Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 3009. Zaterdag 10 Maart 1894. 34e Jaargang. Gemengde berichten. Gemeenteraad van T er Neuzen lijvoegsel van de Ter Ueusensche Courant. Het Hotel dea Pays Bas te Rotterdam waaraan in het benedenhuis is toegevoegd een restaurant met kellnerinnen-bediening, welke beide zaken gedreven worden door den heer M. Schliecker, een Duilscher van geboorte, werd Dinsdagavond bezocht door een Duitscher, ingenieur van beroep en genaamd C. Weibel, die, in het bezit eener belangrijke geldsom op reis naar Amerika was. Te middernacht verzocht de heer Schliecker den ingenieur om betaling, die deze om welke rede n is niet bekend nadrukkelijk weigerde. Een twist was hiervan het gevolg, die hiermede eindigde dat de ingenieur verhinderd werd zonder betaling te vertrekken. Ruim een uur daarna verzocht de ingenieur een oogenblik van het geheirn gemak gebruik te rnogen inaken, hetgeen hem werd toe- gestaan. Terugkomende, was hij met een revolver gewapend, die hij op den eigenaar richtte, waarna hij een paar schoten loste, waarvan een den heer S. aan het hoofd trof, eene onbeduidende wond veroorzakende. Na het lossen dezer schoten ont- stond er tusschen beiden eeue worsteling, met het ongelukkig gevolg dat er nog een schot afging en een kogel den heer Schliecker in den buik trof. Deerlijk gewond viel deze op den vloer, waarna de ingenieur de vlucht nam op het geheirn gemak, waar hem kort daarna (het was inmiddels half twee uur geworden) de ter hulp geroepen politie aan trof. Twee geneesheereu, ter adsistentie geroepen, oordeelden den toestand van den verwonde voor- loopig wel niet levensgevaarlijk, doch achten zijue onmiddellijke overbreuging naar het Ziekenhuis noodzakelijk. Daar is het gelukt den kogel uit de wond te verwijderen. De ingenieur Weibel, een 29jarig man, is in voorloopige hechtenis geuomen. Uit Amsterdam wordt aan de N. R. Ct. gemeld Een sterk voorbeeld van kiuder-exploitatie is dezer dagen door den veldwachter van de Sloter Baarsjes aan het licht gebracht. Een tot de diepsle armoede vervalleu man, die met zijne twee kinderen ieeds 24 nachten laug op het politie-bureau aan den Siugel had gebivakeerd, uit gebrek aan onder- kornen, kwarn onlangs in aanraking met eene vrouw, die zich zoogeuaamd uit medelijden met de zorg voor de kinderen wilde belasteu. De vader ver- trouwde de kleinen aan haar toe, en werd daarna opgeuomen in den shelter van het Leger des lleils op den Heiligenweg. Thaus blijkt, dat de meewarige vrouw de kinderen slechts tot zich had genomen om met deze, als „bedelvrouw met twee slumperts", haar voordeel te doen. Zij wooude ergens bij de Sloter Baarsjes, waar des avonds het gekerm der kinderen de buren opmerkzaam maakte, zoodat de veldwachter door hen gewaarschuwd werd. Deze trof de kleinen zwaar mishandeld aan, overdekt met blauwe plekken en bijna geheel versuft en verdoofd door slagen. Natuurlijk ziju de kinderen aan het wreede vrouwmensch ontnomen het Leger di.s Heils heeft ze thans onder zijne hoede ge nomen. nm. 3,25 3,45 1,50 I 2,10 Zitting van Donderdag 8 Maart. Voorzitter de heer J. A. van Boven. Aanwezig de heeren Harte, Tazelaar, Wieland, Visser, Van IJsselsteijn, Van der Hooft, Nelemans en Donze. Afwezig de heeren Jac. de Feijter, Mr. Dronkers, Joz. de Feijter, Moes en De Koeijer, alien verhinderd. De Secretaris leest de notulen der vorige vergadering, welke worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat van Ged. Staten is terug ontvangen de begrooting voor 1894, met de mededeeling, dat deze door hen niet kon worden goedgekeurd, daar er onder hoofdstuk III, afd. 3 voor komt 278,10 voor nieuwe be- stratingswerken en een post van f 2126,25 voor wegsverbe- teringdit zijn buitengewone werken, die ook volgens Ged. Staten uit buitengewone inkomsten moeten worden bestreden en er dus ten