Algemeen Nieuws- en Advertentjelalad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
No. 3015.
Zaterdag 31 Maart 1894.
34e Jaargang.
l]VO0gS6l V fcUJL WfcW WJ.
Gemengde berichten.
a i
Gemeenteraad van TerNeuzen.
W A.AR.SCHUWING.
van de Terj ITeuzensche Courant.
Wederom is in den omtrek van Middelburg
iu een boerenwoning braud ontstaan. Van het
hoefje, bewoond door den landbouwer Clarisse,
eelegen tusschen den Koudekerkschen en Bree-weg
(gem. Koudekerke) is jl. Woensdagmorgen de schuur
geheel verbrand, terwijl de d.iaraangrenzeude woning
gespaard is gebleven. Het pand (eigendom van
den heer Lis verzekerd, de losse goederen met.
De maatregel, dat paarden ter kenring inoeten
worden aangegeven, voor welke keuring bepaalde
plaatsen zijn aangewezen onlmoet bij de boeren
een bezwaar, en wel in de tollen, die zij te passeeren,
hebben en tolgeld betalen inoeten. Zij achten het
al erg genoeg, dat zij de paarden ter keuring moeten
brengen, rnaar nu die inoeite hen ook nog geld
kost, achten zij dit een nieuwe belasting.
Een twaalfjarig Rotterdainmer, den schoonen
naam van Sauveur dragend, nam in 1828 te lielle-
voetsluis dienst bij de marine en werd meaegevoerd
naar de Middellaudsche zee, waar het eskader
gedurend drie jaren tegen geordeude en ongeordeude
zeekrijgers de wacht had te houden en zoo noodig
de wapenen te hanteeren. Iu 'tjaar 80 echter
was het eskader thuis noodig namelijk op de Scheide
om de Autwerpsche citadel te verdedigen en strijd
te voeren tegen Belgen en Franscheu. ljf jaren
nam Sauveur, die ininiddels onderofficier was ge-
worden aan den strijd deel en vroeg en erlangde
toen een eervol ontslag uit 's lands dienst.
Hij giug toen over in den geestelijken knjgs-
dienst als gewoon leekebroeder. Hij wasdeeerste
leekebroeder in de Dominicaner-orde in Nederland
na den tijd der reformatie. En met den ook te
Utrecht verwijld hebbenden eerw. heer Raym. van
Zeeland broeder van den daar nog rneer bekenden
grijzen pastoor, D. J. van Zeeland deed hij te
Uden en vervolgens te Nijmegen het Dominicaner-
kloosterleveu opnieuw begiunen en zich onlwikkelen.
Acht jaren had hij dat kloosterleven medegeleetu,
toen hij op 25 Maart 1841 tot de plecht.ge professie
werd toegelaten.
Als gouden jubilaris herdacbt hij Zondag jl.
ouder vele blijken van belaugstelliug, dien heuglijkeu
dag iu de St.-Dominicuskerk (Mariaplaats) te Utrecht,
waar hij ruim 20 jaren werkzaam was en nog is,
na eerst in verschillende audere statien zijner orde
zijne steeds hoog gewaardeerde diensteu te hebben
verleend. De waardige grijsaard geniet- nog altijd
een goede gezoudheid en is nog altijd ijverig
werkzaam.
Een treurig ongeluk heeft Dinsdagmiddag
omstreeks den uur op het IJ bij de Haudelskade
te Amsterdam plaats gehad. De stoomboot De
stad Tiel", die van het Merwedekanaal kwam,
sleepte de boot van den beurtschipper op Vreeland
waarin de beurtschipper zelve met zijn twee zonen
van 15 jaar (tweelingen) gezeten waren. De beurt
schipper, Van Emmerik geheeteu, kwam juist van
Vreeland en had bet plan naar zijn schip, liggeude
in deu Amstel bij de Bakkerstraat te gaau. Op
de hoogte van de Handelskade bij den strekdam
kwam een andere stoomboot opstoomen en de golf-
slag werd zoo hevig, dat de boot omsloeg en alle
drie te water geraakten. De beurtschipper werd
met een zijner zonen gered, en naar het Binnen-
gasthuis vervoerd. Men hoopt hen nog in het
leveu te kunnen houden. Wat men ook gedaan
heeft om te trachten ook deu tweeden zoon op
het drogete brengen,alle pogingen bleken vergeefsch.
