Algemeen Nieuws- en Advertentjelalad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, No. 3015. Zaterdag 31 Maart 1894. 34e Jaargang. l]VO0gS6l V fcUJL WfcW WJ. Gemengde berichten. a i Gemeenteraad van TerNeuzen. W A.AR.SCHUWING. van de Terj ITeuzensche Courant. Wederom is in den omtrek van Middelburg iu een boerenwoning braud ontstaan. Van het hoefje, bewoond door den landbouwer Clarisse, eelegen tusschen den Koudekerkschen en Bree-weg (gem. Koudekerke) is jl. Woensdagmorgen de schuur geheel verbrand, terwijl de d.iaraangrenzeude woning gespaard is gebleven. Het pand (eigendom van den heer Lis verzekerd, de losse goederen met. De maatregel, dat paarden ter kenring inoeten worden aangegeven, voor welke keuring bepaalde plaatsen zijn aangewezen onlmoet bij de boeren een bezwaar, en wel in de tollen, die zij te passeeren, hebben en tolgeld betalen inoeten. Zij achten het al erg genoeg, dat zij de paarden ter keuring moeten brengen, rnaar nu die inoeite hen ook nog geld kost, achten zij dit een nieuwe belasting. Een twaalfjarig Rotterdainmer, den schoonen naam van Sauveur dragend, nam in 1828 te lielle- voetsluis dienst bij de marine en werd meaegevoerd naar de Middellaudsche zee, waar het eskader gedurend drie jaren tegen geordeude en ongeordeude zeekrijgers de wacht had te houden en zoo noodig de wapenen te hanteeren. Iu 'tjaar 80 echter was het eskader thuis noodig namelijk op de Scheide om de Autwerpsche citadel te verdedigen en strijd te voeren tegen Belgen en Franscheu. ljf jaren nam Sauveur, die ininiddels onderofficier was ge- worden aan den strijd deel en vroeg en erlangde toen een eervol ontslag uit 's lands dienst. Hij giug toen over in den geestelijken knjgs- dienst als gewoon leekebroeder. Hij wasdeeerste leekebroeder in de Dominicaner-orde in Nederland na den tijd der reformatie. En met den ook te Utrecht verwijld hebbenden eerw. heer Raym. van Zeeland broeder van den daar nog rneer bekenden grijzen pastoor, D. J. van Zeeland deed hij te Uden en vervolgens te Nijmegen het Dominicaner- kloosterleveu opnieuw begiunen en zich onlwikkelen. Acht jaren had hij dat kloosterleven medegeleetu, toen hij op 25 Maart 1841 tot de plecht.ge professie werd toegelaten. Als gouden jubilaris herdacbt hij Zondag jl. ouder vele blijken van belaugstelliug, dien heuglijkeu dag iu de St.-Dominicuskerk (Mariaplaats) te Utrecht, waar hij ruim 20 jaren werkzaam was en nog is, na eerst in verschillende audere statien zijner orde zijne steeds hoog gewaardeerde diensteu te hebben verleend. De waardige grijsaard geniet- nog altijd een goede gezoudheid en is nog altijd ijverig werkzaam. Een treurig ongeluk heeft Dinsdagmiddag omstreeks den uur op het IJ bij de Haudelskade te Amsterdam plaats gehad. De stoomboot De stad Tiel", die van het Merwedekanaal kwam, sleepte de boot van den beurtschipper op Vreeland waarin de beurtschipper zelve met zijn twee zonen van 15 jaar (tweelingen) gezeten waren. De beurt schipper, Van Emmerik geheeteu, kwam juist van Vreeland en had bet plan naar zijn schip, liggeude in deu Amstel bij de Bakkerstraat te gaau. Op de hoogte van de Handelskade bij den strekdam kwam een andere stoomboot opstoomen en de golf- slag werd zoo hevig, dat de boot omsloeg en alle drie te water geraakten. De beurtschipper werd met een zijner zonen gered, en naar het Binnen- gasthuis vervoerd. Men hoopt hen nog in het leveu te kunnen houden. Wat men ook gedaan heeft om te trachten ook deu tweeden zoon op het drogete brengen,alle pogingen bleken vergeefsch. Hij liet zijn leven in het water. Te Amsterdam heeft een vreeselijke moord plaats gehad. Op Paaschmorgen kwam de knecht van den slager J. Schut, op de Ceintuurbaan, als gewoonlijk omstreeks half negen aan den winkel. Op zijn herhaald schellen werd de deur met geopend, en toen hij daarop de deurkruk omdraaide, wachtte hem een vreeselijk schouwspel. Daar lag iu den winkel, met het hoofd tegen het slachtbok, het