behoeve daarvan eene leening rnoet worden aangegaan, waardoor dan ook de subsidie aanvrage ad f 2000 voor kosten lager onderwijs kan vervallende verdere op- merkingeu zijn van meer ondergeschikten aard. Burg, en VVeth. kunnen geen vrijheid vinden om een voorstel te doen tot het aangaan eener leening teneinde daaruit die werken te bekostigendaar de leeningen dan zoo kort na elkaar vallen er is pas in '89 en '91 geleend, erdiendedus wel wat meer ruimte tusschen te komen. Het Dag. Best, stelt daarom voor, de bestratingswerken voor zoover die noodig zijn, af te voeren en te brengen onder gewoon onderhoud, en de som daaruit vrijkomende te verdeelen over verschillende posten van uitgaaf, die in vergelijking van andere jaren te laag zijn geraamd, want bij het opmaken der begrooting is zooveel bezuinigd als inaar eenigszins mogelijk was, o. a. is niet opgenomen de jaarwedde voor een ambtenaar van den burgelijken stand, het gewoon onderhoud in '93 geraamd op 2478 thans slechts 1991, aankoop schoolbehoelten in '93 1550, thans 1100, terwijl de sluitpost slechts 310 bedroeg, en dat is zeker te laag voor een gemeente als Ter Neuzen. O. m. stelt hij dus voor op de begrooting te brengen. de jaarwedde voor een ambtenaar van den burg stand f 120 voor het schoonmaken van riolen, wat zeer noodig is, daar alle riolen niet enkel met spuiien zijn schoon te houden ook kan er op worden gebracht f 250 voor wapening der politie waarvoor een blanco-crediet was toegestaan. Er is geprobeerd om die wapens te krijgen van wege het ministerie van justitie; doch er is als antwoord ontvangen dat die niet kunnen worden vcrstrekt, daar er geen karabijnen voorhanden waren en het niet to voorzien is dat er spoedig zullen worden aangeschaftde sluitpost wordt dan gebracht op f 673,75$, daar het Dag. Best, toch wil trachten om de gevraagde subsidie alsnog te verkrijgen. De heer Visser vraagt of er kans zou zijn om de subsidie te krijgen en waarop de aanvrage moet worden gegrond. De Voorzitter meent, dat de mogelijkheid nog bestaatin de terug ontvangen begrooting waren vele posten bijna te laag geraamd, doch dit is geschied om de subsidie-aanvrage niet te hoog te moeten opvoeren. De heer Visser merkt op, dat men er nu toch rekening mede zou dienen te houden. dat de onderwijzerstraktementen zoo niet kunnen blijven. De Voorzitter is van gevoelen, dat f 500 toch voldoende is voor eerstbeginnenden, naar hij in de courant zag wordt in Goes ook opgeroepen voor dat salaris, terwijl voor het bezit der hoofdakte f 50 meer wordt betaald. Nadat de heer Visser ingelicht is omtrent zijne vraag hoeveel onderwijzers er te weinig zijn, deelt de Voorzitter mede, dat er aan de hoogere autoriteiten is gevraagd hoe in deze te handelen. De heer Visser zegt, dat de gemeente toch dient te zorgen voor goed onderwijs, als er een buitengewoon subsidie voor wordt aangevraagd en nu is het toch allesbehalve goed. De Voorzitter wijst er op, dat er overal vacatures zijn en dat het meer voorkomt dat er door omstandigheden personeel te kort is, buitendien vroeger was het getal steeds kleiner, naar zijn meening waren er vroeger bij Van Dijk maar 3 onder wijzers in de school. De heer VisserToen kwamen er ook klachten genoeg. Nu komen er geen sollicitanten op door de te lage jaarwedde. De Voorzitter blijft bij zijn meening, dat er nu geen onder wijzers zijn en vraagt of het gewenscht is om dezen door een hoogere jaarwedde uit andere gemeenten naar hier te lokken en dus hierin te handelen naar vraag en aanbod. De heer Donze meent, dat het toch onmogelijk zal zijn om op school A goed onderwijs te blijven geven met 3 onderwijzers te weinig. De Voorzitter wijst er op, dat er vroeger reeds is besloten om klassen bij elkaar te voegen en de onderwijzers voor het meerdere werk een gratificatie te geven van het door de vaca tures vrij komende geld. De