Hij liet zijn leven in het water.
Te Amsterdam heeft een vreeselijke moord
plaats gehad.
Op Paaschmorgen kwam de knecht van den slager
J. Schut, op de Ceintuurbaan, als gewoonlijk
omstreeks half negen aan den winkel. Op zijn
herhaald schellen werd de deur met geopend, en
toen hij daarop de deurkruk omdraaide, wachtte
hem een vreeselijk schouwspel. Daar lag iu den
winkel, met het hoofd tegen het slachtbok, het be-
bloede, vreeselijk verminkte lijk van zijn jougen baas.
Het slachtoffer had een zware wond op het
voorhoofd en een diepen houw in den hals, terwijl
ook op zijn linkerhaud een snee was toegebracht.
De bebloede bijl, waarmee de misdaad was gepleegd,
lag er naast. Het bloed was uit den slagader met
kracht gespoten en had de muren eu de toonbank
rood gekleurd. De blauwe blouse van den over-
ledene was opengescheurd, zijn pautolfels waren
bebloed. Uit alles blijkt, dat een hevig gevecht
heeft plaats gehad.
Omtrent de oorzaak van den moord loopen
verschillende vermoedens, die tot heden toe echter
geen zekerheid werden.
Het bed van den verslagene was nog eenigszins
warm. Het was omgewoeld en men vond er zijn
jasje en eenige snuisterijen.
Een spoor van bloed leidde naar een opengebroken
kist, waarin geen geld meer werd bevonden. In
den zak van den overledene vond men echter nog
f 98. Het vermoeaen aan diefstal werd hierdoor
veel verminderd. De justitie denkt thans, dat de
schuldige door dien kleinen diefstal een verkeerd
spoorvheeft willen aangeven.
Overal wekt het lot van den ijverigen jongen
man, die weldra in het huwelijk zou treden, groote
deeruis Hij was zijn zaak pas begounen en had
haar reeds flink vooruit gebracbt met het oog op
zijne huwelijksplannen.
Rechercheurs doorkruisen in alle richtingen de
z. g. nieuwe buurt. Er is echter nog niets omtrent
den dader bekend en helaas, thans vreest men reeds
dat deze misdaad even geheirazinnig zal blijveu als
de laatste moordeu, die in Amsterdam zijn gepleegd.
Deze nieuwe geheimzinnige moord brengt weder
in herinuering, dat er nog onderscheidene in de
laatste jaren in ous land gepleegde wandaden ouotit-
dekt of tot dusver ongestraft zijn gebleven, en wel
de moord op de boerenvrouw te Oudeschoot
de moord op de beide oude vrouwen te Haarlem
de moord op de dienstmeid van deu heer Viotta
te Amsterdam
de moord op de huismoeder te Gouda
de moord op den ontvanger der belastingen te
Nieuwersluis
de moord in het Asser bosch.
Omtrent al deze moorden is tot dusver niets
bekend geworden.
Voorts ziju te Marolleput drie vrouwen vermoord,
waaromtrent alleeu kau worden vermeld, dat de
vermoedelijke dader L impier iu hechtenis is genomen
en 't onderzoek geregeld wordt voortgezet.
Omtrent het lot vaD de beide vrouwen van De
Jong is evenmin iets bekend. De verdachte is nog
maar altijd in hechtenis. De vraag rijst hier, in
hoeverre deze langdurige vrijheidsbenemiug in over-
eenstemming is met letter en geest van onze straf-
wetgeving.