be- bloede, vreeselijk verminkte lijk van zijn jougen baas. Het slachtoffer had een zware wond op het voorhoofd en een diepen houw in den hals, terwijl ook op zijn linkerhaud een snee was toegebracht. De bebloede bijl, waarmee de misdaad was gepleegd, lag er naast. Het bloed was uit den slagader met kracht gespoten en had de muren eu de toonbank rood gekleurd. De blauwe blouse van den over- ledene was opengescheurd, zijn pautolfels waren bebloed. Uit alles blijkt, dat een hevig gevecht heeft plaats gehad. Omtrent de oorzaak van den moord loopen verschillende vermoedens, die tot heden toe echter geen zekerheid werden. Het bed van den verslagene was nog eenigszins warm. Het was omgewoeld en men vond er zijn jasje en eenige snuisterijen. Een spoor van bloed leidde naar een opengebroken kist, waarin geen geld meer werd bevonden. In den zak van den overledene vond men echter nog f 98. Het vermoeaen aan diefstal werd hierdoor veel verminderd. De justitie denkt thans, dat de schuldige door dien kleinen diefstal een verkeerd spoorvheeft willen aangeven. Overal wekt het lot van den ijverigen jongen man, die weldra in het huwelijk zou treden, groote deeruis Hij was zijn zaak pas begounen en had haar reeds flink vooruit gebracbt met het oog op zijne huwelijksplannen. Rechercheurs doorkruisen in alle richtingen de z. g. nieuwe buurt. Er is echter nog niets omtrent den dader bekend en helaas, thans vreest men reeds dat deze misdaad even geheirazinnig zal blijveu als de laatste moordeu, die in Amsterdam zijn gepleegd. Deze nieuwe geheimzinnige moord brengt weder in herinuering, dat er nog onderscheidene in de laatste jaren in ous land gepleegde wandaden ouotit- dekt of tot dusver ongestraft zijn gebleven, en wel de moord op de boerenvrouw te Oudeschoot de moord op de beide oude vrouwen te Haarlem de moord op de dienstmeid van deu heer Viotta te Amsterdam de moord op de huismoeder te Gouda de moord op den ontvanger der belastingen te Nieuwersluis de moord in het Asser bosch. Omtrent al deze moorden is tot dusver niets bekend geworden. Voorts ziju te Marolleput drie vrouwen vermoord, waaromtrent alleeu kau worden vermeld, dat de vermoedelijke dader L impier iu hechtenis is genomen en 't onderzoek geregeld wordt voortgezet. Omtrent het lot vaD de beide vrouwen van De Jong is evenmin iets bekend. De verdachte is nog maar altijd in hechtenis. De vraag rijst hier, in hoeverre deze langdurige vrijheidsbenemiug in over- eenstemming is met letter en geest van onze straf- wetgeving. Zitting van Douderdag 29 Maart. Voorzitter de heer J. A. van Boven. Aanwezig alle leden behalve de heer Harte, die schriftelijk bericht had gezonden verhinderd te zijn. Be seeretaris leest de notulen der vorige vergadering, die na een tweetal kleine wijzigingen worden goedgekeurd. Hierna gaat de vergadering over in eene met gesloten deuren tot het lezen der notulen eener vorige geheime zitting. Bij het weder openbaar worden der vergadering stelt de "Voorzitter voor het primitief kohier van den hoofdelijken omslag het laatst te behandelen, waartoe wordt besloten. Het primitief kohier der belasting op de honden wordt zonder bespreking of hoofdelijke stemming vastgesteld op een bedrag van 536,50 met 104 huis-, 13 jacht- en 137 werk- en bandhonden. Tot onderwijzer aan een der openbare scholen alhier wordt met 11 stemmen benoemd de heer W. A. Imandt te Sint Jansteen, een briefje was bianco. De heer Yisser vraagt of het bekend is wanneer de be noemde in dienst kan treden. De heer Nelemans meent, dat deze met 1 Mei a. s. ontslag krijgt. Tot leden van het stembureau voor de a. s. verkiezing voor een lid der Tweede Kamer worden volgens den opge maakten rooster benoemd de heeren Moes en Tazelaar en de overige leden als plaatsvervangers. Op voorstel van den heer Van IJsselsteijn worden de heeren Joz. de Feijter en Moes bij acclamatie herbenoemd als leden der commissie van beheer over den grindweg Ter Neuzen Hoek. Overgelegd