heer Visser zegt, dat men daarmee weinig vooruit is, daar de onderwijzers toch niet meer diensturen hebben, en dan staan voor klassen van 80 a 90 kinderenvan voldoend onder wijs kan dus geen sprake zijn en dat is wel ongelukkig voor hen die er kinderen schoolgaande hebben. Volgens hem is er alleen verbetering in te brengen door het geven van een hoogere jaarwedde; hij wijst op de bijzondere school waar f 600 of 650 wordt betaald. De heer Tazelasrf 600. De heer Nelemans kan zich wel met het gesprokene door den heer Visser vereenigendie toestand kan onmogelijk be- stendigd blijvendat in bijzondere omstandigheden zoo moet worden gehandeld kan wel eens voorkomen, doch wanneer zal verbetering komen Daarom kan hij zich vereenigen met het denkbeeld om de tractemeuten te verhoogen. De heer Visser wenscht nog te vragen of de schoolcommissie daarop niet is bedacht geweest. De Voorzitter antwoordt dat Burg, en Weth. met de schoolcommissie heeft geeorrespondeerd en deze met de hoogere autoriteiten. De heer Van IJsselsteijnDaar schieten we niet mede op, en in April na de examens, krijgen we er toch geen voor f 550 wel worden ze in Goes voor f 500 opgeroepen, maar men moet niet vergeten dat daar meer gelegenheid voor hen bestaat om verder te leeren, wat hier met groote kosten gepaard gaat. Worden nu de tractementen verhoogd dan zijn we er op gericht om na afloop der examens personeel te kunnen krijgen het is nu eenmaal zoo de vraag is groot en het aanbod weinig. De heer Donze deelt mede dat de schoolcommissie ook van dat gedacht was. De Voorzitter begint thans met hetgeen hij volgens hem dadelijk had moeten doen, n. 1. er op te wijzen dat er zoovele leden ontbreken, en geeft in overweging eene beslissing over deze zaak aan te houden tot een volgende vergadering en zegt verder dat hij van meening is dat verband moet bestaan tusschen de gemeente-tractementen, als men de onderwijzers- tractementen verhoogt zal men ook anderen moeten verhoogen. De heer Van IJsselsteijn ziet dat verband niet in; voor veldwachter b. v. zullen veel sollicitanten opkomen, voor onderwijzer geendus behoeft men voor een veldwachter niet zooveel te betalen als voor een onderwijzer, daar voor dit laatste het bezit van acte wordt gevorderd en dus iedereen geen onderwijzer zijn kan. De Voorzitter: De tractementen te regelen naar vraag en aanbod is geen besturen. Er zijn tijden geweest, dat er voor f 450 sollicitanten bij de vleet waren, zelfs waren er die zich kwamen aanmelden voor nog kleiner salariswat mij betreft zou ik van zoo'n toestand nooit gebruik willen maken. De heer WielandDoor de vele vacatures is er hewijs genoeg, dat door verliooging van jaarwedde de onderwijzers slechts van de eene hand in de andere gaan. Ik zou willen wachten tot April. Er zal dan waarschijnlijk wel veran- dering komen. De heer Donze vindt het erg, dat er niet zou worden getracht in dezen toestand te voorzien. De onderwijzers verklaren zelf thans weinig meer te kunnen doen dan enkel de kinderen stil houden. De Voorzitter: We zouden buitengewone maatregelen kunnen verzoeken en vragen om kweekelingen op de scbolen toe te laten. Er zijn voorbeelden dat een school met 300 kinderen in vroeger tijd werd bediend door een hoofd- en een hulponderwijzer en voor het overige kweekelingen, terwijl die scholen de proef met andere goed konden doorstaan wat toen kon. kan dus nu ook nog, en het is ook niet duurzaam, maar tijdelijk. De heer Visser wijst er op, dat dit is strijdig met de wet. De Voorzitter antwoordt, dat hij het denkbeeld aangeeft om tijdelijke voorziening te nemen. De heer Nelemans zegt ook, dat het strijdig is met de wet Verder gelooft hij, dat het aanvragen om subsidie een goed argument is voor bet denkbeeld van hen heer Visser. Ondunks de genoten buitengewone subsidie's is het onderwijs hier hard achteruit gegaan, hoe