Zitting van Douderdag 29 Maart.
Voorzitter de heer J. A. van Boven.
Aanwezig alle leden behalve de heer Harte, die schriftelijk
bericht had gezonden verhinderd te zijn.
Be seeretaris leest de notulen der vorige vergadering, die
na een tweetal kleine wijzigingen worden goedgekeurd.
Hierna gaat de vergadering over in eene met gesloten
deuren tot het lezen der notulen eener vorige geheime zitting.
Bij het weder openbaar worden der vergadering stelt de
"Voorzitter voor het primitief kohier van den hoofdelijken
omslag het laatst te behandelen, waartoe wordt besloten.
Het primitief kohier der belasting op de honden wordt
zonder bespreking of hoofdelijke stemming vastgesteld op een
bedrag van 536,50 met 104 huis-, 13 jacht- en 137 werk-
en bandhonden.
Tot onderwijzer aan een der openbare scholen alhier wordt
met 11 stemmen benoemd de heer W. A. Imandt te Sint
Jansteen, een briefje was bianco.
De heer Yisser vraagt of het bekend is wanneer de be
noemde in dienst kan treden.
De heer Nelemans meent, dat deze met 1 Mei a. s. ontslag
krijgt.
Tot leden van het stembureau voor de a. s. verkiezing
voor een lid der Tweede Kamer worden volgens den opge
maakten rooster benoemd de heeren Moes en Tazelaar en
de overige leden als plaatsvervangers.
Op voorstel van den heer Van IJsselsteijn worden de heeren
Joz. de Feijter en Moes bij acclamatie herbenoemd als leden
der commissie van beheer over den grindweg Ter Neuzen
Hoek.
Overgelegd wordt het verslag omtrent het onderwijs in deze
gemeente over het jaar 1893, dat aan de leden zal worden
rondgezonden.
Ingekomen zijn twee adressen omtrent de z. g. Slijkstraat,
een van bewoners en een van den heer Grenu. In het adres
der bewoners wordt den Raad te kennen gegeven dat ze zich
naar aanleiding van het door hen van den Raad ontvangen
antwoord op hun vroeger adres hebben gewend tot den
eigenaar der straat, den heer Grenu en van deze het antwoord
hebben ontvangen dat ze den Raad hierbij meedeelen. De heer
Grenu heeft geantwoord overtuigd te zijn dat de toestand
dringend verbetering behoeft, maar dat hij uit het oogpunt
van recht en billijkheid niet kan besluiten alles voor zijn
rekening te nemen, daar niet alleen zijne belangen er bij zijn
betrokken maar ook het belang der eigenaars van aan die
straat grenzende gronden en ook het publiek belang er bij
betrokken is. Hij wil echter wel een strook grond ter breedte
van 5 Meter beschikbaar stellen om te bestraten en de straat
ook openbaar stellen, als de gemeente hieromtrent met hem
een billijke overeenkomst wil sluiten. Adressanten deelen
dit schrijven den Raad mede, in de overtuiging dat men deze
gelegenheid zal aangrijpen om den toestand te verbeteren.
Hierna deolt de Voorzitter mede het schrijven van den heer
Grenu. Deze deelt mede, een verzoek ontvangen te hebben
van bewoners van de z. g. Slijkstraat, om dien weg tc
bekeien enz. De opofferingen, die hij zich daarvoor zou
moeten getroosten overtretfen verre het belang, dat hij er bij
heeft en daarom wil hij er slechts toe overgaan indien de
gemeente in billijke verhouding er toe bijdraagt, daar het
openstellen dier straat ook is in het belang van het publiek,
dat zoo gaarne van dien weg gebruik maakt. Vroeger werd
er zoo druk gebruik van gemaakt, dat hij ter bescherming
van zijn eigendom den weg heeft moeten afsluiten en er
bordjes geplaatst, daar door het gebruik, dat er van gemaakt
werd, het aldaar een modderpoel geworden is. Het aanleggen
van bestrating behoort tocli, als publiek belang, tot den
werkkring van den Raad en het is in het belang van het
publiek, dat die straat als een kortere verbindingsweg openbaar
wordt gesteld. Buitendien is een jaar geleden in beginsel
besloten voor het in orde brengen dier straat eene snbsidie
te verleenen en dit besluit zou toch niet te verdedigen zijn
geweest als alleen het belang van adressant er bij betrokken
was. Tevens wil hij thans uitdrukkelijk verklaren niinmer
de bouwverordening te hebben willen afbreken, wat al eens
door een raadslid is gezegd, doch wat deze in gebreke bleef
te bewijzen, maar hij wil gaarne wat opofferen om deze te
helpen uitvoeren als de gemeente in eene minnelijke onder-
handeling met hem wil treden omtrent het bekeienrioleeren
en openbaar stellen van dien weg.