wordt het verslag omtrent het onderwijs in deze gemeente over het jaar 1893, dat aan de leden zal worden rondgezonden. Ingekomen zijn twee adressen omtrent de z. g. Slijkstraat, een van bewoners en een van den heer Grenu. In het adres der bewoners wordt den Raad te kennen gegeven dat ze zich naar aanleiding van het door hen van den Raad ontvangen antwoord op hun vroeger adres hebben gewend tot den eigenaar der straat, den heer Grenu en van deze het antwoord hebben ontvangen dat ze den Raad hierbij meedeelen. De heer Grenu heeft geantwoord overtuigd te zijn dat de toestand dringend verbetering behoeft, maar dat hij uit het oogpunt van recht en billijkheid niet kan besluiten alles voor zijn rekening te nemen, daar niet alleen zijne belangen er bij zijn betrokken maar ook het belang der eigenaars van aan die straat grenzende gronden en ook het publiek belang er bij betrokken is. Hij wil echter wel een strook grond ter breedte van 5 Meter beschikbaar stellen om te bestraten en de straat ook openbaar stellen, als de gemeente hieromtrent met hem een billijke overeenkomst wil sluiten. Adressanten deelen dit schrijven den Raad mede, in de overtuiging dat men deze gelegenheid zal aangrijpen om den toestand te verbeteren. Hierna deolt de Voorzitter mede het schrijven van den heer Grenu. Deze deelt mede, een verzoek ontvangen te hebben van bewoners van de z. g. Slijkstraat, om dien weg tc bekeien enz. De opofferingen, die hij zich daarvoor zou moeten getroosten overtretfen verre het belang, dat hij er bij heeft en daarom wil hij er slechts toe overgaan indien de gemeente in billijke verhouding er toe bijdraagt, daar het openstellen dier straat ook is in het belang van het publiek, dat zoo gaarne van dien weg gebruik maakt. Vroeger werd er zoo druk gebruik van gemaakt, dat hij ter bescherming van zijn eigendom den weg heeft moeten afsluiten en er bordjes geplaatst, daar door het gebruik, dat er van gemaakt werd, het aldaar een modderpoel geworden is. Het aanleggen van bestrating behoort tocli, als publiek belang, tot den werkkring van den Raad en het is in het belang van het publiek, dat die straat als een kortere verbindingsweg openbaar wordt gesteld. Buitendien is een jaar geleden in beginsel besloten voor het in orde brengen dier straat eene snbsidie te verleenen en dit besluit zou toch niet te verdedigen zijn geweest als alleen het belang van adressant er bij betrokken was. Tevens wil hij thans uitdrukkelijk verklaren niinmer de bouwverordening te hebben willen afbreken, wat al eens door een raadslid is gezegd, doch wat deze in gebreke bleef te bewijzen, maar hij wil gaarne wat opofferen om deze te helpen uitvoeren als de gemeente in eene minnelijke onder- handeling met hem wil treden omtrent het bekeienrioleeren en openbaar stellen van dien weg. De Voorzitter doet thans nog medeeling van een brief van Ged. Staten, d.d. 16 Maart, ontvangen den 23 Maart jl., meldende, dat zij de vastgestelde verordening tot wijziging der verordening op het bouwen enz. aan den Minister ter ver- nietiging zullen voordragen. De Voorzitter stelt voor, dit bericht voor kennisgeving aan te nemen, behoudens men later zal zien wat de belangen der gemeente in deze vorderen en dan verder te handelen. Z. h. s. aldus besloten. Omtrent het adres van de heer Grenu is het Dag. Best, van oordeel, dat de gemeente niet in den zin van dat adres, om bij minnelijke overeenkomst die zaak te regelen, kan handelen, omdat daardoor zou worden prijs gegeven een gewichtig beginsel van publiek recht, maar dat aan adressant den weg open staat om een beroep te doen op den Raad om tegemoetkoming in de kosten te vragen, overeenkomstig het vroegere besluit van den Raad. Op verzoek van den heer Van IJsselsteijn, wordt het bedoeld besluit en de daaromtrent gevoerde besprekingen voorgelezen. De Voorzitter zegt, dat toen besloten werd dat eigenaren van reeds aangelegde straten voor het in orde brengen daarvan volgens de eischen