wil men nu voor de goede inricbting van het onderwijs nog buitengewoon subsidie erlangen als het in plants van vooruit, achteruit gaathij herhaalt daarom het denkbeeld van den heer Visser te ondersteunen. De heer Harte deelt mede, dat er in de laatste vergadering der schoolcommissie ook is gesproken over tractementsverhoo- ging als eeuig middel om voldoend personeel te krijgen er is ook nog wel over het aanstelien van kweekelingen gesproken, maar hij weet niet wie van de leerlingen der openbare scholen men daartoe zou moeten aanstelien. Daarom werd besproken het maximum te brengen op f 600, waarvoor in een naburige gemeente, Zuiddorpe, 7 a 8 sollicitanten kwamen, zooals de courant vermelt. In een gesprek met den schoolopziener deelde deze mede, dat het in geen enkele plaats van het 5e district zoo treurig met het onderwijs was gesteld als te Ter Neuzen. Er dienen daarom voorzieningen te worden getroffen op de eene of andere wijze. De heer Van IJsselsteijn stelt voor, het maximum der jaarwedde te brengen op f 600. Op te roepen op 550 met verhooging na 2 dienstjaren alhier met f 50, terwijl de thans 2 jaar alhier in dienst zijnde onderwijzers onmiddellijk in die voorrechten treden. De heer Harte wijst er op, dat de heer Lindhout nooit zou zijn weggegaan als hij verhooging had gekregen. De heer TazelaarKan deze zaak niet worden uitgesteld tot een volgende vergadering, daar zoovelen afwezig zijn. De heer van IJsselsteijn zou daar geen bezwaar in hebben, maar omdat het nti moet dienen als argument om subsidie te krijgen, opgenomen in de aan de orde zijnde begrooting, is het beter de zaak nu af te handelen. De heer Tazelaar meent, dat er toch tal van gemeenten zijn die subsidie genieten, alhoewel er vacatures in het personeel zijn. De heer Van IJsselsteijn voert daar tegen aan, dat de begrooting nu toch is teruggekomen. De Voorzitter merkt op, dat in Friesland, waar bijna alle gemeenten subsidie genieten, Ged. Staten dier provincie aan de gemeente-besturen hebben te kennen gegeven, dat het hun wenschelijk voorkomt om voor eerstbeginnende onderwijzers geen hooger salaris dan f 500 toe te kennen. De heer Wieland blijft van opinie, dat na de examens er zich wel sollicitanten zullen opdoenhij heeft nu reeds zijde- lings een aanzoek gehad van iemand wiens zoon examen moet doen en hij vindt het erg, om nu reeds dadelijk tot f 600 te klimmen. De heer Tazelaar verlaat de vergadering, maar zegt zijn voorstel tot uitstel te handhaven. De heer Van IJsselsteijn antwoordt den heer Wieland, dat dit maximum slechts na enkele jaren zal moeten worden betaald. De heer Wieland Na een zeer kort aantal jaren en dan zitten we met 10 of 12 personen alien van 600. De Voorzitter geeft in overweging om na eenige dagen voor deze zaak eene vergadering te beleggen, daar dit pnnt ook niet op de oproepingsbrief staat en de heer Tazelaar zijn voorstel handhaaft op grond van de vele afwezige leden. De heer Nelemans stelt eene kleine wijziging voor op het voorstel van de heer Van IJsselsteijn, om n. 1. sollicitanten op te roepen op f 500 met 50 verhooging na iedere 2 jaren dienst in deze gemeente doorgehracbt en dienstjaren in andere gemeenten voor de helft zullen worden gerekend. De heer Van IJsselsteijn kan zich daarbij neerleggen. De Voorzitter moet het voorstel van het afwezige lid ondersteunen, ook met het oog op zoovele afwezigen. Buiten dien is het Dag. Best, met de schoolcommissie in briefwisseling over de besproken zaak. De heer Visser: Wat betreft dat? De VoorzitterVoorziening. De heer Visser kan niet met het voorstel tot uitstel mee- gaanna het examen komen er voor het tegenwoordige salaris ook geen sollicitanten. De heer Van IJsselsteijn stelt voor om dit punt aan te houden tot de heer Tazelaar terugkomt. Aldus besloten. De Voorzitter stelt alsnu namens het Dag. Best, de volgende wijziging