De Voorzitter doet thans nog medeeling van een brief van
Ged. Staten, d.d. 16 Maart, ontvangen den 23 Maart jl.,
meldende, dat zij de vastgestelde verordening tot wijziging der
verordening op het bouwen enz. aan den Minister ter ver-
nietiging zullen voordragen.
De Voorzitter stelt voor, dit bericht voor kennisgeving aan
te nemen, behoudens men later zal zien wat de belangen der
gemeente in deze vorderen en dan verder te handelen.
Z. h. s. aldus besloten.
Omtrent het adres van de heer Grenu is het Dag. Best,
van oordeel, dat de gemeente niet in den zin van dat adres,
om bij minnelijke overeenkomst die zaak te regelen, kan
handelen, omdat daardoor zou worden prijs gegeven een
gewichtig beginsel van publiek recht, maar dat aan adressant
den weg open staat om een beroep te doen op den Raad om
tegemoetkoming in de kosten te vragen, overeenkomstig het
vroegere besluit van den Raad.
Op verzoek van den heer Van IJsselsteijn, wordt het bedoeld
besluit en de daaromtrent gevoerde besprekingen voorgelezen.
De Voorzitter zegt, dat toen besloten werd dat eigenaren
van reeds aangelegde straten voor het in orde brengen daarvan
volgens de eischen der verordening, subsidie zou worden verleend
indien er reden van billijkheid daarvoor bestonden en hiervan
werd ook aan Ged. Staten kennis gegeven opdat later, wanneer
hiervoor fondsen werden aangevraagd, dit college zijn goed-
keuring daaraan niet zou onthouden. Dit besluit was echter niet
genomen alleen met het oog op den heer Grenu, maar gold
een algemeenen maatregel. Art. 52 spreekt niet alleen van
bestrating maar ook van andere zaken, o. a. dat beerputten
uitloozende op riolen binnen een jaar na het afkondigen der
verordening moeten worden opgeruimd en uu heeft o. a.
Moerman hoewel met moeite hieraan voldaan, zonder iets te
vragen, overtuigd als hij was dat het algemeen belang dit
vorderde.
De heer Moes dacht er over of het niet gewenscht zou zijn
om, teneinde een eind aan de zaak te maken, een commissie
te benoemen teneinde met de eigenaars te onderhandelen
men kon dan zien wat ze wenschten en de Raad blijft dan
nog altijd meester of hij aan het verlangen wil voldoen.
Volgens de Voorzitter geldt. het hier handhaving van het
bestuursstandpunt en van het publiek recht. De heer Grenu
zegt dat de Raad voor de bestrating moet zorgen, spreker
zegtde Raad moet zorgen voor openbare gezondheid en
orde en die zijn in den ruimsten zin er bij betrokken. Men
kan toch maar niet toestaan dat slopjes worden daargesteld
en de huizen scheef en dwars tegen elkaar worden geplaatst, er
moet regel worden gehouden. Nu is de Raad hier zeer
inschikkelijk en stelt zich met weinig tevreden. In andere
plaatsen wordt 10 meters en meer gevorderd, terwijl nu hier
met 0,50 meters genoegen wordt genomen, hoewel men zal
moeteu toestemmen dat wanneer in een straat zooals de
Tholensstraat huizen van twee verdiepingen verrijzen het
eigenlijk te smal is.