der verordening, subsidie zou worden verleend indien er reden van billijkheid daarvoor bestonden en hiervan werd ook aan Ged. Staten kennis gegeven opdat later, wanneer hiervoor fondsen werden aangevraagd, dit college zijn goed- keuring daaraan niet zou onthouden. Dit besluit was echter niet genomen alleen met het oog op den heer Grenu, maar gold een algemeenen maatregel. Art. 52 spreekt niet alleen van bestrating maar ook van andere zaken, o. a. dat beerputten uitloozende op riolen binnen een jaar na het afkondigen der verordening moeten worden opgeruimd en uu heeft o. a. Moerman hoewel met moeite hieraan voldaan, zonder iets te vragen, overtuigd als hij was dat het algemeen belang dit vorderde. De heer Moes dacht er over of het niet gewenscht zou zijn om, teneinde een eind aan de zaak te maken, een commissie te benoemen teneinde met de eigenaars te onderhandelen men kon dan zien wat ze wenschten en de Raad blijft dan nog altijd meester of hij aan het verlangen wil voldoen. Volgens de Voorzitter geldt. het hier handhaving van het bestuursstandpunt en van het publiek recht. De heer Grenu zegt dat de Raad voor de bestrating moet zorgen, spreker zegtde Raad moet zorgen voor openbare gezondheid en orde en die zijn in den ruimsten zin er bij betrokken. Men kan toch maar niet toestaan dat slopjes worden daargesteld en de huizen scheef en dwars tegen elkaar worden geplaatst, er moet regel worden gehouden. Nu is de Raad hier zeer inschikkelijk en stelt zich met weinig tevreden. In andere plaatsen wordt 10 meters en meer gevorderd, terwijl nu hier met 0,50 meters genoegen wordt genomen, hoewel men zal moeteu toestemmen dat wanneer in een straat zooals de Tholensstraat huizen van twee verdiepingen verrijzen het eigenlijk te smal is. De heer Nelemans vraagt wat het praed-advies van Burg, en Weth. hieromtrent is. De Voorzitter antwoordt, dat dit college van gevoelen is, dat niet in den zin van het adres kan gehandeld worden, om n.l. met den adressant in eene minnelijke schikking te treden, daar het een gewichtig beginsel geldt van publiek recht en den adressant wil te kennen geven, dat hem de gelegenheid openstaat, om tegemoetkoming in de kosten te vragen, overeenkomstig het vroeger raadsbesluit, maar dat hij dan tevens moet beginnen met redenen van billijkheid aan te voeren. De heer Moes geeft te kennen, om deze redenen het idee te hebben geopperd. De Voorzitter zegt, dat de Raad het besluit in milden zin kan toepassen, doch dat het Dag. Best, uit bestuurs oogpunt thans niet anders mocht handelen en ook geen ander advies kon geven. Spreker gelooft echter niet, dat het Dag. Best, er bezwaar tegen maken zal als de Raad anders wil handelen hij vraagt, of het geen aanbeveling zou verdienen om de zaak aan te houden, daar de leden dan gelegenheid hebben om over deze zaak na te denken. Hij wijst er verder nog op, dat indertijd bij het uitvoeren van bestratingswerkcn, waarvoor toen f 50,000 beschikbaar was, er over gesproken is om de middenstraat, die de Grenulaan met de Tholensstraat verbindt er bij te nemen, wat ook ongetwijfeld zou gebeurd zijn, als juist de heer Grenu niet gezegd had dat dit niet kon, daar de pacht van dien grond nog niet was afgeloopen. De heer Moes kan zich met uitstel goed vereenigen want het is een ernstige kwestie. De Voorzitter zegt dat er toen geen bouwverordening. bestond en bij het vaststellen daarvan is er in die toestanden voorzien. De heer Moes zou het maar te doen zijn om uit dat moeras bij weet er geen beteren naam voor te komen, De heer Nelemans vraagt, of het niet beter is de discussien hierover te staken, met het oog op de nog te behandelen zaken, daar deze kwestie nu toch wordt uitgesteld. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna de beslissing aangehouden. Ingekomen is de exploitatierekening van af de mdienst- stelling tot heden van den Omnibusdienst van het spoor naar de boot, bedragende in uitgaaf fr. 11,501 vangst fr. 2710. De Voorzitter deelt mede, dat het Dag. Best, indertijd door het bestuur van de spoorweg-maatschappij is geraadpleegd omtrent het oprichten van dezen dienst, die strekt in het belang van het verkeer en eene noodzakelijke verbinding is tusschen het spoor en de boot, daar men door het kleine verschil in tijd van aankomst van het eene en het vertrek van het ander vervoermiddel dikwijls te laat kan komen. Nu is het zeer in het belang van een plaats om het verkeer zooveel mogelijk te vergemakkelijken en daarom is het plaatselijk belang van Ter Neuzen bij het instandhouden van den omnibusdienst ten zeerste betrokken, daar men moet trachten het reizigersverkeer over deze plaats in de hand le werkenechter is het daarom niet tegen te spreken, dat er weer zijn, die met leede oogen den omnibusdienst aanschouwen. daar de reizigers rechtstreeks van spoor naar boot of omge- keerd doortrekken en anders, wanneer zij te voet gaan, allicht de een of andere winkel binnenloopen. Spreker meent daarom toch, dat de dienst noodzakelijk is en inder gemeentebestuur zoo iets dienl te steunen, hoewel Burg, en Weth. steeds hebben getracht om buiteneen verzoek om subsidie te blijven veel is er reeds over en weer mondeling en schriftelijk van gedachten gewisseld, doch het bestuur der spoorwegmaat- schappij wil daarvan niet afstappen, zeggende, dat het spoor het alleen niet kan instandhouden. Burg, en Weth. beamen dit ten voile; echter niet alleen het spoor, maar ook de Provinciale stoombootdienst heeft er niet weinig belang bij en zelfs acht spreker het ook in het voordeel van Vlissingen en Middelburg. Burg, en Weth. hebben steeds gezegdlaat ons vrij, doch men houdt er aan vast en er werd prijs op gesteld dat de gemeente ook wat geeft. Burg, en Weth. kunnen dit dan ook wel aanbevelen, daar men waarschynlijk zal trachten hierdoor ook verderen steun langs een anderen kant te verkrijgen en met het oog op den ongunstigen toestand der gemeentekas in overweging geven eene bijdrage te verleenen van b. v. 200. De heer Visser vraagt, hoe hoog de kosten voor aankoop van het materieel zijn. De Voorzitter zegt, dat alles gedetailleerd is opgegeven. De heer Nelemans zou dit willen aanhouden opdat de leden dan gelegenheid hebben om inzage van de cijfers te nemen. De Voorzitter vraagt of de leden hiermede genoegen nemen, hij zal de rekening dan ter visie leggen, terwijl hij nog meedeelt dat het de bedoeling was de genoemde som te geven ineens, als subsidie voor den tijd dat de dienst nu reeds bestaat. Z. h. s. wordt dit aangehouden. De adressen van J. Kurvink en Jac. Kolijn om grond in erfpacht te erlangen, worden gesteld in handen van het Dag. Best, en de Commissie van Pabricage om advies. Ingekomen is een adres van Dan. Wolfert, winkelier alhier, meedeelende dat hij bij verbouw van zijn huis met den voor- gevel 0,3 M. zou willen vooruitkomen en verzoekt den Raad hem daartoe vergunning te willen verleenen. De Voorzitter deelt mede dat bij onderzoek is gebleken dat de stoep van dat huis is eigendom der gemeente en hij heeft daarom aan adressant gevraagd of deze geneigd die grond in erfpacht te nemen, waartoe deze zich bereid verklaanle. De stoep is 1,10 M. breed, dus blijft deze nog 0,80 M. als Wolfert zijn voorgevel 0,30 M. vooruit brengt. Besloten wordt dit adres te stellen in handen der commissie van fabricage en voorloopig te publiceeren dat het voornemen bestaat dien grond aan den publieken dienst te onttrekken. Eveneens wordt in handen dier commissie gesteld een adres van H. Ribbens, verzoekende in erfpacht de strook gemeente- grond thans de Dijkstraat met de z. g. Slijkstraat verbindende. Nog is ingekomen een brief van Ged. Staten houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot regeling der jaarwedden van onderwijzers. Hierna gaat de openbare zitting over in eene met gesloten deuren ter behandeling van het kohier van den hoofdelijken omslag. Na heropening der vergadering de heeren