in de bouwverordening voor de Raad der gemeente Ter Neuzen besluitle de aanhef van art. 1 der verordening op het bouwen enz., te lezen als volgt»In deze gemeente wordt verstaan onder de benaming van openbare straat A. (a tusschengevoegd) alle straten, trottoirs, kaden, stegen, gangen, sloppen, markten, pleinen, wegen, lanen en paden, welke ook voor zoover die in den regel tot algemeenen dienst bestemd of voor alien toegankelijk zijndit blijft dus, merkt de Voorzitter op, onveranderd, behoudens de tusschengevoegde A, terwijl nu wordt voorgesteld hierachter te laten volgen H. 'alle andere stratenaangtlegd of aan te leggen door bijzondere personen op eigen of eens anders grond, voor zoover die straten zijn beboutod of bestemd zijn om bebouwd te wordenmet meer dan negen woonhuizen, be- woond of bestemd om bewoond te worden door afzonderlijke gezinnen." Verder is de overtreding van art. 2, dat verbiedt het bouwen, herbouwen of veranderen van gebouw, zonder toestemming van Burg, en Weth. volgens art. 51 slechts strafbaar gesteld met eene geldboete van hoogstens f 5. Nu is er al eens de opmerking gemaakt, dat dit een geringe straf is, daar het toch betreft overtreding van een der hoofdbepalingen der verordening, waarom het Dag. Best, voorstelt overtreding van dit art. te brengen onder de hoogste straf bepalingen die worden geeischt en dus strafbaar te stellen met eene geldboete van hoogstens f 25 of [hechtenis van ten hoogste 6 dagen. De heer Tazelaar komt ter vergadering. De heer Visser vraagt, wat de strekking van dit voorstel is. De Voorzitter antwoordt om de verordening zoo duidelijk mogelijk te makenhet geldt de toepassing der veror dening. De heer Van IJsselsteijn kan zich met het voorstel ver eenigen en trekt zijn aanhangig voorstel in. De Voorzitter zegt, dat het voorstel wordt gedaan naar aanleiding van dat van dhr. Van IJsselsteijn. De heer Visser vraagt, of dan reeds aangelegde straten ook openbaar kunnen worden verklaard. De heer Wieland gelooft dit niet, buitendien is hij tegen wijziging de verordening is pas in toepassing en omdat nu de verordening tegen een feit machteloos stond zou men deze gaan wijzigen over eenige weken kan zich weer wat anders voordocn, dan zou men weeral moeten wijzigenals men dan daar nog maar verder meekwam, was het wat anders. De VoorzitterVolgens rechterlijk vonnis is nu de Slijk- straat niet openbaar verklaard omdat art. 1 niet duidelijk schijnt aan te toonen, wat onder openbare straten moet worden verstaan, want bij strafverordening valt men op de letter. Daarom meent hij, dat het waardeering verdiendt, dat de heeren Visser en Donze, die ook hunne straat kunnen afsluiten, richtig handelen en waar zou het heen met de orde als alien dit eens deden De heer Wieland kan met dien lof niet instemmen, daar die heeren maar net hebben gedaan, wat ze verplicht waren de andere eigen aars komen er op neer, dat hun straat reeds bestond bij het in werking treden der verordening, en dat maakt verschil. De Voorzitter ziet er geen verschil in, daar de genoemde heeren hun straat aan de eene zijde ook reeds aangelegd hadden. Op Java is alles van anderen, van den heer Berman hij heeft nauwkeurig laten zoeken maar niets gevonden waaruit kan blijken dat er eene overeenkomst bestaat met de gemeente omtrent de openbaarverklaring der straten aldaar. Het vonnis van den kantonrechter is den heeren bekend, de fout schijnt te zitten in de omschrijving van art. 1 daar er nu op de letter wordt gelet, komt bet er op aan om heel precies uit te drukken, wat onder openbare straat wordt verstaan, waarom het Dag. Best, de aanvulling voorstelt naar aanleiding van het voorstel van den heer Van IJsselsteijn. De heer Van IJsselsteijn zou de verordening dan ook direct willen afkondigen. De VoorziterDit kan de raad in spoedeischende gevallen doen doch is die spoed