De heer Nelemans vraagt wat het praed-advies van Burg,
en Weth. hieromtrent is.
De Voorzitter antwoordt, dat dit college van gevoelen is,
dat niet in den zin van het adres kan gehandeld worden,
om n.l. met den adressant in eene minnelijke schikking te treden,
daar het een gewichtig beginsel geldt van publiek recht en
den adressant wil te kennen geven, dat hem de gelegenheid
openstaat, om tegemoetkoming in de kosten te vragen,
overeenkomstig het vroeger raadsbesluit, maar dat hij dan
tevens moet beginnen met redenen van billijkheid aan te
voeren.
De heer Moes geeft te kennen, om deze redenen het idee
te hebben geopperd.
De Voorzitter zegt, dat de Raad het besluit in milden zin
kan toepassen, doch dat het Dag. Best, uit bestuurs oogpunt
thans niet anders mocht handelen en ook geen ander advies kon
geven. Spreker gelooft echter niet, dat het Dag. Best, er
bezwaar tegen maken zal als de Raad anders wil handelen
hij vraagt, of het geen aanbeveling zou verdienen om de
zaak aan te houden, daar de leden dan gelegenheid hebben
om over deze zaak na te denken. Hij wijst er verder nog
op, dat indertijd bij het uitvoeren van bestratingswerkcn,
waarvoor toen f 50,000 beschikbaar was, er over gesproken
is om de middenstraat, die de Grenulaan met de Tholensstraat
verbindt er bij te nemen, wat ook ongetwijfeld zou gebeurd
zijn, als juist de heer Grenu niet gezegd had dat dit niet
kon, daar de pacht van dien grond nog niet was afgeloopen.
De heer Moes kan zich met uitstel goed vereenigen want
het is een ernstige kwestie.
De Voorzitter zegt dat er toen geen bouwverordening.
bestond en bij het vaststellen daarvan is er in die toestanden
voorzien.
De heer Moes zou het maar te doen zijn om uit dat
moeras bij weet er geen beteren naam voor te komen,
De heer Nelemans vraagt, of het niet beter is de discussien
hierover te staken, met het oog op de nog te behandelen
zaken, daar deze kwestie nu toch wordt uitgesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna de beslissing
aangehouden.
Ingekomen is de exploitatierekening van af de mdienst-
stelling tot heden van den Omnibusdienst van het spoor
naar de boot, bedragende in uitgaaf fr. 11,501
vangst fr. 2710.
De Voorzitter deelt mede, dat het Dag. Best, indertijd door
het bestuur van de spoorweg-maatschappij is geraadpleegd
omtrent het oprichten van dezen dienst, die strekt in het
belang van het verkeer en eene noodzakelijke verbinding is
tusschen het spoor en de boot, daar men door het kleine
verschil in tijd van aankomst van het eene en het vertrek
van het ander vervoermiddel dikwijls te laat kan komen.
Nu is het zeer in het belang van een plaats om het verkeer
zooveel mogelijk te vergemakkelijken en daarom is het
plaatselijk belang van Ter Neuzen bij het instandhouden van
den omnibusdienst ten zeerste betrokken, daar men moet
trachten het reizigersverkeer over deze plaats in de hand le
werkenechter is het daarom niet tegen te spreken, dat er
weer zijn, die met leede oogen den omnibusdienst aanschouwen.
daar de reizigers rechtstreeks van spoor naar boot of omge-
keerd doortrekken en anders, wanneer zij te voet gaan, allicht
de een of andere winkel binnenloopen. Spreker meent daarom
toch, dat de dienst noodzakelijk is en inder gemeentebestuur
zoo iets dienl te steunen, hoewel Burg, en Weth. steeds
hebben getracht om buiteneen verzoek om subsidie te blijven
veel is er reeds over en weer mondeling en schriftelijk van
gedachten gewisseld, doch het bestuur der spoorwegmaat-
schappij wil daarvan niet afstappen, zeggende, dat het spoor
het alleen niet kan instandhouden.