Mr. Dronkers, Van IJsselsteijn en Nelemans waren niet meer aanwezig stelt de. Voorzitter voor het geheele kohier vast te stellen zooals dit thans is opgemaakt. De totale aanslag zal echter het maximum bedrag dat mag geheven worden evenals verleden jaar te boyen gaan, toen moest de oorspronkelijke aanslag percentagewijze worden verminderd. Thans stellen Burg, en Weth. vooi om teneinde daartoe niet meer te moeten over gaan en met het oog op den geldnood der gemeente het maximum bedrag te verhoogen. Zonder hoofdelijke stemming aldus besloten. De Voorzitter deelt thans nog mede dat is ingekomen een schrijven van den onderwijzer J. F. Faas. Deze zegt daarin dat hij nog steeds wacht op een hem toegezegd schriftelijk antwoord op zijn ingezonden adres omtrent zijn tractements- regeling en dat hem noch uit de mondelinge mededeeling van den seeretaris, noch uit de verslagen in de couranten ge bleken i3 dat in de raadsvergadering is aangetoond dat hij met zijn beweren ongelijk had. Hij wil geen gebruik maken van de hem opengestelde gelegenheid om zijn plaats aan school A weder in te nemen en verklaart verder dat hij ook geen gebruik wilde maken van een gepleegde informa- liteit maar wijst er op dat door de eenvoudige overplaatsing zijn positie zeer onzeker is geworden wat betrelt eventueele latere overplaatsingen en verzoekt daarom dat de Raad hem definitief benoeme aan school B als onderwijzer met verplichte hoofd-acte en acte voor de beginselen der Fransche taal. Burg, en Weth. geven in overweging om te bevorderen dat adressant worde benoemd overeenkomstig zijn verzoek met bepaling dat hij dezelfde rechten zal genieten als waarop hij aan school A werkzaam was, wat destijds ook is geschied met de heeren Happe en De Groot en dus de schoolopziener te verzoeken eene zoodanige voordracht daartoe op te maken. Z. h. s. wordt aldus besloten, Niemand hierna meer het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. ISGEZOKDEN STURKEJI. Mijnheer de Redacteur In Uwe courant van 24 dezer wordt medegedeeld dat op eene advertentie door bemiddeiing Uwer admiuistratie geplaatst in het N. v. d. Dag, waarin voor eene dienst bode plaatsing werd verzocht in enkele posttijden reeds 82 brieven waren ontvangen uit alle oorden des lands afkomstig, zelf uit het buitenland. Op het eerste gezicht moet zulks verwondering baren, omdat op elke advertentie, waarin eene betrekking wordt aangebodeu, honderden solliei- tanten zich in den regel aaumelden. Het raadsel is evenwel gemakkelijk op te lossen. Verschillende huismoeders in de steden hebben liever meisjes van buiten omdat de dienstboden uit de steden minder letten op huur dan op de vele gelegeuheden om uit te mogen gaan. In summige steden moeten zij om den anderen Zondag van 1 uur tot 'savonds 10, 11 uur vrij zijn en boven- dien nog elke week een avondje hebben, dat is van 7 tot 10. Buitenmeisjes zonder kennissen, zijn zoo niet op uitgaan gesteld. Doch er doet zich nog iets anders voor, vandaar het woord waarschuwing aan het hoofd van dit schrijven. Nederland heeft het iniatief genomen om inter- nationale maatregelen vast te stellen, waardoor la traite des blanches of handel in blanke slavinnen zooveel mogelijk zou kunnen worden tegen gegaan Er wordt een zeer belangrijke doch claudestieue handel in vrouwen gedreveu. Het gewone middel bestaat hierin, dat men aan jonge meisjes of weduwen zonder kinderen, eene goede betrekking aanbiedt, bij voorkeur in het buitenland. Bij aankomst in de plaats van bestemming, wordt men door een net gekleed heer of dame ontvangen en eerst den volgendeu dag ontdekt men dat men in een bordeel iswaar men u eenvoudig opsluit. Slaapopwekkeude middelen worden aaugewend zonder dat men het merkt en wordt de ongelukkige wakker dan wordt medegedeeld wat er gebeurd is. Door schaamte en wanhoop gedreven, schikkeu de meesten zich alsdan iu haar lot, aan terugkeeren naar huis

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 5