hier noodzakelijk? De heer Van IJsselsteijn acht het wenscheljjk, omdat anders met bouwen maar steeds kan worden voortgegaan. De heer Wieland vraagt of het toch wel helpen zal, daar het nu maar veranderd wordt. De Voorzitter zegt, dat er daarom sprake is van .aange legde" of «nog aan te leggen" straten. De heer Wieland verklaart dat voor zoover hij kan oordeelen de verordening goed is en dat het niet doel treffen der ver ordening alleen te wijten is aan onwil der eigenaars. De Voorzitter zegt, dat er toch regel dient te zijn en nu is het hem niet te doen om loftuitingen uit te spreken aan het adres der heeren Visser en Donze, maar hij wil toch laten uitkomen dat deze heeren ook anders hadden kunnen handelen. De heer Wieland gelooft dit niet. De Voorzitter Dan zetten ze eenvondig bordjes De heer WielandWat zijn we dan begonnen met de verordening te maken, als ze daartegen onmachtig ismoet ze nu worden verscherpt omdat er personen tegenop komen De Voorzitter: Verscherpt niet; er wordt gezegd »dat is geen openbare straat" want ze is niet voor ieder toegankelijk; volgens de bijvoegmg is ze echter wel openbaar, zelfs als men dan in een afgesloten tuin 9 huizen zet om te bewonen is er een openbare straat. Burg, en Weth. gingen van het gedacht uit dat, waar reeds zooveel gezinnen bij elkaar wonen, er geen sprake meer kan zijn van een privaten toestand en dus de eischen der gezondheid vorderen uitvoering der bepa lingen van de verordening. De heer Wieland Er wordt nu toch ook toestemming vereischt van Burg, en Weth. De Voorzitter Er wordt nu maar aan vastgehouden dat het daar geen openbare straat is. De heer Wieland meent, dat om het zoo maar eens uit te drukken, de raad zich belachelijk zal aanstelien door deze wijziging te maken, en is er in het algemeen uiet voor om lof toe te zwaaien aan menschen die maar net hun plicht doen. De Voorzitter wijst er op, dat het een eerste plicht is van den raad om te zorgen voor de openbare gezondheid, waaraan dagelijks wordt herinnerd en waar nu in andere plaatsen last wordt gegeven om slopjes af te breken en poelen op te ruimen, zou hier maar moeten worden toegestaan om sloppen daar te stellen en poelen te veroorzaken 1 De heer Wieland was altijd van meening, dat de verordening goed wasomdat er nu iemand tegen opkomt zou ze niet deugen? Hij zou niet gaarne aan verandering meewerken. De heer Donze geeft den heer Wieland gelijk, waar hij zegt dat de heer Visser en hij zich aan de bouwverordening moesten onderwerpenmaar hy meent dat als er blijkt dat er een gebrek is aan een artikel, dit behoort te worden veranderd. De heer Nelemans zegt ook. dat het wel meer voorkomt dat er een wetsartikel verandering eischt en dan is er toch geen bezwaar om tot die verandering te besluiten hij is er verder ook voor om de verordening dadelijk af te kondigen, daar de raad reeds heeft ondervonden, hoeveel oponthoud men kan hebben. Spreker stelt echter voor om onder A achter trottoirs toe te voegen stoepen, daar er omtrent het begrip van trottoirs en stoepen verschil van meening kan bestasn en het moeite zou kunnen veroorzaken, wanneer er sprake was van een kelder- ingang in een niet afgesloten stoep De Voorzitter meent namens het Dag. Best, zich hiermede wel te kunnen vereenigen. Hiema wordt het voorstel van het Dag. Best., aangevuld met dat van den heer Nelemans, aangenomen met 7 tegen 1 stem. Tegen de heer Wieland. Thans komt in behandeling het voorstel der heeren Van IJsselsteijn en Nelemans om de verordening dadelijk af te kondigen. De heer Visser vraagt, of het wel goed zou werken bij Ged. Staten, daar deze die wijziging toch ook weer moeten goedkeuren, ofschoon hij er niet tegen is om dadelijk af te kondigen. De Voorzitter zegt, dat volgens de wet de raad zelf moet beslissen of het spoed vereischt en of't belang van de ge meente het vorderthij