Burg, en Weth. beamen dit ten voile; echter niet alleen
het spoor, maar ook de Provinciale stoombootdienst heeft er
niet weinig belang bij en zelfs acht spreker het ook in het
voordeel van Vlissingen en Middelburg. Burg, en Weth.
hebben steeds gezegdlaat ons vrij, doch men houdt er aan
vast en er werd prijs op gesteld dat de gemeente ook wat
geeft. Burg, en Weth. kunnen dit dan ook wel aanbevelen,
daar men waarschynlijk zal trachten hierdoor ook verderen
steun langs een anderen kant te verkrijgen en met het oog
op den ongunstigen toestand der gemeentekas in overweging
geven eene bijdrage te verleenen van b. v. 200.
De heer Visser vraagt, hoe hoog de kosten voor aankoop
van het materieel zijn.
De Voorzitter zegt, dat alles gedetailleerd is opgegeven.
De heer Nelemans zou dit willen aanhouden opdat de
leden dan gelegenheid hebben om inzage van de cijfers te nemen.
De Voorzitter vraagt of de leden hiermede genoegen nemen,
hij zal de rekening dan ter visie leggen, terwijl hij nog
meedeelt dat het de bedoeling was de genoemde som te
geven ineens, als subsidie voor den tijd dat de dienst nu
reeds bestaat.
Z. h. s. wordt dit aangehouden.
De adressen van J. Kurvink en Jac. Kolijn om grond in
erfpacht te erlangen, worden gesteld in handen van het Dag.
Best, en de Commissie van Pabricage om advies.
Ingekomen is een adres van Dan. Wolfert, winkelier alhier,
meedeelende dat hij bij verbouw van zijn huis met den voor-
gevel 0,3 M. zou willen vooruitkomen en verzoekt den Raad
hem daartoe vergunning te willen verleenen.
De Voorzitter deelt mede dat bij onderzoek is gebleken
dat de stoep van dat huis is eigendom der gemeente en
hij heeft daarom aan adressant gevraagd of deze geneigd
die grond in erfpacht te nemen, waartoe deze zich bereid
verklaanle. De stoep is 1,10 M. breed, dus blijft deze nog
0,80 M. als Wolfert zijn voorgevel 0,30 M. vooruit brengt.
Besloten wordt dit adres te stellen in handen der commissie
van fabricage en voorloopig te publiceeren dat het voornemen
bestaat dien grond aan den publieken dienst te onttrekken.
Eveneens wordt in handen dier commissie gesteld een adres
van H. Ribbens, verzoekende in erfpacht de strook gemeente-
grond thans de Dijkstraat met de z. g. Slijkstraat verbindende.
Nog is ingekomen een brief van Ged. Staten houdende
goedkeuring van het raadsbesluit tot regeling der jaarwedden
van onderwijzers.
Hierna gaat de openbare zitting over in eene met gesloten
deuren ter behandeling van het kohier van den hoofdelijken
omslag.
Na heropening der vergadering de heeren Mr. Dronkers,
Van IJsselsteijn en Nelemans waren niet meer aanwezig
stelt de. Voorzitter voor het geheele kohier vast te stellen
zooals dit thans is opgemaakt. De totale aanslag zal echter
het maximum bedrag dat mag geheven worden evenals verleden
jaar te boyen gaan, toen moest de oorspronkelijke aanslag
percentagewijze worden verminderd. Thans stellen Burg, en
Weth. vooi om teneinde daartoe niet meer te moeten over
gaan en met het oog op den geldnood der gemeente het
maximum bedrag te verhoogen.
