe zij eenmaal een onschuldige hadden willen straffen en slechts door Dorothea's moedig optreden voor moord bewaard waren gebleven. Hij wees er hen op dat het nu hun plicht was dezen onschuldige, die voor een gering vergrijp zoo zwaar gestraft was, in liefde te ontvangen. De boeren hoorden hem zwijgend aan. Zijne ernstige vermauingen konden het onkruid niet verstikken, dat zoo welig in hun hart woekerde. Weldra gingen zij naar huis. Alleen de schaap- herder bleef achter ten einde Dorothea te zeggen, dat hij dien middag naar de stad wilde gaan om Kasper te halen. „Ik ga zelve," antwoorde zij op een toon, die elke tegeuwerping afsneed, „ik moet hem de vrijheid brengen. Mijnheer de pastoor heeft beloofd mede te gaan. Maar wauneer gij het noodige voor de begrafeuis wilt in orde maken, dan zal ik u zeer dankbaar wezen." Zoo suel als Dorothea had gehoopt en verwacht, opende zich de deur der gevangenis niet. Er moesten eerst heel wat getuigen verhoord, processen- verbaal opgemaakt, formaliteiten vervuld worden. Intusschen werd Hagen begraven en zijne weduwe nam haar intrek in de hut harer moeder. De nalatenschap van haar man liet zij geheel over aan de schuldeischers, die, door hem bij zijn dwaze speculates te helpen, zeker voor een groot gedeelte oorzaak waren van zijn val. De boeren hielpen de weduwe op hartelijke wijze voort en voorzagen haar ruimschoots van het noodige. Eindelijk sloeg het uur van vrijheid voor den gevangene. Het gerecht gaf den pastooor kennis, dat de ouschuld van Kasper Harms nu gebleken en hij uit de gevangenis ontslagen was. Dadelijk ging de pastoor naar de woning van Dorothea, en in blijde vervoeripg begaf zij zich terstoud op weg, den geliefde te gemoet. Zij wist, dat hij naar zijne geboorteplaats zou terugkeereu van hare lippen, uit hare oogen moest hij den eersten groet ontvangen. Het speet haar dat zij hem niet had kunnen afhalen aan hare hand had hij het sombere gebouw moeten verlaten De pastoor had moeite haar bij te houden, zoo suel Hep zij voort. Zij vreesde maar, dat een ander haar v66r zou wezen en dat misschien een eerste, onvriendelijke groet den terugkeerende verbitteren zou. Toen zij voorbij de herberg kwamen, ijlde de dikke kastelein naar buiten en verzocht hen even binnen te treden, daar er een vreemdeliug was, die belangrijk nieuws uit de stad had medegebracht. Met een kreet van vreugde vloog Dure, hea het huis in. Daar kwam Kasper haar te gemoetW ie kon het haar ten kwade duiden, dat zij hem omhelsde en kuste, dat de liefde, welke zij voor hem koesterde, zich in tranen en gejuich lucht gaf? Zij verzocht hem haar te vergeven, dat zij hem niet afgehaald had zij zou het zeker gedaan hebben, als zij den juisten tijd maar geweten had. Doch Kasper wist reeds, wat zij voor hem gedaan en wat zij geledeu had. Als twee blijde gelukkige kinderen zaten zij bij elkander, hand in hand en oog in oog. Zij hadden elkander zooveel te vertellen, dat zij maar niet klaar konden komen. De kastelein had den jonkman reeds eene plaats in zijn huis aangeboden. Hij meende, dat alles nu wel terecht zou komen en dat Kasper zich maar niet storen moest aan de vijandige houding der boeren. En die vijandige stemming bleek al den eersten dag en hield lang aan. Daar zij zich eveuwel alleen in de blikken en gebaren openbaarde, bleef Kasper bedaard en deed, alsof hij het niet opmerkte. Rustig en nauwgezet vervulde hij het werk dat de kastelein hem opdroeg, en bejegende ieder ook hen die hem niet goed gezind waren, vriendelijk. Hij had in de gevangenis geleerd, den trotschen nek te buigen. En wanneer somstijds zijn trots in opstand kwam tegen het onrecht, dat hem geschiedde, dan be- zwoeren Dorothea's zachte woorden en de ernstige vertoogeu van den kastelein en den herder spoedig weder den storm. De kring zijner vriendeu werd allengs grooter. De boeren moesten zijn vlijt, zijne plichtsbetrachting en zijne nederigheid wel opmerken, en de pastoor was onvermoeid in zijne pogingen om den afkeer, dien de dorpelingen wegens zijn eerste vergrijp tegen Kasper voedeu, te doen ophouden. Zoo ging de winter voorbij, de lente tooide velden en bosschen met een nieuw, prachtig kleed. Bestraald door helderen zonneglans, trok een kleiue stoet naar de dorpskerk. Kasper en Dorothea vierden hun huwelijksfeest; na zooveel zware stormen hadden zij toch de haven des geluks bereikt. Van de vroegere vijanden des bruidegoins hadden velen zich bij den stoet aangesloten. De anderen schudden vol ergenis het weerbarstig hoofd en troostten zich met de gedacht, dat het eene korte vreugde zou wezen een mensch, die eenmaal den weg des kwaads was opgegaan, kon dien niet meer verlaten. Kasper was nu eigenaar van den herberg. De kinderlooze kastelein had die aan hem overgedaan teu einde zelf zijne overige levensdagen in rust te kunnen doorbrengeD. Maar ofschoon Kasper zijnen vijanden bewees, dat hun oordeel over hem onbillijk was, toch bleveu zij eraan vasthouden. Zijn ge- lukkig huwelijk, zijne vlijt, zijne uitmuntende levenswijze en zijne nauwgezetheid in alle dingen konden hen niet overtuigeu, dat zijne eer reeds lang gezuiverd was van de vlek, welke op haar rustte. Wat bekommerden de gelukkigen zich daarover De kring hunner vrienden was zoo groot, dat de halsstarrigen het niet waagden hun vooroordeel tegen Kasper te uiten, en dit vooroordeel zelf kon den gouden zonneschijn niet verdoukeren, waarmede de liefde hun levenspad bestraalde EINDE, TER lElIZENSCRE <»IRA\T 1 LSI ,i„„ nWsrpvpr P. J. V A M I» E S A A D G te Ter Aenzea. Oit blast verscliijnt Wingdag- en Vrijilagavond bij -nKW

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 1