kan zich echter niet voorstellen dat Ged. Staten er iets verkeerds in zouden zien. De heer Van IJsselsteijn meent, dat er toch wel argumenten zijn om het spoedeischende aan te toonen. De Voorzitter meent, dat dit eenvoudig afhangt van een verschil van opvatting. Met het oog op de omstandigheid dat de nieuwe straat aan de voorwaarden voldoet is geen spoed noodig want op het andere terrein wordt nu niet gebouwd. De heer HarteDat zou men toch kunnen De discussie hierover wordt gesloten en het voorstel van de heeren Van IJsselsteijn en Nelemans aangenomen met 7 tegen 1 stem, die van den heer Wieland. Ingekomen is de rekening van de brandweer over 1893 de inkomsten bedroegen f 412,11$, de uitgaven f 397,60 alzoo een batig slot van ]4,5£. Burg, en Weth. adviseeren tot goedkeuring der rekening waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Ingekomen is een brief van de ICamer van Koophaudel, meldende, dat is gekozen tot vice-voorzitter de heer J. A. van Rompu, en zijn herbenoemd tot voorzitter en secretaris de heeren H. C. E. van IJsselsteijn en H. J. Vooren. Dit schrijven ging vergezeld van de rekening van dit college over 1893; de ontvangsten bedroegen 200, subsidie verminderd met het batig slot van het voorgaande jaar ad f 18,30, de uitgaven f 185,15, het batig slot alzoo f 14,85. Deze rekening wordt eveneens z. h. s. goedgekenrd, terwijl de mededeeling voor kennisgeving wordt aangenomen. Alsnu verzoekt de heer Nelemans om het 1" punt weer in behandeling te brengen, daar de heer Tazelaar aanwezig is. De Voorzitter deelt den heer Tazelaar het voorstel van de heer Nelemans mede, en vraagt of hij daarin soms aanleiding ziet om zijn voorstel in te trekken, wat de heer Tazelaar ontkennend beantwoordt. De heer Nelemans zou wel met het voorstel van den heer Tazelaar kunnen meegaan, als de vergadering spoedig kan gehouden worden. Nu ontspon zich eenige discussie over het verdagen van dit punt, waarbij de Voorzitter verschillende dagen en uren opnoemt, waarbij men echter tot geen resultaat kon komen, daar dan deze dan gene verhinderd is, terwijl de heer Van IJsselsteijn het betreurde, dat de afwezigen dan nu niet op hun post zijn en de heer Wieland opmerkt, dat dit punt niet op de oproepingsbrief is vermeld. De heer Van IJsselsteijn: het behoort bij de begrooting. De Voorzitter meent dat ieder het onaangenaam zou vinden als in zijn afwezigheid belangrijke besluiten werden genomen van welker behandeling hij niets afweethet is nu geen primitieve behandeling der begrooting, alleen wijziging in verband met de opmerkingen van Ged. Staten. Het voorstel van den heer Tazelaar wordt hierna verworpen met 5 tegen 3 stemmenvoor de heeren Tazelaar, Wieland en Van der Hooft; tegen de heeren Harte, Visser, Van IJsselsteijn, Nelemans en Donze. De heer Wieland vraagt de zaak nog eens rijpelijk te overwegen, want als er nu eenmaal een vol personeel is op f 600, dan blijft dit en dan kan er van verwisseling geen sprake meer zijnde raad kan dan ook niet meer terug en de tractementen verminderen. De heer Tazelaar zegt, zijn voorstel te hebben gehandhaafd omdat hij van meening is dat het een te ingrijpend punt is om dadelijk daarop te kunnen beslissen. De heer Wieland zou willen oproepen op f 550 en het dan laten zooals het is en die hier nu zijn ook dadelijk f 550 geven, dan komt men niet tot dat hooge cijfer van f 600. De Voorzitter is van gedacht dat dit toch moeilijk zou vol te houden zijn, eene verhooging bij een zeker aantal dienstjaren dient men toch te geven de onderwijzers kunnen alien geen hoofd worden en eenige prikkel dient er toch te wezenhij vindt f 550 als minimum ook te hoog, daar f 500 voor iemand die pas van school komt, toch voldoende mag geacht worden. Verder ontspon zich hierover nog eene breedvoerige discussie

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 5