Zonder hoofdelijke stemming aldus besloten.
De Voorzitter deelt thans nog mede dat is ingekomen een
schrijven van den onderwijzer J. F. Faas. Deze zegt daarin
dat hij nog steeds wacht op een hem toegezegd schriftelijk
antwoord op zijn ingezonden adres omtrent zijn tractements-
regeling en dat hem noch uit de mondelinge mededeeling
van den seeretaris, noch uit de verslagen in de couranten ge
bleken i3 dat in de raadsvergadering is aangetoond dat
hij met zijn beweren ongelijk had. Hij wil geen gebruik
maken van de hem opengestelde gelegenheid om zijn plaats
aan school A weder in te nemen en verklaart verder dat hij
ook geen gebruik wilde maken van een gepleegde informa-
liteit maar wijst er op dat door de eenvoudige overplaatsing
zijn positie zeer onzeker is geworden wat betrelt eventueele
latere overplaatsingen en verzoekt daarom dat de Raad hem
definitief benoeme aan school B als onderwijzer met verplichte
hoofd-acte en acte voor de beginselen der Fransche taal.
Burg, en Weth. geven in overweging om te bevorderen
dat adressant worde benoemd overeenkomstig zijn verzoek
met bepaling dat hij dezelfde rechten zal genieten als waarop
hij aan school A werkzaam was, wat destijds ook is geschied
met de heeren Happe en De Groot en dus de schoolopziener
te verzoeken eene zoodanige voordracht daartoe op te maken.
Z. h. s. wordt aldus besloten,
Niemand hierna meer het woord verlangende, wordt de
vergadering gesloten.
ISGEZOKDEN STURKEJI.
Mijnheer de Redacteur
In Uwe courant van 24 dezer wordt medegedeeld
dat op eene advertentie door bemiddeiing Uwer
admiuistratie geplaatst in het N. v. d. Dag, waarin
voor eene dienst bode plaatsing werd verzocht in
enkele posttijden reeds 82 brieven waren ontvangen
uit alle oorden des lands afkomstig, zelf uit het
buitenland.
Op het eerste gezicht moet zulks verwondering
baren, omdat op elke advertentie, waarin eene
betrekking wordt aangebodeu, honderden solliei-
tanten zich in den regel aaumelden.
Het raadsel is evenwel gemakkelijk op te lossen.
Verschillende huismoeders in de steden hebben
liever meisjes van buiten omdat de dienstboden uit
de steden minder letten op huur dan op de vele
gelegeuheden om uit te mogen gaan. In summige
steden moeten zij om den anderen Zondag van
1 uur tot 'savonds 10, 11 uur vrij zijn en boven-
dien nog elke week een avondje hebben, dat is
van 7 tot 10. Buitenmeisjes zonder kennissen,
zijn zoo niet op uitgaan gesteld.
Doch er doet zich nog iets anders voor, vandaar
het woord waarschuwing aan het hoofd van dit
schrijven.
Nederland heeft het iniatief genomen om inter-
nationale maatregelen vast te stellen, waardoor
la traite des blanches of handel in blanke
slavinnen zooveel mogelijk zou kunnen worden
tegen gegaan
Er wordt een zeer belangrijke doch claudestieue
handel in vrouwen gedreveu. Het gewone middel
bestaat hierin, dat men aan jonge meisjes of
weduwen zonder kinderen, eene goede betrekking
aanbiedt, bij voorkeur in het buitenland. Bij
aankomst in de plaats van bestemming, wordt men
door een net gekleed heer of dame ontvangen en
eerst den volgendeu dag ontdekt men dat men
in een bordeel iswaar men u eenvoudig opsluit.
Slaapopwekkeude middelen worden aaugewend zonder
dat men het merkt en wordt de ongelukkige wakker
dan wordt medegedeeld wat er gebeurd is. Door
schaamte en wanhoop gedreven, schikkeu de meesten
zich alsdan iu haar lot, aan terugkeeren naar huis